34ste Jaargang. No. 2439. BERICHT, -m Zondag, 21 September 1890. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHACfEUT, liaan, 4. Wie zich thans op dit blad abon neert, ontvang de exemplaren die vóór 1 October a. s, verschijnen, pratis en franco. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Binnenlandsch Nieuws, WORDT VERVOLGD- SCHEER I COURANT. MM- Liiiilal Dit blad w «oa. v» utuoua^- n t r - d ago-votni. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. iW&EZONDEW STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5 ets. Groot© letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen omtrent een alhier op de markt ichtergebleven kalfshuid.. De aardappelenoogst is te CallantSOOg li vollen gang. In de meer zandige «treken i de oogst uitstekend, vooral waar Kraaien ijn gezet. Hiervan is de kwaliteit te roemen :n de smaak keurig. Anders is het echter in de ïkistreek. Callantsoog waar veel lange muizen ijn gezet, daar heeft de oude kwaal erg huis ehouden eu is daardoor opbrengst en smaak echt. IVLIJL Roman van RICHARD VOSZ. 15. TWAALFDE HOOFDSTUK. Juliane dacht aan alles. Voor zij met Martin lar Segenfeld reed, ging zij naar den tuin, aar de rozen in vollen bloei stonden, sneed een londvol der schoonsten af en zeide tot Martin Bisteren heeft de dochter van onzen burge- leester zich verdronken, omdat haar vader zijn «stemming niet wilde geven tot haar huwelijk «t haar minnaar, een lichtzinnig jongmenscb. Zij aa het eenige kind harer ouders, maar haar ader zag haar liever als lijk, dan als de vrouw au dat liederlijk mensch. Heden avond wordt a ongelukkige begraven, natuurlijk op het kleine erkhof, gelijk het voor zelfmoordenaars past. zou haar toch nog wel deze bloemen willen 'tanken." Langzaam begaven beiden zich door de avond- 'üte naar het kerkhof, waarvan het hek open 'on<L Het kleine kerkhof lag achter het groote 11 diende tot laatste rustplaats van hen, die op of andere oneervolle wijze het aardsche leven «lieten. Er heerschte een diepe stilte, een vrede, als are de geheele wereld een heiligdom, waarin 5 meDschheid in de mot bloemen beplante graven ar ossmg voor haar leiden en eeuwigo rust vond. I had Juliane het frissche graf ontdekt, 8 hij den muur, in een hoek, onder distels n»°) was slechts een enkele krans och rf rï'6 was Tan moe^or d®1- gestorvene de vader had hem naast het graf geworpen. ano nam den krans op, legde hem weder op plaats en bestrooide bet grat met rozen. waren beiden gekomen, zwijgend ver- u en «ij zich ook weder. Eindelijk zeide op fluisterenden toon iaJ ,anneer menig vader bedacht, welk eene deftigheid, welk een daad van liefde hij l6fl 0c»ter bewijst, wanneer hij haar liever zoo iijuj 00(8 doet ingaan, dan haar ter wille te zijn, ïarje vrouw bleef voor groote ellende gespaard, 'au 6r '8 n8e's moorddadigers dan de misleiding j0ej meisjoshartdio doodt het hart. Men ij,'ct dulden, dag aan dag, vele jaren aaneen, li, e 'Weten, hoe afschuwelijk de doodslag is, H i:8." ons hart begaan isvertrouwen, geloof ifalti zij'n d° een na de ander uit ons hart tn,t eu in het stot vertreden. En een meisjes- 'wolk bemint, aanbidt immers den be- manj ;n wieu zy hare godheid verwezen- Ho6jZle'- Wee de vrouw, wier godheid storven 2e"~" zü wordt dan aan het kruis geslagen. u> de wereld wemelt van vrouwen, die Het bezoek aan de badplaats te Callantsoog was dit jaar zoo gering als 't ooit is geweest. Te Den Hoorn, op Texel, heerscht de muizenplaag op groote schaal. De vraat zuchtige knaagdieren maken zich niet alleen meester van alle vruchten, die zij kunnen be machtigen, maar zelfs verslinden zij groote hoeveelheden van de aardappelen, welke in den grond zitten. Iemand, die in de nabijheid van het dorp werkte, sloeg op één dag op den akker tachtig muizen dood. Yele belangstellenden woonden Woensdag de beproeving bij der reddingsmiddelen van de N. en Z.-Holl. redd.—maatschappij, nabij de Koog, op Texel. Het schouwspel was dan ook belangwekkend genoeg. Nadat de reddingsboot ongeveer 800 meter uit de kust was geroeid, ankerde zij. Daarna werd de vuurpijltoestel opgesteld en snorde er weldra eene pijl in de richting der boot vooruit. Niet alleen bracht de afgeschoten pijl de lijn dwars over de boot, doch liep nog wel tweehonderd meter verder eer zij in zee terecht kwam. Het materieel zag er uitstekend uit. Te Helder wordt onderzoek gedaan naar ziektegevallen, voorgekomen in sommige gezinnen na het gebruik van rundvleesch, afkomstig van één slager, dat gezegd wordt voor de gezondheid schadelijk te zijn geweest. een onzichtbare doornenkroon dragen. Zie het bloed op onze voorhoofden Zij was b j bet graf haars vaders staan gebleven en Bcheen niet tot Martin, maar tot den doode te spreken. „Zie ons geronnen bloed!" herhaalde zij, sloeg beide handen tegen het voorhoofd en bewoog zich niet. Toon Martin voorzichtig haar arm aanraakte, huiverde zij. „Gij moet aan uwe kinderen denken 1" ver maande de vriend zacht. Juliane antwoordde op doffen toon: „Dat is misschien het vreesehjkste. Wanneer de kuaap eens in alle opzichten hot kind zijns vaders ware Hij gelijkt op hem, trek voor trek. Wanneer ook zijn hart gelijk is aan dut zijns vadersEen vorgiftigde hloeddroppel is overerfelijk van geslacht tot geslacht, een geheel geslacht wordt er door verpest en bedorven. Een moeder, gelijk ik ben, kan daaraan niet denken, zonder daarbij het verstand te verliezen. Ach, Martin, het gaat er vreeselijk naar toe op deze schoone, gezegende wereld, die toch Gods wereld is Zij liet haar hoofd neervallen op zijn schouder. Zoo stonden zij beiden bij het graf van den ouden heer, en het was beiden, als stonden zjj bij hot graf van hun mislukt leven. Maar Martin ver mande zich en sprak ook Juliane moed in. Daarop keerden zij naar Elzenhof terug, waar zij den wagen intusschen aangespannen vonden. In Segenfeld had de oude moeder Giabowhen met het avondeten opgewacht. De tafel was in den tuin gedekt, in het groote prieel voor de huisdeur. Martin sprak het gebed uitdaarna bracht de dienstmaagd een groote terriue mot zure brei, terwijl Juliane moeder en zoon bediende, gelijk zij dat vroeger als jong meisja zoo dikwijls had gedaan. Een paar koude landelijke gerech ten besloten het eenvoudige maal. Terwijl zij aan tafel zaten, sloeg Juliane ver scheidene malen hare kinderen gade. De kleine Adolfa was overgelukkig zij had des namiddags met de dorpskinderen frambozen voor den inmaak geplukt en bij deze gelegonheid een nestje met vijf bonte eiertjes ontdekt. Bruno daarentegen was stil en scheen zich iu het boersch ingericht huis niet op zijn gemak te gevoelen. Juliane dacht er aan, dat hij oud genoeg was, do nieuwo wending in zijn leven te begrijpen, dat hij alles woten, dat zij hom alles mededeelen moest. Wat zou zij haren zoon van haren vader zeggen Do waarheid Onmogelijk 1 Nog denzelfden avond sprak zij hierover met Martin on met zijn moedor. Deze riedon haar dringend den knaap volledige opheldering te geven, maar Juliane gevoelde zich daartoe niet in staat. Toen zij later met haren zoou sprak, was zij doodsbleek en kon zij de woorden ter nauwernood Het beroep, dat het Centraal Comité op den Prinsessedag tot de Natie richtte ter vor ming van een fonds tot onderste u- ning van behoeftige dragers van het Meta len Kruis of de Citade 1-M e d a i 11 e, heeft weerklank gevonden. Reeds dadelijk kwamen van verschillende zijden giften in, van f 100, van f 50, van f 40, verschillende van f 25, vau f 10, enz. alsmede eenige toezeggingen voor vaste jaarljksche bijdragen. Met hartelijke ingenomenheid namen velen dergenen, die uitgenoodigd waren, tot het hoofd-comité toe te treden en provinciale comités te vormen, die uitnoodigiug aan, en die comités kunnen derhalve eerlang hunne werkzaamheid aanvaarden. Een der eerste verrichtingen zal zijn, het fonds te vormen, en tot dat doel zal de in het algemeen gedane uitnoodigiug tot medewerking daartoe, thans tot ieder onzer landgenooten in het bijzonder gericht worden door de aan bieding eener inteekenlijst. Moge de verwachting van het comité dat het genoeg ontvangen zal, om de brave oudjes ten einde toe te steunen, niet beschaamd worden. Wij wekken al onze lezers met warmte op, de edelmoedige poging van het comité naar vermogen te steunen. Dat er behoefte aan het fonds bestaat, blijkt daaruit, dat nu reeds van verschillende zijden aanvragen om ondersteuning zijn ingekomen, over de lippen brengen. Alle schuld van den graaf stelde zij aan haren zoon voor als een ongelukhij werd in do oogen zijns zoons, die den vader dweepziek lief had, een held, een martelaar. Terwijl Juliane met Bruno sprak, daeht zij onafgebroken wanneer zij hem vinden, wanneer zij hem nu in de gevan genis werpen en wanneer dit niet gebeurt eenmaal zal zijn zoon het toch vernemen moetenanderen, vreemden zullen het hem zeg gen. Ik bega een onrecht met deze leugen. Maar ik kan niet anders, ik kan niet!" Bruno weende hartstochtelijkhij verlangde te weten, wanneer zijn vader terugkwam. En toeu Juliane hem antwoordde, dat hij God moest bidden, dat zijn vader nimmer terugkwam, begreep hij het niet, en het hart vau den knaap word vervuld van een vijandige gezindheid jegens zijn moeder. Juliane had tot nu al het mogelijke gedaan, om voor hare kinderen te Yerbeigen, dat er tusschen hunne ouders geen gelukkige verhouding bestonddikwijls was het bijna hare krachten Ie boven gegaan, van al het zware was dit haar het zwaarste geweestnu bemerkte zij aan Bruno's gelaat, dat al hare moeite tevergeefs was ge weest, dat de knaap wist, hoe bet met zijne ouders stond, dat hij partij trok voor zijn vader. Zijne moeder van zich stooteode, riep liij harts tochtelijk uit „Ik 'zal God eiken morgen eu eiken avond bidden, dat Hij mijn vader laat terugkomen." Door de smart, welke hp over zijn vuder ge voelde, scheen het op Bruno geen indruk te maken, toen hij vernam,- dat zij nu arm waren, geheel arm, gelijk zijn moedor hein duidelijk maakte. Bij deze gelegenheid trad het karakter van den knaap te vooi schijn. Zich de tranen uit de oogen wisschende, meende de jongen aristocraat: „Maar ik blijf toch een graaf von Laueha!" Martin stond er bij. Juliane keek hem aan en onderdrukte een klacht. DERTIENDE HOOFDSTUK. Er volgde nu een lange reoks moeieljke, zware dagen. Maar Juliane wilde zich zelve in niets ontzien. Elkeo morgen zeer vroeg reed zij naar Elzenhof en bood moedig het hoofd aan het noodlot, hetwelk over Elzenhot was losgebroken. In hare tegenwoordigheid werd het rijke meu bilair van het huis stuk voor stuk aan de meest biedenden verkocht. Zij gaf ook die goederen at, welke zij als haar eigendom had kuuncn behou den; want zij wilde geen stuk roedenemen, waarop eigenlijk een ander aanspraak had. Een commissie van schuldeischers vormde zich daarna om de zaken te regolen. Het bleek dat de op het landgoed rustende schulden dermate Aan zulke verzoeken kan natuurlijk niet voldaan worden, voordat eene algemeeue inzameling heeft plaats gehad, en het Comité de behoefte overzien kan, waartoe een algemeen onderzoek wordt ingesteld. Het Comité wensqht de zaak zooveel mogelijk te bespoedigen en hoopt daartoe de noodige medewerking te erlangen. Zondag-ochtend heeft te Hilversum een vermetele aanranding plaats ge had. Twee dames, moeder en dochter, die daar op een villa gelogeerd zijn, wandelden omstreeks half twaalf in het Susannapark, toen eensklaps een kerel de jongste der dames aangreep. Op haar hulpgeroep, vooral toen zij om haar broers riep, liet hij los en zette het op een loopen. Een uurtie later dwaalde dezelfde man rond in de buurt der villa, waarop de jonge dame, hom bespeurende de hulp van een viertal wande laars inriep, die dadelijk bereid werden bevonden, jacht op den dader te maken. Ofschoon men hem tot een eind op den Bussumerweg nazette, gelukte het hun niet hem in te halen; hij ontsnapte in de richting van Bussum. Naar opgave der dame scheen het een werkman op zijn Z indags te zijn, in 't blauw gekleed, met fantasiehoed, rood haar en roode bakkebaarden. De zaak is in handen der politie gesteld. de waarde overschreden, dat zelfs bij den meest gunstigen verkoop een groote som ongedekt zoa zijn gebleven. Er moest dus een kooper gezocht worden, maar er was niemand te vinden, die zich aan dergelijke misselijke verhoudingen zou wagen. Eindelijk besloten de schuldeischers, dat Elzenhof door een der belanghebbenden zou wor den beheerd en de schulden langzamerhand gedelgd zouden worden. Op zulk een wj'ze bestond tenminste de hoop, voor do kinderen van Juliane, welke zich in dezen tijd de hoogachting van allen had verworven, het landgoed te bewaren en indertijd weder vrij van schulden te maken. Het was maar de vraag, den wakkoren man te vinden, die bereid was, zulk een zware verantwoordelijkheid op zich te nomen, als het beheer van dit vorwaarloosde landgoed was. Maar die hulp werd toch gevonden Martin. Door de nabuurschap van Elzenhof en Segenfeld lag hot beheer der beide landgoe deren door één man ongetwijfeld in het bereik. Om zich evenwel met al zijn kracht te kunnen wijden aan het bc-heer van dit geruïneerde land goed, besloot Martin in overleg met zijn moeder, Segenfeld te verpachten. Toen Martin dit tegen Juliane zeide, toen lij' haar verzocht bem te veroorloven, voor haar en hare kinderen te mogen arbeiden met al de kracht van zjn geheele loven, als haar trouwe bondgenoot, als haar broederljke vriend toen vloog er over Juliane's bleeke wangen een heldor rood, hetwelk de zwaar be proefde vrouw weder jonger deed schijnen. Ten laatste greep zj Martin's hand, boog zich er over en kuste die. Martin moest, als bj' een duizeling, de oogen sluiten, de sterke man beefde; naar adem hjgende stamelde hij „Ja, wij zullen elkander helpen, gij moet mij helpen, gij mot uw sterke ziel. Want ik ach, gj weet niet gj moogt mj niet danken gij weet volstrekt niet, hoe gelukkig het mij maaktHet is bijna te veel, te veel geluk, meer dan ik verdien. Maar, gij zult mij bijstaan, gij zult kracht hebben voor mij." Juliane antwoordde niet, maar zij sloeg de oogen tot hem op, en haar blik verzekerde hem: „Ik zal kracht hebben voor u uwentwille!" Het werd uitgemaakt, dat Juliane in het hee renhuis op Elzenhof zou bijven wonen, waar Martin eenige kamers voor haar zou laten inrich ten; hijzelve betrok met zjn moeder de boer- derj; de maaltjden hadden gemeenschappelijk plaats, en gelyk het vroeger op Elzenhof de ge woonte was geweest, nam ook de inspecteur er deel aanwant een inspecteur behield Martin tot zijn hulp; Juliane zond de huishoudster weg hoe meer zij werken en helpen kon, des te grooter weldaad werd haar bewezen. Martin liet dit dus stil begaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1