llit en voor de Pers. gezelschap van een jongeren makker naar de residentie was gereisd. Laat in den avond kwamen de jongens, die zich te Doulrecht eerst elk een horloge hadden aangeschaft, daar aan en zochten in eene der achterbuurten eene slaapgelegenheid op. Daar deze slaapstede den jonste niet beviel, liep hij 's nachts te 4 uren de straat op, door den oudere gevolgd, alwaar zij door de politie werden aangetroffen, die van hare ontdekking bericht zond naar Dordrecht, hetgeen met een verzoek om overzending der jongens beantwoord werd. De grootste helft van het ontvreemde geld was nog in het bezit van den oudste. De dienst op den tram—omnibusdienst Hoorn—Alkmaar is voorloopig gestaakt. Een koopman te Amsterdam heeft kennis gegeven dat hij vermoedelijk voor een be drag van f 21,000 aan diamanten is op gelicht geworden. Te Beusichem is zekere J. B., terwijl hij in het veld werkzaam was, ineengezakt en, zonder dat zij, die met hem werkten, het bemerkten, plotseling dood gebleven. Terwijl de vrouw van J. G. te Schijndel haar jongste kind van eenige maanden aan de hoede van een ouder meisje overliet, om eene boodschap te verrichten, liet het meisje het kind van den schoot glijden en viel dit in een op het vuur staanden pot met varkensvoeder. Alhoewel de moeder, die terstond op het geschrei toesnelde, het kind nog levend te voorschijn haalde, is het den volgendeti dag aan de bekomen brandwonden overleden. Meermalen had een weduwe te Bergschen- hoek opgemerkt, dat een harer koeien volstrekt geen melk gaf, totdat men eindelijk tot de ontdekking kwam, dat een varken, dat in het land liep, stond te zuigen aan den uier der koe. Dezer dagen had men in Middelburg een rat met den staart in een klem gevangen; het beest wist geen beter middel om zijn vrijheid weer te krijgen dan zijn staart door te knagen. De rattenvanger vond 's morgens alleen de staart in de Val, maar onze sluwe sinjeur was er van door Bij het doen van herstellen aan het dak der Oude Wale-kerk te Amsterdam, werden onlangs tusschen het eigenlijke dak en de houten bitinenbeschoeiïug eenige voorwer pen ontdekt, welke men daar niet zou gezocht hebben. Voor eerst eenige zeer oude kruiken, welke bij onderzoek bleken uit het begin der 15e eeuw afkomstig te zijn. Daar deze kerk in het jaar 1405 is gebouwd (destijds als kloosterkapel), blijkt hieruit, dat deze kruiken vermoedelijk reeds tijdens den bouw daarin zijn achtergebleven. In dezelfde engte werden voorts verscheiden schedels ontdekt. Hoe die in zulk een zonder linge bergplaats gekomen zijn, kan misschien gegist worden, doch zekerheid schijnt daaromtrent nog niet te bestaan. Het feit staat trouwens niet op zich zelf, want onder de daken der Oude- en der Nieuwe kerk heeft men ook wel schedels gevonden. Merkwaardig is het, dat in een der thans ontdekte schedels het opgedroogde lichaam van een rat werd gevonden, welke blijkbaar, nadat zij den schedel was ingekropen, geen kans meer zag om er weer uit te komen. Het lichaam van het dier is geheel gaaf, even wel is van de voorpooten en van den staart alleen het geraamte aanwezig. Dit laatste kan wellicht dienen tot bevesti ging van hetgeen meermalen van ratten wordt beweerd, namelijk dat zij bij volkomen gebrek aan ander voedsel haar eigen staart opeten. Deze rat is nog een stap verder gegaan en heeft haar voorpooten in hetzelfde lot doen deelen. In de zitting van de Provinciale Staten van Noordholland werd Donderdag geadviseerd tot het toestaan van al de gevraagde subsidiën, behalve die van de scherpschutters. Verder tot het verleenen van f 200.000 renteloos voorschot voor den spoorweg Alkmaar— Hoorn, tot tracte- mentsverhooginging van beamten en tot wijziging v«n het reglement van Bijnland en van eenige andere polders. De brievenbesteller B., aan de Lage "Vuursche onder Baarn had eene poos geleden eene revolver gekocht en dit voorwerp geladen in eene kast liggen. Woensdag 1.1. bekeek zijne vrouw het wapen, niet wetende wat g e v a a r 1 ij k voorwerp zij in de hand had. Het schot ging af en trof een meisje, dat daar gelogeerd was, zóó ernstig, dat men voor haar leven vreest. L. Voerman, ruim 30 jaren werk zaam op de sigarenfabriek van deu heer W. G. Boele Sr. te Kampen, ontving van zijn patroon bij die gelegenheid een fraai gouden remontoir met inscriptie. s Konings toestand. De Koning heeft eergister wederom een aauval van beroerte gehad, waardoor de spraak belemmerd en onge- accentueerd is. In den loop van den dag werd deze belemmering nu en dan opgeheven en scheen Z. M. een achttal personen, die hem omgeven, vermoedelijk ten gevolge van een tijdelijke congestie, te herkennen. De geestver mogens zijn echter geheel verstoord. De Staatscourant meldt De ziektetoestand van Z. M. den Koning is, sedert het laatste bericht, nagenoeg dezelfde gebleven, doch valt eer achteruitgang dan verbetering te bespeuren. H. M. de Koningin zal, naar het Vid. verneemt, in een op Dinsdag 18 November te houden plechtige vereenigde vergadering der Staten-Generaal den eed als Regentes afleggen, nadat vooraf de daartoe strekkende wet door de Staten-Generaal aangenomen zal zijn. Deze inlichtingen worden bevestigd door de gisteren in de vergadering der Afdeelingen van de Luxemburgsche Kamer door den Mi nister Eyschen gedaue mededeelingen. Volgens een telegram uit Luxemburg las de Minister daarbij ook een aan H. M. onze Koningin ge- richten brief en het daarop ontvangen antwoord voor, waarin H. M. verklaart in te stemmen met de voorgenomen instelling van het Regent schap in het Groothertogdom. „Och mijn bloedje," zeide te Mierlo zekere vrouw van Mtot haar 7-jarig kindje, dat gepasseerden Vrijdag doornit uit de school kwam, „trek je maar gauw uit, i k heb mik (wittebrood) gebakken en die zal ik u in 't bed aan de voetjes geven, dan zijn ze dadelijk warm, en alles is klaar." De bezorgde moeder voegt de daad bij 't woord en legt de pas gebakken mik bij den kleine in 't bed. Dit schijut hier de mode te worden, want ook in 't vorige jaar in den winter kregen de kinderen van den landbouwer C. D.omdat het volgens zijn vrouw „zoo bitter kaauw" (koud) was, allen een brood of mik, pas uit den oven gehaald, mee naar bed. Historisch Te Breda is Donderdag nacht een belang- rijke diefstal met inbraak gepleegd ten huize van den president der arr -rechtbank, mr. B. Hulshoff, in de nieuwe Ginnekenstraat. De dieven hebben zich door een op den tuin uit komend keukenraam toegang weten te verschaffen, zijn vervolgens door een ander raam, dat zij met zeep hadden uitgelicht, verder binnen gedrongen, hebben in den salon uit eene dames- schrijftafel het daarin liggende geld, p. m. f 100, genomen, en al de zilveren en gouden voorwerpen uit eene zilverkast, tot eeue aan zienlijke waarde, gestolen. Bij de ontdekking van den diefstal vond men de schrijftafel in den tuin liggen. Hoewel dadelijk een streng onder zoek is ingesteld, is men de dieven nog niet op het spoor. Donderdagnacht is mede diefstal met inbraak gepleegd in de R. K. kerk te Teteriugen bij Breda. De dieven schijnen door een raam binnengedrongen te zijn, hebben al de zil veren eti gouden kerksieraden geroofd en de offerbussen geledigd. Slechts de gouden kelk, welke zich in de sacristy bevond, is van alles overgebleven. Omtrent de poging tot moord, te Groningen gepleegd, meldt de N. Gron. Ct. In den nacht van Woensdag op Donderdag heeft hier ter stede eene misdaad plaats gehad, welke min of meer aan de gruweldaden van „Jack the Ripper" doet deuken, evenwel met dit onderscheid, dat hier de dader kort na het plegen van het feit door onze gemeentelijke politie werd gearresteerd. Eene meid van slechte reputatie A. M. P., die reeds langen tijd leefde met zekeren J. Z., eveneens iemand van slecht allooi, was dezen ontrouw geworden en had zich met een vroegeren minnaar in eene woning van een vriend in de Davidsteeg gevestigd. Bit kwam ter kennis van J. Z., zoomede van de vrouw, die in verboden omgang leeft met den man bij wien A. M. P. zich thans bevond. Zij besloten wraak voor dit ontrouw gedrag te nemen en begaven zich naar de woning, waar de trouweloozen zich bevonden. Op weg daarheen, toen inmiddels het gezelschap wederom met een paar lieden van dat gehalte was vermeerderd, moet de dader zich reeds hebben uitgelaten, dat hij, indien hij A. M. P. in gezelschap van een ander aantrof, hij zijn mes er zoude doorhalen en werkelijk heeft hij aan zijne vreeselijké bedreigiug gevolg gegeven. Toen zij althans bij gemelde woning waren aangekomen werd er door de ruiten gekeken, en nadat men de zeker heid had bekomen, dat A. M. P. zich met den minnaar van J. A. aldaar bevond, stormde eerst laatsgenoemde naar binnen, gevolgd door J. Z. die onder het uiten van vele vloeken zijné vroegere bijzit met een mes den buik opensneed ten gevolge waarvan de ingewanden uit eene gapende wonde kwamen te hangen en de darmen werden doorgesneden. Onder den uitroep: „O God Jan wat steek je mij daar" vloog de getroffene de straat op, doch viel eenige passen verder, kermende van pijn neder. tv,litie die de ge- P'Weldra verscheen nude p d*** wonde zoo spoedig ot.J door den arts vervoerde, alwaar z,j j ,ater naar Reijenga werdverbonde J J,.^bracht, *k£ nadat het" feit gepleegd wasweul jok de dader gearresteerd. Hij heeft, n J men, zijne misdaad beken» indraaien. - De Standaard komt op tegen de vaak geuitte meemn&.^ dit ministerie een antirevolutionnair Kabin „Dit is het geval niet," zegt het blad. „Een Antirevolutionnair Kabinet zou alleei dan kunnen optreden, zoo de Antirevolutionnaire partij over 51 stemmen in de lweede, enove 26 stemmen in de Eerste Kamer beschikte. „Ware dit het geval, dan ja, kon de eisch gesteld, dat zulk een Kabinet in onzen geest regeerde, en had de tegenpartij het recht onze partij te beoordeeleu naar wat dit Kabinet liet en deed. „Nu echter is dit volstrekt niet zoo. „In de Eerste Kamer zitten hoogstens twee Antirevolutionnairen, en in de Tweede Kamer bezetten we even een vierde van de zetels; en dat nog wel op verre na niet enkel door eigen kracht, maar voor een groot deel door anderen steun. „Hoe ter wereld zou dan nu, onder zulke verhoudingen, een Kabinet Antirevolutionnair regeeren kunnen P „We zeggen dit niet, alsof o.i. het Kabinet vooral in den eersten tijd niet veel beslister en krachtiger had behooren op te treden. Dit is steeds door ons op den voorgrond gesteld en zelf ondervindt het thans reeds van deze te slappe houding de naweeën. „Maar we eischen dat bij de beoordeeling van het Kabinet niet een verkeerde maatstaf worde aangelegd. En dit nu geschiedt onge twijfeld, als men het Antirevolutionnaire Program van Actie als zulk een maatstaf bezigt. „Redelijkerwijze kon van dit Kabinet niet anders en niet meer gevorderd, dan dat liet uitwerkte, wat op de programma's der Anti revolutionnaire en Roomsche Staatspartijen ge zamenlijk voorkwam, en voor zaken, waarin deze programma's niet homogeen waren een eigen keuze volgde. „Wel daarentegen gold het Program van Actie voor de Antirevolutionnaire Kamerleden. uRun plicht en roeping was het, om rusteloos op de verwezenlijking van dit programma aan te dringen, en door hun actie die verwezenlijking mogelijk te maken. „Dit had daarom niet tot oppositie tegen het Kabinet behoeven te leiden. Integendeel, het Kabinet kon men steunen, èn door voor zijn ontwerpen te stemmen, èn door het tegen de liberalen te verdedigen. „Maar waar het Kabinet niet Antirevolution nair kon zijn, had de Kamerclub te meer haar roeping moeten gevoelen, om het Antirevoluti onnaire vaandel hoog te houden, en zorg te dragen, dat ook door het parlementair debat onze beginselen steeds meer ingang vonden. „Dit nu is dusver niet geschied. „Al de taak ging op in het steunen van ons niet-specifiek Antirevolutionnair Kabinet. „Zoo wierd men in plaats van Anti-revolu- tionnair ministerieel. „Zal dit tot Juni 1891 zoo blijven Waarheid en schijn. Aanhoudend is meer dan luide uitgebazuind van anti-revolutionaire zijde „de voor deze partij gekoesterde liefde voor Vaderland en Vorst, en zij beweren in die liefde juist het motief te bezitten voor hun ergenis tegen de socialisten, omdat die lieden altijd bezig zijn te trachten het Koningschap omver te werken. Of al dat gebazuiu waarheid is en geen schijn, is nog onbewezen, maar het volgende, voorko mende in een te flaardingen verschijnend anti-revolutionair blad, geeft toch zeker dien aangaande te denken. In dat Blad „der geloovigeu" staat niets meer of minder te lezen dan het volgende s yomngs dood, die voor de deur staat, zal wellicht de aanleiding wezen, dat men van verschillende zijden storm zal loopen tegen het koningschap, want in niet weinigen van weer de ons land leeft de wensch, dat het maar tot een republiek mocht komen, zooals in dagen van Nederland's hoogsten bloei „Het zijn niet enkel socialisten, die'derepu- bliek begeeren, verre vandaar; er zijn geloo- vigen onder, flinke mannen, die een warm hart voor Oranje hebben, zoodat het hun volstrekt niet te doen is om het Oranjehuis te verschop pen, maar wel in eere te houden. Maar deze leden gaan van de overtuiging uit, dat het koningschap in de dagen 4 ^pwiUing na de afschudding van het Pransche juk ten on rechte is ingevoerd en in strijd is met traditie or.zes volks. Zij meenen, dat het beter ware geweest, mdien men de republiek lid hersteld met een prins uit het aan liet hoofd, onder den titel vin WSie of een ander passenden naaui en spreekt wel vanzelf, loopen zij met j?"0"1. het schap niet hoog". aet kotfl,^ J >e hulde aan Hem- dal- Van verschillende ziidJ y de heer Tindal nu blijken van ijL» °utva«gt het adres der heeren Pierson c. vorig nummer.) "le om De Amst. wijst er op dat ook part' r uit andere plaatsen door het zenden 1 lete® naamkaartje of het gezamenlijk teek^ eej een adres, hunne instemming aan jUen Tindal kunnen betuigen. Naar de Amst 1" zijn bij de heeren Holdert en Co. ee(1 r> formulieren voor dat doel verkriiirhanf te Naar aanleiding van het adres derT^' Pierson c. s., schrijft de Raagsche CouraT* „Het verheugt ons, dat eindelijk eens tiental mannen den moed hebben gehad lijk te doen wat duizenden in stilte of i'^?' sloten kring dedetf: de partij opnemen voor(| man, die niets anders eischte dau de waar] en de volle waarheid, voor deu nian f, heel het huichelende Nederland in constern t! bracht, doordat hij de zaken bij hun 4 durfde noemen. „Met leedwezen zien wij, dat het IIU. 't dezen open brief antwoordende, nog weer op? bijquaestie den toestand des konings - gooit. Maar dit zal nu wel voorbij drijven dan staat de eigenlijke Tindalquaestie weer voor ons, en krachtiger dan te voren." Naar aanleiding van een zaakrijk overzicht der Tindalbeweging, in de N. Apeliloornsche Cl gegeven door den heer B. (ruin) v,(atj R. (ozenburg) voegt de redactie daaraan nog toe „Toen wij in September van den heer Tindal den veel besproken brief ontvingen, gericht aap het „Nederlandsche Volk," konden wij een gevoel van schaamte niet onderdrukken. Waren wij geen vaderlanders, waren wij, al was 't dan ook in bescheiden kring, niet geroepen om voor te lichten, om te wijzen op schending van onze Grondwet? Wij wisten 't was trouwens vrij wel een publiek geheim hier ter plaatse uit een hetere bron dan waaruit Ret Vaderland dezer dagen put om die berichten tegen te spreien, dat de toestand van zijne Majesteit onzen geëer- biedigden koning in het begin van Augustus, misschien reeds eer, niet zonder gevaar was - en van dien aard dat het Z. M. on mogelijk was de regeeriugszaken waar te nemen, tenzij men onder het waarnemen van regeeringszaket verstaat het teekenen van eenige besluiten tegelijk zonder den inhoud te hebben kunnen nagaan en overdenken. Vandaar dat wij reeds hierop wezen in ons no. van den 26 Sept., waarin we melding maai ten van den brief aan het Nederlandsche volk We hebben van den beginne af het werken van den heer Tindal gadegeslagen, wij hebbes ons van de desbetreffende lectuur op de hoogte gehouden en achten thans de .tijd daar on onzen lezers een kort aper?u te geven vooral ook omdat een deel der groote pers zich met heeft ontzien de zaak scheef voor te stellen ei de geheele beweging in het belang van vaderland te doen voorkomen als te mjn MD personen-quaestie. Men heeft zich niet ontziel den heer Tindal van eigenwaan en repubh- keinsche aspiratiën te beschuldigen en hee zich daardoor van de zaak afgemaakt. "&1® we in Frankrijk, we zouden het optreden W de pers noemen „fin de Siècle." Gelukkig gevoelen wij nog iets voor ret en waarheid en vandaar ook, dat we ine' noegen het voorstel van den heer B. v. aannamen om de Tindalzaak in ons bespreken. Wij vreezen gelukkig niet voor de opi van enkelen, die't jammer vinden uit "un tige rust te worden opgeschrikt en die heer Tindal „lastig" en allen die OTer,f00[ schrijven vervelend vinden; wij schrijven Die^jer eene coterie, zooals ons dc lectuur in co" 0 groote bladen doet denken dat zij doe onze leuze is en wij vertrouwen dat de onder deu indruk daarvan ook het ^ezens.Tu Je artikel van B. v. R. zullen lezenn Waarheid boven alles lief." - blad te Verslag der vergadering van den R"0 gemeente ZIJPE, gehouden den 9 je beet Tegenwoordig 10 leden; afwezig K. A. Kaan. jjtmael Na voorlezing en goedkeuring e j^rig- zeer uitvoerige notulen, voor welker na ^iJe heid de voorzitter een gepast woor pUpt aan den secretaris bracht, werd al" ee Je een schrijven van de afdeeling '''JPe vereeniging „Volksonderwijs" voor.gC|:ng bare In dit schrijven betuigde de a u vr;;stelW ingenomenheid met de verkregen eI0eeot® tot heffing van schoolgeld in 1 eze TüjhardeI? en brengt zij hare hulde aan hc jje uit' streven van den gemeenteraad om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 2