Zondag, 21 December 1890. 34ste Jaargang. ITo. 2485. II. il ÏEIIIil. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEÏ, i;ian, D, 4. Gemeente Schagen, llekciHlmakiiigen, lationale Mi 1 i11 e. OPROEPING PATENTEN. Marktwezen te Schagen. WORDT VERVOLGD- SCHAGfiR Algeieei Nieiws- i COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.26i Iedere regel meer 5 ets Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Burgemeester en Wethouders van SCHA GEN, brengen ter algemeene kennis, dat de gewone weekmarkten, vallende op Don derdag 25 December a. s. en 1 Januari 18 91, zullen gehouden worden op Woensdag 24, en 31 Beccm- 1)0Ï* O* S» SCHAGEN, 5 December 1890, Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. tot de inschrijving voor het jaar 1891, volgens de wet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der wet op de Nationale Militie van 19 Augus tus 1861 (Staatsblad No. 72), herinneren bij deze de belanghebbende Ingezetenen, aan hunne ver plichting tot het doen van aangilte voor den dienst bij de Nationale Militie, mot verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 der wet, luidende Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op den eersten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: 1°, Hij, wiens vader, of, ia deze overleden, wiens moeder, Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM. 17. ZESDE HOOFDSTUK. Een verdachte vriendschap „In alle levensomstandigheden," betuigde doc tor Ilerrling, „kunt gij ten minste op mij rekenen. Ik sta elk oogenblik met alles, wat ik heb, en met raad en daad aan uwe zijde, zoodra gij mij mocht noodig hebben. Vrienden moeten altijd elkaar bijstaanik zou ook niet aarzelen, mi] tot u te wenden, wanneer bet omgekeerde geval mocht plaats hebben." „Welaan dan," zeide Alice, geheel en al inge nomen door tlerrling'8 vertrouwelijken toon en vriendschappelijke houding, „geeft mij dan nu raad! Wat moet ik doen?" Herrling buigt zich tot haar over en ziet haar vragend in de oogen. „Gij zijt juist niet gelukkig in uw huwelijk Alice bloost. „Hebt gij nooit eens aan eene scheiding ge dacht „Neen, ik heb nog niet daaraan gedacht!" roept zij driftig uit, als wildo zjj het zich zelve betwisten, dat deze gedachte in de lango uren der eenzaamheid wel eens bij haar is opgekomen. „En ik wil er ook niet aan denkon. Welke reden daartoe zou Hans mij ooit gegeven hebben „Ah, vergeef mij, ik kon niet vermoeden, dat de gedachte daaraan u zoo tegenstond. Ik meende dat daar, waar de band, die twee menschen aan elkander verbindt, zoo los geraakt is, geene groote zedelijko krachtsinspanning noodig is, om hem volkomen los te knoopen mnar ik zie, dat ik mij vergis, laten wij er dus niet meer over spreken „Neen, nimmer weder!" „Natuurlijk, nimmer weder! Ik vergat, dat gij ho\ ,vrüuy daarover geheel andeie inzichten moet tr, ,enan die werkelijk alleon uw ellendigen es and voor oogen had, in welken gij kunt gcra en. Wat zoudt gij bijvoorbeeld beginnen, nneer de basis van uwen tegenwooidigen vensstandaard werd weggenomen en Hans zich or een roekolooze daad uit de zaak redde, het of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van 28 Jnli 1850; (Staatsblad No. 44). 2°. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de lantste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januari van het jaar der inschrijving in Nederland ver blijf hield 3°. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits bij binnen bet ltijk verblijf houdt Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling be- hoorende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter iDS schrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouder der Gemeente, waar de inschrijving volgens Art. 16, moet geschieden. Art. 16. De inschrijving geschiedt: 1°. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont 2°. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hij woont 3°. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezenis achtergelaten, of wiens voogd buiten's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont 4°. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Ne derlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. '17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven 1°. De, in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2°. De, in een vreemd Kijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is Zijn voogd ingezeten Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden inge schreven, is verplicht zicli daartoe bij Burgemeester en Wet houders aan te geven, tusschen den lsten en den 31sten JANUARI Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden over leden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. Burgemeester en Weihouders voornoemd, bren gen tevens ter kennisso van de belanghebbenden dat tot de inschrijving gelegenheid zal bestaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zon aan u overlatende, de nesterijen en moeielijkheden uit den weg te ruimen?" „Ik begrijp u niet." „IJans is van jongs een man van onverwacht, onoverlegd handelen geweest, en dat ligt hem in het bloed, de Eisenrott's zijn tot aan Hans' vader, die er uitziet, rustig in zijn bed aan verval van krachten te zullen sterven, een plotselingen, onnatuurlijken dood gestorven." Herrling maakte eeno sprekende beweging naar de slapen, en de jonge vrouw hniverde. Het eigenaardige noodlot, hetwelk zich had ver vuld aan bijna al de voorvaderen van haren man, heeft haar, die als van spaansche afkomst licht geneigd is tot bijgeloof en bovennatuurlijke voorstellingen, altijd met geheime vrees vervuld. „God beware ons daarvoor Wanneer gij alleen gekomen zijt, om mij den dag te bederven door dergelijke treurige onthullingen en voorstellingen, dan hadt gij beter gedaan, met weg te blijven." Lieve mevrouw van Eisenrott, bet is somtijds toch noodzakelijk, de waarheid goed onder de oogen te zien. Ik zou evenwel toch nog gezwe gen hebben, wanneer ik niet tot de overtuiging ware gekomen, dat Hans u nog op een andere wijze zedelijk in het aangezicht slaat, cn dat heeft mij in mijn ziel vertoornd. Ik begrijp niet, hoe men zijne oogen tot andere vrouwen kan opslaan, wanneer men zelve ?ulk eene vrouw bezit; maar afgezien daarvan, houd ik het voor mijn plicht „Zwijg!" valt zij hem in de rede. „Dat is eene lastering, gij waart hem nooit goed gezind. Gij zoekt een voorwondsel, om hem in mijne oogen te vernederen. Beken, dat gij datgene, hetwelk gij zooeven to kennen.gaaft, niet bewijzen kunt, dat het slechts een uitvloeisel was vaD uwe vijandige gezindheidxjegens Hans Mot een medelijdende!.1, blik haalt hij de schouders op. „Neen," gaat zij heftig vP.ort, „Hans was nooit een pantoffelheld. Zijno\ lichtzinnigheid heeft altijd een andore richting gekozen, en zolls al had hij nu in eonige andere vriPuw een vluch tig welgevallen, dan zou hij toch i«og wel zooveel achting voor mij koesteren, de zal&k "iet aan 6 groote klok te hangen." „Misschien ben ik in de gelegenheid, u een bewijs to kunnen leveren." Herrling neemt uit zijn portefeuilllp eeu saam- dags, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den 16en December 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DEN IJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen; gelet op art. 265 dor Gemeentewet, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het door Heeren Gedeputeerde Staten op den lOen December j.1. goedgekeurde suppletoir kohier van deu hoofdelijken omslag dezer gemeente en dat voor de belasting op de honden, dienst 1890, gedurende vijf maanden ter Secretarie der ge meente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnon 3 maanden na den dag der uitreiking van het aanslagbiljet, bij don Raad op ongezegeld papier, worden ingebracht. Schagen, den 16cn December 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. JACHT. De Burgemeester der gemeente Schagen; Brengt ter kennis van belanghebbende, hot navolgende De Commissaris des Konings in Noord-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie van 26 November 1890, <no. 14; Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); tot regeling der Jacht en Visscherij Brengt ter kennis van belanghebbenden dat de sluiting der jacht op klein wild voor Noord-Ilolland. is bepaald op Woensdag 31 De cember 1890 met zonsondergang; en dat alzoo, op grond van het bepaalde bij gevouwen briefje en reikt haar dit over. Lees dit eens." Alice grijpt met sidderende handen het docu ment. Het bevat eenige weinige vluchtig daar- neder geschreven regels. „Dus het blijft bij onze afspraak. Gij ontmoet mij morgen avond bij Kroll in do middenloge der linker zijde. Ik draag een rood zijden domino. Wees stipt. Steeds uwe Casta v. z. „P. S. Verbeeld u, aan welk gevaar ik ont snapt ben 1 Bijna was mijn man ons gisteren op het spoor gekomen, want terwijl gij bij mij waart, zat hij, zonder dat ik 't wist, in een aan grenzende kamer en zat daar te schrijven. Hij had zijn wandelrit vroeger dan anders zijne gewoonte is, geëindigd. Gelukkig dempte de portières den klank onzer stemmen." Alice laat het briefje uit de hand vallen. „Van waar hebt gij dit „Hans was gisteren tegen den avond hij mij in het redactie-bureau en haalde in den loop van het gesprek verscheidene losse papieren en brie ven uit den zak. Toen hij later was vertrokken, lag dit briefje naast een rekening op de canapé, waarop hij gezeten had." „Maar er is geen adres en geen aanhef aan wezig. Wie zegt u dat deze regelen ook werkelijk aan mijn man geschreven werden P" „Wilt gij u heden avond zelve daarvan over tuigen „Gij meent, dat ik zelve dat gemaskerde bal zou bezoeken „Ja zeker 1" „Wat voor een lokaal is het „Nu, een dame, een werkelijke dame kan, ten zij in het strengste 'incognito, er heen gaan. Desniettegenstaande zoudt gij verbaasd zijn, daar een menigte bekende gezichten te zien, wanneer eens plotseling een ontmaskering werd bovolen. Gij moogt natuurlijk alleen onder mijne bescher ming er heen gaan, in een zeer gewoon zwart domino. Ik zou u tegen half tien kunnen afba- ien." Do jonge vrouw gaat eensklaps vlak voor hem staan en ziet hem doordringend, met vonkelende oogen aan. „Waarom doet gij dat eigenlijk alles Waarom zijt gij zoo ijverig, mij de oogen te openen omtrent de handelingen van mijnen man Gij zijt geen onbaatzuchtig mensch, die zonder eigen het eerste lid van artikel 27 der aangehaalde wet, het verkoopen, te koop uitstallen en het vervoeren van wild uiterlijk tot en met 14 Januari 1891, zal mogen plaats hebbon. En zal dit besluit in bet Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord-Iiolland worden aangeplakt. Haarlem, 29 November 1890. De Commissaris des Konings voornoemd, (Get.) SCHOKER. Scbagen, 16 December 1890. Do Burgemeester voornoomd, C. H. BEELS. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemoene kennis, dat de patenten, aangevraagd iD de maanden Augustes, September en October, 2e kwartaal, dienstjaar 1890/91 ter gemeente secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald vanaf Zaterdag deu 20ste tot en met Vrijdag den 26ste dezer des voormiddags van 9 tot 12 ure, de invallende Zon- en Feestdagen uitgezonderd. Schagen, den 19 December 1890. De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. Burgemeester en Wethouders van Schagen bren gen ter algemeene kennis dat de Raad dier gemeente, naar aanleiding van ingekomen klachten omtrent willekeurige toe wijzing, op de weekmarkten aldaar, aan bepaalde personen, van de sehappenhokken, welke geacht worden op het Marktveld de beste standplaats te te hebben, en mitsdien van bevoorrechting, in strijd met de bestaande voorscbrilten, van den eenen marktbezoeker boven den ander, in zijne vergadering van 3 December heeft bepaald lo. Over de schapenhokken zal, gedurende het voordeel alleen aan het welzijn van anderen denkt." „Nu dan, wanneer gij denkt, dat ik in mijn belang handel, dan laten wijde zaak verder ruston. Beschouw het, als had ik niets gezegd. Wij spreken ook niet meer van het gemaskord bal. Alles, gelijk gij wilt." „Neen. Gij zijt in hetgeeD gij mij gezegd hebt, te ver gegaan, dan dat ik mij zoo zonder meer zou kunnen laten afschepen. Ik wil zekerheid hebben. Wat voor beweegredenen u ook al mogen aangespoord hebben, ik verlang nu van u, dat gij mij in de gelegenheid stelt, helder te zien." „Mijn God, had ik ook maar kunnen vermoe den, dat gij Hans nog altijd lief hadt." „Noen!" viel zij hem koel en bits in de rede. „Ik heb hem niet lief, heb hem nooit lief gehad in de ware beteekenis van het woord; ons huwelijk was een misgreep; maar ik verlang van hem do achting en hulde, welke ik tot nu zelve aan zijn naam heb bewezen. Het is genoeg, dat Hans al het mogelijke doet, mij aan den bedel staf to brengen, dat hij geen gevoel heeft voor het belecdigende van de plaats, welke ik in zijn kring inneem; ik wil niet ook nog een openlij ken slag in het aangezicht kalm verdragen." „Ik herbaal het u: mijne dieDSten staan ten uwer beschikking." „Wacht hier een oogenblik op mij. Ik ga mij verkletden, en gij kunt mij dan vergezellen. Ik ga een domino en een masker bestellen. Gij zult mij een adres opgeven, waar ik die kan krijgen." Herrling blijft alleen in de kamer, en een lachje van tevredenheid zetelt op zijn gelaat. Op en neder wandelende, staat bij voor de schrijitafel stil en doorsnuffelt de verschillende stukken. Evenals te voren Alice het deed, neemt hij nu ook Lindmar's brief en de daarbij liggende papieren op, maar voor hem hebben die blijkbaar grootere waarde dan voor de jonge vrouw, want zijne oogen vergrooten zich, de neusvleu gels geraken in em sidderende beweging. Daarna baalt bij zijne portefeuille te voorschijn eD neemt haastig Benige uitgebreide aanteekeningen uit deze voor hem hoogst gewichtige stokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1