Mwritie- k Lllllf
d
Zondag, 11 Januari 1891.
35ste Jaargang. No. 2471.
DlfaiMMUtó.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGKN, Laan, D, 4.
Dit bl»d verschijnt tw»oma»l per week: W o e n d g - Etter-
d &K avond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÈN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger.
Prijs per jasr f S.Franco per post 8.60.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f0.25; iedere regel meer 5 ets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente 8 c h a g e n
IS e k v 11 <1 in a k i ii gr c 11.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
noodigen bij deze belanghebbenden, die over den
jare 1890 van de gemeente iets te vorderen
hebben, uit, hunne rekeningen vóór of op den
lste Februari a. 8. ter plaatselijke Secretarie in
te leveren.
Schagen, den 6en Januari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders dor gemeente
Schagen doen te weten
Dat door den Raad dier gemeente in zijne
vergadering van don 30sten September 1890, is
genomen het volgende besluit:
De Raad der gemeente Schagen
Overwegende dat de wenschelijkheid is geble
ken eener aanvulling van artikel 4 der veror
dening tot heffing eener plaatselijk belasting op bet
houden van danspartijen in die gemeente, vastge
steld in zijne openbare vergadering van den
Zestienden November Achttienhonderdzevenen
tachtig goedgekeurd bij Koninklijk Besluit No 21
van den Deriienden December daaraanvolgende
Heeft besloten
I. Artikel 4 der verordening bovenvermeld zal
voortain luiden als volgt:
De belasting zal niet verschuldigd zijn
Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM.
23.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Y err as wende mededeel int/en.
„Uw secondant?" vroeg Wesberg verbaasd.
„Ja, Lemmburg beeft mij beleedigd. De gewone
wet der eer vordert het, dat ik met hem duelleer."
Wesberg's gelaat werd nog bleeker.
„Om Godswil, doe dat niet!"
„Beste jongen," antwoordt Hsns lakonisch,
„van een andeten uitweg is hier geen sprake."
„En ik, juist ik moet uw secondant zijn?"
„Gij zult mij toch dezen vriendschapsdienst
niet weigeren
„Gij weet niet, wat gij van mjj verlangt
„Haar ik bid u, wat is daar dan voor onge
hoords aan Zooveel ik w< et, zijt gij geen tegen
stander van het duel, want ik was er bij, toen
gij in Amerika een bcleediging, welke u werd
aangedaan, met bloed bebt gtwroken. Wij staan
vriendschappelijk elkander het naast; wat is er
natuurlijker, dan dat ik mjj tot u wend r"
Wesberg strijkt met de hand over het voor
hoofd. Hij herinnert zich, dat het in de slapelooze
nachten hem telkens weder in de gedachten
kwam, dat het leven van dezen man de etnige
hinderpaal was, welke tusschen hem en het
hartstochtelijk verlangen van zijn hart stond,
dat hij zelfs nog weinige dagen geleden tot zijne
geliefde gezegd heeft
„Alleen zijn dood kan de scheidsmuur tusschen
ons uit den weg ruimen." En telkens heeit de
voorstelling, hoe het dan zou zijn, zich van hem
mees.er gemaakt, tot hij ten laatste met een
soort ziekelijke gejaagdheid elke samenvoeging
van denkbeelden schuwde, die tot pijDlijke
gedachten kan lijden. Hij denkt er aan, dat men
bem verteld heelt, dat de leden der laroilie
Fisenroti bijna allen een geweldigen, plotselinge»
dood zijn gestorven. Toenmaals was hij geneigd
geweest, hartelijk te lachen over het bijgeloof,
hetwelk in een toeval een noodlottige praedesti-
natie zag; maar in dit oogenblik krijgt die
overtuiging ook over hem maebt en laat het
bijna zekerheid toeschijnen, dat Hans, ingeval
bet duel werkelijk moet plaats hebben, daarin
ook zal vallen. Het is te vergeefs, dat hij zich
zeiven voor! oudt, hoa dikwijls hij reeds aanlei
ding had gehad, in oogenblikken van volslag* n
radeloosheid zich zei ven het leven te ben men;
maar de duivelsche zekerheid, dat hij d.tm.ial
door het noodlot achterba.ld kon worden, is
sterker dan zijn versland. En hij, Wesberg, zou
dan de winnende partij zijn. Het was dus zyn
1. Wanneor bij gelegenheid der algemcene
Kermis of van andere feestelijkheden in die ge
meente door don Burgemeester algemeene
vergunning tot het geven of ondernemen van
danspartijen wordt verleend;
2. Door de ondernemers van danspartijen op
de gehuchten in de gemeente tijdens de aldaar
jaarlijks gehouden wordende afzonderlijke ker
missen
3. Wanneer in de bij artikel 1 bedoelde
localen enz.door particulieren besloten dans
partijen aan bijzondere genoodigden worden
gegeven
4. Wanneer na afloop van uitvoeringen,
gegeven door binnen deze gemeente gevestigde
en algemeen erkende gezelschappen, alsmede door
tooneel- en dergelijke gezelschappen, dit laatste
ter beoordeeling van Burgemeester en Wethou
ders, gelegenheid tot dansen wordt gegeven in
dezelfde localen, aan hen die voornoemde uitvoe
ringen hebben bijgewoond.
II. De verordening op de invordering der
belasting mede vastgesteld in de openbare ver-
gadoring vau den zestienden November 1887
blijft op het aldus aangevuld artikel van toepas
sing.
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk
besl it van den 11 December 1890 No 13.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behooit, den 6ea Januari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. 11. BEELS. Burgemeester
DENIJS, Secretaris.
plicht, alles to beproeven, eene verzoening te
bewerken. Woe hem, wanneer hij daaiin nalatig
was, wanneer hij zicb zeiven zou moeten be
schuldigen, dat z'ju geheime wenschen op zijn
handelingen invloed gehad en hem verhinderd
hadden, alles in het werk te stellen, om de
verzoening mogelijk te maken. Neen, hij wil zijn
geluk niet koopen ten koste der achting voor
zich zeiven. Hij wil geen vrouw, die op den
dood van haren man wacht, om zich in zijne
armen te werpen.
„Nu?" roept Hans ongeduldig uit.
„Gij laat mij een weinig lang op eeu antwoord
wachten."
„Ik ben natuurlijk tot uw dienst. Maar gij
zult mij moeten toestaan, dut ik alles doe, wat
in mjjn macht is, om don twist bij te leggen."
„Doe, wat gij niet laten kunt, maar ik sta op
het duel."
„Ik ben er van overtuigd, dat het in den grond
der zaak om een nietigheid is. Is het nu wel
der moeite waard, zijn leven daarvoor in de
waagschaal to stellen? Wanneer gjj nu valt?"
„Ah bah, ik geloof niet aan het oude-vrouwen-
sprookje in mjjue familie. Mjjn goed gesternte
zal mij niet in den steek laten, en al geschiedt dat,
dan is zulks geen roden, om mjj terug te
houden."
„Wilt gii mij nn eindelijk eens zeggen, waar
over de kwestie loopt?"
Hans verhaalt in korte woorden, hetgeen
hem is wedervaren.
'k geloof wel, dat ik u de sleutel tot dit
raadsel kan geven," zegt Wesberg. „Mijnheer
van Heglin waa ongeveer een paar uur geleden
bij mjj en vroeg mij, in welke betrekking gij tot
mij stondt."
„Eu gij zeidet hem
„Ik had geen aanleiding, voor hem geheim te
houden, dat wij bijna alLen zakelijk met elkaar
omgang hebben."
„Dat is waarachtig niet mijn schuld alken!"
roept Hans met warme hartelijkheid uit. „Ik
koester de oprechtste vriendschap voor u, en
wanneer gij niet stelselmatig mijn huis had
vermeden, dan zou onze verhouding nooit ver
zwakt zijn. Dus, gij zeid< t Heglin, dat wij in
zakelijken omgang tot elkander stonden? Ver
nam hij, van welken aard die was
„Natuurlijk, daar hjj op den man af daarnaar
vroeg. Ik ben niet gewoon te liegen of in zaken
geheimen op na te houden. Ik zie niets vernede
rends of oneerlijks in het feit, dat gij mede-eige
naar van ons blad zijt, daar uwe overtuiging,
gelijk gij tegenover mij u vroeger dikwijls hebt
uitgelat) n, insgelijks liberaal is.
Hans slaat den blik neder en bijt op zijn
snor.
„Dus dat was het.' Ik kan mij voorstellen,
Bmnenlandsch Nieuws,
Schagen, 10 Jan. 1891.
Hedennacht ten 1 ore ongeveer, brak op
Tolke brand uit bij den heer D. Dekker.
Ofschoon de brand weer onmiddellijk bij het bekend
worden uitrukte, was Lij aankomst der eerste
spuit aan bewaren van het perceel niet meer te
denken. De zeer lange weg werd door de brand
weer, mede dank zij het sterke ijs, in den kortst
mogelijken tijd afgelegd, en den enkelen man
schappen bijna niemand der spuitplichtigen
scheen door het geklep der klok noch door het
geroep der brnndroepers tot ontwaken te kunnen
komen, komt daarom een woord van waardee-
riug toe, dat zij zoo getrouw en vlug op post
waren. Niet minder erkenning aan de heeren
Commandeurs de hhr.: P. Dekker en J. Buis, die
de voorloopige leiding met succes uitvoerden,
en verder zeer gewaardeerde hujp verleenden. Te
vier ure was het gevaar voor de omliggende
perceelen geweken en werd brandpiquet belegd.
De heer Dekker en gezin, die door het ge
knetter van het vuur in den schoorsteen uit hun
slaap ontwaakten, konden zich nog bij tijds redden.
Naar wij vernemen was de inboedel matig
verzekerd.
X 1" den nacht van Dinsdag op Woensdag
is te-Callantsoog een burgerhuis, bewoond
dat deze mededocling als een dondersl g in den
arristocratio kring is gevallen. Zeer aangenaam,
inderdaad! Ondermijnt mijne positie Ik wilde
wel, dat zij het nooit vernomen hadden."
„Hadt gij dan uwe politieke richting voor
do heeren gohcira gehouden
„Hm, weet gij, lieve vriend, men kan niet
altijd, gelijk men wilIk was op hot punt, in
de wereld, in welke ik vroeger geleefd heb,
mijne positie vau vroeger te heroveren,en om do
mcnschcn niet met het zweren bij eene overtui
ging voor het hoofd te stooten, dat voor mij
onmiddelijk alle deuren gesloten zou hebben. Ik
bezit nu evenwel niet uwe benijdenswaardige
onafhankelijkheid, en in den grond bekommer
ik mij vooral om de politiek. Enfin, gedane zaken
nem< n geen keer. Ik verzoek u dus, moigen
vrotg om elf uur naar graal Lemmburg, König-
gratzirstrasse No. te gaan en met hem tijd
en plaats af te spreken. De keuze der wapens
blijft r.an hem overgelaton, maar ik verondorstel,
dat hij pistolen zal kiezen."
„En liet artikel is het nummer van heden?
Machtigt gij mij in betrekking daartoe tot
egnige opheldering
„Ik geef ti mijn wooid van eer, dat ik er
volkomen vreerad aan ben."
„Het is goed."
„De beide beeren schudden elkander de hand.
„Hoe koud is uwe band!" merkt Hans goed
moedig op. „Ik geloof, dat de zaak, u neg meer
veroutrust dan mij. Goeden nachtIk wacht u
morgen tegen den middag."
„Gaat gij nu naar huis
„Neen, nog niet; ik ben nog te opgewonden
over de ondergaue ergernis. Mhschien ontmoet
ik hier of daar nog wel een paar bekenuoD."
Hij heeft oorspronkelijk het plan gehad, de
openlijke mieni- g te trotseeren en naar de club
terug te keeren, maar als bij door de Leipziger-
straat gaat en dan een stille zijstraat inslaat,
woidt zijn aandacht getrokken door do mat
verlichte glazen eener restauratie, die eigenlijk
door zijns gelijken, de aristocraten en sportman
nen, niet dagelijks, maar zoo nu en dan bezocht
wordt, omdat daar gezellige, stille achterzalen
zijn, in welke men ongehinderd kan spelen;
boverdien wordt daar een wereldberoemd bier
geschonken.
Hans is in dit lokaal bekend, in hetwelk
hoofdzakelijk handelaren, artsen, advokaten en
journalisten verschijnen. De opper-kellner komt
hem met een zekere gedienstigheid tegemoet, als
hij het hoofd door de deur steekt.
„Is er iemand achter
„Ja wel, mijnheer de baron. Doctor Herrling,
de bankier Meiders en eenige anderen, die de
baron kent."
Hans begeeft zich naar de kleine, hem wei
door de Wed. Cornl. Sluis, met nog eene daar
bij staande hooiklarap, door brand vernield.
Niets heeft inen kunnen redden dan 1 koe de
overige 2 koeien met nog een kalf, zijn mede
verbrand.
Naar men zegt was niets verzekerd.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Den 4eu Januari j.1. is te Oudkarspol
bij de aldaar gehoudene hardrijderij op schaat
sen de prijs, bestaande in f 7.50, gewonnen door
C. Zut te Zuidscharwoude, de lste Premie ad
f5 door A. Rooker te Oudkarspel, de 2de
premie ad f 3 door S. Mertes te Heerhugo-
waard, en 3de Premie ad f 2 door R. Bergen
te Zuidscharwoude.
De nieuwjaars collecte te
Warmenhuizen gehouden, bracht t 245.
op; daarbij werd eene toelage uit de gemeente
kas gevoegd, waardoor eene som van f 376.
over 80 gezinnen verdeeld, kon worden en uitge
reikt in sommen van 27 gld.
Men meldt vau Texel, 7 Januari
De twee postvletten die nu tusschen hier en
Helder in dienst zijn, komen dag aan dag
overladen met postpaketten aan. Alles wat voor
Vlieland en Terschelling bestemdt is meet over
dit eiland worden vervoerd. Beide postvletten
werden heden door het ijs ingesloten en
bekende, antiek gcmoubeldc zaal, waar hjj een
aantal heeren bijeen ziet, die zijn binnentreden
met vreugde begroeten.
Na de koele ontvangst, welke hem heden avond
overal ten duel viel, doet deze cordiale vriende
lijkheid hem aangenaam aan. Hij heeft te lang
in Amerika in gemengd gezelschap geleefd, dat
de aristocratische ingetogenheid van het laatste
jaar hem van harte afging, In den grond gevoelt
hij zich in een koffiehuis van don derden rang,
waar goed bior en eon vroolijk gezelschap is,
even goed thuis als in het casino.
De heeren zitten aan bet baccarat, en hij
nooint aan de tafel plaats en slaat hot spel gade.
„Met u heb ik nog een appeltje te schillen!"
roept hij Herrling toe. „Wat is dat voor een
ellendig artikel in het nummer van heden van
uw blad?"
„Zijt gij daarover niet tevreden
„Tevreden Ik heb deswegens de grootste
onaangenaamheden gehad. Men verbeeflt zich,
dat ik op eenigerlei wijze daarbij betrokken bon,
en ik kan er toch op zweren, dat ik met u geen
enkel woord over do bewuste zaak gewisseld
heb. Hoe kwaamt gij aan die aanteekeningen
„Redactie-geheim!" zegt Herrling lachende.
„Wanneer gij overigens over mij bebt te
klagen, kom dan mede, ik geef u in het spel
revanche."
.Neen, ik geloof, dat ik een ongelukkige
hand heb. Het is beter, dat ik de vingers er af
houd."
„Wat, gij zult toch niet bjjgeloovig zijn Ik
geloof waarlijk, dat gij zenuwen hebt en tegen
de kleine inspanning opziet."
„Vreezen is geen woord, dat op mij van toe
passing is, maar ik verkeer niet in een goede
stemming."
„Gehik gij wilt, Ik zou u anders gaarne revanche
geven voor uw groot verlies van onlangs; maar
het is misschien beter, dat gij u niet aan nieuwe
vorliezeo blootstelt."
Hans ergert zich. De verwaande houding van
den doctor prikkel htm, en hij roupt met
gemaakte onverschilligheid „Nu, mijnentwege.
Wanneer de heeren het toestaan, dan houd ik
de bank."
„Bravo!" zegt Herrling. „Ik zal mij er over
verheugen, wanneer ik heden da:g-ne aan u
verlies, hetwelk ik laatst van u won. Ik heb mg
daarvan werkelijk een gewetenszaak gemaakt."
„Wat meent gij daar eigenlijk mede?" ant
woordt de/e hoogmoedig, terwijl hij de kaarten
schudt. „Denkt gtj, dat ik reeds op mijn laatste
gras loop, dat ik niet meer in staat ben. een
paar ellendige duizend gulden te verliezen
„Maar ik bid u! Ik heb daarmede volstrekt
niets bedoeld," zegt Herrling sussend.
V1URDT VERVOLGD-