Aliciecn Nidows- BÉ- L Donderdag, 22 Januari 1891. 35ste Jaargang. ITo. 2474. li 1 ft i M M U I. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEK, Laan, B, 4. HORDT VERVOLGD. CHAG COURANT hl. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- ét Zater- d tgavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- TiNTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post 8.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIlbN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer 5 ets Groots letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Behagen. Bekeiulmakin ge n. POLITIE. Vermist sedert Donderdag jl., uit een stuk Weiland aan de Dorpen alhier, een overhouder, (Ram,) ongemerkt. Inlichtingen worden verzocht ter gemeente secretarie alhier. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestnur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente dat het kohier der Grondbelasting op de gebouwde en onge bouwde eigendommen over bet dienstjaar 1891, op den 16 dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Proviucie Nooid-Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnon deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van z;jnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatig heid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 20 Januari 1891. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, C. H. BEELS. Roman van A. VON KLINCKOWSTRöM 26. NEGENDE HOOFDSTUK. Op het Itedactie-bureau. „Ben ik dan een man, die absoluut mot in aanmerking kan komen vraagt doctor Herrling op het zien van Alice's niet zeer verterende ver- bizing. „Uwe teleurgestelde verbazing zou zulks doen vermoeden; maar ik begrijp niet, dat gij niet reeds lang gevoeld hebt, hoe hartstochtelijk ik u vereer. In bet oogenblik, dat gij u scheidt van Eisenrott, staan mijn naam, mijn vermogen, mijn positie ter uwer beschikking. Schat de liefde van een man, als ik, niet te gering. Gij zijt zonder vrienden en bescherming geweestmaar ik wil u daarvoor schadeloos stellen. Gij hebt in d-n kring, in welken uw echtgenoot u plaatste, nooit vasten voet kunnen krijgen. Gij zult in m|jn kring als eene koningin geëerd en gevierd worden. De familie Eisenrott heeft u met beleedigingen overladen. Gij zult mijne familie alleen zijn, ik ik zal niemand hebben buiten u. Gij hebt in uwe liolde schipbreuk geleden de mijne is niet zoo angstvallig en in hare verwaande nauw gezetheid zelfzuchtig als het zwakke gevoel, tot hetwelk Wesberg slechts in staat is. Ik zal uwe gonegenheid veroveren, want ik bezit eenkiach- tigen wil." Wanneer hij eene pijnlijke wond met gloeien- den tang bad aangeraakt, zou zij niet meer ineengekrompen z|jn, dan nu bij het noemen van Wesberg's naam. Was dan deze man alwetend, dat hij kennis droeg van betgeen er tnsschen haar en gene was voorgevallen Goed dan, Wesberg mocht zien, waarheen bij haar gebracht heeft. Een groote onverschilligheid jegens zich zelve en haar lot, jegens alles in de wereld is in dit oogenblik het heerschende gevoel in hare ziel. „Gij antwoordt mij niet roept Herrling ge jaagd en met nadruk uit „Staat mijne persoon lijkheid a dan zoo tegen „Tegen? Mijn God, neen, dat niet!" Het vluchtig gevoel van antipathie, hetwelk haar nog eenige minuten geleden beheerschto, is voorbij gegaan, de dofle onverschilligheid doet ook baar invloed op HerrÜDg gelden. „Ik verlang ook niet, dat gij mjj nu dadelijk antwoord geelt. Misschien was ik te voorbarig, ik heb u doen ontstellen. Ik bid u, tracht het te v. rgeien zie in m|j alleen een vriend. Als zulk een raad ik n, nu dadelijk naar uw notaris to rijden." „ik ken er geen." „Nu dan naar deo mijne, wiens adres ik u geven zal, om met hem te beraadslagen over de eerste stappen, welke aan de echtscheiding vooraf Binnenlandsch Nieuws. Tot predikant bij de doopsgezinde ge meente te Barsingerhorn c. a. is met nagenoeg algemeene stemmen der leden, beroe pen, de heer P. Zondervanpredikant te Itens in Friesland. J. 1. Zondag namiddag deed de beer D. Kossen zijne intrede bij de doopsgezinde gemeente te Helder, met eene redevoering naar aanleiding van Jeremia I, vrs. 6 tot 10. Den 17 werd te Kolhorn eene hard rijderij op schaatsen gehouden van jongens en mannen, beiden ten behoeve van behoeftige gezinnen. Aan iederen deelnemer werd een bon uitgereikt voor 5 brooden. De prijswinners ontvingen bovendien 5 pond spek, de premiewinners 2£ pond. De hardrijderij ging ditmaal niet uit vau de aldaar hestaande IJsclub; bet plan daartoe werd in den avond van den 16 door eenige iugezetenen opgevat en den volgenden dag uitgevoerd. De voormalige redacteur van Recht voor Allen, de heer C. Croll, is als Kamer-verslag- gever van De Amsterdammer opgetreden. moeten gaan. Aanleiding tot een aanklacht geeft de ongeschiktheid van uw man, u te onderhouden, en de verkwisting van uw vermogen." „Hoe moet ik dat bew|jzen Ik kan dienaan gaande niets naders aanvoeren." „Laat het aan mij over, de bewijzen bij te brengen. Dat is voor m|j slechts eene kleinigheid. Ik zou n nu reeds met positieve zekerheid feiten kunnen noemen, maar ik wil u niet noodeloos verontrusten. Wachten wij daarmede, tot van mijne bewijsvoering gebruikt gemaakt wordt." „En wat wordt er in dien tijd van mij P De familie van mijn man, die mij nooit welgezind was, beschouwt mij natuurlijk als een uitgeban- nene, sedert het oogenblik, in hetwelk ik de scheiding aanvraag." „Met bet oogenblik, in hetwelk de eerste schrede geschiedt, met welke gij u losmaakt van uwe tegenwoordige bandon, maak ik aanspraak op het rechtu te beschermen, voor u te mogen zorgen. Gij zult volstrekte zekerheid hebben; ik geef mij geheel in uw macht, doordat ik nog heden, al8 gij het goed vindt, een deel van mijn ver mogen ter vrije beschikking op uw naam schr|jf." „Ben ik eene slavin, die gekocht wordt valt zij hem verontrust in de rede. „Zoo gezonken ben ik dan toch nog niet, dat ik ook maar een cent van u zou aannemen. Er moet een andere uitweg gevonden worden." „Waarom wilt g|j de zaak zoo opvatten vroeg hij op een toon van zacht verw|jt. „Meent gij dan, dat ik u daardoor wil binden en zedel|jk dwingen Geen zweem daarvanHet is eene geruststelling voor mij zeiven, wanneer gij mij toeslaat, u voor alle gebeurlijkheden in veiligheid te brengen. Als vriend verzoek ik u, mij zulks tce te staan Ik ben vrijgezel, heb voor niemand te zorgen en ben om zoo te zeggen welgesteld. Is het dan een misdaad, wanneer ik met een klein deel van mijn kapitaal de toekomst van mijn lieve vriendin en naar ik hoop, toekomstige echtgenoote, tracht to verzekeren Ik herhaal het nogmaals, gij zijt daardoor niet in het minst gebonden. Hebt gij er geen behoefte aan, en doet zich voor u een andere uitweg op, welke u aannemelijker toescb|jnt dan m|jne band, dan geeft g|j het mjj later weer terug. Hebt gij het wel noodig, des te beter, dan ben ik u tochten minste op eenige wijze nuttig geweest." „Neen zegt zjj en staat schielijk op. „Geen woord meer daarover! Liever wil ik werken en zelve mijn brood verdienen." Hij werpt een medelijdenden blik op de witte, tengere handen, die zoo Diets afweten van arbeid eu er ook het allerminst geschikt toe schijnen, en die slanke vingers aan zijne lippen brengende, vraagt hjj „Gelooft gij dan niet, dat gij geen beteren vriend bezit dan mg „Dat beteekent niet veel, want behalve u heb ik er ook geen meer. Gij hebt m|j overigens het adres van uw notaris nog niet gegeven." Dr. P. H. Ritter, predikant bij de Reroonstrantsche gemeente te Utrecht, is be- n o e m d tot hoofdredacteur van het Nieuws van den Dagin plaats van wijlen den heer H. de Veer. Te Goedereede wist een tweejarig kind eene flesch met petroleum machtig te worden; het dronk er van, met het nood lottig gevolg, dat het kort daarna overleed. Men meldtuit Utrecht aan het Rott. Nbld. De echtelieden R.wonenende in de Dam straat, alhier, lijn met hun gezin Dinsdagnacht aan een groot gevaar ontsnapt. Omstreeks middernacht werd nl. de man plotseling uit zijn eersten slaap opgeschrikt door het angstig geschrei van een nog jeugdig kindje, dat in eene wieg lag, welke in de huiskamer was geplaatst. Nauwelijks de oogen echter geopend hebbende, bemerkte hij, dat de gansche alkoof met een verstikkendeii rook was gevuld, die hem bijna belette adem te halen, terwijl tevens een sterke brandlucht door hem werd waargenomen. Na zijne vrouw te hebben gewekt, was natuurlijk beider eerste gedachte het kind, en eerst nadat dit in veiligheid was gebracht, „Hier is zijn kaartje en hier het mijne. Sta mij toe, dat ik voor u hier een paar wogfden op schrijf, dio u bij hem moeten inleiden Gij zult in hem een zeer ervaren, gewillig man vin den. Vertrouw hem dus onvoorwaardelijk. Wilt gij nu reeds dadelijk tot hem rijden „Ja, ik houd er niet van, zaken, die eenmaal besloten zijn, uit te stellen." „Good zooEn hoe denkt gij u te grdragen tegenover Hans „Het is m|jn plan, hem onmiddellijk in kennis te stellen met mijn besluit. Geheimen kan ik er nu eenmaal niet op nahouden. „Misschien is het beter, dat hij nog niets ver noemt van ons tegenwoordig onderhoud. Open baarheid is wel een zeer fraaie zaak, maar somtjjds toch niet op haar plaats." Een verachtend lachje glijdt over baar gelaat. „Wees onbevreesd, ik zal u niet in de zaak betrekken 1" „Maar ik bid u! Hoe kan het u nu in de ge dachte komen, dat ik bang zou zijn? Wanneer ik u verzoek over ons onderhoud te zwijgen, dan geschiedt zulks alleen in uw eigen belang." „Ik dank u „Wilt gij mij den uitslag van uw onderhoud met mijn notaris mededeelen P" „Zeker." Doctor Herrling doet zijne schoone gast uit geleide en keert daarna met een vergenoegd lachje in zijn kamer terug. H|j sluit de brandkast op en neemt daaruit een pak papieren, welker aanschouwing zijn goed humeur nog sch|jnt te verhoogen, want h|j neuriët een opgewekte melodie, terwijl bij eenige aanteekeningen in zijn boekje maakt, eenige stukken op zij legt en in zijn borstzak steekt. Alice heeft intusschen bij den notaris een warm uur doorgebracht. De ervaren jurist, wiens specialiteit ecbtscbeidingszaken is, onderwerpt haar aan een kruisvuur van pijnlijke vrageu, welke haar meer dan eens het bloed naar het gelaat jagen. Zij heeft niet de minste ervaring in deze dingen, en antwoordt wjjfelend en bevreesd; de rechtsgeleerde moet haar de inlich tingen, welke zij hem moet verstrekktn, een voor een ontwringen en meermalen onderdrukt hij een lachje om de naïve opmerkingen, welke z|j af en toe maakt. Eindel|jk geeft b|j haar de ver zekering, dat haar zaak niet zoo boel moeieljjk is en bij baar wel na verloop van enkele maan den met hare vrjjbeid zal kunnen geluk weDschen. Daarmede keert z|j naar huis terug, besloten, dadelijk met HaDS een onderhoud te hebbeu. Doch men deelt haar mede, dat mijuheer Wesberg er geweest en met mijnheer den baron heen ge gaan isde baron zou ook niet thuis komen dineeren. Het kwelt haar, gedurende het middagmaal bloot te staan aan do nieuwsgierige blikken van bet dienstpersoneel en z|j laat daarom op haar kleedkamer door bare kamenier het eten opdie- werd naar den brand een onderzoek ingesteld. Wat dezen betreft, bleek spoedig, dat hij ontstaan was in een met oude kleeding en lappen gevulde kist, die nabij de kachel stond zoomede dat hij nog gelukkig intijds was ontdekt, daar weinige oogenblikken later het vuur zich ongetwijfeld aan het overige huis raad zoude hebben medegedeeld en de gevolgen vooral met het oog op het kind, alsdan niet waren te overzien geweest, Het geschrei van een jong kind, ofschoon vaak zoo hinderlijk, heeft toch in dit geval een geheel gezin voor veel onheil en verdriet bewaard. Ook de gist- en oliefabrieken te Delft ondervinden in geen geringe mate last van de verwarring, welke tegenwoordig op onze spoorwegen heerscht. In de vorige week waren 40, zegge veertig wagens kolen, meer dan 14 dagen geleden af gezonden, zoek geraakt, 25 wagens werden ten slotte te Hilversum gevonden. Acht wagens zijn nu al sedert 14 dagen onderweg van Deltt naarRotterdam. Van een wagen is sedert 22 December het spoor verloren. Acht wagens rogge moesten vijf dagen te Delft blijven staan, omdat de adressen verloren waren. nen en zit daarna, met het hoofd op de hand geleund, in diep gepeins verzonken b|j het haardvuur. Zij is afgemat en droefgeestig. Hare toekomst is voor haar volslagen duister, en bezit geen enkel lichtpunt. Wauneer men haar in dit oogenblik gezegd had: „Beneem u het leven!" zij zou bet even werktuigelijk gedaan hebben, gelijk al bare handelingen op dezen dag werk tuigelijk geschiedden. Als de schemering valt, brengt het meisje de lamp en deelt te gelijk mede, dat er een bediende van de rijksbank is, die mevrouw wenscht te spreken." „Laat hem binnenkomen!" Da man overhandigt haar een couvert, waarop het stempel van de rijksbank, en een klein briefje van doctor Herrling, gelijk hij zegt; daarna blijft bij afwachteud staan. Alice opent eerst het couvert der bank en verbleekt. De directie der Bank deelt haar mede, dat doctor Herrling heden op haar naam vijftig duizend gulden heelt doen inschreven, waarvoor het deposito-bewijs haar hierbij wordt toegezonden en tegeljjk harer zijds ten ontvangbewijs wordt verlangd. Alice weet in het eerste oogenblik niet, wat dit te beteekenen heeft en staart wezenloos op bet deposito-bewijs. „Mag ik u om een ontvang-bewijs verzoeken, mevrouw herinnert de man beleefd, „Ja, ja! Wat moet ik schrijven?" Het zegt haar de gebruikelijke iormule voor en z|j schrijft die met bevende handen op een blad papierdaarna verwijdert de man zich en Alice opent nu den brio! van den doctor. Deio bevat slechts weinige regelen: „Geëerde vriendin! „Wees niet vertoornd op mij, wanneer ik eigeu- machtig handel. Uw toekomst gaat m|j zeer ter harte. Ik zie af van elke hoop, en ben alleen bezield van de begeerte, u het leven aaDgenaam te maken. Gij zijt in dit uur onafhankelijk van Hans, van uwe familie, ja zelfs van m|j, want het spreekt van zelf, dat gij over uw in de rijks bank gedeponeerd eigendom onbeperkt kunt be schikken. Ik vraag u alleen Zwijg Steeds uw trouwste en dienstvaardigste dienaar Herrling." Hot is haar eerste werk, de papieren weg te slingeren. Daarna begint zich langzamerhand het overleg to doen gevoelen, en alles, wat onedel in baar karakter, doet nu ook zijn rechten gelden. Zjj zit daar als eene droomtnde, met gesloten oogen de elkaar bestrijdende gewaar wordingen volgendeeindelijk springt zij op en sluit de papieren in hare schrjjltaiel weg. want zij gevoelt, dat zij heden toch tot geen helder besluit zal kunnen komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1