Uit en voor de Pers.
Men meldt uit 's-Gravenhage
Twee te Delft studeerende jongelieden ont
vingen Zaterdagavond aan het station van het
Holl. spoor te 's-Gravenhage eene les die hen
heugen zal.
Aan het station to Delft hadden zij, door
welke oorzaak dan ook, onaangenaamheden
gekregen met den hoofdconducteor van den trein
en te 's-Graveuhage wilden zij met dezen naar
den chef gaan. Waarschijnlijk, hoewel de man
het ontkent, heeft de machinist van den trein
iets tesren de jongelui gezegd, want plotseling
sprong een van hen op den machinist toe en
gat hem een slag met zijn wandelstok. De man
een hercules, die bij de Maatschappij algemeen
bekend is als een „lobbes", nam het eerst zoo
hoog niet op, doch toen de aan ralier hem een
tweeden slag toebracht, ontstak hij in woede,
vloog op hem af, en diende het jongmensch
een pak slaag toe, dat het bloed uit mond,
neus en ooren te roorschijn kwam. Misschien
was de man nog Terder gegaan, wanneer de
chef niet tusscbenbeide ware gekomen. Het ande
re jongmensch, dat zijn kameraad te hulp wilde
komen, werd door den stoker onder handen
genomen en wetende, dat stokers in den regel
ook geene fluweeleu handjes hebben, kan
men reilig aannemen, dat ook hij zijn deel
heeft gehad. De les was hard, doch volgens
ooggetuigen dubbel en dwars verdiend.
Door het gemeentebestuur van Assen is
een klacht gezonden aan de Staatsspoorweg
maatschappij over den verregaand on zin
del ij ken en slordigen toestand,
waarin het stationsgebouw aldaar, alsmede het
zich daarin bevindend meubilair, verkeert.
Uit Gorinchem wordt van 16 februari
gemeld
De Keulsche Vaart is nog steeds onbevaarbaar.
Een dikke ijskorst bedekt nog het Zederik-ka-
naai. Tal van schepen moeten wachten totdat
dit ijs weggedooid is. Men had nog verwacht
het ijs op dat gedeelte der Keulsche Vaart door
ijsbrekers zou gebroken worden, daar van rijks
wege toch geen kosten ten behoeve der Keulsche
Vaart gespaard worden, maar thans merkt men
bezuiniging.
De Waal voert nog steeds zware schollen af,
warvan stoombooten en ijzeren—, zoowel als
houten schepen veel hinder hebben. Gisteren
kwam alhier weder een afslcepend met steenkolen
geladen ijzeren vaartuig in aanraking met eene
schol en bekwam een belangrijk lek aan den
voorsteven. Men tracht het schip in de havan
alhier boven water te houden.
De waarheid van het gezegde, dat klei
ne oorzaken dikwerf groote ge
volgen kunnen hebben, werd dezer
dagen wederom in de hofstad bevestigd.
In de kazerene der huzaren aldanr waren twee
soldaten aan het stoeien. De een zette den ander
achterna en hem niet spoedig genoeg kunnende
iuhalen, wierp hij zijn kameraad met een ijzeren
knoopeiischaar. Dit zonder kwade bedoelingen
geworpen projectiel kwam evenwel niet op zijne
bestemming, inaar bereikte het hoofd van den
toevallig passeerenden adjudant onderofficier M.
en veroorzaakte aldaar eene kleine wond, welke
wel pijnlijk, maar overigens volstrekt niet gevaar
lijk was en den onvoorzichtige!! huzaar op eenige
dagen politiekamer te staan kwam.
Eenige dagen na dit gebeurde vertoonden
zich bij den getroffene verschijnselen, welke deden
denken aan inwendige beleediging, en sedert is
de toestand van den patiënt, die gehuwd is en
kinderen heeft, zoodanig verergerd, dat de in
consult geroepen professoren ernstig beducht
zijn voor 's mans leven.
(Amst. Cf)
Sedert drie weken wordt een tienjarig
kind te Breda, dat een kwaal aan een been
heeft (de doktoren zijn het niet eens of het
beeneter is, dan wel klierstoffen zijn) behandeld
naar het systeem professor Koch. De inspui
tingen hebben in den rug plaats en wel om
den anderen dag. Zonderling genoeg, hebben
zich nog geene verschijnselen voorge
daan, hoewel telkenmale de hoeveelheid stof
grooter wordtmet een milligram begonnen,
werden nu de laatste maal reeds 10 milligram
ingespoten. Het kind huppelt en springt vroolijk
eu gaat bij goed weer zelfs uit. Het heeft niet
den minsten last van koorts.
~V\ aarheid en leugen. Toen
dezer dagen in het district Amerongen op den
anti-revolutionnairen candidaat 200 stemmen
minder, en op den liberalen candidaat 280
stemmen meer werden uitgebracht dan bij de
vorige verkiezing, vond De Standaard, om den
schijn te redden, er op, dat de candidaat der
liberalen niet liberaal, maar conservatief was.
Zoo waren wij aan al die stemmen gekomen!
Het moet toch een vreemd slag anti-revolution
nairen zijn, die tegen den candidaat hunner
•igene partij, een Asch van Wijk nog wel, op
eenen conservatief iels wat „op den wortel
der revolutie stoelt" gaan stemmen.
Ongelukkig echter voor De Stam/aard bracht
een p ar dagen later in een ander gedeelte
des lands, te Zuidhorn, de stembus eene soort
gelijke verrassing, maar waarbij het Amerong-
sche vertelseltje geen dienst kon doende
liberale candidaat was van alle conservatieve
smetten vrij. Ook daar achteruitgang van de
anti-revolutionnaire partij en nog wel met het
puik der candidaten, met den onvolprezen
Brummelknmp. Wat zal er nu op gevonden
worden Hoor
„In Zuidhorn is weer slecht gestemd.
„Er kwamen 800 kiezers minder op
deze verdeelden zich gelijkelijk over alle
de partijen, die met een eigen candidaat
de stembus stonden.
en
drie
aan
„Ook in Zuidhorn kwara in de sterke-ver-
houding der partijen geen noemenswaardige
verandering.
„Toch gingen de anti-revolutionnairen iets
achteruiten dat, waar vooruitgang had mogen
verwacht worden."
Ziehier de ware cijfers:
In Maart 1888 zijn uitgebracht 2800 stem
men; nu 2378. Alzoo, in plaats van 800,422
kiezers minder dan toen.
In 1880 op den liberalen candidaat 1146
stemmen; nu 1252, dat is 106 meer.
In 1880 voor de anti-revolutionnaire partij
1171, nu 891, dat is 280 stemmen minder.
Op den candidaat der volkspartij toen 241,
nu 220.
De verhouding is dus niet onveranderd ge
bleven; de liberale partij heeft aangewonnen,
de anti-revolutionnaire partij is, niet iets,
maar veel achteruitgegaan.
Vergissen kan een ieder zich. Maar den
legger op te slaan, en dan, om den menschen
een rad voor de oogen te draaien, andere
cijfers te geven dan daar geboekt staan, daar
voor staat een mensch stil. (N. Rolt. Ct.)
't Is slechts een vraag.
Door den pastoor Thissen, hoofdredacteur van
den Limburger Koerier, werd in het jongste
nummer van gemeld blad de verdediging aan
gekondigd van de volgende vaderlandslievende(?)
stelling:
„Geen Nederlander heeft het recht aan Lim-
„burg kwalijk te nemen, dat het naar een ander
„vaderland uitziet, zoolang het Neder-
„landsch gezantschap bij denpau-
selijken stoel niet is hersteld.'
Vaccinatie.
In de Frai sche Académie de me'dezine deelt dr.
Créquy mede, dat sinds twee en een half jaar
aan de Fransche staatsspoor voor alle beambten
bij hunne indiensttreding verplichte vaccinatie
is voorgeschreven, zoomede op vaste tijden re-
vaccinatie voor de in dienst zijnde beambten.
Daarvoor zijn 40 geneesheeren aangesteld, die
maandelijks op vooraf bepaalde tijdstippen de
vaccinatie toepassen.
Vóórdat deze maatregel was ingevoerd, kwa
men er jaarlijks onder de beambten een vijftien
tal gevallen van pokken en gemiddeld 2 3
sterfgevallen aan die ziekte voor. Jaarlijks wer
den toen onder het personeel ongeveer 400
dagen van dienstonttrekking aangeteekend. Sinds
de nieuwe maatregel van vaccinatie en revaccinatie
is toegepast, is er niet één der beambten meer
aan pokken gestorven en zijn er jaarlijks slechts
20 dagen van dienstonttrekking voorgekomen.
He Brit. med. Journal deelt mede dat in
Egypte de verplichte vaccinatie is ingevoerd.
Fik kind moet 3 maanden na de geboorte
ingeënt worden, tenzij volgens getuigenis van
een medicus, daartegen wegens ziekte bezwaren
bestaan.
De inenting zal kosteloos geschieden, en de
ouders worden gestraft of gevangen gezet als
zij niet voor inenting zorgen.
Inboorlingen zijn van den datum af van het
decreet van den Khedive 17 December j.1., aan
deze bepalingen onderworpenvreemdelingen
van den 17en Maart af van dit jaar.
Fertlag der vergadering van den Raad
der gemeente SCHAGENgehouden
op Dintdag17 Februari 1891,
de* morgen» 10 ure.
Aanwezig alle leden.
Na voorlezing en goedkeuring der notulen
werd mededeeling gedaan en in behandeling
gebracht
a. Ingekomen stukken
1. Nan den Heer Jb. Stammes, berichtende
de aanneming zijner benoeming tot vertegen
woordiger van den raad bij de vergadering der
W estfriesche Kauaal—Vereeniging.
2. Van den Heer Ph. de Heer, bedankende
voor zijne benoeming tot lid der plaatselijke
schoolcom missie.
3. Brief en adres van het comité Waller
c. s. (Brief en adres zijn door ons reeds vroeger
medegedeeld.)
Het advies van B. en W. luidtvan uit
den raad aan de Tweede Kamer een adres van
adhaesie met het adres aller c. s. toe te zenden.
De Heer C. J. Plomp meent, hoe prijzens
waardig hij het ook moet vinden dat particulieren
wijzen op de feilen der regeering bij ingediende
wetsontwerpen, het niet op den weg ligt van
een gemeenteraad, zulks op verzoek van parti
culieren ook te dotu. Doet de raad het nu in
deze belasting-quaestie, dan zal hij het in het
vervolg ook moetan doen bij andere wetsvoor
stellen, welke niet minder een of ander gemeente
belang betreffen; want niet alleen de belasting-
quaestie is de voornaamste. Spr. gelooft niet
dat het de bedoeling der wetgeving is, dat de
regeeringswetten eerst in de gemeenteraden aan
discussie worden onderworpen, en deze zoo een
Tweede Kamer in miniatuur vormen.
De Heer v. d. Maaien, inhoofdzaak
met den Heer Plomp van dezelfde meening
zijnde, meent evenwel ten deze een klein ver
schil van strekking te moeten constateeren,
doordat, wanneer bedoeld regeeringsontwerp
onverminderd wordt aangenomen, de rijks— en
gemeentefinantiën in elkaar verward dreigen te
geraken, en daarin vindt spr. aanleiding, wel
een adres van adhaesie af te zenden.
Bij stemming wordt met 8 tegen 3 stemmen
(die der heeren Voorman, Plomp en Roggeveen)
besloten tot het zenden van het adres van
adhaesie.
4. Een adres van den heer C. Roggeveen Cz. en
een zeer aanzienlijk getal mede-adressanten, den
raad verzoekende wel te willen besluiten de
standplaats der van elders komende kramers, op
de weekmarkten alhier te verplaatsen. Adressan
ten zijn van oordeel dat de kooplui die van
buiten komen en tegen een luttel „staan -geld"
de beste plaatsen voor de huizen der aeringdoeude
burgers in beslag nemen, te Schagen een voor
recht genieten boven de burgers, die toch
meedragen in de kosten van de verbetering van
het marktwezen; en wijzen adr. er op dato. a. te
Alkmaar en te Purmerend zoo iets vau gemeen
te wege wordt voorkomen en de gemeente—bestu
ren aldaar er voor waken, dat niet ten bate van
enkele stuivers die aan „staangeld" in de ge
meentekas zouden kunnen vloeieu, de
vreemde kramers, eene hoogst onbillijke concur
rentie vormen met de belastingbetalende burgerij.
De voorzitter, het advies van B. en W.
formuleerende, noemt dit adres een allerzonder
lingst adres en zegt ten zeerste zich er over
verbaasd te hebben dat in de 19de eeuw zoo
danig een adres wordt ingezonden. B. en W.
zijn van oordeel dat het niet aangaat te ver
langen, dat ten profijte van enkelen dwang zal
worden uitgeoefend op anderen, en drukken de
hoop uit dat de raad op dit adres afwijzend
zal beschikken.
De Heer C. Asjes zegt het met Yoorz. eens
te zijn eu gelooft juist dat door die vreemde
kramers de aantrekkelijkheid van onze markten
verhoogd wordt en dat het in het nadeel der
gemeente zou zijn, in de thans ten dien
opzichte geldende bepalingen verandering te
brengen.
Voorzitter vindt de tegenwoordigheid dier
kooplieden in h«t algemeen belang. Ieder be
langhebbende kan dan goedkoop terecht.
De heer W. Roggeveen Cz. meent te moeten
opmerken dat het onjuist is, wanneer in het
adres beweerd wordf, als zouden de ingezetenen
betaleu aan de verbetering van het marktwezen.
Volgens spr. wordt dat allemaal betaald uit het
marktgeld.
De heer Jb. Stammes wil aar. het adres
tegemoet komen, door te bepalen, dat aan de
ingezetenen de voorkeur gegeven wordt bij het
kiezen der standplaatsen voor de kramen.
Voorz. zegt dat zulks reeds geschiedt.
De heer Voorman vraagt waarheen men dan
die kramers wilde verplaatsen.
Voorz. zegt dat er geen terrein daarvoor is
en merkt met genoegen op dat de raadsleden
ten deze het met hem eens zijn.
Met algemeene stemmen wordt besloten op
dit adres afwijzend te beschikken.
5. Adres van den heer D. Wit c. s. om
medewerking der gemeente voor de beharding
van een gedeelte van den Tolkerdijk, eu vel
van lolke tot aan den zoogenaamden Rooden
Dijk. Adressanten verklaren, indien de betrokkeu
besturen en de gemeente bereid zijn tot de tot
staudkoming van het verlangde evenredig te wil
len bijdragen, zicb persoonlijk ook geldelijke op
offering hiervoor te willen getroosten.
N oorz. herinnert er aan, dat verleden jaar
de raad ter zake van een gelijk adres be
sloot, bij gemeenschappelijk overleg met andere
bij dezen weg betrokken besturen, tot mede
werking bereid te zijn. B. en W. adviseeren
dan ook iemand af te vaardigeu, die uet de
andere besturen en met adressanten in onder
handeling kan treden.
De kosten van aanleg voor het voorgestelde
deel zullen omstreeks f 1600.bedrag-n.
De Heer C. J. Plomp vereenigt zicb met het
voorstel, doch wenscht dat Tooraf een beroep
gedaan wordt op de offervaardigheid der eige
naren van de bij dien weg gelegen landerijen.
Ook wil de heer Plomp niet vaststellen een even
redig deel bij te dragen, maar enkel bepalen
dat de gemeente zal bijdragen,
De heer Jb. Stammes zegt dat er aan de
gevraagde verbeteriug vau den lolrveidijk dringend
behoefte bestaat, maar een bezwaar is, dat de
grond aan de Herv. Kerk behoort en er geen
enkel huis aan staat, zoodat de beharding voor
namelijk is ten dienste van landgebruik en voor
een korteren verkeersweg van at Tolke.
De heer C. Asjes meent dat de we? toch ook
is een verkeersweg naar Groenveld en Dirkshorn.
De heer Plomp vraagtaan wie behoort die
dijk en wie moet er voor zorgen?
„De kerk" antwoordt voorz.
De heer Hopman brengt in het midden dat
bet zeer de vraag zal zijn of de Kerk zich met
het onderhoud van dien weg zal willen be
lasten.
De heer Plomp meent dat ook de gemeenten
Barsingerhorn en St. Maarten bij de beharding
belang hebben en dus ook wel mede kouden
bijdragen.
Voorz. antwoordt dat de gemeente Sint Maar
ten er niets van weten wil, omdat Schagen
nooit heeft willen bijdragen in de kosten van
hare polders.
Waar tegen de heer Stammes opmerkt dat
Schagen dat ook niet behoeft en dat het tegen
deel ook niet verlangd wordt.
Op voorstel van den voorz. wordt nu beslo
ten een bedrag op de begrooting uit te trekken,
voor het geval, dat er een overeenkomst met
de verschillende belanghebbenden getroffen mocht
worden. Tegen stemden de heerenStammes,
Smit en Kooi.
6. Verzoek van den heer J. Pot, om ver
gunning tot den aanleg en exploitatie van eene
telefonische verbinding.
Voorz. herinnert, dat in het afgeloopen jaar
op een dergelijk verzoek van den heer Pot was
besloten nadere opgaven eu inlichtingen te ver
langen.
Thans kon voorz. mededeelen, dat adr. voor
particulieren f 30.per aansluiting vraagt, de
concessie voor niet korter dan 30 jaar verlangt
en bereid is onmiddellijk na verstrekkiug der
concessie met de exploitatie aan te vangen.
Ook had voorz. inlichtingen gevraagd aan
den Helder, waar adr. verzekerde concessie eu
het politie—bureau ter zijner beschikking ver
kregen te hebben. Voorz. had tot antwoord be
komen dat bij den raad der gemeente Helder
die zaak nog niet was behandeld.
Ook naar Alkmaar had voorz. om inlichtin
gen gevraagd, doch daar had men een extract
der notulen toegezouden, waaraan voorz. even
wel niets had. Intusschen maakten B. en W.
geen bezwaar de aangevraagde concessie te ver-
leeuen.
De heer W. Roggeveen Cz. vraagt of het al
bekend is waar of Pot wil aansluiten, op het
station of op het toekomstig rijkstelefoonkanloor
Voorz. zegtin particulier gebouw, het raad
huis of bij Kos. Spr. gelooft evenwel niet, dat
er een zal zijn, die zich zal aansluiten.
De heer C. J. Plomp wil daarom den termijn
vast stellen, binnen welken aanleg en exploi
tatie moeten zijn tot stand gekomen bijv. in 1
of in 2 jaar een bepaald aantal aansluitingen.
B. eu W. adviseeren tot concessie, met de
bepaling dat de aansluiting niet hooger dan
t 30.— mag gesteld worden en de exploitatie
voor 1 Januari 1893 aangevangen moet zijn.
De heer v. d. Maaten geeft in overweging
er nog aan toe te voegen, dat de consessionnaris
de verhoogde brandverzekeringspremiën der even
tueel benoodigde gemeente—eigendommen zal
moeten betalen.
Hierop wordt met 10 tegen 1 stem, die van
den Heer W. Roggeveen Cz., besloten de con-
sessie te verleenen.
b. „En nu zijn we genaderd" hernam de
voorz het woord, „tot een minder vetkwikkelijk
onderwerp, nml.: het telefoonkantoor.
loen in een vorige raadsvergadering dat punt
behandeld was, meende voorz. dat nu alles des
betreffende gereed was, en in dat vertrouwen
gaf voorz. aan den minister van W. H. enN.
kennis van het raadsbesluit, met verzoek de
instelling vau een telefoonkantoor iu het rijks
postkantoor te willen bevorderen.
Daarop was vau den minister Havelaar ten
antwoord gekomen, dat hij geen bezwaar maakte
tegen de vestiging van het telefoonkantoor in
het postkantoor, doch, vermits de lijn van aan
sluiting over meer dan 5 Kilometer moest
worden aangelegd, zal de gemeente daarin moeten
bijdragen en worden de kosten geraamd op
ongeveer f 430— Tevens deelde de min. mede
dat de directeur van het rijkspostkantoor legen
over een te komen belooning van gemeente
wege met de bediening van de telefoou kan
worden belast.
Voorzitter verklaart, dat het hem een raadsel
is hoe de Min. het Kon. Besluit betreffende
uen aanleg van rijks—telefoonkantoren aldus
formuleert, daar de afstand van Schagen naar
Barsingerhoru toch minder dan 5 Kilometers is.
De Heer v. d. Maaten meent als reden hier
voor gehoord te hebben dat het te doen is,
Schagen direct met Winkel te verbinden.
om