3
•-ÏÏ
s>
Schagen, 25 Febr. 1891.
Mutatuli'S Max Kavelaar.
Advertentiën.
w
as
as
5*
w
e
S
8
•S
«S
5C
*i>
V^
"S
-SL
s
*8
c
Het rappor, dier commissie bevat altijd oog wel het een
en ander wat de aandacht verdient.
De Staatscommissie oordeelt* den toestand
van den landbouw beslist ongunstig on de
staat van zaken verre van bevredigend, doch
ernstiger dan menigeen denkt. De welvaart is
belangrijk verminderd, zells bij bizonder gun
stige omstandigheden in streken met een schra
len bodem nadert de toestand de grens der ar
moede of beeft die reeds overschreden."
Aan dit oordeel der commissie van grootgrond
bezitters hechten wij nu te meer waarde, omdat
daaiuit blijkt dat de toestanden hen gedwongen
hebben te erkennen, dat die ongunstig zjjn.
Nu ja, velen zullen zeggen, hoe hebben de
boeren ook geleefd. Dat ging maar uit en ver
kwistte.
De commissie oordeelde blijkbaar toch anders
en getuigt: dat zij meestal zuinig leven en het
hen aan inspanning en ijver niet beeft ontbroken.
Als dat nu waar is, dat men ten slotte toch nog
achteruit is gegaan, dan mag die toestand zeker
wel diep betreurenswaardig genoemd worden.
Diezelfde klacht gaat overal op, hier over de
boeren; maar hoe is het gesteld met de arbeiders
De comm. zegtdo toestand der dienstboden
is uitstekend, zeker omdat er geen enkele
dienstbode in die comm. zat.
Ook de toestand der vaste arbeiders wordt
over het al: emeen zeer bevredigend genoemd,
zeker om dezelfde reden. Dan krjjgen wij oen
beschrijving over de vaste arbeiders, dat zij zeer
oppassend, degelijk en tevreden met hun lot zijn,
en bij uitzondering enkelen onder hen ontevreden
zijn, maar dat schrjjft de Comm. toe aan den
invloed der steden en tabrieksplaatsen. Spr. houdt
het er voor, dat die comm. eigenlijk had willen
zeggen dat ligt aan die vervloekte sociaal-demo
craten
En dat is toch onjuist. Ze luisteren naar de
Soc. Dem. omdat ze werkelijk ontev ridenzijn
en redenen daartoe hebben.
Omtrent de moraliteit zegt de comm. dat die
zelden te wenschen overlaat en dronkenschap
onder hen (de vasto arbeiders) weinig vookomt,
dat hunne leefwijze sober is, Gat de arbeiders
het beter hebben dan velen hunner werkgevers.
Spr. wilde wel dat alle moeielijkheden in de
maatschappij zoo gemakkelijk waren weg te nemen.
Laat dan de werkgevers arbeiders worden. Doch
dat doen zij niet. Dus die bewering is onzin.
De comm. noemt den toestand der arbeiders
gelukkig, ofschoon het ergste is dat zij niet
kunnen sparen voor den ouden dag.
Ja, dat is zeker heel lastig, maar om Ie
sparen moet de mogelijkheid daartoe bestaan.
De groote grondeigenaars, die kunnen sparen.
De commissie moet dus eerst eens bewijzen, dat
do loonen hoog genoeg zijn, om te kunnen sparen.
Verder zegt Comm zij zijn tovreden en gezond
en op het platteland kennen zij niet de armoede
der steden.
Dat is niet waar. Spr. heeft zoowel op het
platteland als in de steden voldoende verkeerd
om te weten dat er op het platteland evenveel
geleden wordt als in de steden.
De comm. zegt dat die arbeiders behoorlijk
gevoed en gehuisvest zijn. Dat bewijst dat die
groote grondeigenaars een vreemd begrip hebben
van behoorlijke voeding, kleediDg en huisvesting.
Als zij zeiven zoo maar eens moesten leven.
Maar zij beschouwen zich ook als een geheel
ander soort van wezens.
Verder zegt het rapport de arbeiders verdienen
gemiddeld f250 per jaar. eten geregeld aardap
pelen roet vet, brood met spek en soms vleesch.
Dat noemen ze nu behoorlijk voeden. Dergelijke
verklaring geeft een blik in de ziel dier heereu.
Nog heet het: met zuinigheiden overleg komen
zij van 200 k 250 guldeu nog goed rond. Nu,
als de groote grondeigenaars dat dan ook maar
eens in toepassing brachten. Diegene, die
durft beweren, dat de arbeider genoeg heeft,
verdient niets anders dan dat hij levenslang tot
zulk een lot veroordeeld wordt.
Nog zegt de comm. De soberheid in leven
is overeenkomstig met de zeden en gewoonten.
Met andere woorden: zij zijn het niet auders
gewoon. Deze is wel de ellendigste beschuldiging,
dat de arbeider niet in staat is zich beter onder
houd ta verschaffen.
De n toestand van de losse at Leiders noemt do
comii'. niet rooskleurig. Velen leven echt spaansch
en velen weten niet door den winter te komen,
onder hen heerscht toenemende armoede. Die
arbeiders hebben te weinig werk.
Als de staatscommissie niets anders had gege
ven dan die ééne medcdeeliug, dan zou spr.
tevreden zijn. Zij erkent daardoor dut de over
heid den landbouwers dwingt om te betalen voor
hen, die niets doen. De heeren zjjn bij ongeluk
soc-cemocratisch geworden. Dat willen wij ook
juist niet. Kn als de commissie dan zegt: de
staatszorg beweegt zich in verkeerde richting,
dan Virzoektn we ook dat zij zich bij de Soc.
Democratie zullen aansluiten.
Den arbeid der vrouweD en kiuderen noemt
de lar.dbouw-commi8sie onmisbaar. Natuurlijk
voor hun beurs. „Eu Diet schadelijk voor de
gezondheid.' Dat is voor de kinderen der arbei
ders, maar als het hun kinderen eens gold
Het rapport verklaart den arbeid in het Veen
en in het Vlasbedrijf uit oogpunt van hygiëniteit
en zedelijkheid, verderfelijk. Hier erkennen de
heeren dat dus wel. De commissie gaat daarin
verder dan de leden der Tweede Kamer, bij de
behandeling der wet voor de bescherming van
vrouwen en kinderen tegen overmatigen arbeid,
in welk wetsontwerp oorspronkelijk een be| aling
op den veenarbeid was opgenomen. De liberalen
die altijd veel woorden van liefde voor het volk
haddeD, vonden dat dit ontweip te ver ging.
bij moede van het liberaale Kamerlid Smit,
afgevaardigde voor het district Emmen, welk
lid zoowat de chef der liberale partij is, als er
tenminste van een libeialo partij sprake kan zjjn
stelde de liberale part jj voor die bepaling op den
Veenarbeid te schrappen, eD dat amendement werd
aangenomen.
De clericale mininislcr ging dos nog verder
in zijn goedheid dan de liberale le ien, en bij die
gelegenheid zeideSmit: dat de vrouwen en kin
deren der veenarbeidei s het niet noodig hebben,
want dat di blakende zjjn van gezondheid en
het een lust is haar te zien ja dat zij zouden
wenschen dat hunne vrouwen er zoo gezond
uitzagen. Spr. bereidde zijn booiders er dus op
voor dat misschien in a. s. zomer de dames niet
meer naar de Baden gaan tot herstel van gezond
heid, maar Daar de veenkoloniën.
Ziedaar, zegt spr. de liefde der liberalen voor
dn arbeiders, en als dan bjj de a. s. verkiezingen
de liberale candidaten weer overvloeien van lielde
voor het volk, herinnert ze dan aan het amen
dement Smit.
Over de inkomsten en uitgaven van den arbei
der geelt het rapport een kijkje in een arbeiders
gezin, bestaande uit man, vrouw en drie kinderen.
Do man verdiende f4.50 de vrouw t 2.40. Spr. merkt
op hoe verderfelijk die inkomsten zijn, die geheel
steunen op de vrouw; dat is eon ramp, want
daardoor wordt de vrouw aan bet gezin ontrukt
en moet zij de kinderen aan hun lot overlaten.
Waarom gaat de vrouw medewerken Enkel en
alleen omdat de loouen dor vrouw lager
zijn. Men neemt de vrouwelijke arbeidskracht,
omdat dio gotdkooper is. Dat werkt dus nadeelig
op het loon voor den man. Uit het lijstje der
benoodigdheden voor dat geziu noteeren wij: huis
huur, turf en hout 1.10, olie 15, tabak 28, vet
52, koffie 19, thee 25, zout en zeep 17, brood
60, wittebrood 60, aardappelen 90, melk 35 en
azijn 5 en dan nog enkele kleinigheden. Maar
alles gaat op. Zooeven sprak de comm. van sparen
en hier blijkt dat alles op gaat. Of de heeren
ook maar gedachteloos wat neerschreven. Dan
moet er nog aan toegevoegd worden, dat die 6.90
inkomen per week alleen bestaan in bet zomer
halfjaar. In den winter is het inkomen natuurlijk
minder eD zjjn de uitgaven natuurlyk hooger.
De comm. zegt: dan moeten de uitgaven wor
den ingekrompen.
De comm. voegt er nog aan toeen wordt de
leefwijze zeer sober. Dat zal uitkomen.
Do toestand der plattelands-bewoners is aller
ongelukkigst, ook die vati de boeren, reden
genoeg om te kunnen zeggen dat do toestand
van den landbouwenden stand aller rampzaligst is.
De sociaal-democrateu weien zeer goed dat de
boeren in diuk zitten en zij roepen hen dan ook
op, om met hen gemeene zaak te maken. Helaas,
de boeren tooncn zich vijandig. Het zou veel
verstandiger van hen zjjn als zij medo optrokken
tegen de groote kapitalisten.
Ga eeus den toestand na van den boer-eige-
naar, wiens plaats verhypotheekt is. En dat aan
tal is schreeuwend groot. Dat is toch zoker goen
bowjjs van welvaart. In 1867 bedroeg de hypo-
thekaire schuld 463 millioen gulden in 1888,
dus 20 jaar later, was zy gestegen tot 1080
millioeu. Dus verdubbeld.
Niet lang geleden deelde prof. Mantzel in eene
studie over landbouwbedrijf mede, de getuigenis
van iemand, als practisch landbouwer in deze
streken wel bekendvan den heer K. de Jong
van Hoogcarspel. Het was naar aanleiding van
de bespreking over het oprichten vau een land-
bouw-credietbank. Toen zeide de heer do Jong:
gij denkt hier in een welvarend deel van het
land te zijnblijt nog even en ik zal u voor
goed afhelpen van dat dwaalbegrip. Ziet gij daar
die hoeve Yan buiten echt vriendelijk, maar
daar binnen Do eigenaar heeft die plaats van
zijn vader, die een welgesteld man was en bjj
zijn overljjden voor zjjn 4 kiuderen 60.000 gulden
naliet, benevens nog 20.000 gulden aan vee,
boelgoed enz. Elk der kinderen kreeg dus
20.000 gulden en de beste van ben kieeg de
hoeve en gaf voor de overbedeelde 40 000 gul
den eerste hypotheek op de hoeve, 4 en een
half pCt. Doch hem ontbrak toen nog het vee
en gereedschap en voor den aankoop daarvan
kreeg hij een tweede hypotheek van 20.000 gul
den van zijn broeders en zusters tegen 5 pCt.
En zoo bleef de geheele nalatenschap in elkaar.
Vol moed en verwachting zag de jongman de
toekomst tegemoet. En thans? Zijn ijver is niet
veiflauwd, maar bjj juicht niet meer. Ziekte ouder
het vee, misgewas in de eerste twee jaar, waren
oorzaak dat bij de f 2800 reute niet kon opbren
gen. Hy moest dus tegen booger interest ou
sneller aflossing bij goede vrienden loenen, doch
de jaarlijksche schuld werd daardoor groofer en
bjj de daling der prijzen is het eind niet te zien.
Wel beschouwd is die man zijn eigen knecht,
tegen een karig loon. Eu in de toekomst Bij
voortgaande daling der landprijzeu hypothekaire
executio eu dan wordt die hoeve eene gewensebte
geldbelegging voor een of ander kapitalist uit de
stad of voor weezengeld en de tegenwoordige
eigenaar is armlastig gemaakt in de eigen
gemeente. Dat getuigde de beer K. de Jong.
Dat voorbeeld strekt ten bewjjshoe treurig de
toestand is en hoe hoogst noodig voorziening is.
Dat geldt van hen die verplicht zijn hypotheek
op hun lai.d te nemen, dat geldt voor de meer
derheid, want de hypothekaire schuld is aanmer
kelijk gestegen. In de eerste plaats komt aan de
provincie Noordholland die treurige eer en dan
volgt Friesland. Twee provinciën, die vroeger
toonbeelden van welvaart waren.
Maar ten dergelijke toestand is ook niet meer
ver af voor hen, die nog niet onder die omstan
digheden verkeeren. Neem iemand, met 40 H.A.
onbezwaard eigendom. Hij is in staat in de be
hoeften van zijn gezin te voorzien. Dat is mogelyk,
zoolang hij heeft. Doch hij heeft vier kinderen
en bjj zijn overlijden krijgt dus elk 10 "H.A. Is
nu elk dier kinderen ook in staat op geljjken
voet als de vader in de behoeften van zijn gezin
te voorzien Immers neen. Dergelijke personen
zullen genoodzaakt zijn het voorbeeld van den heer
de Jong te volgen o! wel hun land te verkoopen
en op andere manier aan de kost te zien komen.
Het is op de vingers na te rekenen, dat het zoo
komen moet.
Al is het dus alleen maar nit liefde tot zijno
kinderen, is de boer verplicht, zich bij de sociaal
democraten aan te sluiten.
Spr. herinnert nog aan de getuigenis van den
hypotheekbewaarder van Eek. Die verhaalde dat
in drie en een half jaar tijds 2800 boerenfami-
liën uit hun hoeve gezet waren. Ziet gij, als gij
leest over de Iersche boeren, dan wordt men
bewogen. Nu, hier voor uw eigen voeten
kunt gij betzellde zien. Op hoevele plaatsen ook
spr dezelfde voorbeelden heeft aangehaald, nergens
is er een boer opgestaan die hem van dwaling
wilde overtuigen. Dus wel een bewijs, dat de boer
zeer goed gevoelt, dat het zoo is.
Wat is tegenwoordig de rol van den boer in
de maatschappij Ze zijn de perspompen die
gezet worden op den arbeid en uit den arbeid
zooveel mogelijk opzuigen, doch het opgezogene
komt niet terecht in den zak der boeren, maar in
dien der kapitalisten. Het is dus voor de boeren
zaak zich bjj de soc. democraten aan te sluiten,
want ook zy zullen tot den bedelstaf gebracht
worden. Moet dan ook niet de lielde tot hunno
kinderen hen aandrjjveu zich te vereenigen en
bij de regeering aan te dringen op verbetering
1» er iets overdrevens in hetgeen spr. gezegd
heeft, dat men dan op sta en hem overtuige. Is
het niet overdreven, dan brengt hun belang mede,
dat zij roet do arbeiders gemeenscbappel jjk optreden.
Dat is de weg tot beterschap. De statistiek leert
dat het aantal eigenaars-boeren inkrimpt en het
aantal pachters steeds toeneemt.
Spr. herhaalt zijn oproopiog tot aansluiting,
want anders dreigt hun geheele ordergang, zoo
wel voor de neringdoenden als voor den boeren
stand. Dat kan ook niet anders, als men nagaat
dat het groot kapitaal per jaar 6 millard bespaart.
Dat is belegde rente, uit den arbeid en dus elk
jaar wordt de druk al zwaarder. Over 10 jaar
zal de toestand nog ellendiger zjjn. Hoe grooter
het Nationaal Inkomen, des te sterker druk op
den arbeid.
Dat de niet-bezittende klassen toch tot het
bewustzijn van den waren toestand komen en
de oogeu openen en samen optreden. Eo hoe
Dat is niet moeielijk. Neem de onderlinge ver
deeldheid weg. Sluit u aaneen en dan zal blijk-n
dat gij een macht zyt tegenover een macht. De
oorzaak van den tegenwoordig ellendigen toestand
is te zoeken in de gebrekkige verdeeling der
arbeidsproductie. Denk niet, dat wjj sociaal-de
mocraten zoo gek zijn van alles te willen deelen,
geljjk onze lasteraars zeggen, en gelijk de kran
ten dat voorliegen. Zoo dom en zoo onnoozel
zijn we niet. Dat strooit men uit om ons ver
dacht te maken en de aandacht af te leiden.
Wjj wenschen een menschwaardig bestaan. H^t
kwaad ligt in de gebrekkige verd. eling der pro
ductie van den aibeid. Wij moeten ons aaneen
sluiten eu ons zeiven verlossen van de doodeters,
van de groot-kapitalisten. Aan oub behoort de
voorraadsschuur.
Wij moeten een groote macht vormen, daardoor
invloed uitoefenen op de wetgevende lichamen en
dan is er verbetering te verwachten. Die bevrjj-
ding mout ons eigen werk zjjn. Wij moeten ons
bevrjjden van de voogdijschap politiek en oecon-
misch vrij, en de nijvere maatschappij moet haar
aandeel krijgen. En uls we ons aansluiten kunnen
wij veel. Dat getuigen du Sociaal-Democraten
in Berlijn. De groote bierbrouwers eu aandeel
houders van brouwerijen, die daar tevens eigenaars
zijn der groote localiteiteD, wilden den socialisten
bet vergaderen beletten. In Berlijn zjjn de arbei
ders goed georgauiseerd en er werd toen besloten
geen enkel glas bier meer te drinken uit die
brouwerijen, in wier localiteiten men den socia
listen niet wilden laten vergaderen. En wat was het
gevolg? De heereu kregen slecht dividend en
hadden te kiezen, tusscheu socialisten en hoog
dividend, of geen socialisten en gering dividend,
en ze kozen hoog dividend en namun de
socialisten op den koop too. Dat is een feit.
Daarom moeteu wij ons aaneensluiten ter
verkrijging van een menschwaaidig, behoorlijk
bestaan. Daarvoor moeten wij willen strijden,
lijden en sterven. Dan zal een betere toekomst
dagen. Zegt nooit, och, wat geelt het. Begin met
te zaaien, en al is bet dat gjj zelf niel me^r kunt
maaien, het nageslacht zal u zegenen, dat zij
door uw hulp kunntn oogsten. Twist niet over
geloof en ongeloof. Die geioovig is zal het hier
beneden toch wel goed willen hebben. Die krijgt
het dan op den koop toe, bier namaals ook goud.
Maar laat ons beginnen met het begin, en het
begin is hier beueden. Wij moeten wenschen:
brood, gelijkheid, vrijheid en recht voor allen.
Zoowel te Haringhuizen uls te Schagen werd
de door den.heer Nieuwenbuis gehouden reden
door de overtalrijke toehoorders met luid applaus
begroet.
Biiinenlaiidsch Nieuws.
Al meer en meer hebben gemeente— en
Banbesturen blijken gegeven van belangstelling
in onze Westfriesche kanaal—vereeniging eu
hoewel die belangstelling in Drechteriaud minder
groot is, ziju daar toch gut.stige uitzonderingen.
Zoo heelt o. a. bet Banbestuur van Bakhuizen
en W esteiude besloten de vereeniging te steunen.
met een bijdrage ineens van 100 gulden en lid
te worden tegen eene jaarlijksche contributie
van 5 gulden.
Dirk Roggeveen Pz leerling onzer open
bare school alhier) is, behondens den proeftijd
van twee maanden, benoemd tot leerling kaar-
t e n-g r a v e u r, bij het ministerie van marine,
op een jaarwedde van 400 gulden.
Wij verhengen ons over deze benoeming en
waardeeren ten zeerste de onverdroten ijver,
waarmede bet Hoofd onzer Openbare School, de
heer W. Kloeke, steeds de belangen zijner leer
lingen voorstaat.
•Toen dezen winter door het tooneelgezelschap
van den salon des Variétés te Amsterdam, on
der directie der heeren: Kreukniet., Bigot, Pool
man en Blaaser, de Max Havelaar van
M u 11 a t u 1 t(Douwes Dekker), door den Heer
Heuri van Kuijk tot tooneelspel omgewerkt, voor
het voetlicht werd gebracht, werd deze poging,
om den grooten Multatuli langs dien weg bij
het publiek nader bekend te maken, door allen,
die Multatuli's werken leerden kennen eu waar
deeren, zekerlijk met ingenomenheid begroet.
Een feit toch is het, dat Multatuli's werken
en daden, door oud en jong, door rijp ett groen,
door bevoegd en onbevoegd, zijn beoordeeld en
geoordeeld.
Trouwens het is een axioma en Des Amorie
v. d. Hoeven heeft het ons ook genoeg gezegd
^er is niets nieuws onder de zou" eu het is
dus niets vreemds, dat Multatuli tijdens zijn
leven en na zijn dood heeft moeten deelen in
het lot van alle mannen, die intelligent waren,
die karakter bezaten en door vele schoone en
verheven hoedanigheden uitblonken boven het
algemeen. Meu zegt dat aan dergelijke figu
ren, verguizing, beschimping en belastering
tijdens hun leven wel teu deel moesten
vallen, omdat de gewone stervelingen verblind
werden door naar die uitblinkende grootheden
te staren, evenals het menschclijk oog door
het onbelemmerd zonlicht verblindt. Een ander
beweerde eens, dat de menschheid zoo jegens
zijn sieraden zich gedraagt uit jaloezie en er-'
geiiis over eiger onbeduidendheid.
Hoe dit zij, wij verheugden er otis in dat de
Max Havelaar ook alhier zou worden opgevoerd.
Over deze oproeping hebben wij niets dan lof.
De heer H v. Kuijk, die Max Havelaar ver
tolkte, deed dal op zulk eene gevoelvolle en
karaktergetruuwe wijze, dat daardoor aan de
persoonlijkheid van Multatuli rechtmatigen
glorie werd toegebracht. Wij kunnen ons
voorstellen dat Multatuli bij liet aauschou-
wen van zoo groot onrecht, gepleegd jegens het
Javaansche volk, op dusdanige wijze in toorn
moet zijn outstoken en de vuisteu hebben ge
bald uit gevoel van onmacht om niet in één
slag een einde te kunnen maken aan al die
knoeierijen en knevelarijen, gepleegd door
personen, die krachtens hun positie gesteld
waren juist de beschermers te zijn van hen die
onder verdrukking gebukt gingeu.
Wij kuuuen ons indenken dat Multatuli,
vernederd door zijn superieuren, teruggekeerd
in het Vaderland, en daar bij zijne vrienden
eveumin als bij de regeering voor zijn streven
steun vindende, op dergelijke wijze zijne ver
achting moet hebben gelucht jegens alle Slijme-
ringen en Droogstoppels die door hunne koffie
kleurige spitten Havelaar's figuur bezoedelden.
Mejuffrouw Anna Beukers, als Tine, de vrouw
van Harelaar, beeft de rol van teere, liefderijke
en moedige gade met treffende nauwgezetheid
weergegeven.
Lieftallig en ongekunseld was het spel van
Mevrouw Erauk—de Hoop als Adinda, de ver
loofde van den geteisterdeu en later krankzinni
gen Saidjah, welk figuur door den heer L. M.
Smith zoo meesterlijk werd vertolkt.
Droogstoppel, door den heer J. D. Blaaser,
was komisch—typisch en verleende aan de illu
stratie der beide laatste tafreeleu eeu eigenaar
dige aantrekkelijkheid.
Naar men ons met zekerheid mededeelt,
zal vanwege de Radicale Kies vereeniging Alk
maar en Omstreken, op Zondag den 8 Maart
a. s., middags 12 uur, in het Noord-Holl.
Koffiehuis alhier, als politiek spreker op staat
huishoudkundig gebied optreden, om eene voor
dracht te houden, den Heer C. V. Gerrit
sen, lid vau deu Gemeenteraad van Amsterdam.
De in het vorig jaar alhier opgerichte
Kolf-Societeit, die zich in het bezit telt van
29 leden, heeft onderstaande beschrijvingsbrief
aan hare ledeu verzonden, om op a.s. Zondag
hare eersteu wedstrijd te doen houdeu.
Als voorwaarden worden bepaald
a. Meu speelt drie Seriën om punten.
h. Het bestuur houdt vooraf de loting onder
de leden.
e. Men speelt de eerste Serie in volgorde
der getrokken nummers, met drie persoueD.
d. Bij dazen wedstrijd bestaat ook de gele
genheid tegen een kleinen inleg, een Biljart
wedstrijd ouderling te houden, voor diegenen,
die daaraan wenschen deel te nemen.
e. Voor niet-leden, ui el uitzondering der
leden van de ,Gulden-Socieleit," is de entrée
in de kolfbaan, voor toeschouwers doorloopend
gesteld op 25 Cents de persoon.
f. Tot op den dag van den wedstrijd, kun
nen van af heden, tot leden der Sociëteit,
dezen wedstrijd mede mogen houden, woro.
aangegeven, zij, die ingezetenen der gemeente
Schagen zijn.
g. De Kolfbaan zal tot den wedstrijd, iederen
Societeits-avond open zijn, ter gelegenheid tot
oefening.
De afdeeling Hooru eu omstreken der
Hollandsche Maatschappij van landbouw heeft
besloten aan het gemeentebestuur van Hoorn
de oprichting van een laubouwcursus te vragen.
Maandag ochtend kwam te Scharwoude
(bij Hoorn) bij het afbreken der bouwvallige
kerk een onverwacht neervallend stuk lood te
recht op de artmn van den loodgieter W., die daar
door naar beneden viel. Met gebroken armen
en beenen werd de ijverige werkman opgenomen.
Marktberichten,
Hoorn, 21 Februari 1891. Aangevoerd
H. L
13
Rogge
Tarwe
Garst
Haver
Witte Erwten
Groene
Grauwe
Vale
Bruine Boonen
Geele
w»"«
Paarden
Karweizaad
Mosterdzaad
Paarden
Kalveren
Schapen
Lammeren
magere Varkens
Zeugen
Biggen
Kippen
Kippeneieren
2
207
20
150
64
6
120
25
2000
1100 Koppen Boter, 5.2, lood f
A t te m a a r 21 Februari 1891
5 Paarden
Koeien
nucht. Kalveren
Schapen
magere Varkens
Biggen
Bokken en Geiten
Bo'er per kop
Kip-Eieron per 100
Al fc a a r
2 Koeion
64
7,50
4.75
3.75
1050
12.50
16.—
14.-
14.50
14.—
6.50
9.50
14.-
60.-
7.-
24.—
16.-
8.-
25.-
4.—
-.75
3
-.72
9
6.-
4.75
13.-
15.—
18.—
18.—
16.-
ÏK—
7.25
9.75
15.—
90.-
15.—
28.—
23.—
20.—
35.-
8.—
1.60
3.50
-.75
9
243
347
86
229
4
Aangeveerd
f 250.- a 600.—
f 120.- a 246.—
a
a
a
a
a
a
5.—
16.-
14.-
5.—
4.—
- .65
3.*-
23 Februari 1891. Aangevoerd
t 200.- a 240.—
vette Kalveren f 40a 106.—
(per kilo f 0.80 a .90)
Nuchtere Kalveren f 5.a 18.—
Schapen t 22. a 30.
vette Varkens per P f .36 a .46
Magere dito f 12.a 16.
t*urmerend,24 Februari 1891. Aangevoerd
Aangevoerd 78 stapels.
Hoogste prijs kleine kaas f 34.—
2 stapels commissie f 20.
932 K. G. Boter f 1.30 a 1.40, per K G.
Runderen, lager in prijs, handel traag.
Geldekooien prijshoudend.
Stieren.
Paarden
Vette Kalveren per Kilo f .80
handel vlug.
Nuchtere Kalveren per stuk f
16.handel stug.
Vette Varkens per Kilo f 0.32 a 0.47,
handel vlug.
Magere idem per stuk f 12.a 25.
haudel stug.
Biggen per stuk f 4.a 9. handel stug.
Schapen, haudel in Vette stug. Overbou-
ders prijshoudend, handel vlug.
Kipeieren per 100 stuks, f 3.25 a 3.75.
Eendeneieren p. 100 st. f 3.50 a
67
15
154
37
100
3
29
63
682
117
95
221
1640
1.10,
4a
Heden overleed ons jongste Zoontje
OEHIUT,
in den aanvalligen leeftijd van 3 jaar en 0
maanden.
P. KAT Sz.
T. KAT-Boekel.
Wieringerwaard, 23 Februari 1891.
Hartelijke dank
aan allen en vooral aan hen,
die uit eigen goedheid het
huune hebben bijgedragen zoowel door stoffelijke
bijdragen als door toegenegenheid, om helleven
van onze hoogbejaarde dierbare Moeder A.agtJ6
Volkers, Wed. Jn. GOVERS Az., zoo drage
lijk mogelijk te hebben willen maken.
Kun dankbare Kinderen en Behuwdkinderen
T. DE JONG—GOVERS.
P. ELLEN.
M. ELLEN-GOVEES.
C. KOSSEM.
G. KOSSEN-GOVEBS.
Schagen, K. EKIKS.
22 Febr. 1891. J. ERIKS-Govbrs.