ie- Lffl De Arme Dichter. Donderdag 4 Juni 1891. 35ste Jaargang. ITo. 2512. Schagen, 3 Juni 1891. Postkantoor Scliagcn. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbe- kendeu in de 2e helft der maand April 1891. WORDT VERVOLGD- Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. SSurcau: SCH.AGElf', Gaan, 1), 4. Prijs per jaar f3.Franco per post 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.25; ieders regel meer Sots Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Gemeente Schagen. ft c k e n <1 m a k i ii g e 11. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen, naar aanleiding van art. 228 alinea 2 der Wet van den 29en Juni 1851 (staatsblad no 85) aan belanghobbendcn in berinnering, dat alle vorderingen ten laste der gemeente, zullen moeten ingediend zijn binnen zes maan den, volgende op het jaar, waarovor dezelven loopen en dat bij gebreke daarvan, die vorde ringen zullen verjaard en vernietigd zijn. Wor dende dus allen, die nog eenige vorderingen ton laste dezer gemeente mochten hebben, over den jare 1890, uitgenoodigd, die vóór den 30en Juni a. s. in te leveren, teneinde zich daardoor voor de nietigheid en verjaring er van to vrij waren. Schagen, den 2 Juni 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Binnenlandsch Nieuws, Roman van AUGUST NIEMANN. Eerste deel. 15. VIJFDE HOOFDSTUK. Het park van het slot Brenkenheim was wer kelijk bezienswaard. Het was zeer groot en rijk aan prachtige hoornen. In den beginne wandelden de drie jongelieden naast elkander, doch spoedig begon de slimme Klara, in deze of gene bijzon dere plant of gewas zoo levendig belang te stellen, dat zij onwillekeurig wat achterbleef of in een zijpad verdwaalde, en graaf Philip vond dan ruim schoots gelegenheid, zijn hart tegenover Eva lncbt te geven. „Het is heerlijk, dat gij gekomen zijt," zeide hij. „Ik heb aan niets anders gedacht, dan aan u, mejuffrouw, sedert ik het geluk had, u aan het station te leeren kennen." „Zeer vleiend, heer graaf;" antwoordde zij losweg. „Gij moet niet veel gewichtigs te over denken gebad hebben, om daarvoor den tijd te hebben." „Niets gewichtigs Ik kan mij niets gewich tigere denken dan dit. Ik had volstrekt niet ver wacht, dat mij zoo iels heerlijks zou overkomen. Waarachtig, ik kom hier meer uit piëteit, ik mag de oude vrouw niet altijd alleen laten, maar mejuffrouw, gij ziet zelve, dat het geen genot is, hier in die oude kast opgesloten te zitten." „Gij behoeft geene verontschuldiging te maken over uwe verplichtingen jegens uwe moeder." „Natuurlijk nietHoe gij u toch voegen knnt! Verbazende geoefendheid met de tong, bij vele jonge dames 1 Ik wilde alleen maar zeggen, dat het voor mij de aangenaamste verrassing was, zoo onverwacht u aan te treffen. Gij zijt, gelijk ik hoop, niet boos geweest, dat ik zoo onbeschei den was, dadelijk van uwe gastvrijheid gebruik te maken Sedert heb ik altijd gedacht, dal het voor mij het grootste geluk zou zijn, wanneer ik mijn levenlang u aan mijne zijde bad." Dat klonk bijna reeds als de inleiding eener liefdesverklaring, en Eva's hart sloeg onstuimig. Het was toch maar geen kleinigheid, den toe- komstigeo heer van Brenkenheim op het punt te zien, zich aan hare voeten te werpen. Zou bare droom van toekomstig geluk in grootheid en rijkdom zich zoo schielijk verwezenlijken Maar zij lachte slechts, en daar nu door een opening in het boschage het 6lot met zijn beide ronde toreDS zichtbaar was, bleef zij staan, wees er naar met de hand en zeide: „Zie, hoe grootsch het gebouw zich daar aan ons vertoontIs dat nu oud-duitsche stijl ,Van stijl weet ik niets af," antwoordde de Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestem. Van Schagen J. Vis. Amsterdam. G. Breed. Zwaag. Van Wieringerwaard P. Koorn. Westerland. Voor het door Schagen's Mannenkoor „Euterpe", aanstaande Maandag te Wierin gerwaard te geven Concert, is het volgende programma vastgesteld 1. //Morgenzang,* v. Henti Cartol. 2. //Stille,' v. Stille. 3. //Meilied,* v. W. F. G. Nicolaï, voor te dragen door de heeren W. .Roggeveen Cz. en C. Roggeveen Cz. 4. „Lentelied,* r. Joh. J. H. Verhulst. 5. „O Welt, du bist so wunderschön', v. A. H. Meijroos. 6. „Jagers- lust,* v. Astholz. 7. //Meiplanting,' Muziek van W. H. C. Schmöling. 8. a. „In den vreemde,' v. Joh. J. H. Verhulst. b. „Matrozen lied,* (Uit „Sinyeur Semeijns,* van H. J. Schimmel,) v. Alex. W. A. Heijblom, voor te dragen door den heer A. Hille. 9. „Der Was- serfall,' v. Deck er-Schenk. 10. „Soldatenkoor," uit de Heiligerlee Cantate, v. Richard Hol. Het Bestuur der Afdeeling Noord- Holland van de Vereeniging „Het Neder- landsch Paarden-Stamboek", heeft aan de leden medegedeeld, dat de keuringen van merriën, ter uitreiking van zes en twintig aanhoudingspremiën, zullen plaats hebben graaf. „Ik ken kameraden, die zich gaarne daaimede zeer gewichtig maken, dat zij praten over vensterbogen en romeinsche poorten en dergelijks. Maar ik geloof, dat zij er toch niet veel van weten. Het slot werd in de oorlogen tusschen Karei V en de protestansche Vorsten gebouwd, en in de torens zijn nog de oude geschutspoorten. In de eerste tijden was het maar half zoo groot als nu, later is er een detl bijgebouwd en het heelt nu een andere bouwwijze. Er liep ook een breede gracht om heen en daar rechts om den hoek, was een ophaalbrug. Een oude wijze van versterking, weet gijPhilip von Brenkenheim, tijksridder, behoorde toenmaals onder Maurits van Saksen's beroemde bevelhebbers der rniterij. Sedert hebben de Brenkenheims altijd iets voor paarden over gehad. Deugdelijke uitspanningLigt nu eenmaal in het bloed. Ook bij mijne mama, ofschoon alles een weinig achtergesteld is voor hare geestelijke zending en dergelijke zaken, onze paarden zijn echte raspaarden. Wanneer u mij veroorlooft, zal ik u aanstonds de stallen laten zien." „Het moet u toch trots maken, heer graaf, te kunnen wijzen op zulk een oude bezitting van geschiedkundige beteekenis," zeide Eva na denkend. Zij sprak meer mot de lippen dan met het bart, en deze woorden waren haar onwille keurig ontsnapt; want terwijl de graat tot haar had gtsproken, dwaalden hare gedachten af naar een anderen man, en het was alsof de vergelijking van dezen met baren geleider, de gestalte van Edgar eerst recht levendig haar voor den geest bracht. Welk een onderscheid tusschen hen beiden! Geen spoor van Edgar's geestelijke grootheid was er bij den graaf te vindenHoe onbeduidend kwam deze haar voor! De graaf geleek wel op een pop, met welken zij naar welgevallen zou kunnen spelen want zij gevoelde, dat het slechts van haar afhing, welke richting zij hem geven wilde, en dat zij uit hem kon maken, wat zij wilde. Met vrouwelijke scherpzinnigheid, las zij zijne gedachten en wist, dat het nu in haar hand lacr, hem tot een formeele liefdesverklaring te brengen. Zij zag, dat zijne teruggetrokkenheid, door welke zij zich voor het diner beleedigd gevoelde, nu in bare tegenwoordigheid verdwenen was. O, als zij die twee mannen had kunnen verwisselen Als toch eens Edgar met zooveel bewondering als de graaf tot haar had willen opzien en als Edgar eens zulk een landgoed en titels als de graaf bezatMaar hij was trols en ongenaakbaar, bij berispte haar alleen en dacht niet zeer hoog over haar persoon. Hare opmerking had intusscben grooten indruk gemaakt op den graaf. Nadat zij tot nu geen teeken van bewondering had gegeven, scheen zij eindelijk toch zjjne grootheid en gewichtigheid in te zien. van merriën gehouden wordende in het Noor- derdeel, te Kolhorn, op Dinsdag 23 Juni a.s., des voormiddags 10 ure, bij D. Kist; van merriën gehouden wordende in het Middeldeel, te Uitgeest, op Woensdag 24 Juni a.s., des middags 12 ure, bij Zonjévan merriën ge houden wordende in het Zuiderdeel, te Hoofd dorp, (Haarlemmermeer), op Donderdag, 25 Juni a.s., des voormiddags 10 ure, bij Sis termans. Beschikbaar zijn twaalf aanhoudingspre miën elk ad f 50.voor merriën gedekt en drachtig, geboren in de jaren 1887 en 1888 veertien aanhoudingspremiën elk ad f 100. voor merriën gedekt en drachtig, geboren in de jaren 1885 en 1886. De merriën geboren in 1885 moeten voor de tweede maal drachtig zijn. Niet in het Stamboek ingeschreven merriën, kunnen niet voor een premie in aanmerking komen. Een keuring ter inschrijving van hengsten en merriën in het Stamboek, zal plaats hebben te Halfweg, op Woensdag 17 Juni a. s., des middags 12 ure, bij Coppéeterwijl te Kolhorn op 23, en te Uitgeest op 24 Juni a.s., vóór de premiekeuringen daarvoor ge legenheid zal bestaan. De merriën geboren in de jaren 1885,'86, '87 en '88, welke op bovengenoemde datums „Eigenlijk ben ik er ook wel een weinig trotsch op," zeide hij. „Dat wil zeggen, ik weet zeer goed, dat oudo traditiën nog geen waarde hebben, wanneer de nakomelingen zich hun voor vaderen niet waardig toonen. Zulke traditiën als die der Brenkenheims leggen evenwel verplich tingen op, die op zwakkere schouders zouden drukken. Het is juist omgekeerd als in het gedicht van Schiller, hetwelk gij ook wel zult kennen ,zoon, hier hebt gij mijn spier, mijn arm wordt zij te zwaar'. De oude tijd was beter. Toen kon een zuiver edelman zich nog eens door eigen kracht onderscheiden, nu gaat elk alleen staand persoon ouder in de menigte. Een leger van drie millioen maQ het valt dus moeielijk voor een enkel persoon, om uit te blinken De graaf scheen met de litteratuur niet bij zonder op de hoogte te zijn; maar Era achtte het der moeite niet waard, Schiller in bescher ming to nemen. „Ja, dat zegt mijn broeder Otto ook," zeido zij. „Hij zou gaarne geplaatst woiden bij den generalenstaf, maar er zijn voovele sollicitanten, dio goede vriendschapsbetrekkingen hebben." „Jammer is het, dat uw broeder niet mede gekomen isIk zou mij er zeer in verheugd hebben, hem ook hier te zien. Zeg hem, mejuf frouw, dat hij met uw papa moet komen jagen. Ik zal het zelf ook nog tegen uw papa zeggen. Het moet toch reebt vervelend in Neustadt zijn Hoe kunt gij het daar toch uithouden „Nu, men heelt toch zijn huiselijke bezigheden en men moet zich toch ook een weinig naar de omstandigheden schikken. Daar papa gepensio neerd is, moeten wjj wel op een kleine plaats leven." „Maar gij zult daar niet altijd blijven." t„Dat kan men niet weten. Ik zie nog niet, hoe ik van daar zou moeten wegkomen, en het verstandigste is, zich er aan te gewennen, dat men Neustadt mooi en interessant vindt" „Men kan het doen, maar gij behoeft dat niet te doeo, mejuftrouw," zeide de graaf met een veel beteekend lachje. „Hoezoo „Het hangt toch slechts van u af, mejuffrouw. Gij behoeft het maar te willen, en u staat het leven in een groote stad, eene equipage met volbloed paarden, opera en schouwburg en de voornaamste kring der maatschappij ter beschik king of ook oen slot, in hetwelk dan een ander leven zal heerschen dan nu en De graaf hield de verdere betuiging in, als was bij zelf over zijue wel wat te duidelijke toespe ling verontrust, on zijne wangen werden purper rood. Eva liet hare groote, donkere oogen op zijn verlegen gelaat rusten, en geen trek in haar gelaat verried, dat zij de beteekenis zijner woorden begrepen bad. Zij doorzag hem volko- in het Stamboek worden aangenomen en waarbij de eigenaar voldaan heeft aan de bepalingen van het reglement, kunnen naar de uitgeloofde premiën mededingen. Eigenaars van merriën worden opmerkzaam gemaakt op art. 9 van bet reglement, dat zegt De eigenaar van eene merrie, in het genot van eene aanhoudingspremie gesteld, mag deze gedurende één jaar niet buiten de provincie verkoopen en is verplicht, haar te doen dekken door een hengst, aan welken eene subsidie is toegekend, of welke eene subsidie is waardig gekeurd. Aangiften voor de premiekeuringen worden ingewacht voor 20 Juni a.s., bij den Secretaris- Penningmeester "W. TEENGS te Wieringer waard, bij wien alle nadere inlichtingen te bekomen zijn. De Vereeniging „Helders Belang" vestigt de aandacht van het publiek op de opening van het Badseisoen te Huisduinen, 't Bad-Pa- viljoen, op korten afstand van de kom der gemeente Helder gelegen, biedt, behalve de gelegenheid tot het gebruik van huiten- en binnenbaden, een riant uitzicht aan over de de Noordzee, waar dagelijks oorlogsvaartuigen en torpedobooten passeeren en een talrijke vis- schersvloot zich beweegt. In de nabijheid vindt men eD wist, dat hij halt en half berouw gevoelde, zoo voortvarend geweest te zijn. Zij zag, dat haar voor een gemakkelijk te veroveren buit hield en dat bij, zich er zeker van wanende, dat zij hem niet zou ontgaan, na bet allerliefst weder teruggenomen zou hebben, wat hij zooeven gezegd had. Zij lachte. Zij govooldo zich nauwelijks gekrenkt, zoo gering dacht zij ovc-r de persoon lijkheid van den voornamen jongen heer. „Wis weet," zeide zij. „Misschien is Neustadt beter. Mijnheer de geestelijke heeft zoo opbou wend gesproken over den zegen van een een voudig hart, dat het niet zonder invloed op mij is gebleven. Waar Klara toch blijft Ziet gij haar, heer graat Klara was niet ver af, en zoodra zij haren naam hoorde roepen, kwam zij met een voorge wende onwetendheid naderbij, die alle eer gaf aan haar kunst, zich te maskeeren. Alle di ie keerden naar het slot terug, nadat zij nog de stallen bezichtigd hadden. Graaf Phi lip gevoelde zich blijkbaar verlicht, dat bij zijn bartewensch te kennen gegeven had, zonder daardoor nog gebonden te zijn. Toen zij in het salon kwamen, zat het overige gezelschap reeds aan de koffie, en mevrouw de gravin scheen niet in een al te goed humeur te zyn. Het onderhoud was gerekt on bleei slepend, ondanks de terugkomst der drie jonge menschen. Zoo kwatn mevrouw von Birkhausen, steeds er op uit, «le voortreffelijke hoedanigheden harer oudste dochter in een gunstig licht te plaatsen, er toe, Eva op te wekken tot het geven eener proeve van haar mnsikalisch talent. Wel is waar, stond er in bet slot Diet zulk een heerlijk instru ment, als zij zich dat wel had voorgesteld; slechts een oude piano stoud er in het salon, en de gravin verklaarde, dat dit het eenige muziekin strument in hnis was. Dat was «venwel g< en sterk bewijs voor den kunstzin der bewoners van het slot Brenkenheim. Eva, gehoorzamende aan den wenk harer moe der, begaf zich naar de piano, en Klara sloeg eenige accoorden aan. „Zij is zeer ontstemd," zeide zij aarzelend. „O, dat hindert nietsbracht mevrouw von Birkhausen in het midden. „Het zal wel gaan." Eva verzette zich niet, in de hoop het taaie onderhoud daardoor te bestrijden, en ook begreep zij zeer goed, dat al te hartstochtelijke liederen hier niet op de plaats zouden zijn, en daarom koos zij: „Toen ik afscheid nam—." De slechte piano met haar valsche tonen deed aan de voordracht natuurlijk afbreuk, toch viel bet gezang niet slecht uit, maar het gevolg was toch niet zoo als zi; het gewenscht had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1