AIkeiceb lus-,
Itemi
113
De Arme Dichter.
Donderdag 11 Jtini 1891.
35ste Jaargang. Ho. 2514.
J
Gemeente Schagen.
B e k e ii <1 m a k I n g c n.
Binnenlaiidsch Nieuws,
,.0ïe Veendam."
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
d ag avond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGtK, Laan, D, 4.
Prijs per jasr f8.Franco per post 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 reeels f0.25; iedere regel meer Sets
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der
Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dier gemeente, dat bet kohier
voor het Patentrecht over het Vierde Kwartaal
van bet dionstjaar 1890/91, op den 5en dezer
door den Heer Provincialen Inspecteur in de
Provincie Noord-Holland is executoir verklaard
en op heden aan den Heer Ontvanger der directie
belastingen binnen deze gemeente ter invordering
is overgegeven.
leder ingezeten welke daarbij belang heeft
wodrt alzoo vermaand op de voldoening van
zijnen aanslag behoorlijk acht te geveD, ten einde
alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatig
heid zouden voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 9 Juni 1891.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
C. H. BEELS.
Schagen, 10 Juni 1891.
Schagen's Mannenkoor #Euterpe* gaf 11.
Maandag onder leiding van haren ervaren Direc
teur, den Heer Jb. Denijs Jz.een concert ten
lokale van den heer J. Boon te Witringerwaard,
hetwelk werd bijgewoond door een zeer talrijk
en uitgelezen auditorium.
Omtrent de uitvoering mag Euterpe ten zeerste
tevreden zijn de koornummers voldeden alles
zins, door karakteristieke voordracht en zuivere in
tonatie terwijl de solisten, de h.h.A. Hille,
C. en W Roggeveen, door het auditorium gebi-
Roman van AUGUST NIEMANN.
Eerste deel.
17. ZESDE HOOFDSTUK.
Eindelijk den dag voor het verstrijken van
zijn verlof verscheen de graaf tot groote vreugde
en voldoening van mevrouw von Birkhausen in
gezelschap van zijn moeder. Wel is waar was
de gravin niets minder dan vriendelijk beleefd.
Zij sprak van bezigheden, welke zij in de stad
afgedaan had, en van welke gunstige gelegenheid
zij gebruik maakte, het vriendelijke bezoek der
familie von Birkhausen te beantwoorden. Het
viel zeer duidelijk aan baar op te merken, dat
zij alleen op aandringen van haar zoon er toe
besloten had, te komen. Zij bleef slechts tien
minuten en sprak geen woord, hetwelk kon doen
veronderstellen, dat eene voortzetting der kennis
making door haar niet gewenscht werd.Maar zij had
tocb het bezoek beantwoord, en dat was mevrouw
von Birkansen voldoende, die voor het inacht-
nemen der maatschappelijke vormen een zeer
scherpen blik bezat.
Haar zoon bleef langer. Hij zou later zijn
moeder wel in het hotel ontmoeten en met haar
terugrijden. Hij zeide tot. Eva, dat bij hoopte,
haar spoedig weder te zieD, en toen Eva zich
tegeoover dezen wensch zeer koel betoonde, nam
hij zijn toevlucht tot mevrouw von Birkhausen
en vroeg haar, zonder dat Eva het hoorde, op
welke wijze hij het geluk zou kuDnen hebben,
haar dochter weder te ontmoeten.
„Ik ga weder naar Potsdam," zeide hijhet
zou voor mij ontroostbaar zijn, wanneer deze
aangename kennismaking werd afgebroken. Mis
schien komt u van den winter wel eens in Berlijn.1'
Mevrouw van Birkhausen had reeds baar plan.
Tot geen prijs wilde zij, wanneer het haar eenigs-
zins mogelijk was, den voorzichtig aarzelenden
minnaar luslaten. Maar zij trok zulk een argeloos
gelaat.
„Och mijn waarde graaf,* anlwoordde zij,
„daarop is volstiekt geen vooruitzicht. Maar
misschien komt gi) den volgenden zomer weder
op het land, en wy zouden 01 s dan zeer vtr-
heugen, u weder bij ons te zien.*
„De volgende zomer is nog ver af, zeide hij
nadenkend en besloot toen eens te onderzoeken
seerd werden.
Zal dit Concert een aangenamen indruk ach
terlaten bij de te Wieringerwaard wonende
minnaars der muzikale kunst, harerzijds zal
Euterpe, dank zij de zeer goede recette, niet
minder tevreden zijn.
Vrijdag ontlastte zich boven Purmerend
en omstreken een verschrikkelijke wolkbreuk,
die zoo zeer in hevigheid toenam, dat de stad
weldra op verscheidene plaatsen onder water
stond, sommige inwoners moesten uit hunne
huizen vluchten, het water golfde de huizen
binnen. Met het vee op het land was het ook
treurig gesteld, de schapen regenden letterlijk
dood, één landman onder anderen verloor in
een nacht 20 schapen. Het was een treurige
aanblik den volgenden morgen die doode beesten
te zien vervoeren. Niemand heugt het ooit
zulk een ontzettenden regen te hebben bijgewoond.
Wy lezen in hot Handelsblad van
hedenmorgen
PHILADELPHIA, 26 Mei 1891. [Part. corr.]
(Per s.s. City of Paris.)
De telegraaf heeft u zeker reeds een en ander
gemeld omtrent de wederwaardigheden van de
Veendam, van de N. A. S. M. Met het doel
u een authentisch verhaal van het gebeurde te
kunnen geven, seinde ik heden aan een bevriend
journalist te New-York. die zich ten kantore der
Mpy. in Broadway vervoegde en my de volgende
gegevens telephoneerde
De Veendam arriveerde in haar dok aan
den Hudson gisteren (Maandag 25 Mei) te 2.10
namiddags met 620 passagiers, waarvan er 21
eerste klasse waren. Alles was wel aan boord.
hoe het toch stond met de verhouding tusschen
Eva en dien mijnheer Scbubert. „Een geheel
jairzeide hij. „Daar kan veel gebeuren. Men
kan sterven, men kan huwen. Jonge meisjes van
buitengewone schoonheid engageeren zich even
dikwijls, als men een hand omdraait.*
„Dat is volkomen waar antwoordde mevrouw
von Birkhausen. „Daar kan niemand voor borg-
staan."
„Misschien komt er een of ander kameraad
van do dragonders en snapt uw dochter weg,
misschien ook anders niemand
„Er zijn vele dingen mogelijk, mijn beste
graaf," antwoordde zij zuchtend.
„Wat is het toch met mijnheer Schubert, dien
schrijver?" vroeg hij recht op den man af.
„Hoezoo?" vroeg zij daartegen.
„Ik denk, dat hij mejuffrouw Eva het hof
maakt, maar ik denk niet, dat zij zich zal ver
nederen, en het zich zal laten welgevallen."
De goede mevrouvi von Birkhausen had al
hare vereering van den rang en den rijkdom
van den graaf Brenkenheim noodig, om zulk een
vrijpostig uitbooren, waarvan de beteekenis zeer
duidelijk was, niet beleedigend te vinden. Bij ds
gedachte, dat mijnheer Schubert werkelijk als
minnaar aanzoek zou kunnen doen om Eva's
hand, deed haar huiveren. Maar tegenover de
talmende en besluitelooze houding van den jongen
graaf, achtte zij het niet zoo verkeerd hem door*
jalouzie te prikkelen.
„Eva is zulk een onberekenbaar karakter, mijn
beste graaf,* zeide zij, „en wat mij betreft, zoo
zou ik nimmer hare genegenheid eenig geweld
Willen aandoen."
„Dus u denkt, dat het werkelijk iets is, met dien
schrijver? Mevrouw meent gy, dat het mogelyk
zou zijn, dat zij belang Btelde in dien democ
raat
„Democraten verkeeren niet iB ons buis,"
antwoordee zij op koelen toon.
„Pardon, lk heb nu eenmaal een aangeboren
afkeer jegens bnrgers in eiken vorm, vooral
wanneer het pennelikkers zijn."
„lk begrijp u zeer goed, myn waarde graat,
en ik gevoel met n hetzelfde. Ik wil ook zeer
openhartig jegens u zijn," zeide zy gemoedeiijk.„Op
dweepzieke karakters, als jonge meisjes hebben,
werken dikwijls invloeden, welke men zich
moeielijk kan verklaren Een kleine stad met
hare verveling is juist voor deze leet'tyd gevaar
lijk. Eva zal in het najaar bij mijn zuster gaan
logecren en daar langeren tijd blyven."
Het schip verliet Rotterdam op 9 Mei en Bou-
logne op 10 Mei en zette de reis zonder tegen
spoed voort tot Yrydag 15 Mei, toen men eene
lichte beving aan boord waarnam.
De machines stonden plotseling stil, en by
onderzoek bleek dat de schroefas nabij de machine
in diagonale richting was gebroken. De oorzaak
daarvan is onbekend, daar de zee kalm was en
de wind niet sterk. Men veronderstelt echter dat
de schroef op een gezonken houtblok of op iets
anders stiet. Gedurende den avond werd eene
godsdienstoefening in de groote kajuit gehouden,
en de kapitein, de heer A. ROGGEVEEN, zeide
dat er volstrekt geen gevaar was, dat hij voor
zes weken provisie aan boord had en dat men
bezig was de as te herstellen.
Des Zaterdagsochtends zond men vuurseinen
op en eindelijk kwam de La Flandre, van
Antwerpen naar Philadelphia, op zijde. Spoedig
was de Veendam op sleeptouw genomen en
werd met halve kracht over de Newfoundland
Banks gesleept. De laatste liggen op 700 mijlen
afstand van New-York onder de Canadeesche
kust. Er waren talrijke visschersbooten in die
wateren en men moest heel wat manoeuvreeren
om een aanvaring te vermijden. Dit had ten ge
volge, dat de kabelbok op Zondag brak, zoodat
de Veendam los kwam, en daar er een dikke
mist heerschte gingen beide schepen voor anker.
De mist trok des Zondags om drie uur 's namid
dags op, en daar de as tegen dien tijd hersteld
was girig de Veendam onder eigen stoom en
met halve kracht op weg naar New-York. De
La Flandre kon haar niet by houden en verloor
haat uit het oog.
Des Dinsdagsochtends in de vroegte brak de
as opnieuw, maar de Flandre daagde niet
weder op. Er kwam een tweede mist tijdens
welken de Veendam opnieuw werd gerepa
reerd toen men wederom gereed was, trok
de mist op en werd de reis naar New-York zonder
verderen tegenspoed voortgezet. Des Zondags
kwamen de eerste berichten omtrent het ge
beurde te New-York aan, doch langs indirecten
wegde kapitein eener inkomende stoomboot
„Waar woont mevrouw, uw zuster?*
„Myn zuster is met een zeer welvarend koop
man in Berlijn getrouwd.*
„Ah, Berlijn zeide de graaf. „De oude is op
mijne zijde dacht hij. „Nu is het mijn schold,
als bet ding zich niet zoo draait, als ik het wil.
vi ilt gij mij niet het adres geven vroeg hy.
„Zeer gaarne, waarde graafZij Dam nu
zijn visitekaartje en schreef daarop Wilibald
Spracker's naam. Mijn zwager moet voor zijne
zaken dicht bij de beurs wonen,* voegde zy er
aan toe, „en hij heeft nog geen keuze kunnen
doen van de plaats voer de viila, welke bij wil
laten bouwen.*
Zij achtte bet noodig, dit er aan toe te voegen,
opdat de graaf zich uiet zou ergeren aan mijn
heer Spracker's woning in het midden der stad.
In waarheid bestond die villa alleen in de fanta
sie van mevrouw Friederike Spracker.
„Ik ben u zeer dankbaar, mevrouw zeide
de graaf, terwijl hy bet visitekaartje in zijn
portefeuille wegsloot. „Ik zal niet in gebreko
blijven, mijne opwachting te maken. Wanneer
zal uw dochter komen
„Ik denk, in bet begin October. Voorloopig
is de familie Spracker nog in Zwitserland."
De jonge graat nam werkelijk afscheid, zouder
dat hij zich tot eenig beslissend woord bad
laten verleiden, ofschoon mevrouw von Birkhau
sen het zoo wist in te richteD, dat bij ten slotte
nog een half uur met Eva alleen bleef. Hy wist
in dien tyd niets beters te doen, dan haar een
wedren in Hoppegarten te beschrijven, en haar
te vertellen, dat hy zich colesaai zou verheugen,
wanneer hij haar daar zien en haar alles toonen kon.
„Gij zyt een onnoozele oolykerd!" dacht
mevrouw von Birkhausen, toen hij bet huis
verliet, zij zag, dat hy op Eva verliefd was, en
zij wist uit eigen ervaring, dat de al te bedacht
zame menschen in de lietde niet gelukkig zijn.
Eva was er in den beginne zeer ingenomen
mede, dat de graaf weg was. Ten slotte was
bet lastig geweest, complimenten en verborgen
liefdesveiklaringen aan te hooren van een ver
eerder voor wien zij niets kon gevoelen, en by
wien zij de aanhoudende vrees bespeurde, zich
te ver bloot te geven. Als echter nn na eenige
dagen ook haar broeder Otto weder vertrok en
het buis zoo stil werd, als ook Edgar zich niet
weder zien liet, gevoelde zij eene groot onbe
vredigdheid. Het was toch zoo schoon geweest,
dagelyks bouquetten van een graaf te ontvangen
en zich het hof te laten maken van een man,
had het bericht van den loods, die ze kreeg van
den kapitein wien de Flandre ze signaleerde.
Eveneens op Zondag passeerde de Veendam
een ijsberg of liever dreef een ijsberg aan de
Veendam voorbij, en terwijl het schip Dinsdag
in de mist stil lag, „vloog" eene Duitsche paket-
boot (vermoedelijk de Aller) met eene snelheid
van 20 knoopen aan haar voorbij. Toen de mist
optrok ontdekte men een grooten walvisch, die
langen tijd rondom het schip speelde.
De machinist zeide in een interview: Op 15
Mei 2.30 nam gaf de machine een schok en
ging toen aan het hollen. Ik stond op de boven-
lijst en de derde machinist was beneden. Hy
sprong aanstonds naar de klep en sloot den stoom
af, maar het schip liep met zulk een vaart, dat
de schroef een poos bleef doorloopen in weerwil
van het remtoestel, en het laatste, rondgeslingerd,
sloeg een gat van drie vierkante meter in den
wand, terwijl ook andere schade in de machine
kamer werd aangericht. De stoompijpen van het
stuurtoestel braken en de geheele machinekamer
geraakte vol stoom. De breuk in de asch bleek
21 Eng. duim lang te zijn, en de reparatie door
middel van patent c o u p 1 i n g vorderde drie
dagen. Na zeven uren langzaam te zyn voorge-
stoomd, brak de as opnieuw op de oude plaats,
en werd wederom hersteld en met staalkabels
omwonden.
Zoover het verhaal van mijn berichtgever. De
La Flandre arriveerde gisteren in deze haven,
en ik had een onderhoud met kapitein Niamis.
Hy zeide de Veendam op haar verzoek te
hebben bijgestaan en verliet het schip natuurlyk
niet voordat hy de verzekering ontving dat het
New-York zonder hulp kon bereiken. Hy achtte
het een geluk dat de boot goed weder trof; by
storm hadden de gevolgen zeer ernstig kunnen
zijn. Kapitein Niamis roemde ten zeerste het
seamanship van zyn collega ROGGEVEEN,
maar wilde betreffende den aard van het ongeluk
zelve geene meening voor publicatie uiten.
Dat de houding van den heer ROGGEVEEN,
ook door de passagiers op prys wordt gesteld,
blijkt wel uit het volgende diploma, hem na
om wien alle jonge meisjes der geheele stad
haar moesten benijden. Nu was dat voorbij, en
Eva gevoelde zich ternedergedrukt door de
gedachte, dat zij toch geen invloed genoeg bezat,
om een aanbidder voortdurend te boeien. Edgar
schonk haar geen aandacht, de graaf liet hot
blyven bij hofmakerij. Wel is waar, waren beide
niet met elkander te vergelijken. Alleen ydelheid
en de ongunstigste eigenschappen van haar
karakter verbonden haar aan den graaf, daaren
tegen werd zij tot Edgar meer en meer aange
trokken door een gevoel, waartegen zij tevergeefs
zich verzette, en dat onisproot aan het beste
deel van haar gemoed.
in deze intoonigheid, welke nu loodzwaar op
haar drukt, was het voor haar een troostmiddel,
dat hare moeder er van sprak, dat zij bij de
familie Spracker in Berliju zou logeeren. Dat zon
toch een aangename afwisseling ztjn, te meer, om
dat aan dat uitstapje gepaard ging de aanschaffing
van nieuwe costumes en hoeden.
Zyuerzyds had Edgar Schubert op den dag,
op welken hij den graaf ontmoet had, met vree-
ze ontwaard dat geheel zyn gemoed weder in op
stand was. Zoo had hjj zich dus in zich zeiven
bedrogeo Aan de jalouzie, welke hem overviel,
had hij ontdekt, hoe onstandvastig zijn hart was.
Eu aan wien had hij dat hart geopeubaard?
Aan een wezen met een oppervlakkig karakter,
een meisje, dat zich in haar gemoedsleven door
niets onderscheidde van de zeer gewone soort,
een jonge dame, die van de glinsterende uniform,
en giafelijken titel en de ijdeltuiterij van den
eersten den besten mooien man zich liet inpal
men. Welk een jammer, dat du natuur, dit
innerlyk onbeduidende schepsel toch niet met zulk
een, bekoorlyk uiterlijk had toegerust 1 Die spre
kende oogen, dat betooverend gebarenspel, die
lieftalligheid der bewegingen, die schoone stem,
die gloedvolle voordracht in haar gezang
Te vergeefs gaf hy zich moeite, aan bet
geschiedkundig werk, hetwelk hy voor de firma
Friedrieck Schotmuller schreef, met aandacht
te arbeiden te vergeefs was zijn streven, zich
door de verheven gedachten der goddelyken
mannen der oudheid te laten verheffen boven de
ijdelbeden van het aardscbe leven. In koortsach-
tigen haast verdiepte hij zich in de benijde
litteratuur der ouden, maar lelkenmale zag by
Eva's lieffyke gestalte voor zich, en leerde het
hem dat het gemoedsleven zich maar niet door
theoriën de wetten laat stellen.
W0&DT YJifiVULfcfi-