r- De Arme Dichter. Zondag 12 Juli 1891. 35ste Jaargang. lJo. 2532. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: S€HAGKX, Laan, D, 4. Gemeente Schagen. B e k e n <1111 akin^en. BOTERMARKT te SCHAGEN. 9 Juli a. 8., ingevolge art- 110 der alsdan in werking getreden nieuwe poli tieverordening voor die gemeente, de boter aldaar ter markt zal moeten worden ge bracht in stukken van een gewicht, groot 5 en 19 hectogram, CU en .1 kilogram) en dat de overtreding van die bepaling zal worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste t ÏO. POLITIEVERORDENING. VOitDT VERVOLG». SCHAEER COURANT wal Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- A Zater- d ag avond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEH- TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per pest S.SO. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.25; ieder# rsgtl me Groots letters worden naar plaatiruimte berekend iots POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich tingen te bekomen omtrent een gevonden zil veren ringetje en een opgevangen liondL. Burgemeester en Wethouders van Scha gen brengen ter kennis van belangheb benden, dat, vanaf Donderdag, Schagen, den 26en Juni 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge de door den Baad dier gemeente vast- Roman van AUGUST NIE M A N N. Eerste deel. 25. ACHTSTE HOOFDSTUK. Het was toch heerlijk, in Berlijn te kunnen genieten en toch al dat vermaak slechts als een bijzaak te kennen beschouwen, omdat een trouwe, edele liefde baar hart vervulde. Of de graaf wel in Berlijn zou komen Eva huiverde bij deze gedachte. Zij wist zeer goed, dat de graaf komen zou. Zij was niet zoo kortzichtig, dat zij dat niet zou hebben doorzien, wat het belangrijkste oog merk van haar reis was. Al had hare moeder ook niets gezegd, zoo wiat Era toch zeer nauw keurig, wat met tante Spracker was afgesproken als had zij zelve de correspondentie gelezen. Maar graaf BreDkenbeim zon zich zeer vergissen. Wanneer hij bet mocht onderstaan, weder met zijne half verdekte aanzoeken voor don dag te komen, dan zou zij hem wel doen spreken. Welk een triumf zou het zijn, wanneer hij werkelijk openlijk een aanzoek zou doen om haar band en zij hem dan lachend en koel zou kunnen zeggen, dat hij te laat kwam. Was er wel een trotscber gevoel dan dit, dat men een graaf afwees, omdat men een armen dichter lief had En dan later zou Edgar alles veruemen. Hoe dankbaar zon hij haar dan zijn en hoe trotsch zou hij zijn op zijne geliefde, wanneer hij vernam, welk offer zij voor hem gebracht bad Met znlke gedachte reisde Eva naar Berlijn, en zij was zoo zeer met hare gedachten bezig, dat de reis, welke vier our duurde, haar volstrekt niet lang toescheeD. Welgemoed steeg zij uit en vond oom en tante Spracker, alsmede nicht Oabriele in de stationswachtkamer op haar wach tende. Er volgden nu eenige hartelijke omarmin gen en kussen en tallooze vragen en antwoorden. Oom Spracker had toch een zeer stoppelige baard, dacht Eva, toen hij haar kuste. En hoe burgerlijk zag hij er uit in vergelijking der dames Hiemand zon aan hem een millionair gezien hebben. En daarbij redeneerde hij zoo wijs. „Waar hebt gij uwe bagage, Eva vroeg bij na de eerste begroeting. „Een koffer en een sloitmand behalve dit koffertje? Dan doen wij het beste, d at wij die beide groote stokkeD aan het goederen bureau ter bezorging afgeven en te voet gaan. vlot na 7An 'n taiiee reis wel zoo aangenaam. gestelde regeling betrekkelijk het, onderzoek naar de broeiing van hooi, enz. Ie. de gemeente is verdeeld in eene Noorde lijke- en eene Zuidelijke Ilooistekerswijk en de scheidingslijn, tnsschen die wijken wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brug aan de Lange Snevert, door de Hoep, over de Markt naar en door de Heerenstraat, langs de Loet, den Menis- weg, en het pad loopeude langs het Schagerwiel, en van daar langs den dijk, liggende aan den Zuidkant van den Polder Burghorn tot aan de gemeente Sint Maarten 2e. dat voor het loopend jaar tot Hooistekers zijn benoemd voor de Noordelijke WijkWILLEM BLEEKER, (Noord, Wijk A, No. 41), en AR1E KANT, (Nes, Wijk H, No. 1); voor de Zuidelijke Wijk JAN ROOS, (Hoep, Wijk C, No. 57), en TIJS BIJPOST, (Laan, Wijk D, No. 17); 3e. dat ingevolge het bepaalde bij de politie verordening voor deze gemeente, ieder houder van hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door broeiing ontdekt, verplicht is, daarvan onverwijld kennis te geven aan den Burge meester en een der Hooistekers, voor de Hooi- stekerswijk, waarin hij woonachtig is, zullende •de Rooistekers bovendien ten allen tijde tot het onderzoeken van het hooi en stroo moeten worden toegelaten 4e. dat niet naleving der sub. 3 vermelde bepaling strafbaar is gesteld met eene boete eens de beenen te kunnen rekken." „Maar, Wiiibald, wanneer Eva nu van avond haar koffers nog noodig heeft zeide zijne vrouw. „Wat kan een vigelante kosten „Lieve Friederika, het is mij niet te doen om het geld,* zeido mijnheer Spracker, „maar ik beschouw het uit een nationaal accouomisch standpunt voor verkeerd, twee gulden uit te geven, als men hetzelfde voor een gulden gedaan kan krijgen. Ik heb u dat al dikwijls gezegd. Men moet er grondbeginselen op nahouden, en daarvan mag men dan ook in kleinigheden zelfs niet aiwijken. Schapenhauer zegt met recht, dat men een mensch reeds naar zijne handelwijze tot in de geringste kleinigheid kan beoordeelen, omdat het karakter onder alle omstandigheden zich afspiegeld. Een man van zaken, die noodeloos tien centen uitgeeft, zal, volgens mjjDe overtui ging, zijn loopbaan eindigen met een bankroet, eu Eva verstond bet overige slechts gedeeltelijk, want Gabriele had haar arm genomen en geleid de haar, onder levendig gepraat, door de menigte. Hoe schitterend was toch dat electrisch licht in vergelijking met de treurige gasvlammen van het station in Neustadt. Gabriele nam de leiding der aangelegenheden op zich. Zij riep een pakjesdra ger en bestelde een vigelante eeiste klasse, zonder zich om haren vader te bekommeren, die in levendige woordenwisseling met mama volgde. Mijnheer Spracker was slecht geluimd, toen hij bemerkte wat er gedaan werd. „Wanneer gij wildet rijden, hadden wij beterde paardentram kunnen nemen, dio veel sneller rijdt,* bromde hij en hij wilde niet instappen., maar te voet gaan en nog een paar zaken afdoen. „Dan knnt gij nu meteen het rijtuig wel betalen,* zeide Gabriele. Mijnheer Spracker deed dit met onverholen weerzin, en Eva werd door deze ontvangst pijnlijk getroffen. Zij had zich oom, den millionair, toch anders voorgesteld en trok uit de geheele toedracht ongunstige gevolgtrekkingen voor haar verder verblijf. „Het was op de reis in Zwitserland ook zoo. Men moest bem laten begaan en zich er maar niet aan storen, doch doen, wat men noodig achte," zeide Gabrielle, die op Eva's gelaat hare gedachten las. Het rijtuig rolde ratelend door de straten en hield na een kwartier voor een groot buis in de Koningstraat stil. De dames stegen de twee trappen op, en Eva nam nieuwsgierig de woning van den rijken oom op. De kamers waren groot van ten hoogste f 25. Schagen, 1 Juli 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter algemeens kennis, dat de op 30 Juni 1.1. afgekondigde nieuwe politieverordening voor die gemeente, ingevolge het bepaalde bij art. 175 der gemeentewet, gedurende drie maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing ligt dat zij in werking treedt den 8en dezer en vanaf dien datum ter Secretarie in druk ver krijgbar zal zijn tegen den prijs van 25 cents per exemplaar. Schagen, den 3en Juli 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Slot. Hoofdstuk IX doet ons kennismaken met uPolitie op de wateren in de gemeente." Men treft er bepalingen in aan over de ligplaats van veerschuiten, schepen voor bergplaats enz., en vrij elegant gedecoreerd, maar Eva vondtocli dat de gezelligheid er aan ontbrak, welke aan de vele kleine kamars thuis in Neustadt eigen was. Zij waren niet zeer harmonisch ingericht, zoodat Eva instinktmatig gevoelde, dat enkele prachtige stokken onder de ouderwetsche meu belen alleen met veel moeite van oom Spracker moesten zijn afgebedeld. Het gezelligste was nog Gabriele's kamer, in welke Eva met haar nicht voortaan zou wonen. Toen Gabriele met haar alleen was, viel zij haar om den hals en fluisterde haar toe „Ik weet alles. Meisje, wat hebt gij toch aan de handGij moet mij dat uitvoerig verhalen." „Hoezoo wat bedoelt gij P* vroeg Eva. „O, ik weet dat gij in 't geheim een minnaar hebt. Hoe hemelsch Ontken bet maar nietIk sta aan uw zijde." „Maar wat weet gij Ik begrijp u niet.* „O, ik weet het. Tante heeft het aan mama geschreven. Ik beb de brieven gelezen. Mama heeft geen geheimen voor mij. Ik heb haar dat zoo aangewend. Gij zijt hierheen gezonden, om den jongen man te vergeten en u met graaf von Brenkenheim te verloven. Het is een mooie roman. Gij zijt gelukkigGij moet mij vertellen, hoe dat gekomen is. Ik merkte dat ook wel, toen wij bij u waren. Heeft hij u dan werkelijk zijne liefde verklaard? Hoe was dat wel?" „Nu," zeide Eva, „daar gij dit weet, wil ik het voor u ook verder niet geheim houden Te meer, daar gij toch uiet goed zijt ingelicht. Mijn mama mag het plan koesteren, dat ik mij met graaf von Brenkenheim zou moeten verloven. Maar ik ben verloofd, en „Gij zijt verloofd „Zekerlijk ben ik verloofd, al is het ook in het g heim. Ik ben met Edgar Scbubert verloofd en zal geen ander nemen." „Eva riep Gabriele vol bewondering uit. „Mijne oudera wilden niet toegeven, maar ik zal hem trouw blijven." „En wat is het met graaf von Brenkenheim vroeg Gabriele niet zondor jalousie. „De graaf heeft mij een weinig bet hof ge maakt, maar mijne mama vergist zich, als zij denkt, dat hij ernstige plannen koestert. Dat wil zeggen,* voegde zij er met een zekere ijdelbeid aan toe, „wanneer ik maar gewild had, ware ik al lang met hem verloofd.* „Pas op, hij zal wel komen,* zeide Gabriele, die er zich zeer in vt rheugde, dat een graaf bij baar bezoeken zou afleggen. „Hij zal toch ko men. Ik heb het duidelijk gelezen uit de brieven het verbod om zonder toestemming van B. en W. op het ijs baanveger te zijn, tenten op te slaan, iets te doen wat hinderlijk is voor schaatsenrijders of sleden, sloppen of galen te hakken, tenzij rondom en tot beveiliging van vaartuigen, over de verontreiniging op welke wijze ook van water, de verplichting om voor schoeiïngen te zorgen en het verbod om in de kom der gemeente boomen of haken met ijze ren punten te gebruiken. Hoofdstuk X, Toezicht op sommige bedrij ven, erkent de bevoegdheid van B. en W. verkoop van eetwaren als schadelijk voor de gezondheid te verbieden, iets wat zelden zal voorkomen dan in geval van epidemische ziek ten; laat niet toe dat bedorven eetwaren in winkels aanwezig zijn; geeft de macht aan den aan te wijzen keurmeester steeds tot keuring over te gaan, en gelast dat afgekeurde waren onder toezicht van de politie en ten koste van de overtreders door hen worden begraven. De aanvoer ter markt van boter geschiedt in stukken zwaar 5 en 10 Hectogram. De man den er, tobben dragen den naam van hem, die ter markt brengt. Hoofdstuk XI behandelt in 5 afdeelingen openbare reinheid en gezondheid, als a.\ honden van varkens enz. b. slooteu en wateren, c. be smettelijke ziekten, d. ledigen van putten, riolen enz. en e. het vervoeren en begraven van lijken; staat aan B. en W. toe binnen de kom het houden van varkens en ander gedierte, het hebben van mesthoopen, vuilnis, afval, het uit spreiden in tuinen of het doen loopen in sloo- ten van dergelijke stoffen, in het belang der van uwe mama. Dit is een plan de campagne. Alles is afgesproken.* „Er mag zooveel afgesproken zijn als het wil, doch ik weet ook, wat ik wil. Overigens geloof ik ook nog volstrekt niet, dat de graaf komen zal.* „Dat moet men afwachten." „Wat zou hem bewegen, te komen? Wij zijn toenmaals zeer koel gescheiden. Waarschijnlijk heeft hjj reeds lang een nieuwe vlam ontdekt. Een man als hij heett toch zoo vele gelegen heden." Dit zeide Eva toch met een gevoel van naijver, dat de mogelijkheid bestond, dat de graaf eene nieuwe lietde zou hebben opgevat. Hier bij hare bloedverwanten, onder zulk eene geheel andere omgeving, tegenover hare nicht, door wie zij uithoofde hare geheime liefde met een zekere bewondering werd aangezien, deed zich toch ook do trots gevoelen omtreut bet aanzoek van den graaf. Wat moest bet haar in belangrijkheid doen stijgen, wanneer werkeljjk graaf Brenkenheim zich kwam aanmelden. Er was immera geen gevaar bij. Zij was zeker van haar hart, en sedert zij van Edgar verwijderd was, bezat diens persoonlijkheid voor haar nog meerderen glans. Hoe zeer onderscheidde hij zich toch van zoo gewone menschen, gelijk zij die tot nn op reis gezien had. Hjj was als een prins in cognito. Maar graaf Brenkenheim bracht zooveel met zich, wat de oogen der wereld verblinde. Gabriele had gelijk men moest afwachten. En wanneer hij dan kwam, dan kon zij toch niet onbeleefd tegen hem zijn. Waarom zou zij het zich niet laten welgevallen,dat bij heej het hofmaakte Dat zou aan haar verblijf in Berlijn toch eene aantrekkelijkheid verleenen Zij scbreet dadelijk aan Gabriele 's schrijftafel een briefje aan Edgar. waarin zij hem mede deelde, dat zij gelukkig aangekomen was en dat hij zijne gedichten kon zenden. Hij moest ze adrosseeren poste-restante het hoofdkantoor in de Koningsstraat. Ze had met Gabriele deze geheime correspon dentie afgesproken, en Gabriele vond het hoogst verrukkelijk, edele liefde te mogen beschermen. De jonge meisjes begaven zich op weg, bet briefje per post te bezorgen, en waren terug, voor nog mijnheer Spracker aan het souper ver scheen. VLUi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1