Be Arme Dichter. Donderdag 16 Juli 1891. 35ste Jaargang. Uo. 2533. il. UitgeverJ. WINKEL. Bureau: S€HA«EAT, Laan, I>, 4. Gemeente Schagen, Bek e n <1 maki »i g e 11. Vergader!na* van den Raad der gemeente Schagen op Zaterdag den 18 Juli 1891, des morgens ten 10 ure. Onze Gemeente-Financiën. C. Smit, Jb. Stammes, en H. B. Voorman. Binnenlandsch Nieuws, Schagen, 15 Juli 1891. SCI AlseiMiliis- COURANT rtenlie- L Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE* TENTIÈN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN één dag vroeger. Prij» por jaar f3.Franco por poit 3.60. Afzonderlijk* nummer* 6 0*nta. ADVERTEHTIËN Tan 1 tot 5 regel* f0.2B; i*der* r*g*l me Groot* letter* worden naar plaatsruimte berekend Bats Punten van behandeling 1. Ingekomen stukken. 2. Aanbieding gemeenterekeuing 1890. 3. Voordracht benoeming zetters. 4. Rapport betrekkelijk het verschaffen van eene woning aan den Opzichter der Algemeene Begraafplaats. Schagen den 15 juli 1891. De Burgemeester a/i W. A. HAUZEU, Wethr. Eene belangrijke factor voor het beoordeelen van gemeente—toestanden, is het kennen van gemeente-financiën. Evenals bij bijzondere personen de wijze waarop men leeft, de uitga ven die men zich veroorlooft, rekening houden met het bezit van geld, behooren de maatre gelen, in het belang eener gemeente te nemen afhankelijk te zijn van de aanwezige fondsen en van de gelegenheid om versterking aan te brengen, zonder de ingezetenen merkbaar te drukken. Versterking van middelen geschiedt bij ge meenten, door bet sluiten van leeningen en door verhooging van belastingen. Leeningen hebben plaats voor bijzondere zaken, b.v. het koopen van woningen, stichten Roman van AUGUST N IE M A N N. Eerste deel. 26. NEGENDE HOOFDSTUK. In het huig van mijnheer Spracker scheen met betrekking tot bet huiselijk verkeer even weinig harmonie te heerschen als zulks nü het geval wai bij het ameublement der kamers. Van die desharmonie kreeg Eva bij het souper een sprekend bewijs. Mijnheer Spracker was niet in een al te best humear, en de oorzaak hiervan bestond niet alleen in den duren rit van het station. Hij trachtte zijn kwaad humeur volstrekt niet te verbergen en liet zich ook niet door de tegenwoordigheid zijner nicht weerhouden, over intieme zaken te spreken. „Hoe is dat nu, lieve Friederika," zeide hij aan het souper, „hebt gij toch Halbach 's rekening nog niet betaald?' Mevronw Spracker wisselde ter sluiks een blik van verstaudhouding met haar dochter. „Zeker lieve man," antwoordde zij met goed gespeelde verwondering. Niet waar, Gabriele, gij waart er toch b:j, dat ik Halbach het geld bracht „Zeker, mama!" antwoordde Gabriele. „Hm, hm,4 zeide mijnheer Spracker, „dan begrijp ik het volstrekt niet. Ik kwam zooeven bij Halbach, om hem te zeggen, dat hij voortaan alle rekeningen aan mij persoonlijk, aan de firma moest adresseeren. Want gij vrouwen hebt niet het minste verstand van zaken doon. Gij betaald alle6 veel te duur Wanneer ik een rekening betaal, trek ik er steeds vijf percent af, gelijk dat ook volkomen in den haak is tegenover de hooge winst, welke Halbach neemt. Ik ga dus bij Halbach aan om hem dat te zeggen, en toen overhandigde hij mij tegelijk de rekening van zeshonderd gulden en eenige centen, terwijl ik toch moest veronderstellen, dat gij ze betaald hadt. Hier is de rekening. Hoe komt dat dan Ik had u toch duizend gulden gegeven voor verschillende uitgaven, waaronder ook de nota van Halbacb behoorde." „liet moet bij Halbach bepaald een slordige van scholen enz., doch juist die bestemming der gelden, maakt ook de aflossing binneu een niet te groot aantal jaren noodig, want tijds verloop vordert wijziging en vernieuwing, dus j dikwijls nieuwe leeningen. Een gedeelte der te leenen som komt der halve onvermijdelijk terug in verhooging van belastingen, bij ons in den hoofdelijken omslag. De hoofdelijke omslag dekt het te kort op de begrooting, zoodat het bedrag samenhangt met de geraamde uitgaven. Vele aangelegenheden kunnen dus worden terng gebracht tot de vraaghoe staat hef met de kas Ten einde de ingezetenen hier mede kennis te doen maken, volgen hieronder eenige cijfers Volgens de goedgekeurde rekening Dienstjaar 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. Ontvangsten f 40853.90 32498.58 29915.06 5 79033.31 30145.21 38690.42 29437.63 30719.29 5 Uitgaven t 38191.35 29188.51 28900.70 76409.74 26982.186 35828.62 Batig saldo f 2662.54.' 3310.06 1 1014.36 5 2623.57 3193.02 5 2861.80 geheven aan hoofd, omslag f naar de begrooting geraamd 29437,63 30719.29 5 Nihil Nihil 5897.03 6306.38 5 471687 5 4709.99 5J 20.16 3 3680.125 3500. 4700. bet. aan rente en aflossing f 5595.51 6223.01 6058.01 53193.01 4393.— 4371.60 4734.20 4622.80 Ter verduidelijker diene In 1884 geleend f 9000 voor schoolbouw. u 1887 f47700 tot conversie v. alle schuld. v 1889 u f 5800 voor onderwijzerswoning. Afgelost in 1888 en 1889 f 2385, in 1890 en 1891 f 2785, zoodat op 31 December e. k. de schuld bedraagt f 43160. Vergelijkt men nu de begrootiug van 1884 met die van 1891, dan treft men op laatstgemelde, onder de uitgaven, de volgende nieuwe posten aan a. jaarlijksche aflossing onderw. woning f 400. b. vermeerdering kosten politie f 500. c. kosten armenpraktijk f 500. d. u u gezondheidspolitie f 50. boekhouding zijn,antwoordde mevrouw Spracker verontrust. „Hoe kan de man u nu weder dio rekening geven Een schromelijke vergissing 1 Want ik heb beslist betaald." „Wees zoo goed, lieve Friederika, en haal de quitantie, opdat ik ze morgen aan Halbach kan toonen,' zeide mijnheer Spracker. Ik zal ze u aanstonds geven. Zij ligt in mijn schrijftafel.4 „Gij moest ze liever dadelijk halen, lieve Frederika, opdat de zaak niet vergeten wordt. Een der eerste grondstellingen bij alle zaken is, dat men niets moet uitstellen, wat dadelijk verricht kan worden." „Acb, ik bid u, plaag mij toch niet met uwe grondstelliugeu 1" voer mevrouw Spracker heftig uit. Kan men dan niet eens meer, als men gasten heeft, ongestoord zijn avondeten gebruiken „Maar, beste Friederika!" bracht bi] hiertegen in, ,ik begrijp volstrekt niet, waarom gij voor zulk een kleinigheid u zoo opwindt 1 Overigens moet ik zeggen, dat bet mij practiscb voorkomt, het zakelijk verkeer met Halbach af te breken, wanneer bij hem op zulk een slordige wijze wordt boekgehouden. Zuo iets mag niet voorkomen. Aangenomen, dat gij u tenminste niet vergist. Want ik maakte Halbach er opmerkzaam op, dat gij reeds betaald moest hebben, en toen toonde hij mij zijne boeken, waaruit duidelijk bleek, dat die rekening nog Diet voldaan kon zijn. Het zal bovendien beter zijn, niet meer bij hem te koopen, want de man is bespottelijk met zjjne aanmatiging. Ik bood hem een wissel op drie maanden aan onder aftrekking van vijf percent, en toen verklaarde hij mij, dat zijn grondstelling in zaken was a contante betaling, en zelts bij contaDte betaling kon hy geen rabat toestaan. Het is bespottelijk Mijne wissels zijn overal zoo goed als baar geld." Mevrouw Spracker had een zeer hooge ge laatskleur gekregen. Zij bespeurde, dat baar man zeer precies wist, dat zij de rtkeuing niet be taald bad, maar het geld voor iets anders besteed bad, en zij ergerde zich er over, dat bij zijne verwijten zoo deftig inkleedde. Zij zag geen anderen uitweg dan door drittig te worden. Zij begon dan nu ook te kijveD, beklaagde zich over het wantrouwen vao baar echtgeuoot en over zijn gierigheid en werd zoo heitig, dat het voor Eva zeer pijnlijk was, dit tooneel te moeten bij wonen. terwijl de verplaatsing van de vuilnisbelt, noodzakelijk als gezondheidsmaatregel, voor 1891 eene uitgaaf' veroorzaakt van f 600, (aankoop grond en inrichting) en hoogst waar schijnlijk steeds meerdere kosten zal na zich slepen. Let men voorts op het toenemend verschijn sel bij het armwezende gemeente moet er voor zorgen en op de omstandigheid dat het batig saldo van vorige diensten gebruikt wordt tot dekking van bovenstaande posten, hetgeeu bij de rekeniug over 1890 reeds zal blijken, dan is het niet onmogelijk, dat de hoofdelijke omslag een paar volgende jaren moet worden Maar mynheer Spracker trok zich vau die huele comedie weinig aan. Hij was jaren lang reiziger geweest voor zijn eigen zaak en was dus vr.j gehard. Integendeel scheen het hem zeer welkom te zijn, dat hij nu gelegenheid vond in het breede uit te wijden over zijne grondstellingen. Zoodra zijne echigeuoote verplicht was adem te halen, maakte hij van de gelegeuheid gebruik, en hield een eindelooze rede over zijne minach ting van het geld. Vele duizenden, zoo snoefde hij, wilde by gaarne voor een goed doel opofferen, maar nutteloos eon gulden voor toiletzaken uit te geven, achtte by een misdaad. Hij verlangde dat van nu aan altijd a contant gekocht zou worden. Hij wenschte, dat de eigenschap, welke zij gierigheid noemde, meer algemeen verbreid ware. Want zulke menschen, die door hunuo spaarzaamheid onheil aanrichten, waren veel minder in aantal dan de zulke, die door verkwis ting ongeluk veroorzaakte. Aan geringe lieden iiad hij tenminste nooit geld verloren, maar de bankroetiers waren meestal lieden van de andere soort. Er zou wel miuder armoede zijn in de wereld, wanneer de gierigheid, gelijk zjj het noemde, een algemeen verbreid gebrek ware. \eel minder arme weduwen en veriaten wezens zouden er dan bestaan. Eva vernam later, dat zulke uitbarstingen tot de dagelijkscbe gebeurtenissen der familie Sprac ker beboerden. Tante Friederike en nicht Gabriele schenen bet tegenover de spaarzaamheid van mijnbeer Spracker juist voor baar pliebt te hou den, zooveel mogelijk het geld onder de men schen te brengen. Zij bielden er van in elk oj zicht te schitteren, en bet hoogste doel van haar streven was, de omgang met voorname lieden. O zoo gaarne zouden zij een villa in de voor naamste wijk en eeu equipage gehad hebben. Maar dit doel scheen onbereikbaar te zijn, en zelts de weinige conversatie, welke sij er op nahielden, was de bron van veel ergernis en vond tallooze tegenkantig bij den heer des hui zes. Mijnheer Spracker gaf een besliste afkeer van den dwang der gezelligheid. Hij prees die menschen, aan wie hij zyn wijsheid verkondigen kon en die hem in geenerlei wyze geneerden. Het was niet mogelijk een regelmatige omgang met andere familie aaD te houden, want mijn heer Spracker verklaaide bij eene uitnoodiging heel gemoedelijk in het laatste oogenblik nog, dat bij niet mede deed. verhoogd. Met betrekking tot de verkiezing van leden voor den raad onzer gemeente, herinneren wij den kiezers er aan dat de aftredende leden zijn, de heeren De heer C Smit machtigde ons mede te deelen dat ZEd. in geen geval herkozen wenscht te worden. Juist met het oog op deze omstandigheid, bevreemdt het ons, dat niet een vergadering, in zake de verkiezing, werd bijeen geroepen. In het belang der zaak hadden we het gaarne anders gezien, daar toch het lidmaatschap van den raad in de toekomst zeker niet minder gewichtig zal worden, als wij bedenken hoe kanaal-, tram-, telegraaf- en marktwezen kwes- tiën zijti, wier beslissing den grootsten invloed zal uitoefenen op de al of niet bevordering van den bloei van Schagen. Het. Departement Schagen der Maatschappij „tot Nut van 't Algemeen", hield gisterenavond hare gewone jaarlijksche vergade ring ingevolge art. 24 van het huishoudelijk reglement. Vau het Hoofdbestuur was in zake de aan vrage eener subsidie ten behoeve van den heer Roep, om in Zweden een cursus van Huisvlijt— Onderwijs te gaan bijwonen, geantwoord, dat voor dit jaar aan dit verzoek niet kan worden Met betrekking tot de manufactuurszaken en toiletartikelen werd een onafgebroken comediespel vertoond. Tante Friederika en Gabriele kochten het duurste en herstelde rekeningen, die papa niet mocht zien, of valscbe rekeningen, die slechts de heltt der werkelijke prijzen noteerden. Maar mijnheer Spracker was een degelijk man van zaken. In zijn hoold hadden niet alleen da millioc-nen, maar ook de centen haar behoorlijke plaats. Hy controlleerde de zaken, nam inzage der boeken en verlangde, dat alle rekeningen aan hem zelf gezonden werden. Ook omtrent de dienstboden heerschte het grootste verschil van meening. Tante Friederika en Gabriele verzetten in de huishouding geen kopje, verlangden een kok, een kamenier, een huismeisje en een werkster voor het grove wtrk, on lieten die vier vrouwelijke assistenten in kelder en keuken naar welgevallen huishouden. Mijnbeer Spracker echter verlangde tot in de kleinste zaken rekening en verantwoording, kende de marktprijzen en hield lange redevoeringen over het ongelooflijk groote verbruik van melk, eieren en vleesch. Onder deze omstandigheden was het een geluk, dat mjjobeer Spracker, niet te veel tbuia was. Hy moest dagelijks op zijn kantoor zijn en in de stad rond rijden, om zijne zaken te doen, zijne bouwterreinen en huizen te bezichtigen en de beurs te bezoeken. Slechts een uur voor het diner en s'avonds na acht uur vertoonde hy zich in de huiskamer, maar verdween meestal weer voor het souper. Zoo hadden de dames dns veel vrijheid, en het beviel Eva bijzonder, in de straten van Ber lijn rond te dooien, de modemagazijnen af te loopen, de musea te bezichtigen, vriendinnen der familie Spracker te bezoeken en in de the- atres de meest moderne stukken te zien. Doch trots die veelzijdige afleiding vergat zy hare liefde voor den dichter niet. Zij dacht aan Edgar, wiens figuur in haar oog zeer groot werd, wan neer zij hem vergeleek met de groote massa, welke haar dagelijks omgaf. Hij had een deel zijner gedichten kenrig uitgeschreven, haar toe gezonden en het leven dezer geestes-pioducten deed haar bart en wangen gloeien. Ook Gabriele mocht na lang bidden en smeeken bet manus cript lezen. „Het is al te heerlijk," zeide doze, „acb, ach, zal er wel ooit zulk een goddelijk mensch op mij verliefd worden 't lülpT VkfeVOLb#

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1