AIlEBC
fluit- L
a
De Arme Dicliter.
Donderdag 23 Juli 1891.
35ste Jaargang. ITo. 2535.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAOKHf, Laan, D, 4.
Gemeente Schagen,
Bekeiulniakliiffcn.
NATIONALE MILITIE.
Roman van AUGUST NIEMANN.
Binnenlandsch Nieuws,
Schagen, 22 Juli 1891.
R. D. Kaan, met 59 stemmen,
en C. D. Rezelman, met 46 stemmen.
Jacob Bruin en Gerrit Visser.
K. Francis en G. Schuit, terwijl her
stemming moet plaats hebben tusschen de hee
ren: CKruijer Jbz. en AZijp Jz.
SCHAG
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f8.Franco per post 8.60.
Afzonderlijke nummers S Cents.
ADVEHTENTIÉN van 1 tot 5 resels f 0.25; iedere regel meer bots
Groots letters worden naar plaatsruimte berekend
De Burgemeester a/i Tan Schagen, daartoe de
noodige aanschrijving ontvangen hebbende, brengt
ter algemeene kennis dat tot den werkelijken
dienst worden opgeroepen, de onderstaande ver
lofgangers der lichtingen 1888 en 1889, te weten:
behoorende tot
T het 4e Regiment
Keesman, Jan Infallterie5 rni_
Roggeveen Wdlem zoen Haar|em te-
Pater, de Cornelis Valentmus j gen 1Q Augus_
tus a. s.
behoorendetot het
4e Regiment Ves-
Baars Jacobus Johannes. ting Artillerie gar-
Schouten Adrianus Cornelis. nizoen Helder te-
gen 10 Augustus
a. s.
behoorende tot het le Regiment
Zon Klaas. Infanterie (garnizoen Helder) tegen
10 Augustus a. s.
behoorende tot het korps Ge-
Govers Cornelis. uietroepen (garnizoen Utrecht)
tegen 24 Augustus a. s.
Welke verlofgangers op genoemde datums bij
hun korps present zullen moeten zjjn vóór des
namiddags 4 ure.
Schagen, 17 Juli 1891.
De Burgemeester voornoemd,
W. A. HAZEU.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter algemeene kennis, dat aan NAN
SPAANS vergunning is verleend, het perceel Wijk
Eerste deel.
28. NEGENDE HOOFDSTUK.
Zoo was het dus toch gekomen, en de betrek
king tusschen haar en graaf Brenkenheim was
niet afgebroken, Eva gevoelde zich beklemd. Nu
haar wensch vervuld eu aau hare ijdelheid voldaan
was, maakte zij zich zelve verwijtingen. Ware
het niet eerlijker geweest, den graaf te laten
gevoelen, dat het tusschen hem en haar uit was?
Maar zij moest zich zeiven toch in bescherming
nemen. Zij liad hem zoo koel behandeld, als de
beleefdheid het maar toeliet. Wat bad zij dan
moeten doen
„Zeg eens, Eva," vroeg Gabriele s' avonds,
toen de] meisjes alleen waren, „stel het geval,
dat de jonge graaf u eene liefdesverklaring bad
gedaan, voor dat mijnheer Schubert was gekomen,
hadt gij dan ja gezegd Of zoudt gij hem afge
wezen hebben?*
„Ik behoef mij over dat geval niet het hoofd
te breken,* antwoordde Eva. „De graaf denkt
niet aan eene lieldesverklaring en heeft er nooit
aan gedacht.*
„Maar gij kunt toch dat geval wel eens aan
nemen 1*
„Maar ik wil dat geval niet aannemenGij
ziet toch ook, boe de graaf zich gedraagt. Hij
heeft mij mooie dingen gezegd, toen bij in Neu-
stadt was, en toen is bij afgereisd, Dat is de
gewoonte van het hofmaken bij deze jonge
heeren, ik weet dat immers van mijne broeders
„Neen, Eva, gij doet maar zoo. Hij zou niet
van Potsdam hierheen gekomen zijn, wanneer
hij niet op u verliefd was. Gjj hebt hem niet
goed behandeld, daarom heeft hij zich nog niet
verklaard. Wanneer een graaf van Potsdam naar
de Konigstrasze rijdt, om bij burgerlieden eene
visite te maken dan heeft dat wel degelijk zijn
rede. En ik zou wel willen weten, wat gij zoudt
gedaan hebben, wanneer niet de geschiedenis
met Edgar daar tusschen had gestaan.»
„Misschien,* zeide Eva droomende, misschien!
Het is waar. Ik kan in een kasteel wonen en
de hofpartijen bezoeken en zou equipages en
diamanten hebben. Misschien zou ik mij nog
A, No 35, aan het Hoog aldaar, gedeeltelijk
in te richten tot Slachterij.
Schagen, den 21en Jnli 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
(Jitslag der verkiezing voor drie leden
voor den raad der gemeente Schagen, ge
houden op Dinsdag 21 Juli 1891.
Aftredende leden waren, de heeren Jb. Stam
mes, C. Smit, (wenschte niet meer in aanmerking
te komen) en H. B. Voorman.
Aantal kiezers bedraagt 340.
Uitgebracht waren 2 66 briefjes.
Volstrekte meerderheid 134.
Uitgebracht werden op de heeren
Jb. Stammes 215, D. Smit Cz. 154,
P. Buis Jz. 141, H. B. Voorman 107,
C. N. Vlaming 81. P. van Twuijver 27.
Mr. C. H. Beels 14, C. Zijdewind 7,
J. Buis Jz. 5. W. Kerkmeer 4,
J. M. Koelman 3.
Verder 2 stemmen op de heeren P. Tim
merman, C. Stóve, Jm. Smit, S. Keet Dz.,
C. Stammes eu C. Kos Pz., en nog 1 stem op
verschillende heeren.
Zoodat herkozen is, de heer
Jb. Stammes,
en gekozen, de heeren
P. Buis Jz. en 13. Smit Cz.
Uitslag verkiezing van 2 leden voor den
raad der gemeente Barsingerhorn:
Getal kiezers 226, gestemd hebben er 83;
geldige stemmen 81.
Gekozen de aftredende leden, de heeren:
G. Smit, 57 stemmen en
W. Kossen, 46 stemmen.
Verder zijn uitgebracht op de heeren
L. Helder 26 stemmen. C. Spaans 7, J. Kater
4, J. Breebaart Cz 4, J. Marees 3, P. Over 3,
W. van der Oord 2, K. Jonker 2, A. Visser
2, en nog eenige anderen ieder één slem.
Voor de verkiezing van 2 leden voor
den raad der gemeente Wieringerwaard
werden 69 stemmen uitgebracht. Herkozen
werden de aftredende leden, de Heeren
Het getal uitgebrachte stemmen voor de
verkiezing van 2 leden voor den raad der ge
meente Sint Maarten, bedraagt 37, waarvan
1 van onwaarde. Volstrekte meerderheid alzoo
19. Hiervan werden uitgebracht op de Heeren
Jacob Bruin 35 stemmen, Gerrit Visser 33,
Gerrit Schoorl 2, Jacob Groenveld 1 stein,
alzoo met meerderheid van stemmen verkozen
de Heeren
Uitslag der verkiezing voor 3 leden van
den raad der gemeente ZijDe.
Uitgebracht wareQ 278 stemmen, en wel op
de heeren K. Francis 232, G. Schuijt 218,
C. Kruijer 132, A. Zijp Jz. 68, J. Otto 51,
G. Nieuwland 50, H. Bakker 13, H. Delver 8,
terwijl de overige tusschen verschillende per-
behben laten bewegen, een man te Demen, die
mij verveelt, als ik langer dan eeu kwartier met
hem spreek. Maar het is good, dat het anders
gekomen is.*
Of het goed is, dat is nog een andere vraag.
Over den smaak valt nu eenmaal niet te
twisten. Maar ik moet eerlijk bekennen, dat ik
u niet begrijp. Want dat is toch duidelijk; komt het
werkelijk tot stand, dat gij uw dichter krijgt, dan
is dat toch een ellendige partij.*
„Een ellendige partij Ja zeker. Wanneer de
graaf een goede partij is, dan is dit een ellendige
partij. Maar het is toch zonderling, dat de voorstel
ling eener kleine woning mij volstrekt niet on
aangenaam aandoet, wauneer ik aan Edgar denk.
Ik geloot, dat ik met hem zeer tevreden zou
kunnen wonen in een woestijn. Wanneer ik
hem zie, klopt mijn hart met forscher slag, en
ik deok alleen aan hem. Het is, als droeg faij
een rijkdom in zich, in vergelijking met welke
alle andere rijkdom slechts armoede is.
„Ja, dat gevoel ik nu niet,* antwoordde
Gabriele zuchtende. „Ik zou ook wel eens verliefd
willeD worden, opdat ik ook wist, hoe het eigen
lijk iemand te moede is, wanneer men alles
anders beziet, dan verstandige menschen het
doen.*
„Ik wil u iets zeggen, Gabriele,* zeide Eva op
beslisten toon. Morgen komt de graaf weder terug,
en de oude hofmakerij begint op nieuw. Het is
niet goed van mij. Gy kunt bem zeggen, dat ik
verloofd beti, dan is bet op eens uit.*
Hoe zou ik er dan toe komen, mij voor den
graaf bespottelijk te maken Hij zou mij zeker
verdenken, dat ik op hem verliefd geraakt
was
„Wanneer gij Qiet wilt, moet tante het hem
maar zeggen.*
„Daaraan zal mama niet denken. Ten eerste
is het niet waar, want gij zijt niet verloofd. Wat
gij met Edgar hebt, kan men geen verloving
noemeu. Buitendien, wanneer gy zelf verloofd
waart, zou zulk een mededeeling toch ongemoti
veerd zijn. Men kan toch een man niet atwyzen,
voor hij zich aanmeldt.*
„Dat is wel juist. Dat wil zeggen, verloofd
ben ik. Edgar en ik hebben elkaar het woord
gegeven. Maar het is waar, dat men dit den
graat nu nog Diet kan zeggtn.
„Nn nog niet Gij veronderstelt das, dat bij
een aanzoek zal doen
„O, zoo was het niet gemeend.*
„Zeker gij bebt u verraden. En wauneer gij
naar mij wildet luisteren, Eva, dan wacht gij
het bedaard af. Gij kunt immers altijd nog
beslissen.*
„Ik heb beslist," zeide Eva en opende hare
cassette, waarin zij Edgnr's gedichten bewaarde.
Deze gedichten waren liaren talisman tegen de
aanvechtingen der wereldwijsheid.
Het kesite mevrouw Spracker weinig moeite
haren echtgenoot zich te doen verzoenen met
het feit, dat, dat graaf Brenkenheim thee zou
komen drinken. Hij was zeer verbaasd, toen bij
deu naam hoorde, waDt tot nu hadden de dames
hem er nog niets van medegedeeld, dat mevrouw
von Birkhauseu het bezoek van den graal had
aangekondigd. Het was niet noodig, den altijd
cijferenden mond te mengen in liefdeszaken. Maar
nu bewees mijnheer Spracker als man van zaken
nieuwsgierig te zijn. Hij knipoogde en gaf als
zijne meening te kenuen, dat de graaf op
Gabriele verliefd was, en gaf toen een deftige
beschouwing over geruïneerbe garde-officieren.
Eerst toen hij vernam, dat graat Brenken
heim een majoraat nad en vermoedelyk nog
rijker dan hij zelf was, lachte de zaak hem zelfs
toe. In den grond gevoelde hij zich gestreeld,
dat een graaf zijn huis bezocht, doch daar hij
zich een volksman noemde, mochten de dames
dat niet merken. Hij ging zoo ver, dat hij voor
sloeg, wijn te koopen. Een vriend van hem had
een heerlijken maizelwijn, van zestig cent de
flesch, een zuiver wijntje, dat de maag versterkte.
Daarvan wilde bij twee flesschen laten komen.
Want gewoonlijk had hij geen wijn in huis.
Mijnheer Spracker dronk thuis water en iu de
cafés bier.
Graat Brenkenheim verscheen stipt op het
bepaalde unr eu de avond nam, Daar het me
vrouw Spracker toescheen, een goed verloop. Zij
had een klein, fijn souper laten aanrichten en
ook, zonder toestemming van haren man, eenige
goede soorten wijn lateu aanrichten. Alken mijn
heer Spracker's houding bezorgde de dames eeni
ge pijnlijke oogenblikken. Mijnbeer Spracker was
buitengewoon miuzaam. Hy scheen zich ten taak
gesteld ie hebbeu, den gast eenige wijze lessen
te geven en hem schadeloos te stellen voor de
niets beteekende couversatie met de damos, en
deze bemerkten, dat de voorname gast met om
boog getrokken wenkbrouweu luisterde uaar de
betoogingen van den heer des huizes. Het was
duidelyk, dat hij nit beleefdheid zijn lo droeg,
sonen waren verdeeld. 16 personen kregen 1
stem. Herkozen zijn de heeren:
De candidaten voor den Gemeenteraad te
Heerhugowaard warende heeren: P. Wonder
Az., Jn. Met Az. te Veenhuizen, gesteld door de
lib. kiesv. „Burgerplicht", K. Bakker anti-rev.
gesteld door ant. rev. en katholieken, D. Appel
en P. de Boer, beiden liberaal, te Veenhuizen,
gesteld door losse kiezers.
Gekozen de heer P. Wonder Az. Her
stemming tusschen de heeren J. Met Az. en
H. Bakker.
De Heer C. Smit, waarnemend onderwij
zer te Barsingerhorn, is benoemd tot on
derwijzer aan de O. L. School te Egmond aan
Zee.
Te Kolhorn, waar anders steeds gebrek
aan woningen bestond, staan thans wel 15
huizan ledig, tengevolge van vertrek naar ande
re plaatsen. Dat de huurprijzen dientengevolge
zeer dalen, behoeft geen betoog.
Winkel. Zondag den 19den Juli kwamen
des namiddags om half twee de kinderen van
de scholen in deze gemeente met hunne onder
wijzers en onderwijzeressen, benevens verschei
dene leden van Volksonderwijs, in de kerk bijeen,
ter viering van het jaarlijksche schoolfeest. De
voorzitter der afdeeling Winkel van Volks
onderwijs, de Heer A. J. Onnekes, opende het
feest met eene toespraak, waarin hij aan de
kinderen mededeelde, dat het Bestuur dit jaar
maar ook dat hij te veel aan goed gezelschap ge-
woon'was, om nu niet in den millionnair den ge
wezen ijzerhandelaar te herkennen.
Teen de tafel werd opgeheven nam mevrouw
Spracker de gelegenheid waar baar echtgenoot
met vertoornden blik toe te voegen, dat hij moest
bedenkeD, dat de graaf te wille van Eva geko
men was. Mijnheer Spracker was verwonderd,
haalde de schouders op en berustte er in, en nu
had de graaf eindelyk gelegenheid, Eva te nade-
reu. De saloo was groot genoeg, om als er van
alle zijden goede wederzitting was, het gezelschap
te scheiden en terwijl mevrouw Spracker en huar
dochter een nieuw borduurpatroon hadden te be
wonderen en mijnheer Spracker vrjj wel «it zijn
humeur, de avond editie doorbladerde, was de
graaf bezig met Eva een album te bezichtigen.
„Ben zeer verheugd, u ongestoord ta kunnen
spreken, mejuffrouw," zeide hij.
„Ik zou uiet weten, wat gij meer zoudt kunnen
hebben te zeggen, zonder dat de anderen hel ook
mochten hooren,* «Dtwoordde Eva koel.
„Weet gij dat niet? O, ik dacht toch, dat gij
het moest weten!* antwoordde hij. Hebt gjj dan
Neustadt geheel vergeten en de heerlijke uren,
toen wij samen in het park wandelden
„Ik herinner mij die zeer goed, maar ik zou
niet weten, welke geheimen aan deze herinne-
r ingen verbonden zouden moeten zijn."
„Als gy het niet weet, ik weet het wel,
mejuffrouw. Ik heb aan u gedacht, al dien tijd,
toen ik uwe tegenwoordigheid moest missen. Ik
ben gelukkig u nu weder te zien.*
„Dat genoegen hadt gij reeds acht dagen
vroeger kunnen hebben. Gij hebt u dus niet
overhaast, met u dit geluk te verschaffen.*
„Gij zijt vertoornd, maar gij zijt nooit schooner
dan wanneer gij toornig zijt. Ik heb u reeds
dikwijls zoo gezien. Het verschaft u genoegen,
smachtende harten te vertreden en de overwin
ningsvaan op de puinhoopen te planten."
„Wij willen van iets anders spreken," ant
woordde Eva, „Hebt gij goede tijding van uwe
mama
„Dank uMama bevindt zich wel. De oude
vronw houdt zich frisscher dan ik."
„Waarschijnlijk leeit zij solieder."
„Hoezoo solieder Ik leet als een paard bij
het traineeren, houd mij stipt op mijn honderd
twee en vijftig pond."
„Gij zeidet toch, dat uwe mama frisscher was
don gy, en dat begrijp ik ook, als ik bedenk
vasuj/s