WURDT TERVOLGD-
Onweder.
Gemengd Nieuws.
digen, die alle versieringen aan en bij de woning
vernielden, de vlaggen aan flarden scheurden
en ten slotte Tit, die zich buiten waagde, op
de grofste wijze beleedigden en mishandelden.
Algemeen is men verontwaardigd, en men hoopt
dat de schaldigen hunne straf niet zullen ontgaan.
Men schrijft uit Rotterdam aan het A
D.:
„Nog iets over 8 e q n a h. Het is gebleken
dat men te doen heeft met reclame—makerij op
reusachtige schaal. „Sequah» is eigeulijk niet
do naam van een menscb, maar van eene plant,
die door de oorspronkelijke bewoners van Ame
rika onder de geneeskrachtige kruiden wordt
gerangschikt en waarvan o. a die Roodhuiden
een veelvuldig gebruik maken. De industrie
heeft zich van deze pla it meester gemaakt, en
eene te Londen gevestigde maatschappij houdt
zich bezig met de exploitatie van de daaruit
bereide olie, die een heilmiddel heelt tegen
rheumatiek. Deze naamlooze vennootschap heet
de Sequah-maattchappij en om reclame te maken,
volgt zij niet den gewonen weg den weg
van Hollowav en consorten maar zendt zij
personen uit, die op do wijze als de zich noe
mende Sequah, die zich thans hier ophoudt,
het geneesmiddel aan den man trachten te
brengen, om dan later, als het zoodoende popu
lair is geworden, depots te vestigen, zooals er
dan ook in Noordbrabant, waar Sequah zich
ophield vóór hij hier kwam, reeds depots ge
vestigd zijn.
Dat het ongewone raiddel om reclame te
maken goed werkt, blijkt reeds hieruit, dat de
geneesmiddelen van Sequah hier veel duurder
dan zij te Rozendaal verkrijgbaar waren. Later
zal Sequah ook andere plaatsen des lands bezoe
ken.*
Hier blijft de geestdrift voor den wonderdokter,
die in een oogwenk zich vermaard heeft gemaakt,
even groot. Als de fraai reclame-wagen met
zijne helpers rondrijdt, dan vecht men om de
biljetten, die zij rondstrooien, meester te worden,
en een zeker deel van het publiek zou u aan
vliegen, als gij een woord van twijfel over 's mans
wondermacht spraakt of zijn rondstrooien van
geld aan iets anders dan edelmoedigheid loe-
schreeft. De rheumatische deurwaarder, die men
thans met gezonde beenen zich vlug ziet be
wegen, nadat men hem weken lang met moeite
had zien voortstrompelen werkt tegen wil en
dank als een levende reclame.'
Men schrijft uit Middelburg aan het V. D.\
Gedurende de kermis had het volgende plaats
met den bekenden socialist Van der Stad. Deze
die te Vlissingen eene betrekking heeft bij de
maatsch. Zeeland, bevond zich Donderdag 1.1.
in den Doelen van St. Sebastiaan, waar de
troep van Flits v. Haarlem voorstellingen gaf.
Onder deze behoort ook hut panopticum* van
den mimiker Henry de Vrij, die door middel
van pruik, baard, enz. op uitstekende wijze
allerlei bekende personen voorstelt. Hij eindigde
eiken avond met de voorstelling van wijlen
Z. M. Willem III. Toen v. der Stad dit zag,
begon hij te fluiten, waarop niet voldoende
gelet werd, zeker door het gejuich eu door de
mOziek, die onze volksliederen speelde. Nadat
het scherm weer was opgehaald floot hij weder
om, met dit gevolg, dat vijf of zes jongelui
op hem losstormden en hem in een ommezien
hals over kop bet gebouw letterlijk uitsmakten.
Onder gejuich en fantares kwamen de uit
smijters terug. Daarna verscheen de mimiker
nogmaals, en werd met groote geestdrift het
H'ien Neérlandsbloed gezongen.
De wachteies van de wachtpost 39 nabij
Osch zag haar kind op de rails, juist toen de
trein aankwam. Zij snelde op het kind toe doch
kwam te laat en werd door den trein overreden.
De ongelukkige, heldhaftige moeder was on-
middelijk dood, het kind is zwaar gekwetst.
Uit Zuiddorp schrijlt men
Van alle veldvruchten hield zich tot dusver
de tarwe nog liet best. Wie echter in de laatste
dagen de tarwe—aren aandachtig gadesloeg, zal
bemerkt hebben, dat zich aan de aren gele
plekken beginnen te vertoonen. Bij nader
onderzoek blijkt dan. dat het gele gedeelte
geen graan bevat. Plukt men zoo'n aar en
ontleedt men hem boven een wit papier, dan
vallen er saffraanilenrige wormpjes uit, ter
groote van 3 a mM. Dit insect, voor ,t eerst
door onze landbouwers in onze streken gezien,
leeft ten koste van de noch sappige tarwekorrels.
„Hij is ook een goede partij,' antwoordde de
ander en zij mag zich gelukwtraschen. „Hij is
majoraatsheer van Brenkenhein, en wanneer de
oude eerst is heengegaan, krijgt hij alles. Voor-
loopig is de oude nu als schoonmoeder geen
aangename toegift.'
„Zoo is de wereld dan toch niet zoo geld
zuchtig als men gemeenlijk zegt,* merkte de
eerste weder op.menige -n kon, wanneer by
in dit geval geweest ware, het nichtje voorge
trokken hebben. Zij ziet er ook niet kwaad nit
en is daarbij sterk verguld. Men schat den ouden
Spracker op zeven millioen.'
La Gazette, een te Brussel verschijnend blad
bericht dat aan de graanbears te Chaleroi van
niets gesproken werd dan van een calaraité
nouvelle qui vient se fondre sur nos infortu-
nes campagnes. Volgens dit blad zijn de velden
van Walcourt, de Flennes, de Chassart, Qe.mppe
ete. etc. alle door dit schadelijk insect aangetast.
Als een bewijs voor de toenemende
belangstelling en voor de steeds sterker wordende
beweging op het gebied van onderwijs in
Han lenarbeid kan dienen, dat op de onlangs
te 's Gravenhage gehouden Vergadering der
vereeniging tot bevordering van het onderwijs
in Handenarbeid in Nederland kon worden
medegedeeld, dat op dat oogenblik verscheidene
leden der vereeniging zich in het buitenland
bevonden ter bijwoning der cursussen in Han
denarbeid te Naüs in Zweden eu te Kopenhagen,
terwijl nog anderen waren algewezen, wegens
plaatsgebrek aan genoemde inrichtingen.
Vooral te Naiis moet de Slüjdinrichling thans
veel bezoek van vreemdelingen hebben.
Het Maandbl. tegen vervaltch. bevat het
volgende eenvoudige voorschrift om vruchten
sappen te conserveeren
Men neme voor het conserveeren der vruch
tensappen kleine flesschenvoor enkele aoorten
zijn flesschen van twee hectogr. voldoende,
maar het is raadzaam, dat deze nimmer meer
dan 4 ona bevatten.
De flesschen moeten natuurlijk zeer zuiver
zijn, en terdege droog, alvorens men er de
toebereide siroopachtige vloeistoffen in doet.
Klke öescb moet geheel en al gevuld worden,
zoodat er zelfs geen ruimte overblijft voor het
aanbrengen van de kurk. Nu knipt men van
dik filtreerpapier een zeker aantal ronde schijfjes,
wier middellijn iets grooter is dan die van
het bovenste gedeelte der flesschen. Een der
schijfjes legt men nu boven op de flesch en
drukt het tegen den rand aan. Het wordt
natuurlijk met de siroop verzadigd. Bij afkoeling
trekt de siroop eenigszins samen, en als gevolg
daaivan zal het papieren schijfje iu de flesch
dringen.
Het in de warme siroop aanwezige water
verdampt spoedig nit de oppervlakte van het
flltreer-papier, en de daardoor onstane gekris
talliseerde suiker zal eeu ondoordringbare kosten
vormen, zoowel ten opzichte van de buitenlucht,
als van de zich in de flesch bevindende siroop.
Wanneer meu de siroop, na die vooraf
eenigen tijd gekookt te hebben, aldus behan
delt, kan men ze als gesteriliseerd beschouwen
de in de lucht aanwezige kiemen hebben er
geen invloed op, zoodat gisting voorkomen
wordt. Wanneer men de siroop gebruiken
wil, moet de bovenste laag, die de afsluitiug
vormt, met een mesje b sgemaakt worden.
Het is zeer eenvoudig vruchteusappeu als
boven beschreven te conserveerenkostbare
toestellen zijn daarvoor niet benoodigd. Even
min levert de behandeling «enige moeielijkheid
op, terwijl de aanwending van schadelijke
conserveermiddelen op deze wijze evenzeer
vermeden wordt.
De herhaalde regens en onweders der
laatste dagen richtten door het geheele land
veel schade aan. Schier uit alle streken komen
berichten van ongelukken of branden, door den
bliksem veroorzaakt.
In den nacht van Maandag op Dinsdag heeft
het onweder in het Westland veel schade aan
gericht. Op verscheiden plaatsen werden door
den bliksem paarden, koeien en schapen ge
troffen. Door den hagelslag hebben op vele
plaatsen de druiven sterk geleden.
Te 's Gravesande is eene vrouw van 72
jaren door den schrik plotseliog doodgebleven.
Op den huize Broekvliet, tusschen Naaldwijk
en Honseletsdijk, sloeg de bliksem in de bovenste
verdieping, waar hij een eikenhouten kabinet
omverwierp en gedeeltelijk verbrijzelde, doch
gelukkig geen brand veroorzaakte.
Te Spanbroek sloeg de bliksem in den toren
van de kerk der Nederl. Herv. gemeente. Hoe
wel er geen brand ontstond, is de schade be-
laugrijk.
Ie Visvliet sloeg tijdens een hevig onweder,
vergezeld van hagelslag de bliksem in de boer
derij, bewoond door de Wed. de Vries en gelegen
aan den Frieschen straatweg.
In een oogwenk stond zij geheel in brand,
terwijl de bewoners, die te bed lagen, nauwelijks
den tijd hadden zich te redden.
Alles is verbrand, aan redden viel niet te
denken.
Daar in de schuur 70 voer hooi aanwezig
waren, zal het vuur nog verscheidene dagen
voortsmeulen.
Men schrijft aan de N. Gron. Ct.
Tal van personen hebben te Peize Vrijdag jl.
ougeveer half 7 des avonds een eigenaardig
verschijnsel waargenomen. Van het Noorden
bewoog zich in Oostelijke richting een groote
windhoos, die langzaam voortschoof en daarbij
zich kronkelde als een slang. De personen, die
een half uurtje ten N. O. van het dorp vóór
op de Peizormade in het hooiland bezig wareu,
hebben van meer nabij met het angstwekkend
natuurverschijnsel kennis gemaakt. De hoos
maakte een geluid, alsof men nit eene stoom
machine den stoom liet ontsnappen, zweepte
het water uit de Gouw en de „baggerpetten
in den Broek met kracht in de hoogte, joeg
het hooi nit het „zwat" al dwarlend opwaarts
lot in de boo-nen, nam eene wring (landhek)
op en wierp die op korten afstand weer neder,
rukte een „tuin— of vredigingpaal" (een paal
uit de omheining van het land) ter dikte van
een arm uit den grond en smeet dien op onge
veer 50 M. afstand neer en scheurde zelfs onder
een geweldig gekraak een der stevigste „zwaar
den" (schuine latteu ol planken) van eene
nieuwe wring af.
Paarden en koeien stoven verschrikt door het
land en verscheidene menschen vluchtten in de
naastbijzijnde boerenwoning. Een maaier, die
in een hooiopper iag te rusten, zag ook liet
vreemde verschijnsel, hier algemeen „uikstaart'
genoemd, naderen en besloot eerst te blijven
liggen. Weldra veranderde hij echter van besluit.
In allerijl staat hij op, neemt jas en vest, die
naast hem liggen, op, en gaat de hoos uit den
weg, zijn# zeis en etensaker met een lepel er
in latende liggen. Onmiddellijk daarna wordt
de zeis opgenomen, doch spoedig weer losge
laten, de aker echter verdwijnt voor zijne oogen.
Het deksel en de lepel zijn teruggevonden, de
aker is nog zoek. Iemand, die op 10 min.
afstands zich bevoud, had die hoog in de lucht
zien blinken. Er zijn daar in de laatste dagen
meer hoozen waargenomen geene echter heeft
zich zoo duchlig doen gevoelen, als die van
Vrijdagavond. Ook had geene zulke reusachtige
afmetingen.
Men schrijft uit Rotterdam aan het
„Utr. Dbl.'
Het betreurenswaardige roorval aan boord
van de „Obdam", op de terugreis naar hier is
in handen van de justitie. Er schijnen nog
geen termen te zijn gevonden om den gezag
voerder, die een man doodschoot volgens
zijne verklaringen en die van anderen, omdat
hij tot zelfbehoud genoodzaakt was, van een
wapen gebruik te maken ---, in hechtenis te
nemen.
Kapitein Bakker staat overigens bij de
reederij gunstig bekend, en zij die hem kennen,
achten hem niet in staat om zonder zeer ernstige
redenen op eeu van zijn volk te schieten. De
omstandigheid trouwens, dat een kapitein, door
den chef-machinist geroepen omdat deze geen orde
meer kon honden onder de stokers en tremmers
het noodig achtte zich te wapenen met een
geladen revolver, bewijst reeds, dat er ernstige
dingen waren voorgevallen. Zonder aanleiding
begeeft een scheepsgezagvoerder zich niet ge
wapend onder zijn Tolk.
Omtrent het treurige voorval
aan boord van de „Oodam» bevatte „11. v. A.*
Maandag een verhaal, ontleend aan een brief van
een der opgevarenden, zeer afwijkende van de
lezing, megedeeld door de tN. R. Ct.u
Thans wordt dit verhaal gevolgd door een
stuk, dat in hoofdzaak hetzelfde behelst eu
onderteekend is di.or W. J. Verhagen, C. v.
d. Kley, stokers, A. Hoornweg, olieman, en A.
E. Schreij, tremmer aan boord van het schip.
In dien brief lezen wij o. a het volgende:
„Bij vertrek van New-York heerschte er door
de zoele lucht een verschrikkelijke warmte in
de machinekamer, waardoor bijna allen van het
personeel te lijden haddenj bijna allen van de
stokers en tremmers vielen voor de vuren neer
of moesten naar boven. Zoo was het ook met
den stoker Blom, die er zeer veel van te lijden
hadhij ging ook naar boven en naar zijn
logies hij zeide nog tegen zijn collega's„ik
kan het niet meer uithouden, ik ben nog nooit
zoo beroerd geweest'. Zoodra Blom in zijn
logies was, kwam de machinist bij hem, om
hem naar het hospitaal te zenden. Blom wilde
niet, waarop de machinist den kapitein riep,
die Blom gelastte naar het hospitaal te gaan.
Blom vroeg: „Waarom moet ik naar het hos
pitaal waarop de kapitein, zonder meer
gezegde dan „in naam des Konings", een schiet
wapen te voorschijn haalde en hem ongeveer
in de rechter borst sehoot. Blom schreide", ging
nog een weinig op zijde en riep„O God, je
hebt me geraakt!" De kapitein zeide: „Het is
maar los kruit', maar de aanwezigen
op dit oogenblik in het logies zagen het bloed
over het lichaam vloeien. Daarna werd hij door
den kapitein en den machinist naar het hospitaal
vervoerd, waar hij na eenige oogenblikken is
overleden.'
Het gerechtelijk onderzoek zal zeker van het
geval wel alle bij zonderheden aan 't licht brengen.
Het volgende sprekend staaltje van lief
dadigheid van onze Koning-regentes kwam ons
ter oore.
Eene weduwe te Amsterdam, wier man eerst
onlangs overleden is, haar in behoeftige om
standigheden achterlatende, beviel een dezer
dagen. Het zag er treurig uit, er was aan alles
gebrek, zelfs aan voldoende hulp. Een onder
wijzer, met de familie bekend en met haar lot
begaan, besloot zich schriftelijk tot de Kouingin-
regentes te wanden met de bede zoo mogelijk
hier eenige hulp te verleenen.
En ziet, een paar dagen later ontving hij
een aangeteekenden brief, waarin zich bankpa
pier bevond, en waarbij een schrijven was ge
voegd, om hem namens H. M. de Koningin-
regentes beleefd te verzoeken, het geld aan de
bewuste arme weduwe ter hand te stellen.
Dit was eene aangename opdracht voor den
raensehlievendeu onderwijzer, waarvan hij zich
goo spoedig mogelijk kweet. (Nbl. v. Ned.)
Naar het Vaderland verneemt, is de heer
Van Tieuboven met de samenstelling van een
Kabinet gereed gekomen. Eergisteren is door
hem de volledige lijst aan de Regent :s op het
Loo aangeboden. De heer Van Tienhoven zal
zelf iu het Kabinet zitting nemen als minister
van binnenlandsche zaken, terwijl o. a. aan
de heeren Tak en Suoidt de portefeuilles van
waterstaat en justitie zijn toegekend, de heer
Cremer koloniën moet hebben gekregen en
naar het gerucht wil mr. N. G. Pierson
zou optredeu voor finauciën.
Bij het bericht, dat er gegrond uitzicht
bestaat dat binnen eenige dagen het tegen
woordig Kabinet door een liberaal ministerie
zal worden opgevolgd, voegt het Handelsblad
dat op het program de uitbreiding vau het
kiesrecht eene belangrijke plaats zal innemen.
Peize, 3 Aug. Vele jaren geleden huwde
Jans E. tegen den zin zijner familie met Jantje
E. 't Huwelijk ging door en waren ze goed
oppasseud geweest, hij als stelraaker, zij als
werkvrouw met flinke armen aan 't lijf, dan zou
den ze ruim hun brood gehad hebben. Doch
Jantje had te vaak en te veel trek aan een glaasje
of liever een glas jenever. Achteruitgang en ar
moede volgden. De kinderen k wamen niet in school.
De diaconie moest het gezin al spoedig helpen
De man en vader stierf in het diaconiehuis. Om
kort te zijn de moeder bleef er nog geruimen
tijd met een zwak tien-jarig kind. De diakenen
hadden intusschen mei moeder Jantje veel
drukte. Zoo nu en dan kwam de trek naar een
glaasje weer boven en dan ontvluchtte zij. 'tDuur-
de echter niet lang of de nood dwong haar om
terug te keeren, alles wat onrein is, medene
mende, zoodat de vader eu moeder van 't arm
huis telkens handen vol werk kregen. Uit me
delijden werd ze telkens weder aangenomen,
onder belofte van beterschap.
Nu voor eenige dagen bad ze een liefdeshistorie.
Zij wilde daarop het gesticht verlaten met haar
kind en ofschoon de vader en moeder in de
diaconie haar dit ten ernstige ontraadden, ver
liet zij met haar kind het huis. Eerst vond ze
eenigen tijd onderdak bij familie, doch spoedig
moest ze omzwerven, 's Nachts lagen ze in een
stuk groene rogge in de buitenlucht, bij dit
natte weer, het kind bij het ontwaken klapper
tandende vau koude.
Een medelijdende buurvrouw maakte soms
het verkleumde kind met heete koffie weer bij.
Welke ouders rillen niet bij de gedachte, dat
hun lieveling in zulk koud weer in het natte
koren moet buiten liggen De verontwaardiging
over de moeder was even gront als het mede
lijder. voor het schaap van een kind. Dagelijks werd
het bleeker. In vier weken was het niet ge
reinigd! Zaterdag j.1. heeft de moeder hare
rechten op het kind aan de Peizer-diaconie afge
staan, eene voorwaarde, mijns inziens, zeer goed,
daar Jantje den diakenen telkens het kind weer
afhaalde.
Maandag stapte het kind gereinigd, helder en
gewassen naar school. Moge voor andere
kinderen het verlies van een moeder groot zijn,
voor dit meisje is 't een groot geluk in het
armhuis eene vreemde moeder te vinden.
Hoe gelukkig had het geziu mogelijk kunnen
zijn, zonder de verderfaanbrengende jenever
De barbier geschoren. Eeu veertien
dagen geleden werd te Béziers (Héeault) een
boer mei een tamelijk onnoozel gezicht geschoren.
Al pratende verhaalde de Figaro, dat men op
zijn dorp zooveel last had van muizen. Laatst
genoemde vraagde of men er te veel had „Of
we," klonk het krachtig, welnu, Figaro had
er juist noodig en als 't beetje er hem bezorgen
wou, zou hij ze met een frank het stuk betalen.
Voor een paar dagen verscheen de „onnoozele*
landman met een groote kooi vol. „Twee honderd
twee en vijltig stuks,* zeide hij„dat is 252
frank." De barbier, die zijne aardigheid lang
vergeten was, zocht er zich uit te redden. „Ja
maar, vraagde hij, „zijn 't wel mannetjes?"
Dat wist ous boertje niet. „Neem ze dan maar
weer mêe; wijfjes kan ik niet gebruiken."
„Ze weer meenemenriep de boer. „Dan laat
ik ze u liever voor niemendal. Hij schudde de
kooi leêg en stapte heen.
Die van Béziers hebben zich tranen gelachen
maar niet om den boer.
Een uniek familiediner is dezer
dagen te Parijs gegeven door msgr. Chautse