De Arme Dichter.
Donderdag 20 Augustus 1891.
35ste Jaargang. ITo. 2543.
Ingekomen Stukken.
Vaststelling gemeenterekening dienst
1890.
Idem le Suppletoire begrooting dienst
1891.
Roman van AUGUST N E M A N N.
4. Onderzoek geloofsbrieven nieuw ge
kozen raadsleden.
5. Reclames hoofdelijken omslag.
Schagen, 19 Augustus 1891.
De Burgemeester,
C. H. BEEIïS.
Schageil, 19 Augustus 1891
WORDT VERVOLGD.
AlIiittiHi
COURANT.
Mis- L
Ha
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTÜÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCÏIAGKN, liaan, D, 4.
Prijs per jaar f 8.Franco per post 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 rsgels f0.25; iedere regel meer 5sta
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Gemeente Schagen.
SI e k e n cl m a k i 11 g* e 11.
POLITIE.
Ter secretarie dezer gemeente worden be
leefd inlichtingen verzocht, omtrent een bij
gelegenheid van het Vuurwerk op de Iloog-
zijde verloren
Spoormandje.
VERLOREN:
1.
2.
op Dinsdag 18 dezer, een broche.
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter
secretarie dezer gemeente.
Vergadering van den Raad der
gemeente SCHAGEN, op Zaterdag,
22 Augustus a.s., des morgens ten
10 ure.
Punten van beliandelinq
Eerste deel.
36. ELFDE HOOFDSTUK.
„Ja ik weet wel," zeide zij scherp, „dat geluk
met mij was voor u van zeer weinig beteekenis
geweest. Gij bebt het mij dikwijls genoeg laten
voelen, dat gij te goed voor mij waart. Het was
schande vooru geweest, wanneer ik u mede naar
omlaag gesleurd had. Ik moet mij met dengenen
vergenoegen, die ik goed genoeg ben."
„Met den graaf von Brenkenheim!" zeide hij
sarrend. „Geneer je maar niet, den naam te
noemen."
„Hij heeft tenminste dat voor, dat hij niet
beweert door mij van een hoog standpunt te
worden afgerukt, en dat hij in zijne bewondering
voor mij bestendig blijft".
„En hij kan toch nog trotscher zijn dan ik, niet
waar Maar wanneer ik u nog een goeden raad
geven mag, mejuffrouw, trouw dan den graaf
von Brenkenheim niet." Hij is een heel gewoon
menseh, ofschoon hij rijk en zeer voornaam is en
ik heb een voorgevoel, dat gij zeker ongelukkig
met hem zult worden. Gij zijt nog zoo jong en zoo'n
haast hebt ge toch niet. Gij zijt zoo schoon dat
gij altijd wel een schitterende partij kunt doen.
Wie weet, of gij een nog niet rijkere en voorname
partij kunt doen, die tegelijk wat meer innerlijke
waarde bezit 1"
„Gjj koudet niet beleedigender zijn mijnbeer,
dan gij zijtIeder uwer woorden is mij als een
slag in 't aangezichtriep zij uit.
„Ik vraag a dan om vergeving, het was mijne
bedoeÜDg niet, om met u te twisten, zeide hij
kalm en tremrig. „Het was waarlijk mijne bedoe
ling niet, dat verztkerik u. Ik had voorzichtiger
moeten zijn. Maar bet denkbeeld, dat gij metuw
rijke inborst een treurig lot zoudt tegemoet gaan,
wanneer gij u niet losruktet aan de inblazingen
uwer bloedverwanten en uwe gansche omgeving,
alleen dit denkbeeld, deed mij zoo spreken.
Maar beleedigicgen komen uit bet hart, en
mijn hart klopt voor u nog geheel en al. Het
is geen grootspieken wanneer ik zeg, dat ik
mijn leven zou willen geven, om u gelukkig te
zien, al was het dan cok met een ander.
Vaarwel voor altijd vaarwell"
Hij week, al voortsprekende, langzaam naar
de deur, maar het lie'elijko nu zoo bleeke gelaat
en die heerlijke oogen van Eva zoo verstoord op
hem gericht, hield hem daar als 't ware geklui
sterd, en riepen al de gelukkige uren, die hij
Binnenlandsch Nieuws.
Dinsdag hadden de jaarlijksche harddra
verijen en vuurwerk wederom plaats en werden,
wat betreft de harddraverijen door uitstekend
weder begunstigd.
Aan de voormiddag-harddraverij namen de
volgende 9 paarden deel
1. Adamv. d. heer C. Huibers te Schagen,
pikeur J. de Wit2. Picov. d. heer D.
Stammes te Schagen, pikeur, de eigenaar3.
Johanna, v. d. heer B. Leiding te Oude Nie-
dorp, pikeur, de eigenaar; 4. de Bles, v. d.
heer G. Grin te Wieringerwaard, pikeur, A. Mijts;
5. Marianne, v. d. heer L. Helder te Barsin-
gerhorn, pikeur, de eigenaar; 6. Concurrent
v. d. heer G. Paarlberg te Zijpe, pikeur, de
eigenaar7. de F rome, v. d. heer P. van Dijk
te Oude Niedorp, pikeur, de eigenaar8 Mete
oor, v. d. heer P. Schenk te WieriDgerwaard,
pikenr, D. Waiboer; 9. de Prins, v. d. heer
met haar had doorgebracht voor zijn geest op. Het
was verschrikkelijk. Het was alsof zijn hart berste,
en hij verweet zich, dat hij te kwaaddenkend en
te scherp geweest was.
Nu was het beeld verdwenen, hij had de deur
achter zich gesloten, en het was hem als ware
het de deur des hemels. Hij zag niet meer dat
Eva, die daar pas zoo trotsch voor hem gedaan
had, als wilde zij hem het terugkeeren beletten, nu
wankelde en machteloos in eenzakte. Hij ging
heen met zijn smart, het hoofd was hem zwaar,
en het harte zoo leeg.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Doctor Cattay was erg verwonderd, dat zijn
vriend weder zoo spoedig wilde heengaan, en hij
nam het dezen wel wat kwalijk, dat hij niet
eenmaal de opvoering van een zijner stukken
ging zien. Maar Edgar bekommerde zich daar
niet over, en doctor Cattay kon ook wel aan
zijn gedrag bemerken, dat er wat bijzonders
moest zijn voorgevallen.
„Ik heb je vroeger reeds gezegd, dat jij je
voor de vrouwen in acht nemen moest, mijn oude
jongen," zeide hij bij het afscheidnemen. „Weet
ge, mij doen zij geen kwaad. Maar die mensehen
zijn arldzaam. Voor u deugen de vrouwen niet.
Gij neemt alles zoo ernstig op och hoe zal
ik het uitdrukken jou is alles zoo heilig, jij
durft niet
„Zwijg toch, Ludwig!" antwoordde Edgar.
„Wij hebben allen onze bestemming, een iedi-r
wordt er been gevoerd door zijn eigen God
Het helpt niets, ot men al murmureertik
gevoel het duidelijk: dat wij doen, wat wij doen
moeten."
Hij had zijn manuscript bij doctor Cattay
achter gelaten, en deze had hem beloofd, na
het gelezen te hebben, het aan een uitgever te
geven, om het te laten drukken.
„Misscbieu maak ik wel eene verre reis,"
zeide Edgar. „Ik zal u schrijven, en gij stuurt
mij tijding over den roman."
Hij ging naar Neustadt, en onderweg maakte
hij zijn reisplan. Hij zou naar Italië gaan, naar bet
land waarnaar zijn hart Binds lang haakte. IJ ij
ging naar Frederik Scbotmüller tn deelde hem
mede, dat hij nu toch naar Italië ging, en dat
hij nu die geschiedkundige onderzoekingen waar
mede bij den laatsien tijd belast had niet meer kon
waarnemen. Hij pakte zijne boeken bij elkaar in
een groote kist, die hij aan zijne kostvrouw gaf,
baalde zijn g lil van de spaarbank en guig met
een handkotter naar het station.
Zonder oponthoud reisde hij verder. Hij her
innerde zich de reis van Goethe, die evenals hij
naar Rome gegaau was, en kleinere plaut.en
vluehiig bezocht had. Edgar hoopte, dat de
greote kalmte van de heilige stad ook zijne
indruk op hem zou doen gevoelen en hem weder
J. Stammes te Nieuwe Niedorp, pikeur, de
eigenaar.
De Prins van den heer J. Stammes, van
Nieuwe Niedorp, behaalde den prijs: verlakt
zaalschoft met borst en lederen strengen ter
wijl de premie verlakt hooldstel met leidsel,
ten deel viel aan Johanna van den heer B.
Lejding van Oude Niedorp.
Aan de namiddag-harddraverij namen deel
de volgende 8 paarden
1. Wilhelm, v. d. heer T. Schilder te Beem-
ster, pikeur, Jb. Schilder 2. David, v. d. heer
P. J. de Wit te Zijpe, pikeur, P. P. de Wit;
3. Wilhelmina III, v. d. heer Corn. Bon te
Zaandam, pikeur, T. Bon Cz.4. Jonge Willem
III, v. d. heer C. Broers te Benningbroek,
pikeur, de eigenaar5. Bonie L. v. d. heer
H. E. Bultman te Haarlemmermeer, pikeur, de
eigenaar6. Immerzu, v. d. heer v. d. Berg,
te Haarlem, pikeur, C. Persoon7. N. N., v.
d. heer "Wickevoort Crommelin te Heemstede,
pikeur, de eigenaar 8. Flevo, v. d. heer M.
J. Koelman te Schagen, pikeur J. de Wit.
Bonnie L. van den heer H. E. Bultman
van Haarlemmermeer wou den prijs, f 200.
Jonge Willem III van den heer C. Broers van
Benningbroek, de le premie, f 75.en N. N.
van den heer Crommelin, de 2e premie, f 25.
Tijdens de namiddag—harddraverij luisterde
onze Harmomiekapel, onder directie van haren
levenslustig zou maken, want hij was moede, dood
moede. Zijn hart was zoo mat, hij was het
leven moede.
En Rome deed hem goed. Sterk ondervond hij
niet dien frisschen indruk in zijn ziel, want hij
was te diep getroffen; te duidelijk stond hem
nog haar beeld in het hart gegrift.
Zoo leefde hij maand op maand bijna afgeschei-
deu van de wereld, want ook in kunstenaars
kringen was hij niet gezien.
Na verloop van een balt jaar, kwam er een
'brief van doctor Cattay.
„Mijn waarde vriend," schroef doctor Cattay
„dat gjj eerst nu bericht over uwen roman krijgt,
heett, zooals gij wel begrijpen kunt, zijn reden.
Ik meen niet, dat do reden in mijne laxlieid ligt
opgesloten; integendeel, ik ben zeer ïjverigjbezig
geweest, den roman een uitgever te bezorgen,
maar tot nog toe zonder gevolg. En zeg mi) uu
toch eens in hemels naam, hoe komt gij er toe,
om zulk een dosis onzin daarneer te schrijven?
De geschiedenis is zeer spannend en belangwek
kend, maar gij bederit alles, door die overdroveno
grootheid van zielenadel, welken gij er ingelegd
hebt. Wie wil dat nu lezen Wanneer gij al die zie
lenadel van deze éénen roman over duizend romans
verdeeld badt, dan was elke rouiau misschien
goed geweest. De eerste uitgever, wieo ik u ma
nuscript gaf, zeide mij na zes weken bedenktijd;
de roman is zeer boeiend, maar om uit te geven,
is hij te verheven. De tweede uitgever, hield hot
manuscript acht weken en schreef mij toen, dat
het heua zeer speet, maar dat de roman te hoog
dravend was. Ter verklaring van deze antwoor
den, moet ik u zeggen, dat de geest van het
publiek iets andeis wenscht. Ik gat dan den roman
aan een derden, die mij hem gisteren zelf terug
bracht eu zeide, dat hij hem niet durlde drukken
te laten, omdat in dezen roman personen
voorkwamen, die een sterken demokratischen geest
ontwikkelden. In dezen tij i, ging de uitgever voort,
is bet volk meer monarchaal gezind, en houdt
zich met de democratie niet bezig. Gij ziet alzoo
zelf dat die lui uwen roman in 't geheel niet be
grepen bebben; en ronduit gezegd, ik kan dat
die menschen niet kwalijk nemen. Ik beb hem
gisteien reeds naar een vierden uitgever gestuurd,
en ik beu benieuwd wat deze er van zal zeggen.
Kunt gij dan niet iets schrijven, dat niet zeo
verbeven is? Wat die opmerking betreft van
dien derden uitgever, omtrent bet democratische
tientje van uwen roman,die is niet zoo gehi el zonder
grond. Het beet, hot boek is volstrekt niet de-
mokratisch, m .ar de schrijver beeft zicb in de
uitdrukking vergist, «vat gij bijvoorbeeld over
de Tyranuie zegt, kon wol eens aanleiding geven
tot een beschuldiging van majesteitschennis; zou
den wij dat maar liever niet doorhalen
Edgar las dezen briet, laektte er om en stak
onder-kapelmeester, den heer Joh. Borstlap, de
feestelijkheid op door uitvoering van eenige
muzieknummers.
Na afloop der harddraverij werd het hemel
water in stralen over feestvierenden en feest
terrein uitgegoten en stond het te vreezen dat
het Vuurwerk zou worden uitgeregend. Geluk
kig klaarde het tegen half tien even op en kon
het afsteken van het vuurwerk plaats hebben.
Natuurlijk oefende de regenachtige atmosfeer
nadeeligen invloed uit op het vuurwerk zelf,
dat overigens uit flinke nummers bestond.
Vooral het slotnummer, was inderdaad zeer
kunstig en maakte een allerverrassend effect,
zoodat op verschillende plaatsen onder het zeer
talrijke publiek door handgeklap de bewonde
ring werd te kennen gegeven.
Na de harddraverij vond het zeer talrijk pu
bliek in de verschillende localiteiten bij café—
chanlauts en dans rijkelijk gelegenheid zich te
ontspannen. Vooral het gezelschap onder directie
van den heer N. de Haat bood den bezoekers
een zeer gevarieerd program aan. Niet alleen
de voordrachten van den heer de Haas zei ven,
maar ook die vau den heer Nieuwenhuizen vol
deden bij uitstek.
In ons verslag der vergadering onzer
landbouwafdeeling, voorkomende in ons num
mer van 1.1. Zoudag, staat abusief: dat de heer
P. Brommer geplaatst is op de voordracht
den briel in zijn zak. Wat bekommerde bij zich
om vorsten en om het volkHij dacht weinig
aan zijn vroeger plan vol eerzucht; daardoor
kwam het, dat hij weinig wiardig hechtte aan
het lot van zijnen roman
In den herfst keerde bij weder naar Rome terug
en knoopto er vriendschap aan met eenige jonge
Duitsciiers. Hij leofke kalm en tevreden in den
vreemde en het werd hem zoo rustig in zijn ge
moed, dat hij met lust aan zijne gedichten ar
beidde. Deze arbeid zette hem geheel over zijn
leed heen, en wanneer bij diep in gedachte
aan zijn werk was, kon hij zells zijn eigen be
staan vergeten.
Er mocht een jaar verloopen zijn, sedert hij
Duitsehland verlaten had, dat bij in een café de
krant zat te lezen, en zijn oog viel op den naam
van Eva vou Birkbausen. Wat gebeurde er met
hem, het hart klopte hem in de keel. Nauwelijks
waren du naam en de persoon vaD Eva ook maar
voor een oogenblik uit zijn geheugen geweest
Wel bad hij zich gewend, voel te studeeren,
maar toch was hare beeltenis hem geen oogen
blik uit de gedachten geweest; en nu moest haar
naam zwart op wit hem zoo verrassen, llij las
dan het bericht, waarin gemeld werd, dat er een
huwelijksplechtigheid in de aristocratische krin
gen bad plaats gebad Graaf van Breokenheim
was met Eva von Birkhansen getrouwd.
E3ne lange lijst van hooge adelijke personen
stonden er onder, die getuigen van bet huwelijk
waren geweest zelfs de toiletten der dames
werden beschreven. De plechtigheid was zeker
zeer voornaam geweest.
Eigar lachtte smartelijk. Hij bad het alles
van te voren wel gedacht. Nn gebeurde het.
Somtijds was het hem in Rome voorgekomen
alsof hij Eva onrecht bad aangedaan, of hij te
overijld gehandeld had. Maar nn las hij toch in
de kraot, dat hij gelijk gehad had. Getiound!
Zij was nu toch met hem getrouwd. Edgar
bleef weken laDg onzichtbaar voor zijne vrienden.
Hij irok zich terug in de eenzaamheid, en bleef
alleen met zijn smart.
Daar kwam weder een brief van doctor
Cattay.
,G;j hebt mij geschreven, dat ik aan die
roman niets mocht veranderen, en ik heb gedaan
zooals gij bet wildet en eindelijk heb ik dan
een uitgever gevonden, zekeren Vrail Btuderf, hier
uit Berlijn. Ik had gehoopt, dat de Roman in
een tijdschrift zou worden opgenom n, maar dat
ging onmogelijk. Gij moet u met een verslag
over uw boek en een honorarium van vijfhonderd
mark vergenoegen.
Edgar antwoordde dat het goed was.