Alfciiti Nieuws-, De Arme Dichter. Zondag 6 September 1891. 35ste Jaargang. Ho. 2548. d BRANDWEER, ontstaan van brand, zoo binnen als buiten den kom der gemeente, alle leden der Brandweer moeten opko men. het ontstaan van !>ran«l, zicli moeten begeven naar het Spuitenhuis, en niet onnihl- «lelijk naar het terrein van den hraild. liet is gebleken dat sommige manschappen dit voorschrift niet opvolgen, en dat dit verzuim aanleiding geeft tot verwarring bij de regeling der werkzaamheden. WORDT VERVOLGD- RAM Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater- d agavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEÜ, Laan, D, 4. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.25; iedere regel meer 5cts Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Gemeente Schagen, Bekendmakingen. Burgemeester en Wethouders van Neliagen, brengen ter kennis van de leden der vrijwillige bezol digde Brandweer aldaar, dat de onlangs vastgestelde regeling, waarbij werd bepaald, dal bij het ontstaan van brand buiten de kom «Ier ge meente, een daarvoor aangewezen gedeelte der Brandweer niet zou behoe ven op te komen, vanaf heden wordt ingetrokken, en voortaan bij liet Den manschappen der Brandweer wordt tevens uitdrukkelijk herinnerd, dat, inge volge het bepaald bij art. IO van het reglement, de spuitgasten, bij Roman van AUGUST NIEMANN. 41. Eerste deel. DERTIENDE HOOFDSTUK. Edgar had reeds bemerkt, dat mevrouw Woben sieck, die zich den gelieelen avond zoo stil mogelijk had gehouden en nauwelijks hare oogen bad durven opslaan en haar mond niet had geopend, dan om spijs of drank te gebruiken, levendiger was geworden. Het spel van den kapelmeesier lokte baar en bracht haar in vervoering. Zij was opgestaan, terwyl haar echtgenoot zich zeer druk bezighield met luitenant von Pirch, en tusschen de groep, die bij de piano was, gaan staan. Hare oogen w erden levendiger als zij de sjeler aanzag, en van tijd tot tijd werd er een blik van ver standhouding tusschen hen gewisseld. Zij mocht wel verwachten, dat het niet gemerkt zou worden, daar zij midden in de groep stond. Maar haar man bemerkte, dat zij hem verlaten had, onder brak zijn gesprek en naderde met een angstig gelaat de piano. Mevrouw Wobensieck zsg bem komen en zette weder een onnoozel gezicht. Maar nu wilde het ongeluk, dat luitenant von Pirch ook opstond, den beer V\ obensitck volgde en naast de dame ging staan. Hij scheen te denken, dat de opmerk zaamheid van den directeor zoo op den kapel meester zou zijn gevestigd, dat hij diens vrouw wel zou kunnen nadeien. Niemand scheen ook iots te merken toen plotseling de ruwe uitroep van Wobensieck het gezelschap verschrikte. IJ ij had een papier van den grond opgeraapt, dat luitenant von Pirch met zijn voet had trachten te bedekken. .Dat is weder een briefje voor u, Antonie 1" riep hij uit, terwijl hij het papier openvouwde en las. „Ja het is weder een liefdesverklaring en een verzoek om een reudez-vous." Edgar kon best begrijpen, dat de vrouw als het ware geketend aan den gcnialen musicus, niet had bemerkt, dat haar een briefje in de hand werd gestopt en dat bet zoodoeude gevallen was. Nu was het in handen van haar jaloerschen echtgenoot, wiens toorn zijn gelaat geheel ont sierde. Pynlijk trof de stilte van de omstanders. Eensklaps trok Wobensitck ten revolver uit zyn borstzak en wilde op den officier vuren. Vou Pirch sprong terzijde en greep zijn sabel, die aan den wand hing. De audere heertn hielden den woe denden man vast en de dames riepen luide om hulp. En nu gebeurde er iets, wat niemand verwachtte en wat Edgar voor e<n soort ten geestvervoer- ring hield. De dirccieur wendde zich tot zijne vrouw, strikte de linkerhand in de hocgte en Schagen, den 4 September 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. Binnenlmidsch Nieuws. Te Kolhorn werd op den verjaardag der Koningin door „Denk en Doe" een school feest gegeven. Op het met vlaggen versierde schoolplein vermaakten zich de kinderen met verschillende spelen, als mastklimuien, spriet- loopen, houtjesrapen, 't werpen van ballen in den gaper e. a. Aan de winnaars vrerden prijzen uitgereikt. Daarna btgaf men zich in optocht door het dorp naar de kolfbaan van den heer riep op een theatral n toon uit „Ik heb u lief gehad, Antonie, ik zal mij voor u opofferen. Ik zal niemand dooden, dien gij lief hebt, maar ik kan deze p'ynigingen niet langer verdragen. Loef gelukkig, ik ga sterven Nadat bij deze woorden gesproken had, waar niemand de volle beteekenis van vermoede, zette hij den loop der revolver voar zijn voorhoofd en een knal weerklonk, eene wolkrook vloog op en do jonge man stortte ter aarde. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Nadat de eerste verwirring en schrik voorbij waren, werd zoo spoeuig mogelijk een doctor uit de stad gehaald. Deze verbond den gewonde en zeide, dat hij niet doodelijk getroffen was; binnen een paar weken zou hij weder hersteld zyn. Dit voorval bracht echtur eeno geheele verandering te weeg in de omstandigheden van do tuoneelspelers. De oude heer Wobmsieck was, toen hij het tele grafisch bericht ontving van het ongeluk zijns zoons, dadelijk naar Neustadt g,komen, en had zich met do zaken bemoeid. De vader verlangde, dit het aandeel van zijnen zoon in den schouwburg dade- lyk zou worden uitbetaald, en dat ziju zoon, zoodra dit geschieden kon, naar Hamburg zou terugkeertn. Deze inmenging in ziken verschatte aan Schulze zooveel moeielijkheden, dat deze met zijne vrouw stilletjes vertrok, niets anders achterlatende dan een brief, waarin hij meldde, dat de slechte fiuan- liën niet gedoogdin, het verschuldigde gild aan de tooneellisten uit te betalen. Dit alles weid Edgar verteld, bij een bezoek aan het zonurtheater bij doctor Güdelt. Er heerschte groote verslagenheid onder do troep. Benige der heeren en dames gingen evenals Schulze hoen, om te zien of zij andere engage menten kon ten krijgen. De mevstcn eebtar bleven, meerendeels om lat zij geen ieisueid hadden en teveus niet wisten, waar zij in het zomerseizoen eene andere betrekking zouden krijgen. Onder de leiding van den bas, begonnen de achterblij vende vuor eigen rek -uing te spelen, en vtrdeelden, hetgeen zij iuvingen, gelykolijk. Èdgar hield het in deze omstandigheden voor zijn plicht, de troep zooveel mogelijk te onder steunen. Niet alleen zat hij eiken avond op de duurste plaats, om den inhoud der kas te doen stijgen, maar schreef zelfs artiken in het Neu- sialter weekblad waarin hij het spel van het gezelschap prees, meer dan hij misschien voor zijn geweten kon verantwoorden. Bijna eiken dag ging hij een bezoek aan juffrouw Zörgel s wouing bringen, om te vernemeu hoe de directrice het maakte. Dan troostte hij mevrouw Woben sieck, die tijdens het ongeluk er zeer treurig had uitgezien en babbelde dan tevens met den bas en mejuffrouw Legrandi. Hij begon eiken dag meer van dat meisje te houdenhet was voor hem ten aangename afwisseling, om na den arbeid een poosje met haar te keuvelen. Het werd Edgar een gewoonte om des namiJdags bij juffrouw I). Kist, waar allen ruimschoots onthaald werden op chocolade, krentebrood en koek, en waar de oudste leerlingen een diietal tooneelstukjes opvoerden, tot groot genoegen van de jeugdige toeschouwers. Het glanspunt van 't leest even. wel was de tombola zonder nieten, wairaan 154 leerlingen, die gedurende een geheel jaar niet meer dan 5 schooltijden hadden verzuimd, mochten deelnemen. In de zitling van den Raad der gemeente Wierineerwaard, op j IDinsdag gehouden, had de installatie plaats van de nieuw gekozen leden. De heer C. Dz. Rezelman werd herkozen tot ambtenaar van den Burgelijken stai.d. Op ad vies der in de vorige vergadering benoemde commissie wordt de rekening van liet burgelijk armbestuur goedgekeurd, in ontvang f 2750,01, en in uitgaaf op f 2347,995 met een batig saldo alzoo van f 402.01terwij! voorloopig werd vastgesteld de gemeente—rekening in ontvangst op 1 12429,18», in uilgaaf op 1 1 1922,01°, dus inet een batig saldo van f 507,17. De begrooting voor den dienst 1892, in ontvang en uitgaaf bedragende f 12298,03, zal evenals vorige jaren bij de leden worden rondgezonden en in eene volgende vergadering Zëigel koffie te gaan drinken. Zoo verliep de eene week na de andere, toen hij op zekeren dag een brief van het gerecht van Neustadt ontving. De rechter bad een aan klacht wegens majesteitschennis tegen hem inge steld, daar zijn roman uitdrukkingen bevatte, die kwetsend waren. „Dat is een heel onaangename zaak!" dacht Edgar en herinnerde zich toen weder het oordeel van zijn vrioud, Ludwig Cattay. „Wat ben ik toch een onpraktisch mensen,dicht hij bij zichzelf. Dit geval deed hem onaangen am am en maakte hem zwaarmoedig; hij trachtte te schrijven, matr het wilde niet gelukken sn daarom besloot hij juffrouw Legrandi op te zoeken en zich daar wat op te vroolijken. Maar het scheen neigens vandaag vroolijk te zijn. Juffrouw Legrandi had rood geweende oogen en was zeer stil, ook juffrouw Zörgel bewaarde het stilzwijgen „Wat scheelt er toch aau, lieve Johanna vroeg Edgar haar. „Och niets, ik kan het u toch niet zeggen!" antwoordde Johanna. „Kom, kom zi-ghet miar juffrouw Philippson," zoide juffrouw Zörgel. „Waarom zoudt gij het mijnheer Schub'-rt niet zeggen Hij is een zeer verstandig uinnsch, wien ik, uw plaats zijnde, mijn volle vertrouwen zou schonken. „Wanneer gij iots hebt, dat u deert Johanna, wanneer ik u helpen kan," voegde Edgar er bi), „zoo kunt gij het mij gerust ziggeii." „Noen, ik kan bet niet doen," antwoordde de tooneelspeelsier, optrotscben loon. „Zoo juffrouw Zörgel hot zeggen wil, moet zij het weten." Na deze woorden stond zij op en ging de kamei uit. Eogar zag zijn gastvrouw vragend aan. „Johanna geneert zich," zeide deze. „Maar ik zal het u maar zegg-n. Wat doet het er toe? Gij weet, mijnheer Schubert, hoe slecht de zaken bij de troep staan. Het is miserabel, hoe weiuig ot de tooneellisten aan gage krijgen, en mijnbeer Wobensieck zal onder de tegenwoordige omstan digheden ook niet helpen willen, en zoo hij wilde, hij zou niet kunnen, want zyn vader heelt alle geldzaken geregeld, en zoo spoedig Wobensieck reizen kan, veitiekt hij naar Ham burg." „Ja,ja, dat weet ik al," zeide Edgar. „Johanna verdiende altijd zestig mark maande lijks, en toen zij die telkens gotd uitbetaald kreeg, kun zij goed leven, üe eene helit voor hare kleederen, de andere voor kost en inwoning Zy behoefde mij niet meer dau vijf en dertig penning per middag te betalen; dat is toch humaan, niet waar?" „Zeker, zeker," zeide Edgar, die lachen moest bij het denkbeeld, dat bij zelf ook maar zestig mark maandelijks verdiende. „Ja, ja, gij lacht daarom, want u schijnt zuik een inkomen heel gering toe," ging de dame worden vastgesteld. Op voorstel van den Heer Groneuian werd besloten de door burg. en weth. ontworpen algemeene politieverordening tevens in die vergadering te behandelen, het heeft spreker, die burg. en weth. gaarne hulde toebrengt voor dit veelomvattend werk, aan tijd ontbroken, het hom gezonden ontwerp nauw keurig na te zien. De collecte voor liet ondersteuningsfonds voor behoef tign, gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis en de Citadeltnedalje, zal in de volgende week plaats hebben. De leden van den raad, wien de voorzitter deze werkzaamheid wilde opdragen, wenschten hiervan liever ver schoond te blijven. Op verzoek van den beer Groneman, zal de voorzitter don gemeenteveldwachter opdragen, nauwlettend toe te zien op het des avonds schij nen van licht, over den openbaren weg. Herbenoemd tot wethouder van Nieu- we-Niedorp K. cle Moor. Benoemd tot Amb tenaar van de Burg. Stand, G. Halff. In de Vrijdag gehouden vergadering der liberale Kiesvereeniging Burgerpliclit"te Hoorn, is tot candida.it voor de Twtede Kamer gesteld de heer P. B. J. Ferf van Haarlem, met 52 stemmen. De heer Ireub verkreeg 21 stemmen. voort. „Maar voor Johanna is het ruim geDoeg, zij vangt tegenwoordig, niet meer dan zestig, zeventig, op zijn hoogst vijf en zeventig penning. Daarvan moet zij nog hare moeder onderhouden en „Zij onderhoudt ook nog haar moeder vroeg Edgar getroffen. „Ja zeker, zij heeft haar elke maand nog zeven mark toegezonden. Haar moeder leeft in Berlijn, en zij is gescheiden van baar man, want Johanua's vader drinkt; daardoor ontston den vre. selyke toontelen, zoodat de vrouw van hem weggeloopen is. Nu kan Johanna haar geen geld meer zenden, eu daarover heeft zij vandaag geweend. Ook moet ik u nog zeggen, mijnh- er Schubert, dat, daar ik ook geen geld heb, ik Johanna niet kan houden, als zij niet bet ialt. Ik heb haar gisteren gozegd, hoeveel veidriet het mij ook deed, dat ik haar geen e'en kon gevin, en nu hieft zij gistereu en vandaag niets dan water en brood gehad. Dat wilde ik u nu vertellen, mijnheer Schubert." „Ja, Ja," riep Edgar uit, „dat is ellendig. Dat arme kind Ik heb dat niet kunnen denken, an Iers had ik haar reeds lang geholpen. Hoeveel is zij u schuldig „Ik heb het opgeschreven," zeide de andere, terwijl zjj een boekje uit haar zak haalde. „Ziet hier het is alles met elkander drie en twin tig maik vijfentwintig penning. „Ik zal u het geld geven," zeide Edgar, „en zoolang Johanna bij u is, zal ik voor haar be talen." Hij greep in zijn zak. Gelukkig hid hij geld genoeg bij zich. Hij betaalde de rekening en zeide: „Nu is h< t goed begrepen ik zal alles voor Juhantia betalen?" „Goed!- z-ide juffrouw Zörgel. „Maar ik wil u nog iets vertellen. Johai na mist nog het beste deel van b.ire garderobe. Zij is in Lütjenburg by een troep, geweest, voor gij hier kwaamt. Daar heeft zij een gioote Kist met kheren moeten achterlaten, omdat zij baar kostgeld niet kon betalen. 1 at doet haar ook verdriet." „Hoeveel is zij daar schuldig „Zeventien mark vijftig Penning." „Dat arme meisje. Ga haar toch roepen, juf frouw Zörgel!" Do gistvrouw ging heen, duwde Johanna in de kamer en bleef buiten. „Ik hoor d ar, dat gij nog kleeren in Lütjen burg hebt, lieve Johanna," zeide Edgar. „zult gij mij belooven, zoo ik u iets geef, dat die kist weder hier komt?" De toneelspeelster weid zeer verhgen; zij keerde het hoold al en wille het twintig mark stuk niet aannemen. Maar Edgar drukte het haar in do hand. Toen keerde zij zich om eu bedankte hem op hartelyken toom.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1