sim
Alïiritiiii- k Laullimllal
Donderdag 29 OctoToer 3891.
35ste Jaargang. ITo. 2563.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAOEH. liaan, I), 4.
Gemeente Schagen,
SI e k e n <1 ui a k i n g en.
Vrijwillige oefening in den
Wapenhandel.
Sovember a. s.
F. Ilomcla fticuweiiluii*.
SC 23 A U F X.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
AI) VERTEN Tl ËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger
Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
A D VERTEN Tl ËN van l tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De Burgemeester van Schagen brengt,
naar aanleiding van deswege bekomen
aanschrijving, ter kennis van belang
hebbenden
le. dat, ten einde den lust aan te wak
keren tot het vervullen van den
persoonlijken dienstplicht, voortaan
ook in plaatsen waar geen garni
zoen ligt, van Hijksweg'e
kosteloos sclt'sciilieiil
zal worden gegeven lot
vrijwillige oefening1 in
den Wapenhandel,inits
zieli daarvoor een vol
doend aantal jongelie
den aanmeldt:
2e. dat die oefeningen uitsluitend
strekkende voor den dienst der Infan
terie bestemd zijn voor jonge
lieden van zeventien jaar
tot aan den militiepiieüi
tigen leeftijd, alsmede
voor inïlieieiis-koi'po-
raa ls
Se. dat omtrent de voordeelen, uit
die voorloopige oefeningen, voor
later tot werkelijke» dienst, geroepen
wordende jongelieden voortspruiten
de, inlichtingen kunnen worden ver
kregen ter gemeentesecretarie, al-
waartevens zij die aan de oefeningen
wenschen deel te nemen, zich zullen
moeten aanmelden vóór den M en
Schagen, den 13en October 1891.
Den Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Staten van Noordholland van 21 October
1891 no. 3; Gelet op art. 11 der wet van
13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); Brengt
ter kennis van belanghebbenden
dat de jacht oppatrijzen in d't gewest
zal worden geslolen op Zaterdag 31 October
1891 met zonsondergangen
dat alzoo op grond van het bepaalde bij het
eerste lid van artikel 27 der aangehaalde
wet, het verkoopen, te koop uitstallen en
bet vervoer, n van dat wild uiterlijk tot en
met 14 November 1891 zal mogen plaats
hebben.
En zal dit besluit in bet provinciaal Blad
worden geplaatst en voorts in elke gemeente
van Noordholland worden aangeplakt.
Haarlem, 22 October 1891.
De Coromisraris der Koningin voornoemd,
(Get.) SCIIORER.
Schagen, 27 October 1891.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brongen ter algemeen.) kenuis, dat door
Hendrik Ploeger vergunning is verzocht,
het perceel Wpk C. no. 29 aan de Hoep
aldaar, te mogeu inrichten tot S 1 a c h t e r ij
en dat door hen, tot het onderzoek der
tegen dit verzoek ing diende bezwaren,
eene zitting ten Raad huize zal worden
gehouden op Dinsdag 10 Nov raber c. k.
des morgens van 10 tot 12 ure.
Schagen, den 27sten October 1891.
Burgermester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DER IJS.
JACHT.
Do Burgemeester van Schagen brengt ter
kennis van belanghebbenden het navolgende:
De Commissaris der Koningin in Noord-
Holland, gezien het besluit van Gedeputeerde
Roman van O. E L S T E R.
HOOFDSTUK V.
6.
Juichend riep de menigte hem zijn boerrah
na, en wreed verstoorde dit gejubel de stilte,
die er naden dood v.n den vrjjheer geheerscht
had. Wanneer hij op het oogenblik nog ge
leefd had, zoo zou hij naar buiten getr.den
zijn, om hen te zeggen, dat hij aan hun
spits het oorlogsveld zou betreden. Willy
wilde reeds het terras opsnellen, om het voor
zijnen broeder te beloven, toen zjjne vrouw
hem sarrend toefluister-Ie „Laat die men-
schen wachten, gij zijt immers de vrijheer
niet, gij zijt zijn dienaar, een cast op liet
goed uws vaders!"
En Willy gehoorzaamde aan de inblazing
van zijn vrouw en bleef binnen luistereD,
totdat het gejoel van de menigte in de verte
verloren gir-g.
HOCTFDSTUK VI.
Joen Lduard vou Altenbrak in zi n woning
Berlijn aankwam, trad zijn bediende bim
dadelpk tegi moet, zeggende; dat alles reis-
vaardig was om ter oorlog te j>aan.
„Ben je gek geworden?" vroeg Eduaid.
„Ten oorlog gaan Tegen wien
Tegen Frankrijk, heer ritmeester."
„Geef mij mjjn uniform, ik zal dadelijk
naar de kazerne gaan."
De regimentsadjudant bevestigde Edtard
het nieuws. „Alle cflicieren, die met verlot
zijn, zijn reeds teruggeroepen; ook voor u,
heer ritmeester is een oproeping afgezonden;
dat gij nu reeds hier zijt, zal den overste
zeer aangenaam zijn."
„Weet gij wel Raucbhaupt, dat deze oorlog
mij zeer ongelegen komt
De adjudrgn t .Jkeek Lduard ver schrikt en
vlagepderghzo" aan. ,Ik begrijp u niet erg
uest, heer Ritmeester."
„Nu, „bol is anders duid. lijk genoeg! Na
den dood mjjns vaders ben ik hoog van j.et
kasteel gewordeja, 4 li nu wasik >»n 'plan
mijn ontslag te nemtn."
„Ja heer ritmees'er, van cnis'ae. npn-.cn
is nu van zeil geen sprake." W t
„Neen natuurlijk niet. Ib mijnheer de
overste re spreken 9"
„Hij zul wel in do kaz. me zijn, lieer Rit
mees'er."
Eduaid liep vei der de kazerne binnen
Paar was I ei etn buittrgtwon» drukte Aiiiu
teruggekomen officiercu stoLdeu tui d, u
Verslag der lezing, door den heer
op Zaterdag 25 Ocloler 11. gehouden te
Kon het aantal belangstellenden, die op 23 Febr.
van dit jaar, terzclfde plaatse de lezing van den heer
Iknncla Hieuwen/tuis bijwoonden, geschat worden op
meer dan 600, nu hield het met 200 wel op.
Tot onderwerp was gekozen
Internationaal Socialisme.
De vergadering werd ditmaal geopend door den
voorz. der Afdeeling Schagen, P. Dekker, die het
woord gaf aan den heer F. Domela S'ieuwenhuis.
De heer Nieuweuhuis dan, ving aan rust op te
merken, dat het Socialisme langzamerhand een
macht was geworden, waarmede meu rekening moest
houden, of rneu wilde of niet, en niets zal in staat
zijn, er een einde aan te maken, zoolang meu geen
gehoor heeft gegeven aan de eischen van het vólk.
Het Socialisme is niet zoo maar uit de lucht komen
valleD, maar het is geworden langs natuurlijken weg.
Ook is het niet ontstaan uit de vermindering van
overste geschaard. Hier werden de paarden
gekeurd, daar werden alle mogelijke oorlogs-
utalerielen nogmaals gemonsterd en schoon
gemaakt, verder werden den miliciens nog
eenige leasen gegeven. Alles was in de weer.
Alles was als het ware geëleciriceerd, door
dat men ging vechten tegen Frankrijk, hun
groolslen vijund.
„Ha, heer litnieester," riep de overste
Eduard toe. „Hot is goed, dat gij dadelijk
gekomen zijt. Ik heb raet leedwezen den
dood van uw vader vernomen maar laat
ons do dooden nu maar met rust laten
wie weet hoe spoedig of wij tot hen be-
hooren. Een zware dans zal er door ons
moeten gesprongen wordi n. Gij zijt de jongste
ritmeester van het regiment, daarom moet
gij de reservetroepen uit Königsberg halen.
Iledm a.ond moet gij vertrekken."
„Heden avond reeds, heer overste, ik ben
pas voor een uur geleden hier aangekomen
en heb nog eenige zakeu Ie regelen."
„Ja, nujn goede ritmeester, dat alles helpt
niet. De dienst gaat voor alles. Tot morgen
vroeg, kan ik u wel verlol geven, maar dan
moet gj] oi k naar Königsberg vertrekken.
Jjwe orders zullen u thuis bezorgd worden."
„Ik zal op tijd zijn, heer overste."
„Zeer goed, heer ritmeester. Ik verwachtte
niets anders van u. Eu ga nu nog eens zien
of uw regiment iu ordo is."
Met een zwaar hart deed Eduaid zijn
plicht. Hoe geheel anders, had hij zich het
weerzien van zijn vrouw voorgesteld. Hij
had haar vooruit een brief willen sturen
waarin hij haar dacht te terbij,den, met de
tijding, dat nu de tijd van wachten voorbij
zou zijn, en daar was nu do oorlog, die hem,
dot mde huur nogmaals achter te laten en
zijn huwelijk geheim te houden, misschien
kon zij nu nog maanden, wellicht jaren
wachten, of wellicht kwam hij nooit meer.
Eduaid moest al zijn wilskracht te hulp
igepen, onj, niet rcuedilooB te troiden. Wat
was de oorlog tegen d« vijaad, nqvergelijlring
met do/eq str^fl&dJe^i vijand kotfPhij rngedig
Jipieuioet guanr- mga. voor de oóg; u zjjner
weenende vrouwü»e_n deïgrott^ vr,agynt!e Oogen
zijner kleirn n,' n.cc/I hij dc zijner netrsjuar'.
uit schaamte Uit sclaamie, omdat lijkte
toren den moed rug niet gehad had, eni gen
openlijk to eikti.niii En nu was het te laat.
I e avond viel reeds, loen Eduatd, g. vol d
doer rijn krecht Heinrich, in vliegontie vaat t
oen straatweg af galopjeirde.
r let. is Luiten heel w t i, In er i iin'eester a
l ad de eerlijke Htimicb gezegd. ik bs'n
elk. n deg buiten gtweesr. tdu..rd "was dol
op liet paard. Uy zal e-ninaal de Leaie ruifer
geloof, want het bloeit in geloovige zoowel als in
ougeloovige landen, overal treft men aan de verschijn
selen van het socialisme, en het openbaart zich op
verschillende wijzeu.
Het Socialisme is ontstaan uit de oeoonomische
wanverhoudingen, die in de landen der Westersohe
beschaving dezelfde verschijnselen hebben. Natuurlijk,
gelijke oorzaken hebben gelijke gevolgen.
Sinds de stoom werkkracht werd. is ook de wijze
van productie aanmerkelijk veranderd. Toen is de
groot-indnstrie opgetreden en had tengevolge
dat het handwerk gestadig verminderde en nu bijna
geheel is verdwenen. De oude arbeider van vroeger,
die als kleine haas zijn bestaan vond, wordt steeds
zeldzamer en heeft het pad moeten ruimen voor de
groot-industrie, die alles opslokt.
Als wij Socialisten op die verschijnselen wijzen,
dan is het voor onze tegenstanders of wij ze gemaakt
hebtien. Dat is niet zoo. Wij wezen er slechts op,
omdat zij bestonden.
Het gevolg van het Socialisme is het Kapitalisme,
dat evenzeer een kracht is geworden.
Als wij den loop der gebeurtenissen nagaan, dan
zien wij, hoe we krijgen moeten een handjevol zeer
rijke mensvhen tegenover millioenen niets-bezitters
Daardoor wordt tegelijk de klove tusschen Socialisme
en Kapitalisme steeds wijder.
Het Kapitaal is ons voor geweest en heeft ons
den weg gewezen. Het kapitaal is niet nationaal, maar
internationaal. De kapitalist vraagt er niet naar of
hij zijn geld krijgt uit Nederland of uit een ander
land. Het Evangelie van den kapitalist is „geld
stinkt uiet." Het is hem onverschillig vanwaar hij
het heeft. De kapitalisten van heel de wereld worden
dos door een hand vereenigd, het kapitalisme is
internationaal. De macht van het kapitalisme is in
de laatste jaren met zoo verbazende snelheid toegeno
men, dat zij zeil er verbaasd over staan.
Daar heb je de zoogenaamde Truss, vereeuigingen
van verschillende kapitalen, waardoormen in staat is
des te sterker te werken. Die Truss maken zich
meester van de wereldmarkt en dat is hun vrij wel
gelukt.
De petroleumbronnen zijn in handeu vaneengroole
Amerikaausche Truss, die dus zelf de regelaar van
den prijs is en omver werpt, wat de wetenschap leert:
„als zouden vraag en aanhad den prijs regelen."
Kunstmatig komt men dus tusschen beiden en waar
het er op aankomt voordeelen te behalen, werpt men
die leer van vraag en aanbod over boord. Men was
hang dat de petroleum te goedkoop en daardoor dus
de winst te gering zou worden en daarom heeft men
gelraeht er een einde aan'te maken door kunstmatig
de productie in handen te krijgen, om daardoor deu
prijs te kunnen opvoeren.
Die petroleum-Truss doet zich ook gelden in Eu
ropa, heeft zijn vertakking,-u iu ons land en heeft
zich ook meesler gemankt van onze petrolenm-markt,
en geen macht ter wereld is iu staat, op deu duur
aan die Truss het hoofd te bieden.
Het kwikzilver is bijna geheel in handen der familie
Rotschild, die dus den prijs er van bepaalt.
Het koper heeft men ook getracht in handen te
krijgen, doch dat is nog niet gelukt. De werkstakin
gen welke in Spanje hebheu plaats gehad in de
kopermijnen, waren het werk der familie Rotschild,
en te eeniger tijd za! het haar wel gelukken, en dan
zijn wij aan de familie Rotschild overgeleverd.
Ook de productie wordt door het groot kapitaal
geregeld. Uit asgst van te veel productie beperken
de lieeren dat.
word- n, heer ritmeester.''
Eduard zag in zijn verbeelding reeds zijn
blondgelokte zoon op het paard, en met
smart dacht hij er aan, dat hij er nu wel
licht voor altijd van verstoten zou blijven,
om ziju Eduard iu het krijgsbedrijf to be-
kvv mien.
Met een uitroep van vreugde wierp Mar-
garetha zich om den hals van haar echtge
noot; de kleino Eduard hing aan den arm
van zijnen vader, cn de kleine Margaretha
Ook heeft men pogingen gedaan voor een graan-
truss. Mocht zoo iels gelukken dan zijn wij geheel
en al aan het groot-kapitaal overgeleverd. Eu toch,
dat ook zal te eeniger tijd gelukken. Zoo komen wij
langzamerhand geheel iu de macht van dat groot
kapitaal, hetwelk zijn arm over alles uitstrekt.
Dan hebben wede groote magazijnen: Lonvre,
Bon Marché, Printemps enzdie de kleine
winkeliers over boord wei pen.
Wij bemerken dat langzamerhand het groot-kapitaal
alles opslorpt wat het kan. En nu het internationaal
zich verbindt, is zijn macht des te grooter. Het ge
volg daal van is, dat duizenden, die een bestaan vonden
in de productie, ondergaan dat veroorzaakt den onder
gang der nijverheid, van den kleinen boerenstand,
der neringdoenden, waarvan het aan enkelen wel is
waar wel gelakt onder de groot-kapitalisten te worden
opgenomen, doch waarvan de meesten proletariërs
worden. De scheiding tusschen de tegenstanders wordt
dus hoe langer hoe grooter.
Tegenover die ontwikkeling van het kapitaal moet
een andere macht gesteld worden. Die macht is het
Socialisme, hetwelk het voorbeeld volgt van het
kapit. en zich internationaal verbindt en zich uiet
bepaalt tot één land.
Kan dan het Socialisme niet verwerkelijkt worden
in één of ander land
Mogelijk is het. Bijvoorbeeld in ons land zou bet
mogelijk zijn, dat de SociaalDemocra'ie de overhand
kreeg en Wij het naar onze beginselen zouden kunnen
inrichten. Zoo ook zou het mogelijk kunnen zijn in
Zwitserland. Maar wat zouden dan de gevolgen daar
van zijn?
Stel eens dat in ons land het Soc. de overhand
verkreeg en het ons gelukte daar welvaart en vrijheid
onder alle burgers te verspreiden, dan zouden de
groote landen, Duitsehland bijv, een inval in ons
laad doen en ons noodzaken daaraan eeu einde te niakeu.
Het zou dus wel mogelijk zijn, indien wij vrij
werden gelaten. Het zou dns alleen in één dier
groote staten mogelijk zijn, als die staat nameilijk
machtig genoeg was, zich te verdedigen tegen de
andere grooteren. Dat zoo iets zal gebeuren is niet
waarschijnlijk. Daarom moeten wij ook trachten naar
een internationale vei binding.
De arbeiders hebben dat zelf gevoeld. Eerst hebben
zij zich nationaal vereenigd. in 1864 had men da
oude internationale onder Marx In 1872 op het
Congres te s'Hage is ze zoo goed als begraven. De
zetel werd nu van Londen naar New-York verplaatst.
Die internationale beeft evenwel di list gedaan, heeft
het bewustzijn onder de prolitariërs van alle lauden
opgewekt; het zaad was nu gestrooid en er werd
gearbeid. Met de onde daalde (le Sociale denkbeelden
niet ten grave, men ^organiseerte zich. Na die
organisatie gevoelde men de behoefte aan een inter
nationale en ten slotte in 1889, het eeuwfeest der
groote o uweuteliiig, werd te Parijs in congres gehou
den, waar de vertegenwoordigers van het proletariaat
der geheele wereld elkaar ontmoetten.
Echter door den stand der partijen in dat land was
het onmogelijk zi( h te vercenigen.
In Frankrijk had meu verschillende scholen.
1. De Possibilisten, wier streven was naar hetgeen
mogelijk was.
2. De Marxisten ook wel Quay-dislen, zoo
geheeten naar Jules Qnay.
en 3 De Blanquislen naar Blauquis, die van zijn
70 levensjaren ter wille zijner beginselan er 40
in de gevangenis doorbracht en wiens naam in
Frankrijk nog eene tooverkracht uitoefent.
„Spreek zoo niet, Margaretha," bad
Eduard. „Denk aan de kinderen, aan den
naam die zij diagen moeten, denk daaraan
w inneer ik val, dit gij hot de kinderen
verschuldigd zijl, ze in hunne rechten te
herstellen."
„Gij licht gelijk Eduard," antwoordde zij
nauwelijks hoorbaar, „ik zal mij uwe woor
den herinneree, gij zult ovor mij teyredeu
zijn."
Zoo spreekt gij als het behoort. En liat
stak hare mollige handjes toe, om gelie koosd ons nu nog eenmaal naar de kinderen gaan
te worden. zien, want wie weet, of ik dat geluk ooit
Eindelijk, eindelijk zijt gij weder bij mij, weder zal smaken."
mijn Eduard." riep M ug.retha uit en klem
de zich aan de borst van haar gemaal.
„O, hoe lang is mij die tijr
u! Hoe heb ik naar u verlangd. Och Eduard,
wanneer komt er toch een einde aan dozen
trenrigon tijd?"
Arm in arm traden zijde slaapkamer der
kinderen binnen. Eluard boog zich als ge-
eweest zonder 1 wooulijk voorover om hunne voorhoofden te
kussen. De kleine Eduard lachte in zijn
slaap rn dioomend fluisterde het kind:
„Papa. papt, laat mij met u rijden?"
Het was een zeer zwaar oogenblik voor „Mijn zoon, mijn zoon,fluisterde Eduard,
i Eduard, om zijne vrouw het noodzakelijke di# zijne tranen niet langer bedwingen kon
en aan het bed van zijn zoon op de knieën
zonk, en zijn gelaat met de handen bedekte.
De vijandschap tusschen de Possibilisten en Marxisten
was van dien aard, dat de internationale verbinding
in 89 niet gelukte. Tegelijkertijd werden er toen in
Parijs 2 congressen gehouden en werd aan de Bel
gische Arbeiderspartij opgedragen een internationaal
congres uit le schrijven, hetwelk dit jaar te Brussel
werd gehouden en waar dus de verschillende groepen
der wereld samenkwamen.
De internationale bami is dns geknoopt, die de
nationale organisaties aan elkaar verbindt.
Dat is eene belangrijke schrede verder, het is ook
een natuurlijk gevolg der noodzakelijkheid.
Als er een werkstaking uitbreekt tracht men
arbeiders uit een ander land te lokken om dc plaats
der stakers in te nemen. Dat gebeurde tot heden en
daardoor bracht het proletariaat zich zelf wonden
toe en de nederlaag aan eigen broedersdat deden
die loonbedervers. Dat was een outzettend nadeel,
gelijk elk werkman dat zeer goed begrijpen kan, want
al heelt een werkman voor een tijd een goed loon,
als de nood voorbij is, dingen de patroons toch
weder af en worden de werklieden ile dupe.
Dezer dagen nog was er werkstaking van de
meubelmakers te Londen. Het ging om den acht-nrigen
werkdag.
Nauwelijks weril het bekend dat er in het meubel
vak veel werk te bekomen was in Londen, of nit
Amsterdam en audere plaatsen togen er verscheidene
heen. Toen zij evenwel in Londen waren en bemerkten
dat het ruimer aanbod van werk gevolg eener
werkstaking was, kwamen zij tot inzicht.
Zoo iets zou niet gebeurd zijn, als de internationale
bond slerk genoeg geweest was. Dan zouden de
bladen het verkondigd hebben en die waarschuwingen
helpen >jelukkig.
Waarom ook zon men zijn eigen broeders gaan
bestrijden? De Fransche of de Engslsche werkman is
uw vijand niet, maar in uw eigen land is uw vijand.
Het is het kapitalisme, dat tracht de arbeiders er
onder te krijgen, zich zelf vet te mesten ten koste
van de arbeiders.
He arbeiders moeten in hun geheugen inprenten
dat zij broeders zijn.
Liever een burgeroorlog tegen den bourgeois, dan
een oorlog van werkman tegen werkman. Zoolang de
volksoorlogen nog mogelijk zijn, kan het kapitalisme
gerust zijn maar zoodra de arbeiders zich interna
tionaal verbinden, dan zal dat gedaan zijn. Het is
een gelukkig verschijnsel dat nu in Brussel bet
internationale Socialisme is toegenomen.
Het kapitaal is gelijk aan dat monster uit d«
godenleer, dat monster met de 100 koppen, waarvan
telkens als men 1 kop afgeslagen had, er weder
twee daa voor iu de plaats groeiden. Dat monster
vond eindelyk zijn man in Hercules, die het bevocht,
iu de eene hand het zwaard, in de andere hand de
fakkel, met welke hij de wond van een afgeslagen
kop toeschroeide, zoodat er niets meer voor in de
plaats kou groeien. Die Hercules is het Proletariaat.
Wij nio. Ien goed weten tegeu wie wij strijd voeren.
Het is verkeerd dat neringdoenden en kleine hoereu
zich vijandig stellen tegenover de arbeiders. Zij allen
toeh hebben dezelfde belangen. Er mag geen strijd
zijn tusschen de proletariërs van de baud en de pro
letal iers van bet hoofd.
Arbeiders toeh zijn al diegenen, die arbeiders zijn
met hand of hoofd en van hun arbeid moeten leveti.
Niet alleen de fabrieksarbeiders zijn arbeiders. Maar
ook de onderwijzers, de kautoorslaven, de winkelsla-
ven zij allen zijn proletariërs.
(Daar liet grootste geileeito van het vervolg der rede van
van ziju vertrek te doen inzien.
„Fe plicht als soldaat roept
mjj ten
strijde," sprak hij diep bedroefd, „en ik
durf mijn plicht
sterk, Margaretha,
Daar voelde hij de zachte armen zijner
niet verzaken. Wees vrouw om zijn hals en op zoeten toon werd
wees sterk en moedig hem to gefluisterd „Hij zal worden, zooals
gij trouw, braaf, een man van eer
evenals zijn vader."
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Vreeseljjk was de strijd tusschen de
Duitsche en Fransche regimenten. Sedert
negen uur in den morgen donderde het
zooals het de vrouw van een Duitsch
officier past."
Iu hartverscheurende snikken uitbarstende,
wierp Margaretha zich nogmaals aan den
borst van haar m in. Eduard sloeg de
armen o.m do slanke gestalte *#n haagl^V
en van tijd tot tijd kuste hij haar op het geschui, en knaldeu de geweren. Als vurige
voorhoofd. slangen gingen de Fransche regimenten
Wanneer ik uit den krijg wederkeer door de omliggende dorpen dood en verderf
mijn lieve, dan zal ik u als mijne vrouw achter zich latende. Maar op den heuvel van
het slot mijner vaderen binnenvoeren, dan den St. Marie, stonden de keurlioepen van
zullen wij nooit weder v au elkander schi iden." hot E'ranscbe leger, de keizerlijke garde.
„Als gij wtderkeert Deze begeerden niels liever, dan zich op de
Als iu een droom, kwamen deze woorden moedige Pruisen te werpen. Op de hoogte
haar van de lippen. Eduard las in die sta- van Billars stond de oudo grijze maarschalk,
rende oogen de vraag, die hij zichzelf al die iu Mexico zijn spoten reeds dubbel ver-
gesteld had. Zachtjes fluisterde hij Marga- diend had.
ietha toe. „Het lot zal toch zoo wreed niet Tegen den middag namen de krachten van
ziju, om mij aan n te ontröoveu. Gij hebt het Pruissische legt r at, zij kon Jen over-
moer dan andere vrouwen, een echtgenoot macht van den vijand niet F.nger wieistoan.
jioodig, om u t<? «leuin u en le leiden. »Maar Bij Bionville werd het gevecht gestaakt, de
Margaretha wanneer' een vijandel, ko'ltogel inunTtie was' wehira op. Nu moist do
mij mocht wegnemen, heb dan geen zorg
vo r de toekomst^ Ik heb mijn bioedei
illy alles i/enpgedeold ik heb al dt
papieren tuitrtut ons huwelijk, iu het
laiijilieai ch ieI neden gele j d Zoo gij n ij niet
mocht widerz en, zoo wondt u tot mijnen
broed, r, hij zal u in uwerechton htisleileo,
en een trouwe ra.dguver ziju."
„O, dat is het niet waarover k zorg heb,
wat heb ik aan rangen rijkdom zonder u!"
T
artillerie z {Jr"fe krachten^virioonen. Met*
donderend g- raas en g llendo trompetten
stortten zij zich op de Frauschen. Maar,
daar trekt Batuino zijn dt gen en de
keurtroepen stormen iu duizelingwekkende
vaart den heuvel al, up de Pruissische huzaren
iu. De overmacht w .s te groot, zi) moeien
vluchten. Nader en nader kwamen de
vyandelijko troepen. Giooter en gruoter
werd het gevaar. Maar hoorDaar komen
met donderend geraas de pas aangekomtn
Ulanen ter hulpen gevaar noch dood
vreezmde stort generaal v0n Bredon zich
met zijne troepen op den vijand.
Ook deze hulp schijnt do Pruisen niet
te kunnen n dden, want de vijand heeft
Truuville weder bezet reeds heeft hij Mars
ia Tour bemachtigd, en reeds dreigt de
linkervleugel van het Pruissische leger
opnieuw te bezwijken, toen, het was vijf
uur in den middag, de zooeven omboden
twintigste devisie met frissche krachten aan
den slag deelnam. Een heete strijd ontspint
zieli, de trompetten schallen, do kanonnen
bulderen en het geschrei der gewonden
vermenigvuldigde zich. En over een veld
met dooien laat do avondzon zijn laatste
schijnsel gaan.
In do linker flank van het Pruissische leger
op een kleinen heuvel, gedekt door laag hout
gewas, stond Eduard von Altenbrak. Zijn
oog vlamt. Over zijn voorhoofd druppelt blotd
uit een kleine wond, die hem een vij indige
sabelhouw heeft toegebracht. Tweemaal reeds
is zijn regiment op den vijand ingevlogen;
tweemaal retds heeft het zich in het dicht
ste gewoel van den strijd gestort. Nu staan
man en paaid hijgende naast elkander, met
een somber oog hel slagveld overziende.
Beneden hen in het dal heeft de slag plaats.
Ht'inde en ver hoort men hc t geschut don
deren. Vergeten is nu, wat de soldaat ach
terliet, vergeten i» vrouw en kind, vergden
de smart, geleden bij het atschoid, vergeten
de tranen, verecteu de klachten gestort bij
iiet a se (id; iu wordt nergens meer aan
gedacht, dm om te overwinnen.
JuL-t vluchten do Pruisi-che regimenten
terug. Hun augslgi schrei wordt verdoofd
door bet ilond. ren van gesehut, dat de Prui
sische soldaten in den rug blaast. M.tvre--
8clijke oiermacht wierpeu zich die Fran-che
troep n cp de Pruisi-che vluchtelingen. Daar
richt zich Je gebogen gestalte van Eduatd's
overste zich op. Hij tiekt de s^hel, do trom
petten schallen eu m vliegende galop stort
de moedig: hoop zich op don vijand.
Eduard *'on Altenhrak ki ei t zich^og een
maal 0111 ftur zijn regimentdaar ziet hij
zijn trouwfen Heinrich, clïc t em bemoedigend
toeknikte. Nog leiimaal aanschouwt liij in
gedachte zijè Ite'eljk huisje,zijn zwarte, slanke
Murgeretha, ztjii lachende kruliebol, zijne
dochter; daar onimorten zij den vijand
1 en vergoten is alles wat heui aan de wereld
bindt.
WORDT VERVOLGD-