Donderdag 12 November 1891. S5ste Jaargang. No. 2567. Uitgever, J. WINKEL. Kureau: SIH.IOI X, liaan, II, 4. Binnenlandsch Nieuws. Alfllttl RAMT. Aimititii- LuNinllil Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. A DVERTENT1EN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 ets. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Tot de oprichters der Nederlandsche Neringvertekering Maatschappij te Nieu- we-Niedorp, waarvan wij in ons vorig nummer de oprichting vermeldden, is ook nog toegetreden, de heer B. Wilken te Nieuwe-Niedorp. Men meldt ons uit Schagerbrug Gisterenmiddag had het weinig gescheeld, of de herberg van den heer A. Bruin was een prooi der vlammen geworden. Onvoorzichtig genoeg, had de dienstbode doovekolen in een mandje op zolder gezet boven de gelagkamer. Natuurlijk waren de kolen goed gedoofd, tenminste zoo verbeeldde men zich. Het toeval wilde dat een paar personen, uit een naburige gemeente, bij Bruin op stekende, de gelagkamer binnentreden, waar zij niemand aantreffen, en huu aandacht onmiddellijk getrokken wordt door den van de zoldering vallenden vonkenregen. Na terstond de bewoners gewaarschuwd te hebben, mocht het gelukken dit binnen brandje te blusschen. Zaterdag, 31 Oct. jl. bracht in het middaguur de wed. P., te HEER HUGO- WAARD de kom dier gemeente in repen roer door in de sloot langs den weg te springen. Tijd en plaats geven ^spotvogels" aanleiding te beweren, dat het geen ernstig gemeende daad van haar was, om zich van het leven te berooveD; doch wel om het Roman van O. E L S T E R. 10. HOOFDSTUK IX. „Zoo gij mij dat eerder gezegd had, heer baron," zeide de advokaat, „zou ik natuurlijk mijn best gedaan hebben om dit uit te vor- schen. Staat mijnheer de baron mij toe hem eenige vragen te doen „Vraag," antwoordde Willy. „Heeft uw broeder u deze echtvereeniging bekend gemaakt Willy sidderde. Hij was nog niet slecht genoeg, om zonder te blozen een onwaarheid te zeggen. Maar hij was nu eenmaal begon nen, dus moest het ook volbrengen. Daarom antwoordde hij„Mijn broeder heeft wel eens laten doorschemeren, dat hij een vrouw had, maar ik heb hem nooit begrepen. Hij heelt mij ook gevraagd om voor Margaretba en bare kinderen zorg te dragen." Tirschner glimlachte sluwhij las op Willys's gelaat, dat hij loog; maar dat ver hinderde den sluwen advocaat niet, zijn net nog vaster om Willy heen te halen. „Heeft mijnheer de baron geen enkel do- kumeot?" Willy draalde met antwoorden. Maar de gloeiende oogen zijner vrouw, deden nu nog de maebt op hem gelden, en hij antwoordde: „neen." De advocaat glimlachte op nieuw. „Zou den er in 't geheel geen dokumeuten be staan 6 „Ik geloof niet, dat Margaretba zoo iets bezit, want anders zou zij ze reeds hebben doen gelden." „Zeer zeker. Maar zouden onder zokere omstandigheden, de kinderen van mevrouw Montelli gerechtigd zijn om als ertgenamer °P te treden „Dat zou de vraag nog zjjn. Ik weet niet of de wet de nakomelingen van zulk een huwelijk als wettig beschouwt. Maar ik wil volstrekt niet dat de zaak publiek zal wor den. „Zeer begrijpelijk, mijnheer de baron. Eu luister nu eens naar mijne meeuing. Ik ge- nZaterdagavond houden® eenige uren te vervroegen. Te HEER HUGOWAARD is eene afdeeling van den ^Bond van Nederlandsche Onderwijzers" opgericht, waartoe aanvanke lijk 6 onderwijzers en 4 onderwijzeressen toetraden. Den 15den zal 's nam. 8 ure in het lokaal „De Hengstma n" de tweede vergadering plaats hebben, waarin het bestuur zal gekozen en het reglement zal vastgesteld worden. Te Helder is Zondag brand ontstaan in het verkooplokaal van den heer M. P. Polak, aan den Kanaalweg. Het geheele gebouw, van hout opgetrokken, is met een aanzienlijken voorraad galanteriën en luxe artikelen, die daar in den loop dezer week zouden worden verkocht door de vlammen verteerd. Ook eene helende timmerloods van den beer D. Zeeman brandde tot den grond af. De oorzaak van den brand is onbekend. Naar wij vernemen, waren de verbrande gebouwen wel, de luxeartikelen niet verzekerd. Zaterdag is tegen een negental zee miliciens, die met dei) spoortrein van Den Helder naar Haarlem reden, proces—ver baal opgemaakt, omdat zij voor de grap aan den noodremtoestel hadden getrokken, waardoor de tiein was blijven stilstaan. Den 7den November herdacht de heer S. Appel te DE RIJP zijn 40-jari- gen diensttijd in die gemeente. Gedurende 29 jaren toch was hij als secretaris en 11 jaar als burgemeester werkzaam. In eene buitengewone raadsvergadering werd hem door den oudsten wethouder namens de gemeente dank en hulde gebracht. Tevens werd htm een portret van H. M. de Koningin aangeboden. Het Rijper fanfare korps bracht den burgemeester een serenade. In het Groot-Noordhollandsch kanaal tusschen Akersloot en West-Graftdijk had jl. Vrijdagavond eene aanvaring plaats van eene met grind geladen schuit en eene veeboot. Het eerstgenoemde vaartuig zonk bijna onmiddellijk de schipper en zijn gezin konden slechts met moeite gered worden. De gemeenteraad van Alkmaar heeft, tot aanmoediging en als blijk van waardee ring van den vooruitgang van het stedelijk muziekkorps aldaar, de jaarlijksche toelage van f2500 tot op 13000 verhoogd. Zaterdagavond is de locaaltrein van Medemblik naar Hoorn ontspoord. Bij het biuneristoomen in het station Medemblik raakten de twee wagens achter de machine op een ander spoor, doordien de wagons door een onbekende oorzaak van de machine afgerukt werden. Zij vielen om, maar ge lukkig kwamen er geen verdere ongelukken bij voor. De dienst kon niet eerder hervat worden dan tegen 10 uur, zoodat de verdere aansluitingen dien dag gemist werden. Te Enkhuizen reed verleden Vrijdag een rijtuig, waarin zes personen gezeten waren, op den Noorderdijk bij den vuur toren, toen het paard schrikte en met den wagen van den boogen zeedijk stortte. Van den eigenaar van paard en rijtuig, W. Hovenier, werd een arm zwaar gekneusd; zekere De Jong bekwam ernstige kwetsuren aan de borst; hij is voortdurend buiten kennis.De overigen waren in tijds van het rijtuig gesprongen. De minister van Marine bezocht Maandag, vergezeld van zijnen adjudant, luitenant ter zee le klasse Hordijk, de Rijks marine-inrichtingen in den Helder. Na een zeer korte ongesteldheid over leed eergister nacht te Gorinchem onver wachts de heer H. J. Dijckmeester, lid der Tweede Kamer voor het hooldkiesdistrict Tiel. Zaterdag had de overledene nog dt eigeno men aan de vergadering der Liberale Unit wier penningmeester hij was. De lieer Dijckmeester was een zeer ver dienstelijk lid der Kamer. Zijne uitgebreide en degelijke kennis van practische onder werpen werd door zijne medeleden hoog gewaardeerd. In een huishoudelijke vergadering der afdeeling Knijpe van de Friesche Volks partij is besloten aan artikel 8 van het reglement der afdeeling het volgende toe te voegen: bieder lid der afdeeling, die zich aan herhaalde dronkenschap schuidig maakt of door onzedelijk levensgedrag de afdeeling in het bijzonder en de Volkspartij in het algemeen tot oneer verstrekt, kan bij meer derheid van stemmen door de leden worden geroyeerd, nadat door drie of meer leden loof, dat mevrouw Montelli niet de wettige vrouw van uwen broeder is." „Gelooft gij dat inderdaad „Ik ben zeker van mijn zaak. Hoe zou het mogelijk zijn, dat, zoo er bewijzen ge weest waren, mevrouw Montelli in 't geheel geen gebruik van dezen zou gemaakt hebben?" „Dat is waar. Daarin bebt gij volkomen j gelijk, maar mij is zelfs de plaats genoemd, waar het huwelijk heeft plaats gehad. Men noemde het Frati en het ligt nat)ij Palermo." „Frati Frati zeker een armzalig dorp in het gebergte. Heeft mijnheer de baron reeds aan de geestelijken daar ge schreven „Neen, nog niet!" „Mooi zoo, dat is goed. Ik zal u eens een voorstel doen." „En dat is?" „Ik zal op uwe kosten naar Palermo reizen en alle mogelijke inlichtingen zien te krijeen. Wie weet of er wel eens ten dorp Frati bestaat en zoo dit er is of er dan wol ooit een huwelijk tusscbeu Eduard von Altenbrak en Margeretba Montelli gesloten is." „Ik zeg u bij voorbaat reeds dank, dat gij u die moeite getroosten wilt. Zoodoende kan men alleen te weten komen, of zij wer kelijk getrouwd waren." „Eu wanneer dit soms het geval mocht zijn, wat denkt mjjnheer de baron dan te dót n Willy zweeg en sloeg zijn oogen neder, en zijne wangen en voorhoofd kleurden zich rood. De advocaat wist reeds wat hem te doen stond; bij zag nu wel hoe de zaken stonden. Als een slim praktizijn, wist hij de gedachten en weusclien zijner cliëntéle te raden. Zoo ook stonden nu de zaken. Hij schoof zijn stoel dicht naast die van Willy en terwijl hij zijn band op de arm van Willy lag, fluisterde hij hem toe: „Ik zal u zeggen mijnheer de baron, wat ik dan doen zal.Ik zal vragen, o! zij mij, bet register waarin de echt van uw broeder staat ingeschreven, willen verkoopen; zoo ja, dan zal ik u het boek brengen, dan kunt gij er mede doen wat gij wilt. Zal mijne handelwijs naar uw ziD zijn Langzaam sleeg Willy de oogen op zij ontmoetten de loerende oogen van den klei nen man, die ineengedoken zat als een roofdier, dat zijn prooi bespringen wil. Een lijd lang keken de mannen elkander aan, wederkeerig trachtende elkanders gedachten te lezen. De kleine loerende oogen van den advocaat deden hun kracht op Willy ten volle gelden. Eindelijk onttrok Willy zich met geweld aan de macht van die oogen en zeide haperend: „Gjj hebt mijne gedach ten daaromtrent volkomen geraden, heer Tirschner. Ik moet tot eiken prijs het re gister in handc-n hebben, om daarna mijne handelwijze tegenover mevrouw Montelli in ta richtten. Gij zult mij dus bet register ter hand stellen zoo het voorhanden mocht zijn." „Afgesproken beer baron. Wanneer zal ik afreizen? „Morgenheden nog, zoo het mogelijk is?" „Laten wij het op morgen bepalen ik heb nog eenige zaken in orde te brengen, en mijnheer de baron moet nog een wissel op zijn bankier voor mij in orde brengen." „Dat is waar ook, ik zal voor een wissel zorgen." Buigende nam de advocaat den wissel in ontvangst en stak dien in zijn borstzak. „Zoo is het n orde, heer baron ik dank u. Morgen vroeg ga ik op reis, na verloop van een paar dagen zult gij van mij hooren. Ik heb de eer, mijnheer de baron." „Wilt gij soms ook iets gebruiken? „O, zeer gaarne, mijnheer de baron Willy schelde en beval den bediende mijn beer Tirschner naar de eetzaal te geleiden en bem van het noodige te voorzien. Later zou bem de wagen weder naar het station brengen. Diep boog de zwendelaar en volgde de dienaar naar de eetzaal. De advukaat bet zich de V9rverschingen goed smaken. Hij gevoelde zich zeer vroolijk, dat liij zoo'n goed zaakje aan de haDd bad, dat zoo goed voor melkkoetje kon dienen. Hij bad zich juist een glas wijn ingeschonken toen cr door de zijdeur een dame binnentrad. Tirschner sprong op en boog diep, hij had mevrouw Rogalla herkend. „Laat ik u niet storeu mijnheer," sprak Rogalla op vriendelijken toon.„Ik kwam alleen maar bier, of do bediende goed voor u ge zorgd had." „Het is uiistekend, mevrouw de baro nesse." De slimme rakker bemerkte dadelijk wel, dat deze vriendelijkheid alleen maar een in leiding was, om zoodoende eens ongestoord met hem te kunnen spreken. Het was hem zeer aangenaam, dat hij in Rogalla een bondgenoote aantrof. Hij liit-lp baar daarom eeu weinig, toen hij bemerkte, dat zij niet recht wist hoe zij het gesprek moest be ginnen. „Mevrouw do barones heeft zeker van haar gemaal reeds gehoord, dat ik morgen naar Italië ga, om onderzoek te doen, om trent de verhouding tusschen Mevrouw Mon telli en Eduard von Altenbrak." Rogalla werJ bleek. Dus Willy bad nog niet geheel en al de brug achter zich afge broken. Hij laveerde dus nog, maar hij gaf al toe, zij zou hem nu klaar krijg» n om de dokumenteu te vernietigen. Eeu gevoel van tevredenheid doorstroomde haar hart, zij was nu zeker van hare over winning. Zij wilJe den kleinen man niet laten merk n, dat er tusschen haar en haar man eenig verschil bestond: daarom zeide zij op kalmen toon: „Mijn gemaal en ik hebben er zeer veel over gesproken, maar ik zou toch gaarne uwe meening, over de zaak hooren; gij hebt in zulke dingen meer on dervinding dan wjj. Denkt gij, dat er een huwelijk hee t pl »als gehad, ja of neen De advocaat haalde de schouders op. ,Wie kan dat met zekerheid zeggen Het is best mogelijk, dat mevrouw Montelli de waar heid spreekt, en dat de bewijzen omtrent het huwelijk op een zekere manier verdwe nen zijn." Hij zeide de laatste woorden op zulk een wijze, die de trotsche vrouw het bloed naar de wangen dreef. „Het is goed, heer Tirschner," antwoordde zij zich met geweld tot kalmte dwingende en z Ifs met een lachje op de lippen. „Ik verzoek u, dat zoodra gij eenig bewijs om trent het huwelijk mocht hebben, gij bet j ons zoo spoedig mogelijk zult doen gewor den, en zoodoende voor goed een einde aan onzen twijfel maakt." „Gij kunt mjj geheel en al vertrouwen het bewijs hiervoor geleverd is en den be schuldigde de gelegeuheid gegeven is zich te verdedigen en te verantwoorden in eene huishoudelijke vergadering.' Te Oudebildtzijl (Fr.) is zekere F. D. in zijn woning in hechtenis genomen en, beschuldigd van ontvoering van een minderjarig meisje, naar de gevangenis te Leeuwarden oveigebracht. Ofschoon gehuwd en vader van volwassen kinderen, was hjj in dit voorjaar heimelijk met eene ruim 20 jarige schoone vertrokken, met bestem ming naar Amerika. De reis werd gemaakt tot Liverpool, waar beiden berouw sche nen te gevoelen over hunne daad, zoodat zij weldra te Amsterdam terug waren. Het meisje keerde terug naar hare woning, doch D., die lucht kieeg dat de justitie zich met de zaak bemoeide, ging naar het buitenland. Thans was hij teruggekeerd en had zich rog slechts één dag in zijne woning schuil gehouden, toen de sterke arm zich van hem meester maakte. Op listige wijze werd de vorige week een bierhuishouder bekeurd, wegens het verkoopen van sterkeu drank in het klein, zonder daaitoe vergunning te hebben. Vier bezoekers, in een opgewekte stem ming verkeerende, zaten ieder onder een glaasje cognac in het bierhuis, terwijl de kastelein aan de deur stond te kijken of er ook onraad kwam. Een ander bezoeker, die een glas bier voop zich had vroeg loen den kastelein of hij soms ook naar politie keek, waarop de kastelein zeideja, meneer, naar die twee met die baarden. mevrouw." Op dit oogonblik trad de die naar binnen, om ie zeggen, dat het rijtuig voorstond, om mijnheer Tirschner naar het spoor te brengen. Rogalla groette den diep buigenden heer met en trotschen hoofdknik. „Tot wederziens, heer Tirschner." De kleine man lachte sluw. „Mevrouw zal over mij tevreden zijn." Dan verwijderde hij zich suel met onhoorbare schreden. Ro galla bleef alleen. Hare oogen schitterden van triumf. Zij wist nu dat zij ïoh over winnen, dat zij zou blijvenbaronesse von Alteubrak. ZEVENDE HOOFDSTUK. Brandend was de hiite op een zomerdag en smachtend lieten de hoornen en struiken hunne bladeren hangen. Hot eentoonige ge klater van de fonteiD, het kiiren van de duiven op hunne hokken en het tjilpen van de musschen in de boomen, was het eenige geluid, dat men vernam. In de schaduw van een olm lag da dog van Willy, met knikkende oogen de waeht te houden bij het sluimerende dochtertje van zijn heer, die haar gelokt kopje op de ruige huid van het dier bad nedergelegd. De blonde lokken hingen in bekoorlijke wanorde om haar hoofd en de poezelige armpjes had zij om den hals van haar trouwen wachter geslagen. De kleine Gerda met de zachte inborst was de lieveling baars vaders, terwijl de opvliegende en trotsche Harry de lieveling Tan zijne moeder was. Harry was op het veld, en zag naar het binnenhalen van de rogge. Hij bestuurde, al was hij nog maar zeven jaar, zijn ponny zoo handig, dat het de arbeiders soms lachend deed zeggen „Nu, hu, dat zal nog eens een echten Altenbrak worden." Willy en zjjne gemalin zaten onderdo ver anda. De aangename verhouding die vroeger steeds tusschen hen beiden bestaan had, was na het bezoek van Tirschner, weer volkomen io orde gekomen Rogalla had zich aller be- minlijkst gedrag n, en zij was het volkomen met haar geraatl eens, dat er eerst inzage moest genomen worden van het register. W-tRDT VKRVOL'ill.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 1