Uit en voor de Pers.
Gemengd JN7ieuws.
commies." Het was dus eene tan die be
zittingen die, erfelijk in de familie blij
vend, met den rechtsterm fida commissa
genoemd worden. Uit zulk een jidei com-
missum trekken eene groote menigte men-
•chen in deze streek eene kleinere of groo-
tere som. Het eigenaardige van dezen
volksnaam »het vierde commies' is, dal
deze zoozeer is doorgedrongen, dat ten
ander fonds, waaruit ook sommigen hier
roordeelen genieten, door het volk #het
derde commies' wordt genoemd naar ana
logie van dat rvierde commies.' Zoo ont
staan onverklaarbare termen, waar men in
later dagen zijn vernuft op kan scherpen
Voor de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer in het kiesdistrict Tiel zijn
uitgebracht 2327 geldige stemmen; vau
onwaarde 22. Gekozen is de heer mr.
M. Tydeman Jr liberaal) met 1547
stemmen. Op den heer mr. baron
Mackay (anli-rev.) waren 798 stemmen
uitgebracht.
Te Hilligersberg heeft een jongetje
van vier jaar spelend zijn zusje van 21/,
jaar in brand gestoken. Het arme meisje
stierf na hevige pijnen.
Te Gorinchem zijn ongeveer 1200
inlluenza-lijders. Er zijn eenige gevallen
met doodelijken afloop voorgekomen. De
ziekte schijnt echter nu een heviger karak
ter te krijgen. Ook in de omliggende dorpen
heerscht de influenza zeer hevig.
In sommige Drentsche dorpen en ge
huchten bestaan nog zoogenaamde boer- of
buurschappen, waarvan de leden elkander
wederkeerig bijstaan bij werkzaamheden op
het land, het schapenhoeden enz. Sommi
ge werkzaamheden mogen nog niet aange
vangen worden, voordat bij het blazen op
den hoorn het boerhoorn de gebu-
ren zijn opgeroepen om te overleggen, wan
neer men er mee zal beginnen.
Onlangs nu onttrok een boer te Deurze
zich aan zijne verplichting, toen het zijne
beurt was een jaar lang een stier te hou
den. Hem werd toen bij deurwaarders-ex-
ploit aangezegd, dat hij uit de boerschap
was uitgesloten, m. a. w. geboycott. Daar
zijn toestand te Deurze nu onhoudbaar is,
zal hij zich elders moeten gaan vestigen.
Het bestuur van het Nederland-
sch Landbouwcomité" te Utrecht voor
zitter de heer H. F. Bultman, secretaris
de heer L. Max) heeft zich tot den mi
nister van waterstaat handel en nijverheid ge
wend met een adres, waarin wordt ver
klaard, dat het comité de oprichting eener
Nederlandsche Kamer van koophandel te
Londen met ingenomenheid heeft begroet
en in zonderheid het door haar genomen
initiatief tot bevordering der handels
belangen van Nederland, met betrekkiug
tot de land-, tuinbouw- en Zuivelproduc
ten, van het hoogste gewicht acht. De in
die Kamer over dit onderwerp gevoerde
gedachtewisselingen hebben verschillende
land- en tuinbouwmaatschappijen hier te lan
de geleid tol het overwegen der middelen,
waardoor de reeds aanzienlijke handelsbe
trekkingen tusschen Nederland en Groot-
Brittannië nog meer uitgebreid en op meer
degelijke en vertrouwbare grondslagen kun
nen gevestigd worden. Als gevolg hiervan
heeft de Friesche maatschappij van land
bouw voorgesteld, op de gronden in een
bij het adres gevoegd rapport van haren
consulent (den heer K. H. M. van der Zan-
de) ontwikkeld, een consulent in Enge
land te doen aanstellen.
Het comité wendt zich daarom tot den
minister met het verzoek, in overleg met
zijnen ambtgenoot van binnenlandsche
zaken te willen bevorderen lo. de benoe
ming van regeeringswege van een consulent
te Londen; 2o. het brengen op de staats-
begrooting voor 1892 van eene som van
10,000 voor bezoldiging, bureaukosten enz.
Te Noordbroek woont sede't eenige
weken een gezin bestaande uit man, vrouw
en eenige kinderen in deopen lucht,
's nachts slapen ze op vodden.
De 17-jarige Chr. Heinz te Nieuw-
Buinen is sedert drie dagen in een d i e-
pen slaap gedompeld.
Men denkt met een geval van nona te
doen te hebben. Pogingen om hem te doen
ontwaken, blijven tot nu toe vruchteloos.
Omtrent het zinken van een vis-
schersvaartuig op de Ooster-Schelde in
den vroegen ochtend van Maandag j. 1.
wordt het volgende gemeld
Ten 3 ure zeilde visscher Everhard en
zijn zoontje, 8 jaren oud, uit de haven
van Bergen op Zoom, ten einde mosselen
le korren op de natuurperceelen bij Stave-
nisse. Gekomen ter hoogte van Strijen,
maakte het scheepje plotseling veel water
en zonk na weinge miniuten, ten ongeveer
5 ure in de diepte weg.
Met groote tegenwoordigheid van geest
nam de ongelukkige visscher een besluit
om te trachten zich, en zijn kind te red
den.
Hij plaatste het knaapje op zijne schou
ders en schrijlings op een plank gezeten,
zwom hij in de richting van het kustlicht
van Strijen.
Met bovenmenschelijke inspanning ge
lukte het hem, zich drijvende te houden
en langzaam den veiligen oever te bereiken.
Ten 71/» ure voelde de koene zeeman
grond onder de voeten en was gered.
Afgemat en verkleumd van koude wer
den de arme schipbreukelingen te Strijen
op menschlievende wijze verpleegd bij den
beurtschipper De Graag aldaar en konden
zij nog dienzelfden dag naar Bergen—op-
Zoom terugkeeren.
De vreugde van het talrijk gezin van
den visscher bestaande uit vrouw en 10
kinderen, laat zich niet beschrijven. Dauk-
baar voor de redding van zichzelven en
zijn kind, is de man troosteloos over het
verlies van zijn vaartuig, waarmede hij op
eerlijke wijze in de behoeften voor zich
en de zijnen voorzag.
De westerstorm, die sedert ongeveer
tweemaal vierentwintig uren boven ons
land woedt, heeft gelijk zich denken laat,
op verschillende plaatsen aan gebouwen en
houtgewas schade toegebracht. Van onge
lukken van ernstiger) aard hebben wij tot
dusver niet veel vernomen.
Wegens den storm staakten de Zuider-
zeestoombooten Donderdag den dienst, met
uitzondering van de veerbooten tusschen
Enkhuizen en Stavoren en de Minister Ra-
velaar, varende tusschen Enkhuizen en
Kampen, die, hoewel met moeite, den ge
wonen dienst deden.
Uit Elburg wordt gemeld, dat de
Buitenwaarden om de stad onderstasn door
het zeewater, dat de dijken bedreigt. De
hoogste stand was gister ochtend negen
uur 2,09 M. boven AP., zoodat de Dron-
therdijk 20 cM. overliep. Wind west.
Te 's-Gravenhage is Donderdag eene
oude vrouw in het water gewaaid en om
het leven gekomen.
Uit Den Haag meldt men
Nadat de Zuidwester gedurende langer
dan een etmaal aan het razen was ge
weest, scheen het weder tegen den middag
tot bedaren te komen, doch Donderdag
avond en vooral in der. afgeloopen nacht
blies de stormwind met nog grooter hevig
heid uit het westen en richtte vrij wat
schade aan. Dakpannen werden rondgeslin
gerd, schoorsteenen omgeworpen, en het
was in den laten avond dan ook niet
raadzaam zich buitenshuis te wagen.
Het anders zoo rustig voortstroomende
water der Haagsche grachten, ten minste
wanneer er gespuid wordt, werd thans
woest voortgedreven en leverde een geheel
anderen aanblik op. Grillig voortdansende
golfjes klotsen tegen den walkant, hun
wit schuim op de straat spoelende.
Ook menige woudreus heeft het moeten
ontgelden. In het bosch heeft de storm
^honderdjarigen" terneergeveld, en daar
was zoowel als in de Scheveningsche Bosch-
jes de grond bezaaid met groote en kleine
takken. Men zag dan ook gisterochtend tal
van vrouwen en kinderen het doode hout
bijeensprokkelen en in bosschen binden, of
het bijeengegaarde in manden of voorschoo-
ten medesleepen.
Aan het dradennet der telephoonmaat-
schappij is ook nog al eenige schade be
rokkend. Op tal van plaatsen in de stad
zijn de draden vernield, en de communi
catie met Schsveningen is voor een groot
deel verbroken.
Laatstgenoemde plaats heeft van den
storm niet veel te lijden gehad. De geheele
visschersvloot toch ligt aan het strand
vastgemeerd, behalve eene schuit die eer
gisteren uit Engeland moet zijn vertrokken.
Het strand leverde evenwel heden nog
een indrukwekkenden aanblik op. Witte gol
ven door den storm zich haishoog verheffende
om daarna pijlsnel in de diepte te storten,
beukten vooral in den afgeloopen nacht de
kust, en op onderscheidene plaatsen is het
strand dan ook soms ter hoogte van 1 meter,
afgekant.
Nog eens de wili- en weeg-
loonen. In ons vorig nummer wezen
wij op de brochure van den heer J. Zijp Kt.
thans kunnen wij medededeelen dat de
heer Zijp, in de zitting der Tweede Kamer
op Woensdag 1.1. deze kwestie ter sprake
bracht en het zeide te betreuren de
bestendiging van die den landbouw zoozeer
drukkende rechten.
Het kon. besluit van 28 Juli 1891,
waarbij de heffing er van is bekrachtigd,
rust z. i. op onwettige grondslagen. En
acht de minister deze heffingen in overeen
stem-ning met art. 254 der gemeentewet?
Is van den minister een voorstel tot ver
mindering dier rechten te verwachten Zal
hij ze in overeenstemming met art. 254
regelen Omtrent dit punt verwees spreker
naar de te dezer zake door hem geschre
ven brochure.
Vooral in Hoorn en Alkmaar wordt
meer aan loonen betaald dan tot dekking
der kosten van plaatselijke inrichtingen
noodig is. Noordholland betaalt f 70,000
te veel. Afdoende maatregelen zijn noodig
om die heffingen op wei en verordening
te doen berusten. Aan den tegenwoordige!)
toestand moet paal en perk gesteld wor
den, want de zuivelbereiders van Noord-
Holland zijn daardoor in ongunstiger po
sitie dan hunne vakgenooten in andere
provinciën, zooals spreker met cijfers be
treffende de markt- en weeggelden elders
geheven, zoekt te staven. Ook de markt-
verordeningsn behooren te worden gewijzigd;
zij drukken te zwaar. Hij hoopt dat deze
minister van binnenlandsche zaken het
middel zal vinden, om deze onrechtvaardige
onbillijke en onwettige belasting te ver
minderen, en niet zal dulden dat de Noord-
Hollandsche boeren veel meer dan wettelijk
geëischt mag worden, zullen moeten beta
len dan hunne zuivelvakgenooten elders.
Hij heeft goeden moed van dit ministerie,
dat opgetreden is om agrarische toestanden
ie verbeteren. Door deze aangelegenheid
tot eeu goed einde te brengon, zal de re
geering den dank inoogsten van de geheele
provincie, wier welvaart door verschillende
omstandigheden is achteruitgegaan. Men
vertrouwt dat deze minister recht zsl doen
door gelijkstelling van Noord-Holland met
andere provinciën, niet meer, maar ook
niet minder."
De minister van binnenlandsche zaken
de heer Tak van Poortvliet, repli
ceerde daarop dat ZEx. geen wettelijke grond
slag bekend was voor de heffing van
draagloonen op de N. Holl. markten. Om
trent de wik- en weegloonen is 's minis-
ters opinie bekend. Als lid der Kamer
heeft hij mede gewerkt aan eene poging
tot verlaging van die loonen.
Thans is bij kon. besluit de som van
65 ct. per 100 kilogram vastgesteld. Dat
z. i. volkomen, wettige kou. besluit moet
geëerbiedigd worden. Of laat de gemeente
wet toe de vernietisring van dit besluit op
grond van art. 236
Yoor het oogenblik bestaat daartoe geen
grond. Wel beriep de heer Zijp zich op
art. 239 ten opzichte van de bevoegdheid
van Ged. Staten, maar de minister meent
dat, al ware hier eene informaliteit ge
pleegd, de toepassing vau art. 236 toch
gevaarlijk zou ziju.
Maar is de heffing van de wik- en weeg
loonen dan in strijd met art. 254 der ge
meentewet (bestrijding van de kosten der
inrichting door het bedrag der belasting)
Hieromtrent bestaat nog altijd verschil,
ook in deze Kamer. Ged. Staten van Noord-
Holland zijn niet van die meeningdien
tengevolge kan de minister ook op dien
grond geen vernietiging uitlokken. In elk
geval kan voor het oogenblik het bewuste
besluit niet ingetrokken worden, omdat
eerst het bewijs moet vaststaan, dat de
kosten van inrichting en onderhoud het
bedrag der heffing overschrijden. Dit nu is
niet zoo gemakkelijk aan te wijzen.
De gemeente-rekeningen over 1892 zul
len dus moeten afgewacht worden alvorens
omtrent de betrekking eene beslissing te
nemen. (Deze verklariug verwekte gemom
pel onder de kamerleden.)
De heer Rutgers van Rozenburg, de
quaestie der wik- en weegloonen behan-
leude, meent dat de stelling van den vorigen
minister, dat de heffing van 65 ets. per
100 kilogram de kosten van den public ken
dienst niet te boven gaat, volstrekt onbe
wezen is. Zij berust niet op berekeningen,
hetzij van Gedep. Staten, hetzij van den
minister. Het tegenbewijs ligt al dadelijk
hierin, dat nooit beweerd is, dat de oor
spronkelijke heffing 80 cent te Alkmaar
overeenkwam met de kosten van de waag,
of dat het geval was met de latere heffing
van 70 centen, of het voorstel tot reductie
tot 60 cent. Spreker voor zich voegt er
nog eene berekening bij ten betooge, dat
zelfs bij 65 cents nog vee) meer zou ge
heven worden dan de Waag kost en dan
de wettelijke grondslag (artt. 238, 240,
254 en 256 gemeentewet) toelaat. Hij meent
dat er alle redenen zijn om te komen met
een wetsontwerp tot vernietiging van het
door hem besproken koninklijk beluit (waar
bij de heffing bestendigd is) en formuleert
zijn gevoeleu in den vorm van eene motie.
Deze motie, door de heer-n Rutgers van
Rozenbnrg en Zijp in de zitting van Don
derdag voorgesteld bij de behandeling van
Hoofdstuk Y der Staatsbegrooting, luidt in
haar geheel als volgt
,De Kamer, lettende op de artt. 238,
248, 254 en 255 der gemeentewet
^vooralsnog de onbewezen stelling, dat de
te Alkmaar, Hoorn, Purmerend en Edam
naar den maatstaf van 65 centen per 100
kilogram kaas te beffen wik— en weegloonen
het in voormeld art. 254 omschreven maxi
mum niet te boven gaan, onaannemelijk
en veeleer het tegendeel waarschijnlijk ach
tende, doch bij gemis van voldoende gege
vens buiten staat, dienaangaande met zeker
heid uitspraak te doen;
ren vertrouwende,dat de regeering indien
zij uit ten nader in te stellen onderzoek
de overtuiging erlangt, dat de bedoelde
heffing van 65 centen het wettig bedrag
overschrijdt, niet toeven zal de vereischte
stappen te doen, om verdere heffing van
wik- en weegloonen te Alkmaar, Hoorn,
Purmerend en Edam in strijd met art.
254 der gemeentewet en zonder wettelijke
uitzondering, krachtens art. 255 derzelfde
wet te beletten, gaat over tot de orde van
den dag."
Hofrouw. De St. Ct. van 10
dezer bevatte de volgende mededeelingen
De Opper-Ceremoniemeester maakt be
kend, dat het Hof, ingevolge de bevelen
van Hare Majesteit de Koningin-Regentes,
ingaande heden 9 December, den lichten
rouw heett aangenomen voor den tijd ven
drie weken, wegens het overlijden van Z.
M. Keizer Dom Pedro II d'Alcantara.
De Haagsche Ct. maakt hiervover de
volgende opmerking
»In 1889 werd in Brazilië de republiek
uitgeroepen en de keizer afgezet, die zich
daarbij, hoewel ongaarne, neerlegde.
Nu die ex-keizer overleden is, laat H.
M. onze Koningin-Regentes aankondigen,
dat zij en haar hofstoet voer drie weken
in den lichten rouw gaan, wegens het
overlijden van Z, M. Dom Pedro II
d'Alcéntars.'
Er staat wel jd'Alcéntara,' en niet »van
Brazilië* en de aankondiging geschiedt wel
door een autoriteit, die met ons Staatsbe
stuur niets te maken heeft den Opper-
ceremoniemeester, die dus eigenlijk ook
niets in de Staats.—Ct. heeft aan te kondi
gen. Maar 't moet toch een vreemden ia-
druk maken, als het buitenland 't mocht
vernemen, dat in het officieel gedeelte van
ons Regeeringsorgaan officieele rouw wordt
voorgeschreven vcor een L izer van Brazilië
terwijl da Nederlandsche Regeering in dat
land de Republiek heeft erkend.'
De influenza heerscht in den laatsten
tijd zeer sterk te Berlijn en gaat dikwijls
van longontsteking vergezeld. Verscheidene
geneesmiddelen werden aangewend; de mees
te bleven echter zonder uitwerking;'t best
voldeed nog een mengsel van zes droppels
pepermuntolie met dubbelkoolzure-soda
en chinine. Alle geneesheeren zijn 't eens,
dat de natte weersgesteldheid der laatste we
ken heeft bijgedragen, aan de kwaal uit
breiding te geven, en de epidemie niet zal
ophouden voor er koud weder invalt.
Uit Italië wordt gemeld, dat zich
een eiland, ter lengte van 500 meter, ten
ziuden van het eiland Pantellaria, uit zee
verheven heeft. De schepen hebben eene
waarschuwing gekregen om minstens op
eene mijl afstands ervan verwijderd teblijven.
Uit Straatsburg wordt gemeld, dat
Maandagavond te Schlestad een vree-
selijken brand is uitgebroken in de
stallen der gebroeders Brunstein, gelegen
achter het café Rothwill, in de groote straat
die naar netstation voert. De brand werd door
den hevigen storm aangewakkerd. In korten
tijd stonden twaaif huizen in volle vlam. Een
waare vuurregen daalde op de stad neer.
De Neu hurm,de oude gerestaureerde poort,
geraakte weldra in brand.
Op een afstand van 200 meters van de
plaats des onheih brak een nieuwe brand
uit, nog erger dan de eerste. Een veertig
tal huizen, twee straten vormende, werden
geheel verwoest. De brandweer van Straats
burg, Colmor en Ribeauville werden gewaar
schuwd. De verwarring was onbeschrijvelijk.
Dinsdag te negen uren was men het vuur
meester. De puinhoopen smeulden echter
door. Eenigen brandwachts en verscheidene
inwoners zijn licht gekwetst. Fr zijn seen
ernstige persoonlijke ongelukken voorg*.
vallen.
Een merkwaardig drietal. Een bruids
paar trouwde in de dorpskerk. Onder de
toespraak van den predikant begon de bruid
te glimlachen en bet duurde niet lang 0f
zij barstte nu en dan in lachen uit, Dj
predikant, die zich over zulk een onbeta-
melijk gedrag niet weinig ergerde, vroeg
eindelijk
rWaarom lacht ge?"
Geen antwoord en zij glimlacht weer.
jAls ge mij niet zegt waarom gij lacht
houd ik op."
Eindelijk 'greep zij moed om te spreken.
jJe, ziet u, dominé; het is zoo raar."
rWat is raar?'
„'t Is zoo raar (haar bruidegom aan-
Stootende); hij kijkt scheel, en ik kijk
scheel, en (op den predikant wijzende)
en u kijtt ook scheel.»
Dezer dagen vond op de boerderij
van den heer Dow te Eaton, in Pennsylva-
nië, een zeer buitengewoon gevecht plaats
tusschen een neger en een stier. De neger,
Jackzon genaamd, werkte binnen een
groote omheining, waar de runderen bijeen
gehouden werden. Na afloop van het werk,
wilde Jacksou heengaan toen eensklaps een
woedende stier op hem los kwam. Ter nau-
wernood had Jackson gelegenheid uit te
wijken. De stier keerde zich echter om en
wilde opnieuw een poging doen om den neger
op zijn horens te nemen. Ook ditmaal wist
Jackson den aanval te ontwijken, maar wel
begrijpende dat hij toch eeu nieuwe poging
te wachten had, klemde de neger, toen de
stier hem voorbijschoof, zich aanden staart
van het dier vast. De woede van het beest
was nu tot haar toppunt gekomen, vreese-
lijk waren zijn pogingen om zich van den
neger te bevrijden, Jackson hield zich ech
ter zonder zich aan de woeste sprongen
en het hevige gebrul van den stier
te stortn, stevig vast. Eindelijk moest de
stier zijn pogingen staken, uitgeput van
vermoeienis bleef hij staan. Jackson liet
den staart los en wandelde bedaart) weg,
terwijl de stier zich naar den anderen kant
van de omheining begaf.
Woensdag stonden te Loisville de
zaken stil tengevolge van eeue geheele reeks
van rampen. Eerst raakte Dinsdagavond
eene papierfabriek in brand, waarbij 16
menschen in de vlammen omkwa
men. (Verkeerdelijk werd gemeld dat dit te
Nieuw-York plaats had). Te half vier in
den ochtend, terwijl de brandweer nog in
de bouwvallen bezig was, ontstond in een
belendend gebouw eene ontploffing, vermoe-
dellijk tengevolge van het smelten eener gas-
pijp door de hitte van den brand. Ook dit
huis stond in een oogwenk in vlam en ver
schillende andere perceelen werden mede
aangetast. Terwijl de gansche brandweer
aan den arbeid was om den brand te keer
te gaan, stortte een muur in waaronder
acht spuitgasten bedolven werden; 4 hun
ner werden dood te voorschijn gehaald.
Te 8 uur geraakte een kruidenierswin
kel in de onmiddelijke nabijheid in brand.
Op de vierde verdieping waren daar 40
meisjes aan het werk, wien het onmogelijk
was langs de trap te ontkomen. De ver
schrikte meisjes vertoonden zich, om hulp
roepende, aan de vensters en velen sprongen
op een plat bij de tweede verdieping, van
wie verscheidenen armen en beenen braken.
Yijf, die niet durfden springen, kwamen
in de vlammen om, en men vreesde dat
ook een broeder van het hoofd der firma,
de heer Menn, in hun lot gedeeld had.
Doch ook hierbij bleef het niet. De brand
sloeg over op een groot vuurwerkawgazijn
en de aanhoudende ontploffingen belem
merden grootelijks de pogingen der brand
weer. De commandant, majoor Hughes,
eindelijk, kwam met zijn rijtuig in botsing
met een wagen en sloeg zoo hevig tegen
den grond, dat hij ernstig gekwetst werd,
Zonderling genoeg trof den vice-comman-
dant een dergelijk ongeval.
De aangerichte schade werd op 750 .000
dollars geraamd.
Een reddingsmiddel.
Eene dicht opeen gepakte menschenmasja
vulde onlangs het trottoir tegenover den
in aanbouw zijnden, reusmetselaars-tem"
pèl te Chicago, om met ingehouden adem
toe te kijken, hoe een jong man zich v»n
deze duizelingwekkende hoogte langs ee
dunnen draad van staal en aluminiu®
naar beneden liet zakken. De moedig®
luchtreiziger was J. H. Athey, uitvin