Ons vee in den winter. xJsra-BZonsrDEiT. X. Burgerlijke Stand. Gemeente Meliagren. Gemeente Zijpe. Marktberichten. 1 I f De heer Johnsoti, directeur van een doofstommen—ges'icht te Indianopolis, is op het denkbeeld gekomen, te beproeven of zijn verpleegden de klanken uit een phonograaf konden opvangen, en verkreeg daarmede de beste uitkomsten. Bij 27 jongens en 29 meisjes waren er slechts drie, wier oor ook voor de phonograaf onge voelig De anderen konden door mid del van het instrument hooren! Dele out dekking leidt tot de theorie, dat bij doo- ven het innerlijk oor gevoelig kan zijn, hoewel het trommelvlies abnorunal is. De phonograaf zal dus spoedig e»n groo- ten omkeer in het onderwijs voor doofstom men teweegbrengen. Uit het laatste statistisch overzicht van het bureau van het Kais. Öesundheits- amt te Berlijn, blijkt dat in verscheidene Engelsche en Doitsche steden in de eerste week dezer maand, vermoedelijk ten ge volge der influenza, het sterftecijler vrij belangrijk steeg, maar ook dat de sterfte in de meeste groote steden niet zoo bijzonder hoog was als de geruchten wel deden vermoeden. Boven de 30 per 10,000 inwoners steeg de sterfte te Triest 31, Petersburg 32.6, Dublin 31.7, Lemberg 37, Edinburg 38.2,Stettin 10, Kra- kau 10 en Frankfort 18.1, maar bleef zij vrij normaal in Stockholm 15.6, Christiania 20.6, Venetie 18.1, Londen 21.2, Parijs 22.3 Weenen 22.7, Brnssel 26.6 en Amsterdam 27.1. Wanneer we iu onderscheidene streken niet alleen het jongvee doch ook de melk koeien na Allerheiligen nog volop gras in de vrije natuur zien nuttigen een voordeeltje, dat niemand den boer, die niet te veel hooi van al te beste qualiteit kon binnenkrijgen, zal misgunnen dan den ken we niet aan den winteralleen wijst de almanak het voortrollen van den tijd als een bergstroom aan. Met Borger zullen velen zeggen, vooral thans: #Ik reken iederen dag gewonnen", waarop mijn vee van het buitengewoon voedzame nagras, veel voedzamer dan hooi, profiteert, want ieder etmaal voorbij brengt ons verder tot Nieuwjaar, ifoor allen hopen we, dat de strenge wintervorst haar zetel nog niet opslaat, en toch is de tijd daar, waarop de winterkwartieren voor hot vee gereed moeten zijn en we weten ook over al zijn. Ieder dier moet in den winter een gezond verblijf hebben, zindelijk gehou len worden en regelmatig zijn voeder ontvan gen. De heeren van de gezondheidsleer willen per se, dat ieder dier eenmaal daags goed gepoest, ten minste met een bos stroo duchtig afgewreven wordt, zoodat de huid gezuiverd en tot werkzaamheid aangespoord en niet door vuil in zijne tunctiën belem merd worde. De werkzaamheid der huid heeft bij alle dieren den grootsten invloed op den groei en de gezondheid; bij eene vuile huid is een waar gedijen niet denk baar, maar wel zijn allerlei ongemakken en ziekten het gevolg van verwaarloosde verzorging er van. Men zegthet poetsen der koeien behoort dagelijks deels met stroo- bossen, deels met den roskam te geschieden. Met betrekking tot het gebruik van den laatsten, wil men wel is waar op sommige plaatsen waargeuomen hebben, dat sterk roskammen het aanzetten van vet onder de huid zoozeer bevordert, dat bij de koeien de melkafscheiding er door vermindert. Men zal ons moeten toestemmen, dat het nalaten van het poetsen veel meer nadeel teweeg brengt, dan de overdrijving er van, die zeldzaam voorkomt, en daar, waar men geheel n:et poetst en liever het vee met vuil bedekt laat staan, is e ene onverant woordelijke onverschilligheid de oorzaak, die men zoo gaarne met een of ander ongemo tiveerd voorwendsel bedekt. Zijn er tegen standers van den roskam, ook zij kunnen de volkomenste zuiverheid van hun vee verkrijgen, wanneer de dieren eerst met vrij harde borstels geborsteld en daarna met een dicht bosje stroo afgewreven wor den. De staart of liever de staartkwast kan uitgekamd worden, zoo noodig vooraf met lauw water uitgewasschen. Ook het uier (jaar) moet iD ieder geval volkomen zui ver gehouden wordendit geschiedt het best, indien men 't vóór het melken met een groven wollen las of stijve spons af wrijft, waardoor men tevens zijne werk zaamheid opwekt. Is het uier door mest bevuild, dan moet het voorat met lauw soda-nater afgewasschen en daarna met een wollen lap volkomen droog gewreven worden. Het is niet raadzaam de koeien onder het eten te poetsen ze moeten ongestoord hun maaltijd kunnen nuttigen, indien het voedsei goed zal werken. De ondervinding leert, dat snjprig gehouden, nimmer gepoet ste koetr-n, onder overigens gelijke omstan digheden, slechtere melk en boter leveren dan zoodanige, die in een goeden stil leven en steeds zindelijk gehouden wordenaan de voortbrengselen der laatsten ontbreekt tenminste de onaangename stals naak. Met betrekking tot den stal vcor welk vee ook valt in ieder geval op te merkende stal mo-.t behoorlijke ruimte hebben en niet in eene Uagte, maar hoog en droog liggendairbij mag hij niet te lasg, tenmii ste 8 voet boven de hoogste mestloag hoog zijn. In een te lagen stal heersckt altijd meer of minder de zoo scha delijke bedorven lacht de staldamp. Voorts moet doelmatige inrichtingen voor behoorlijke lnchtververschingen gezorgd worden. Daarbij moet echter steeds de noo- dige warmte onderhouden kunnen worden. Deze is voor alle vee gemiddeld 12o R. De warmte van den stal is niet goed meer, in dien zij tot beneden 9o R. of boven 14o R. is. In den winter kunde en in den zomer heete stallen verhoogen de behoefte aan on- derhoudsvoeder, verminderen zoodoende het voordeelige voederverbruik. De stal moet wel is waar verlicht, maar het licht niet al te sterk zijn, of den die ren niet te schril in de oogen vallen. Zon licht en warmte gedijt geen gewas en warm bloedige dieren geraken in een ziekelijken toestand, indien zij in donkere verblijven opgesloten worden. Door het ontberen van daglicht en van zuivere lucht verkwijnt het dier in alle opzichten. Het licht is daarom bij het bouweu van veestallen een der eer ste vereischten, die men in het oog moet honden omdat het een prikkel is, waardoor de grosi van het dier bevorderd word. Don kerheid en daarmede doorgaans gepaard gaande vunzige stallucht slaan aan het ge dijen en veredelen er van in den weg en geven aanleiding tot verschillende ziekten. Maar zoo nuttig als een matig licht voor het vee is, is een te sterk licht toch voor zijn oogen uadee- lig. Licht en leven staan met elkander in zoo innig verband, dat de slaperigheid op gewekt wordt, zoodra men het licht ver wijderd. Daarom zijn nachtelijke storingen, bet nachtwaken en het drijven er van bij nacht zoo uitputtend en ontzenuwend, om dat de levensprikkel, die met het licht ver dwijnt, op ongepasten tijd voortgezet wordt. Daarom zou het een aanmerkelijke voor uitgang in de veehouderij zijn, indien het vee overal zoo gehouden werd, dat de ge- heele inrichting het licht verdragen kon; dat de dieren niet meer, zooals tot heden in sommige plaatsen in de duistere, vuile of vochtige stallen te meer verkwijnen, naarmate de winter vordert. Mt-nig stuk vee brengt zijn halve of geheele leven als in een modderpoel door en hoe zou 't mo gelijk zijn, dat het dan gedijen kon? Vooral is ook het morsig houden der varkens al te keuren. Men schijnt diarbij van het beginsel uit te gaan, dat het varken het vuil bemint, omdat het zich in de vrijheid in de poelen en plassen wentelt. Dit is echter eene grove dwaling. Het varken voelt zich alleen in het vuil, omdat het daarin eenig voedsel vindt en wenteld zich in het slijk om zich af te koelen, of zich tegen insecten te bescher men. Anders is het een dier dat de zin delijkheid zoozeer bemint, als tenig ander en dat te beter tiert, naarmate het door hernieuwd strooien en in den zomer door wasschen en baden zindelijker gehouden wordt. Om voor koeien den stal in den zomer lnchtig en koel, in den winter warm te houden, zonder dompigheid, moet hij bij kleiner vee eene hoogte van 9 voet, bij grooter van 10 voet hebben bij zeer groot vee en bij volle stalvoedering behoort hij zelfs 1112 voet hoog te zijn. Door in de bovenste helft der stalhoogte in vol doend aantal aau te brengen vensters, moet voir het noodige licht gezorgd worden. Zijn de vensters zoo ingericht, dat ze ge makkelijk meer of minder opengezet kun nen worden en zijn ze tevens meer onmid dellijk tegen den zolder aangebracht, dan zijn ze ook voldoende om den staldamp af te voeren en voor het luchten te zorgen. Zoo niet, dan zijn er bovendien afzonder lijke, lage, zich meer in de breedte uit strekkende dampgaten noodig, die bet best tegenover elkander onmiddellijk onder den zolder aangebracht worden. Minder doelma tig is het, ^afzonderlijke kokers door den zolder en het dak aan te brengen door deze laatste wordt licht een gedeelte van het daarentegen aanliggende voeder bedorveD. Ten einde 's winters de warmte in den stal te kuunen onderhouden en bet daarop ge borgen voeder tegen bederf te bewaren moet de zoldering volkomen dicht zijn. Voorts mogen de noolige deuren tot het gemakkelijk binnenb'-.-ngen van het voeder, het uitmesten en uitlaten van het veeniet ontbreken. In kondere streken moet vooral op een warme bouwwijze gelet en dairtoe des noods de hoogte eenigszins verminderd worden, want konde stallen kosten meer voeder en verminderen de opbrengst. Zon der zich aan overm :at schuldig te maken, moet de noodige ruimte voor dieren, voor Je toebereiding en toediening van het voe der en het wegruimen van den mest voor handen zijn, waarmede tevens eene geschikte inrichting tot afvoering van de gier aan wezig moet zijn. Bij eene stalinrichting moet er overigens vooral daarop gelet wordeo, dat het vee met de minste moeite gevoeJerd en geen voe der verslingerd kan worden. B;j eene gebrek kige stalinrichting kan eene koe allicht dagelijks voor 5 cents voeder vermorsen, 't geen in een geheelen wintertijd f9 a f 10 bedraagt. Er wordt veelal gezegd, dat men voor den winter zijn voedervoorraad zoo nauw keurig mogelijk opnemen moet, om daar naar te bepalen, hoeveel men dagelijks aan ieder koe geven kan, om met den voorraad tot het nieuwe voeder te geraken. Dit is onzinWel moet men voor den winter zijn voorraad nauwkeurig opnemen, maar geenszins de rantsoenen kleiner of grooter, krachtiger of krachteloozer maken, naar gelang van den voorraad. Maar indien men niet zooveel voeder geoogst heeft, om den veestapel voldoend krachtig door den win ter te brengen, dan moet men vee af— of voeder aanschaffen. Da behoeften van het vee laten zich toch inderdaad niet naar de voorhanden voederkracht der bouwerij re gelen. Het vee moet onder alle omstandig heden zijne gerechtigheid hebben, daar anders de kosten niet meer door de dien sten eu opbrengsten gedekt worden, en de veehouderij, die een steun van hel be drijf zijn moest, wordt bij onvoldoende voe dering een kanker, die hoe langer hoe dieper invreet. Men koope derhalve voeder, indien de eigen voorraad niet voldoende is voor hel vee, 't welk het bedrijf be hoeft, en dat men zoodoende houden moet. Zoolang men nog gekocht voeder voor het vee bezigen kan, kan men het kno pen van hindelsmcstst'jffen nalaten. Het is toch inderdaad bespottelijk, zijn vee schraal te voederen en uiest aan te koopen {Leeuwarder Ct.) Omtrent de groote ramp te Lisieux (Frankrijk) van den brand in de wollen- stoffenfibriek der firma C. Motnmers en Co. te Tilburg meldt men het volgende Zondagmorgen 13 dezer om half zeven werd Lisieux in opschudding gebracht door het alarin vau timboers eu trompetters van bet garnizoen. Een dikke rookzuil, voort gedreven door den storin, wees de plaats van het onheil aao. De meesterknecht van genoemde fabriek had te ö1/^ uur een ongewoon licht op den zolder der spinnerij (eene afzonderlijke afdeeling der gebouwen) ontdekt. Waarschijnlijk was met olie door trokken wol door het broeien ontvlamd en toen hij op den zolder kwam besloegen de vlammen nog slechts eene ruimte van 3 meter. Zij werden echter gevoed door vele brandbare stoffen, deelden zich aan zolder en dak mede en weldra moesten zij, die een poging tot blusschen waagden, om zelfbehoud wijken. De brand nam van ver dieping tot verdieping toe en weldra stond het geheele gebouw in lichte laaie. Alle werklieden, die wegens den Zondag afwezig waren stroomden toe, om hulp te verleenen. De spuiten van het station en van indus- trieele inrichtingen en die der compagnie sapeurs-pompiers konden alleen de belen dende gebouwen beschermen, waariu zij ook slaagden. Te 10 uur stortte de groote voorgevel in, de 13 machiues van 500 spillen en vele andere bedelvende. Ook de beide stoommachines werden vernield. De schade bij verschillende maatschappijen ge dekt, bedraagt 430.000 francs voor het gebouw eigendom van den heer Fleuriot. Er waren 350 400 werklieden aan de fabriek verbonden. Dezen zullen echter kunnen doorwerken doordat de firma bij andere industriëelen kan laten spinnen. Vrijdagochtend te half acht is te Corleoue, in de provincie Palermo, een he vige aardschok gevoeld gevolgd door een sterke golvende beweging van noord naar zuid. Iu den omtrek van Nimes is Zater dag door een wervelstorm groote schade aangericht. De Rhöue is hier en daar bui ten hare oevers getreden. Onlangs overleed te Salzburg een Princes Starhemberg Men bracht het stof felijk overschot naar Alferding om aidaar in den grafkelder der familie te worden bij gezet. In de laatste 15 jaar was er geen sterfgeval in de familie voorgekomen zoo dat gedurende dien tijd de kelder niet be zocht was. Toen men nu de grafkelder bin nentrad struikelde men over een geraamte en men ontdekt; weldra, dat de grafkelder geplunderd was. Al de kisten waren opengebroken en de zwaarden, sporen, kleederen en sieraden verdwenen. l)e dieven hadden de geraam ten op e n hoop geworpen. Daar de mis daad jaren geleden gepleegd kan zijn, zal het zeer moeielijk worden de daders op te sporen. Om mooie aardbeien te k r ij g e n I Men verzuime niet om tegen den winter, korten, verganen mest tusschen de regels der aardbeziënplaDten te brengen, want re gen en sneeuw lossen de voedingstoffen op en voeren die naar de wortels der planten Brengt men den mest in het voorjaar op de bedden, dan heett er geen goede oplos sing der stoffen meer plaats, omdat de tijd dan te kort is. Men zorge er echter voor dat de planten vrij van mest blijven, daar anders het hart der planten gaat rotten. In het voorjaar moet de mest, dien meD in den herst heefi opgebracht, voorzichtig ondergespit worden. De goede gevolgen van znlk eene behandeling zullen met uit blijven. Zijn schaapjes op het dro ge brengen. Niet een ieder is het waarschijnlijk be kend, dat genoemde uitdrukking eigenlijk niets met schaapjes" te maken heeft. Oor spronkelijk luidde zij »zijn scheepken op 't droge brengen,' hetgeen ook wel aan te nemen is, met het oog op onze vroeger zoozeer bloeiende scheepvaart op de kolo niën. Waarschijnlijk is het woord »scheep- ken" in den mond van het volk langza merhand tot ^schaapjes* verbasterd. De Chineesche vice—koning Li Hung Chang is ernstig ongesteld tengevolge van influenza. Zijn toestand baart ongerustheid. Onder de hooge influenza-lijders behoo- ren verder prof. Billroth te Weenen en de koning en de koningin van Denemarken. Het bericht dat Keizer Frans Jozef on gesteld zou zijn, wordt uit Weenen tegen gesproken. Prof. Nothuagel raadt het gebruik van digitalis, wijn, cognac, arrak en ouderhuid- sche kamfer-inspuitingen bij influenza- lijders aan. De familie Buschhof, aangeklaagd van den moord te Xanten zal in Februari voor het recht verschijnen. Het kan echter gebeuren dat de zaak een heel andere wending krijgt, nu door invloedrij ke Israëlieten ter kennis van den staats- anwalt is gebracht, het feit dat de moe der van het vermoorde kind, haar man (den stiefvader) in een twist in een zeer ongunstig daglicht heeft gesteld. M. de R. Verplicht mij s. v. met de opname van onderst, regelen. Het bericht betreffende den brand op de Nes, opgenomen in uw blad van Donderdag 17 dtzer is juistmaar wat betreft den uitslag der zoogen. wedstrijd, inijus iozien9 onvolledig. Zooals het thans is, werpt het op »Lv- curgus" (vrijw. brandweer) den schijn, als zou ze niet vlug genoeg zijn met het stel len enz. der spuitiets wat eigentlijk niet weersproken behoeft te worden, daar het naar mijn bescheiden meening bij den brand in het perceel Smit wel anders is gebleken; toch zou eenige toelichting misschien niet kuunen schaden, »Lycurgus" was wel het eerste op het terrein aanwezig, maar gat niet het eerst water. Dit kwam, omdat wij het beter achtten boven den wind te gaan, met het oog op rook en vonken. Daardoor werd het erf op gereden en moest er eerst in der haast een hek worden weggebroken en daarna konden we op ongeveer 25 M. achter de brandende perceelen pas bij water komen 't geen echter door den weeken bodem, wel ken wij hier betraden, ook nog niet zeer voorspoedig ging. Waren wij evenals de anderen, op den straatweg gebleven, de uit slag zou denkelijk wd anders zijn geweest. U dankend voor de opname, Uw dienstvr. dienaar, L. J. R., Lid der vrijw. brandweer. M. de Redacteur Gaarne een plaatsje voor onderstaande opmerking. Onze brandweer is in de laatste dagtn nog al eens op de proef geteld, en mijns inziens met het beste succes. De onderlinge concurrentie werkt prach tig. Lvcurgus steeds vooraan, de laatste keer overwonnen door »de Blaauwe." Zoo gaat ie goed. Men kon hel san de Lyenrgi.nen uierken. Om hun leed te ver zachten hebben ze gepompt en gewerkt als kleine paardjes. Wat wil men meer? D.t was mijn reder.eering dezer dagen tegen een mijner vrienden. Wat men meer wil was zijn wedervraag. Misschien ben ik wat te veeleischend, maar juist omdat onze brandweer tegenwoordig zoo goed werkt, betreur ik het ten zeerste, dat ze in hare werkzaamheden erg belemmerd word d.»r het pnbliek. En 't spijt me, het te moeten zeggen, maar dit is de schuld van de brandweer zelf. Of liever laat ik van schuld niet praten, en me afvragen, wat de oorzaak daarvan is. Dit is duidelijk. Het nieuwsgierige publiek dringt zooveel moge lijk vooraau, zoo dat ze ten slotte slangen leiders, pijpleiders en Maar er zijn toch kriugsluiters Juist, daar hebben we de knoop. Kring sluiters zijn er. Maar in de etrste plaats te kort. En dan geloof ik dat de tegen- woordigen een vreemde opvatting hebben van terreinafsluiten. Ten minste bij P. Smit of v. d. Haagen was daar geen sprake van. En daar ik dit als een eerste vereischte beschouw voor het geregelde werk, betreur ik dit zeer. M. d. R., dit was maar zoo'n vlugge bespreking, maar toch vond ik het belang rijk genoeg, de aandacht er op te vestigen. In de hoop dat opperbrandmeester en het Dag. bestuur, al het mogelijke zullen doen om dit te verbeteren, (en wie zal weigeren als onze burgervader, die zelf altijd tegenwoordig is, verzoekt om te helpen verblijf ik hoogachtend Ingeschreven van 19 21 DcC. 1891. Geboren, Ondertrouwd, Getrouwd Geena. OverledenJan Meijer, oud 78 jaar en 9 maanden. Ingeschreven van 11—18 Dec. 1891. Geboren Jan, z. v. Arie Manneveld en Neeltje Bos. Maria, d. v. Jacob Bos Cz. en Trijntje Francis. Aagje, d. v. Nicolaas Roos en Neeltje Wioring, Jan, s. v. IJsbrand Weij en Chatharina Deutekom. Ondertrouwd en Getrouwd Geene. Overleden Klaas Noorden, 49 jaar, eebt- genoote van Aagje de Leeuw. Antje Hoog- schagen, 54 jaar, echtgeuoote van Willem Bos. Levenloos aangegeven kind van het m. gesl. van Nicolaas Hoos en Neeltjo Wiering. Gerrit, 11 maanden, z. v. Floris Twisk en Autje Bes. Hoor *i, 19 Dec. 1891. Aangevoerd. H. L. Rogge f a 4 Tarwe 9 8.25 11.50 21 9 Garat 9 5.25 a 6.50 29 9 Haver 9 3.50 4.50 1 9 WilteErwten 9 13.25 a 14— Gioene dilo 9 15.50 a 18— Grauwe dito 9 17.50 a 19— 1» Vale dito 9 12— a 18— l 9 Bruineboonen 11— a 14— 9 Geeleboonen 9 a 1 Wiiteboonen 9 16.50 a 19— Paarden b. 9 7— a 7.50 Karwijzaad 9 9 75 a 10— 1» Mosterdzaad 9 17— a 18— 26 Paaiden 9 70— a 150— 8 Kalveren 9 12— a 22— 21 8chapen 16.a 28. 40 Lammeren 10.a 16.- 40 magere Varkens 6.a 12— o Zeugen 15.a 30— 121 Biggen 3.— a 5— Kip-Eieren per 100 5.50 a 6— 1200 Koppen Boter 5.2 lood —.67' a i —.70 Al k ra a a r 19 Dec. 1891. Aangevoerd 8 Paarden f 70— a 180— 7 Koeien 70— a 160— 20 nucht. Kalveren f 8— a 16— 371 Schapen 10— a 20— 64 magere Varkens 8.a 12 166 Biggeu 2— a 4— 9 Bokken en Geiten 3— a 8— Beter per kop .65 a —.75 Kipeieren 6— a 7.50 Alkmaar, 21 Dec. 1891. Aangevoerd 7 Koeien f 230. - a 300— 90 vette Kalveren 40.a 138. (per kilo t 0.80 a —.90) 18 Nuchtere Kalveren, 8.a 17.— 743 Schapen 18.— a 28— 267 vette Varkens per P l —.36 a .47 34 magere dito 8.— a 12. E tl a 19 Dec. 1891. Aangevoerd. Kloine kaas hoogste prijs f 32.50, aange voerd 44 stapel wegende 9578 kilo.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1891 | | pagina 3