Donderdag IS Januari 18S3.
37ste Jaargang No. 2692.
N k M h O 0 S.
d 1
Tegelijk met dit No.
hebben wij liet genoegen,
onzen ueaehten Abonnés
een Kalender 1893 aan te
bieden.
De Uitgever.
Biiineiilandsch Nieuws.
F U I L L E T O N.
ii Nieuws-
Alierieniie- UillinlliL
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEN, liaan, O, 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
AD\ ERTENTIEX van l tot 5 regeis f 0.25 iedere regel meer 5c*
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inhoud van ons geïllustreerd Zon
dagsblad no. 4 is de volgende
Nanciebel, een gtïilt>s'reerd verhaal naar
het Engelsch van Williaoi Black II met
3 illustraties. Voor alle voorzichtigheisd.
In Quarantaine. Vertelling uit Indië.
Slot. De nadeelige gevolgen van een
lielde-dienst, met 3 illustraties. Naar
het eerste Bal, met illustratie.. In den
Revolutietijd, met illustratie. Winterver
maak, met illustratie. Raoul Koczalsky,
een wonderkiud, met illustratie. Een reis
om de wereld. Het gewicht der schuld, met
illustratie Vooroordeel tegen Bliksem
afleiders. Niet duidelijk met illustra
tie Puzzle met illustratie. Anecdo-
ten. Oplossiugen Onze prijsvragen.
Nieuw prijsraadsel. Anecdotenproe
ve. Schaakrubriek, Mededeelingen.
Men schrijft ons uit HAREN
KARSPEL In den Schaapskuilpolder,
anders gezegd „de Rietkuil", omdat de
polder bijna geheel uit Rietland bestaat
ziet men thans o. a. kinderen van 9 en
10 jaar bezig met het afsnijden van het
riet. Is het geen schande, dat, terwijl
houderden volwassenen met ledige handen
rondloopen, men zulke jeugdige krachten
gaat exploiteeren eu daardoor aan de school
onttrekt En dat met zulk eene koude
Uit OOST WOUD wordt
gemeld
Zaterdagavond zag zich de huisschilder
L. op zeer onaangename wijze gestoord in
een gezellig samenwezen met eenige ken
nissen ten zijnent.
Om half een uur ongeveer werden zij
geschrikt dooreen ontzettend boir.birdement
Roman van F. DU BOISGOBEY.
XIII.
„Zou ik de teekening ook eeus kunnen
rit-n vroeg Berquin aan den portretschilder.
„Hier is zij," antwoordde Crambard, ter
wijl hij een porteleuille te voorschijn baalde
eu een meermalen toegevouwen papier er
uitnam, hetwelk bij aan Berquin gaf.
De acbets was alecbta met losse trekken
uitgevoerd, maar zij verried een onmisken
baar talent voor portret-schilderen. Wie de
teekening bezag, kreeg er den indruk van,
dat zij gelijkend moest zijn. De schets stelde
voor een man, den hoed diep in de oogen
gedrukt eu met een mantelkraag om. Hij
was e n-p r o f i e 1 geteekend, maar men zag
van bet gezicht nauwelijks meer dan den
neus, den bakkebaard en bet over het oor
gestreken baar.
Desniettemin riepen Berquin en Carolles
als uit eenen mond uit: „Hy ia het!"
„In ieder geval ia het niet Juhn Name-
lea," merkte Crambard op. „En daarom
levert de teekening bet bewijs, dat Viroulas
voor de gezworenen gelogen heeft."
„Wilt gij mg deze schets laten?* vroeg
de advokaat.
„Waarom niet? Wanneer gij den man,
dien zij voorstelt, daarop kunt vatttn, dan
zal mij dat aangenaam zijn, temeer wanneer
die schurk van een hotelhouder mede inge
rekend wordt. Vironlas behoort, volgens
mijne overtuiging, op het schavot.*
„Die meening deel ik met u,* verzekerde
Berquin. „Hjj is in ieder geval met den
moordenaar in bondgenootschap gefeest en
v.eft misschien de buit met hem gedeeld.*
„Als hij ze niet geheel voor zich behou
den heelt. Hij wil nn de plaat po tsenik
waarschuw u daarom. Zijn huis ia verkocht
en zal reeds deze weok door den nieuwen
eigenaar overgenomen worden. Eu dan ia
Viroulas op een mooien morgen met de
noorderzon vertrokken. Haast u dus, als gij
hem bij den kraag wilt nemen.*
„Wees onbezorgd, wij hebben g< en tijd
te verliezen. Maar wij moeten ook de ver
dwenen milliomen weder terugvinden, zonder
welko het te leveren bewijs, dat de veroor-
°c>,deelde onschuldig is, niet volkcmeu ron zijn.
'Waar mag hij dia verborgen hebben
„In het gebtele huis bevii dt zich geen
iatsoenljjk aluitbaar meubel. Wanneer hij
op de huisdeur, die tegen zooveel geweld
niet bestand, openviel, en eer men goed
begreep wat er eigenlijk te doen was, za
gen L. eu zijne gasten 7 personen voor
zich: 2 vrouwen en 5 mannen, van welke
laatsten een onmiddellijk op L. toesnelde
eu hem bij de keel greep.
Hadden de indringers zeker niet gere
kend, L. in gezelschap te vinden, zij had
den toch van dit 3-tal niets te vreez:n.
Een hunner was al onmiddellijk gevlucht
en de 2 anderen wachtten daar ook niet
lang mede. Nu aldus de baan vrij gewor
den was, begon het werk waarvoor zij ge
komen waren. L. werd op den grond ge
worpen en door een paar vastgehouden
ten overvloede werd hem door één een mes
op de keel gehouden; en onderwijl gingen
de vrouwen uit de bedstede een bed met
toebehooren, alsmede onderscheidene klee-
dmgstukkeu en allerlei voorwerpen wegdra
gen en daarna etn kist openbrekende, het
daarin gevonden geld ten bedrage van f 200
wegnemen, Nadat dit allei zonder overhaas
ting geëindigd was, vertrok het 7-tal, na
L, nog even een pak slaag te hebben ge
geven, waarvan de duidelijke sporen ach
terbleven.
En wie waren nu deze vermetelen De
vrouw van L. met hare zusters, 2 broeders
en zwagers en een neef,
Reeds lang was de verhouding tusschen
dit echtpaaT hoogst gespannen geweest.
Men was dan ook bezig maatregel-n
te nemen tot scheidiug tusschen tafel
en bed. Eiuancieele moeielijkheden verhin
derden de afdoening van zaken. De vrouw
die reeds véór eenige weken vrijwillig het
huis ha.1 verlaten, had sedert meermalen
pogingen aaugeweud om zich meester te
maken van een deel van het huisraad, klee-
dingstukken en geld. Altiid vnhtpr Eo.i t
dio dag dag de deuren zijner woning
gegrendeld hield, de aanslagen weten te
verijdelen. Maar tegen deze overmacht was
hij niet bestand.
Door denWaterschouw te
Scheveningen werd voor eenigen tijd een cir
culaire gericht tot de visschers en reeders,
waarin deze werden aangemaaud bij de uitoe
fening van hnn bedrijf geen gebruik te
maken van ijs uit het kanaal en andere grsch-
teD, aangezien dit gevaar zou kunnen opleve-
dus den schat nog bezit, zal hij dien onge
twijfeld verborgen hebben in zijn wijnkelder,
in welken hij nooit een vreemd persoon bin
nenlaat."
„Dat is wel mogelijk He'aas hebben wij
niet het recht, een huiszoeking bij hem te
doen en kannen wij alleen door list tot ons
doel geraken. Mijn vriend Carolles heeft
Viroulas de deur uitgezet, terwijl gij nog
altijd bij bem woont, mijoheer Crambard.*
„Zeker, ik heb hem onlangs alles betaald,
wat ik hem schuldig was, want ik heb in
middels werk gevonden. De man wantrouwt
mij echter en ik moet mij dus zoer in acht
nemen. Intusschen geloof ik het toch wel
mogelijk te kunnen maken, den kelder te
onderzoeken, wanneer mijnheer de Carolles
mij daarbij helpen wil."
„Aan mij zal bet niet liggen. Zeg mij
slechts, wat ik te doen heb,* antwoordde
Hugo.
„Nu, luistor dan naar mijn plan. Uw
koffer bevindt zich nog in uw kamer. Vi
roulas is tusschen zes en acht uur 's avonds
steeds van buiskom dus morgen-avond
tegen half zeven vandaag voegt het mtj
niet in een rijtuig voor, alsof gij uw
koffer komt afhalen. Ik zal dan in de deur
staan en u ontvangen. In het geheele buis
bevindt zich behalve ons tweeën om dien
tijd alleen de kellner Frar.goia, een dom
mensch, dien wij gemakkelijk kuunen ver
wijderen, wanneer gij hem eeu goed drink
gold geelt en bem een boodschap laat doen,
dio hem naar het andere einde van de stad
verwijdert. De wijnkelder is wel met een
een hangslot gesloten, maar ik weet, waar
Viroulas gewoon is den sleutel neer ts leggen.
Wij kannen dan op ons gemak een onder
zoek instelleu en de duivel zou een hand in
bet spel moeten hebben, als wij niets zullen
ontdekken, waot Viroulas waant zich vol
komen veilig."
„Ik geloof, dat uw plan goed is. Ik zal
stipt op tijd verschijnen en vet heug my er
in, u tot bondgenoot gekregen te hebben,*
zeide Hugo, den schilder do hand reikende.
„Op leven en doodriep deze uit, de
toegestoken hand hartelijk schuddende.
Adèle Kiszler riep nu met zelfvoldoening
nit„Nu, heb ik mijn zaak niet goed over
legd
XIV.
Het Parjjsche Grand-Hotel is een inter
nationale karavansera, die vreemdelingen uil
alle vijf werelddteleo herbergt. Daar stijgen
afDuitschers en Spaujaaiden, Engelsehen
en Amerikanen, lorksche Pascbas, Chineeren
en Marokkanen, en Russische en Itaüaanscbe
vorsten.
ren voor de gezondheid. Mei dit schreven is
het resultaat verkregen, datde Scheve-
ningers, behoudens een enkele uitzondering,
kalm voortgaan met het ijs te gebruiken uit
de grachten, als zijnde de gemakkelijste en
goedkoopste manier.
De heerJ. A. Kwast, direc-
teur der Orkestvereeniging te Arnhem, is
benoemd tot orkestdirecteur van Dolina
Szwsjcarska te Warschau.
Wat vooral ter aanbeve-
ling der Dicken's uitgave strekt, is dat de
illnstratiën de oorspronkelijke zijn, door Bar-
nard geteekend, die innig doordrongen vaa
de bedoelingen des auteurs, bovendien zijn
geestverwant mag genoemd worden, en wiens
stift Dickens' pen evenaarthet genot
der lezing wordt niet wtinig verhoogd door
de aanschouwelijke voorstelling der meest
karakteristieke typen en taferelen ons door
D.ekens beschreven Ieder goed middel
om schrijvers als Dickens te populariseeren,
juichen wij toe, want de groote humo
rist verdient zoowel uit het litterarisch als
uit het artistiek en moreel oogpunt, in elk
huisgezin huisvriend te zijn.
Te ZAANDAM worden
pogingen aangewend om de werkloozen
te „organiseen-n". Het voorloopig comité
heeft Van der Goes uitgenoodigd als spre
ker voor hen op te treden.
Gisterochtend werd te
OLDENZAAL eene alleen wonende oude
vrouw dood voor hare woning gevonden.
De vrouw was kindsch en heeft vermoe
delijk in den nacht haar bed en woning
verlaten en zoo bij de strenge koude haren
dood gevonden.
Om dn h ar fl r'i der ii t ft
LANGWEER (Fr.) bood een net getueed
heer zich aan als voorrijder voor eene
dame, die dat aannam. Toen de hardrijderij
was afgeloopen, zou bij haar huiswaarts
brengen, doch toen zij op eene eenzame
plaats waren, trachtte hij haar het gouden
oorijzer van het hoofd te rukken. Geluk
kig werd haar angstgeschrei gehoord door
personen, die toesnelden, waarop de man
het hazenpad koos, zonder het oorijzer
machtig te worden. (U. D.)
De Graafsche Ct. deelt het
volgende mede, dat te BOKSMEER moet
zijn voorgevallen. De avond is gevallen,
en het is bar koud. Iemand gaat met ver
snelden pas over de straat. Hij is reeds
in de bunrt van zijn huis. Daar wordt
zijne aandacht getrokken door eene woning,
waar hij zich jnist tegenover bevindt. Ze
staat iu vollen brand neen, hij meende
dit alleen. Terstond vertelt hij, aan wie het
hooren wil, dat hij het huis in brand
heeft zien staan. In de buurt steekt men
de hoofden bijeen, en legt het gezichtsbedrog
van den man nit voor eeu voorteeken.
Nu verwacht men vast en zeker op een
goeden dag de woning in lichtelaaie te
zien, en daar men, helaasDog in het
geheel niets kon uitvinden omtrent den
tijd, waarop het dreigend ongeluk zou
komen, was men geen oogenblik zonder de
grootste zorgen. Deze hielden 's nachts den
slaap nit de oogenja, men durfde zelfs
niet dan gekleed naar bed gaan. De toestand
werd onhoudbaar, eu een bewoner nam zijn
toevlucht tot een radicaal miudel, waardoor
hij zich alleen uit deze onzekerheid wist
te redden, hij ging namelijk verhuizen!
En dat in Boksmeer in 1893
De Vereeniging „Het Rederlandseh
Rundvee-Stamboek" Afdeeling „Noordhol
land," zal haar Dertiende Algemeene Ver
gadering houden op Vrijdag 27 Januari
1893, 's namiddags half een ure, (Amsterd.
Tijd), in een der lokalen van het hotel
„Krasnapolsky" te AMSTERDAM.
Onder de punten van beschrijving komen
voor verkiezing van drie leden van het
bestuur, die den 1 Januari 1894 als zoo
danig optreden, in plaats van de heereu
A. de Goede Hz., K. A. Kaan eD L. Vis-
ïadelyk herkiesbaar zijn benoeming van
zes afgevaardigden naar de eerstvolgende
algemeene vergadering der Vereeniging te
Zwollebenoeming van een lid der com
missie tot het nazien der rekening 1892 en
der hegrootiug 1893, beide de Vereeniging
betreffeudebepaling van de plaats, waar
de volgende vergadering der Afdeeling zal
worden gehoudenuitreiking der gelden,
door de «fdeeling toegevoegd aan prijzen,
uitgeloofd door de Hollandsche Maatschap
pij van Landbouw, op de tentoonstelling
te Leiden gehouden in September 1892
uitreiking der in 1892 uitgeloofde aan-
houdingspremiën voor jarige stieren reke
ning over den dienst 1892, rapporteur de
heer C. de Boer j bespreking van voorstel
len ter opname onder de punten van be
schrijving voor de eerstvolgende algemeene
vergadering der vereeniging; voorstellen
van het bestuur
I, om in 1893 nit te reiken tien san-
hondingspremiën van f25,— ieder, voor
éénjarige stieren, die bij de voorjaarskeuring
in 1893 worden ingeschreven in het Ne-
derlandsch Rundvee-stamboek, afdeeling
Noord-Holland, onder bepaling dat het recht
op een aanhoudingspremie vervalt, wanneer
de stier van de hand wordt gedaan véér
„de zomer Beemster—Stierenmarkt," in te
leiden door den heer L. Visser Cz.jllom
aan de prijzen uit te loven door de Holland
sche Maatschappij van Landbouw, op de
in 1893 te Amsterdam te honden tentoon
stelling, toe te voegen: aan den len prijs
voor stieren, geb. in 1892 f 80,—; aan
den 2den voor idem f 20,aan den len
prijs voor melkvaarzen, geb. in 1891 f. 30;
en aan den 2en voor idem f 20,de
bekroonde dieren moeten zijn ingeschreven
in het Nederlandsch Rundvee-Stamboek en
volbloed afstammelingen zijn van stam
boek vee, de extracten uit bet stamboek
en uit het kalverenboek in te zenden aan
den afdeelingsecretaris te Hensbroek véér
1 November a. s., in te leiden door den
heer J. Oostwond Wijdenes Jz.; III om,
ter veredeling van den veestapel binnen de
provincie Noord—Holland, bij de Provinci
ale Staten aan te vragen een subsidie van
minstens 5000,per jaar gedurende 8 ja
ren in te leiden door den heer H. Vijn
1^93," rapporteur" de heer C.""deboer.
Sedert Zaterdag wordt te
LEMMER vei mist de visscher Roelof
R. Hoekstra, vader van een talrijk gezin.
Zaterdagmiddag omstreeks half vier, toen,
door den feilen oostenwind en sterke eb,
een uitgestrekt ijsveld zich van de kust
had losgerukt en naar zee dreef, begaf hij
zich met een vlet op het ijsveld om nog
te trachten zijns spieringnetjes, welke
met het ijs wegdreven, te redden. Sedert
Wie vreemden talen wil hooren, behoeft
maar plaats te nemen aan een der tafeltjes
onder de groote met glas overdekte veranda
van het hotel en hii zal zich dan eeniger-
mate kunnen voorstellen, den torenbouw van
Babel bij te wonen, zoovele verschillende
klankgeluiden hoort hij daar van alle zjjden.
Ook Jacques Sanguinet woonde in het
Graod-hotelhij zat juist bij het ontbijt
onder de veranda en dronk met welbehagen
zijn koffie.
Hij had het niet altijd zoo goed gehad,
want hij was als zoon van arme menschen
in een ellendige barak der Kue Mouffetard
te Parijs ter wereld gekomen. ZijDe ouders
had hjj vroeg verloren en daarna leidde hij
het bestaan van zoovele armzalige straat-
jongeos der groote wereldstad, van wie
niemand weet, hoe zij eigenlijk leven en hoe
zij aan den kost komen. Eindelijk was hij als
scheepsjongen naar zee gegaan en naar
Californig gekomen, waar bij eenige jaren
een veel bewogen avonturiersleven leidde.
Niet kieskeurig in zijn beroep en geenerlei
nauwgezette levensbeschouwingen kennende,
was bet hem eindelijk gelukt, rijn fortuin
to maken. Reeds eenige malen was hij voor
zaken van Amerika naar Parjjs gegaan,
doch telkens voor slechts zeer korten tijd.
Na daarentegen had hij zijne amerikaansche
zaken geheel aan kant gedaaD en was naar
zijn vaderland tcruggekeurd, om voortaan
in Patijs te blijven, waar niemand vraagt
naar bet verleden van een vreemdeling,
wiens portefeuille goed met bankpapier is
voorzien.
Al dadelijk had hij zich, steunende op
medegebrachte aanbevelingen, in de club
laten balloteeren, tot welke ook Berquin en
Carolles behoorden en van welker leden
nieu and vermeedde, dat de Amerikaansche
rrillionnair bij had zich inderdaad in de
Yerteoigde Staten laten natoralbeerende
gewezen, in lompen gebuide straatjongen
der Rue Mouffetard was.
Ofschoon bet bem in bet Grand-Hotel
zeer goed beviel, wilde bij toch niet voort
durend daar blijven wonen; maar dacht er
over een eigen huis te koopen.
De onde Gémenos, met wieD Sanguinet
door wcderzijdsche handelsviienden bekend
geworden was, bezat een mooi huis in de
Avenne do Villiers, hetwelk hij eenigen tijd
geleden bij het faillissement van den vroe-
gercu eigeraar bad genaast, daar bij er een
zeer hoog hypotheek op bad staan. Maar
bij zou dat perceel het liefst nu weder ver-
koopen en meende in den Ame 'ikasn den
geschikten mtn daai vcor gevonden te hebben.
De koop was ook werkelijk bijna gesloten.
Alleen verlangde Gémenos 300.000 francs,
terwijl Sanguinet niet boven de 250.000
francs wilde g>an. Doch het vooruitzicht
bestond, dat men het ten slotte met elkaar
wel eens zou worden.
Bij de onderhandelingen over dezen koop
had laatst Sanguinet leger over dcu ouden Gé-
menos zeer veel lof verkoudigd over Clothilde's
schoonheid. Gémenos had daarop zijne klach
ten over zijn schoonzoou gouit, en werd
door Saoguinet volkomen in het gelijk ge
steld. De beide mannen bezaten veel aanleg,
het met elkaar in vele dingen volkomen
eens te worden. Gémenos bezat zes millioon,
Sauguinet vier, wat te zamen de mooie sout
van tien millioen uitmaakte. Het was dus
volstrekt niet zoo'n slecht plan, wanneer de
amerikaan d« dochter van zijn vriend buwdo,
□adat deze van haren tegenwoordigen echt
genoot was gescheiden.
Sanguinet kreeg weer last in zaken te
doen, en bad een grootsch plan, nml. een
groot bankiershuis op te richten: Gémenos,
Sanguinet Compen Clothilde's vader
had daarvoor wel ooren. Het bleef dus voor
alsnog de vraag, mijnheer en mevrouw Sau-
veterre tot eeu scheiding over te halen, het
geen Gémenos op zich nam, zonder dat hij
zich tegenover zijn aanstaanden schoonzoon
nader uitliet over de middelen, welke hij tot
bereiking van zijn doel dacht aan te wen
den. In ieder geval moest Sangoinet wat
geduld betoonen, want volgens de nieuwe
Frascben wet duurt een eehtscheidirgspro-
ces minstens een jaar.
Overigens was dit den Amerikaan vol
strekt niet ongewenscht, want hij kon dien
tijd gebruiken, zekere moeielijkheden aan
zijne persoonlijke positie verbonden, vooraf
uit den weg te ruimen. Tot nn waz hem
alles naar wensch gelukt, sedert hij wedor
in zijn vadeistad was. Alleen de laatste
dagen vertoonde zich een donkere stip aan
den bewolkten hemel van zijn n;euw be
staan, welke stip hem evenwel geducht ver
ontrustte.
Hij dacht jnist aan die donkere stip, toen
een heer, die nit de leeszaal kwam, voor
zijn tafeltje staan bleef en in bet Eogelsch
tot hem zeide: „Hoe gaat bet n dan in
Parijs, mr. Sullivan
Sanguinet had niet verwacht, bier in het
Graod-Hotel met dien naam aangesproken
te worden, welken hij in de nieuwe wereld
had gedragen; doch hij verloor zijne koel
bloedigheid niet. Zeer kalm tchudde hij
zijn bekende, een koopman uit Cbicago, die
cer»t dezen morgen in Parijs was aangeko
men, de hand en gaf toen opheldering.
Na eenige onbeduidende mededeelin^,^
vroeg de nieuwe aangekomene: „En wat
hebt gij wel gezegd van het oiude van den
orgelukkigen Bolton Hij is, gelyk ouze
couranten meldden, op een ontzettende wijze
om bet leven gekomen.*
„Het «chijnt zoo," antwoordde Sanguinet
schouder ophalend.
„Ik dacht, dat gij met hem tegelijk in
Parijs waart gekomen."
„O neen, iu Harre hebben wij van elkan
der alscbeid genomen. Ik heb sedert alleen
door de couranten het een en ander omtrent
hem gehoord."
„Dat is iets anders. Men gelooft bij ens,
dat de jonge man, die altijd bij hem was
en die ook zoo'n soort deelgenoot van hem
was, hem gedood heeft.*
„Ja, men heeft hem tenminste daarvoor
ter dood veroordeeld.*
„Het gerecht hier schijnt het met sija
onderzoek niet zoo precies te nemen. Als
zij behoorlijk bij ons geïnformeerd hadden,
zouden er onderscheidene lieden geweest
zijn, die dezen Jobn Nameless kondon.*
„Nn, wat zou dat gebaat hebben Wan
neer men bem den kop afslaat, is alles in
orde. Wat bekommeren wij ons om die
iranscbe wetten
,Ja, daarin hebt gij gelijk. Logeert gij
ook in dit hotel
„Natuurlijk, doch ik heb mij ingeschreven
onder den naam Sanguinetdat is mijn
ware naam. In Amerika heette ik Sullivans
maar dien naam heb ik daar gelaten en ik
verzoek o, mij voortaan alleen Sanguinet te
noensen.*
„Gthjk gij wilt; ik zal het ontbonden,*
zeide de amerikaan, terwijl hjj zich verwij
derde.
Nauwelijks was da koopman uit Cbicago
vertrokken, toen van deu Boulevard een
persoonlijkheid onder da veranda van het
hotel aankwam, die, te oordoeleu naar zijn
voorkomen, daar niet paste. Het was een
man met een glimmenden vilten hoed op en
gekleed in een ooderwetscb, slecht passend
costuum. Hij keek een oogenblik zoekend
rond en kwam daarna eeosklaps los op
Saoguinet. Zonder veel complimenten nam
hy een stoel en nam bij bem aan het
tafeltje plaats.
„Wat wilt gij dan hier, Viroulas?* riep
Sangoinet uit, terwijl bij zijn stem zooveel
mogelijk temperde. „Ik heb u toeh uitdruk
kelijk verboden, mij hier te komen opzoeken.*
„Ik heb met u te spreken,* antwoordde
de hotelhouder nit de Rue Tiquetonne mor
rend. „Ik hond het niet langer u:*
„Wat is er dan gebeur^
„Do Doi:tieschü»**