Donderdag IS Januari 18S3. 37ste Jaargang No. 2692. N k M h O 0 S. d 1 Tegelijk met dit No. hebben wij liet genoegen, onzen ueaehten Abonnés een Kalender 1893 aan te bieden. De Uitgever. Biiineiilandsch Nieuws. F U I L L E T O N. ii Nieuws- Alierieniie- UillinlliL Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENT1EN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGEN, liaan, O, 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. AD\ ERTENTIEX van l tot 5 regeis f 0.25 iedere regel meer 5c* Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De inhoud van ons geïllustreerd Zon dagsblad no. 4 is de volgende Nanciebel, een gtïilt>s'reerd verhaal naar het Engelsch van Williaoi Black II met 3 illustraties. Voor alle voorzichtigheisd. In Quarantaine. Vertelling uit Indië. Slot. De nadeelige gevolgen van een lielde-dienst, met 3 illustraties. Naar het eerste Bal, met illustratie.. In den Revolutietijd, met illustratie. Winterver maak, met illustratie. Raoul Koczalsky, een wonderkiud, met illustratie. Een reis om de wereld. Het gewicht der schuld, met illustratie Vooroordeel tegen Bliksem afleiders. Niet duidelijk met illustra tie Puzzle met illustratie. Anecdo- ten. Oplossiugen Onze prijsvragen. Nieuw prijsraadsel. Anecdotenproe ve. Schaakrubriek, Mededeelingen. Men schrijft ons uit HAREN KARSPEL In den Schaapskuilpolder, anders gezegd „de Rietkuil", omdat de polder bijna geheel uit Rietland bestaat ziet men thans o. a. kinderen van 9 en 10 jaar bezig met het afsnijden van het riet. Is het geen schande, dat, terwijl houderden volwassenen met ledige handen rondloopen, men zulke jeugdige krachten gaat exploiteeren eu daardoor aan de school onttrekt En dat met zulk eene koude Uit OOST WOUD wordt gemeld Zaterdagavond zag zich de huisschilder L. op zeer onaangename wijze gestoord in een gezellig samenwezen met eenige ken nissen ten zijnent. Om half een uur ongeveer werden zij geschrikt dooreen ontzettend boir.birdement Roman van F. DU BOISGOBEY. XIII. „Zou ik de teekening ook eeus kunnen rit-n vroeg Berquin aan den portretschilder. „Hier is zij," antwoordde Crambard, ter wijl hij een porteleuille te voorschijn baalde eu een meermalen toegevouwen papier er uitnam, hetwelk bij aan Berquin gaf. De acbets was alecbta met losse trekken uitgevoerd, maar zij verried een onmisken baar talent voor portret-schilderen. Wie de teekening bezag, kreeg er den indruk van, dat zij gelijkend moest zijn. De schets stelde voor een man, den hoed diep in de oogen gedrukt eu met een mantelkraag om. Hij was e n-p r o f i e 1 geteekend, maar men zag van bet gezicht nauwelijks meer dan den neus, den bakkebaard en bet over het oor gestreken baar. Desniettemin riepen Berquin en Carolles als uit eenen mond uit: „Hy ia het!" „In ieder geval ia het niet Juhn Name- lea," merkte Crambard op. „En daarom levert de teekening bet bewijs, dat Viroulas voor de gezworenen gelogen heeft." „Wilt gij mg deze schets laten?* vroeg de advokaat. „Waarom niet? Wanneer gij den man, dien zij voorstelt, daarop kunt vatttn, dan zal mij dat aangenaam zijn, temeer wanneer die schurk van een hotelhouder mede inge rekend wordt. Vironlas behoort, volgens mijne overtuiging, op het schavot.* „Die meening deel ik met u,* verzekerde Berquin. „Hjj is in ieder geval met den moordenaar in bondgenootschap gefeest en v.eft misschien de buit met hem gedeeld.* „Als hij ze niet geheel voor zich behou den heelt. Hij wil nn de plaat po tsenik waarschuw u daarom. Zijn huis ia verkocht en zal reeds deze weok door den nieuwen eigenaar overgenomen worden. Eu dan ia Viroulas op een mooien morgen met de noorderzon vertrokken. Haast u dus, als gij hem bij den kraag wilt nemen.* „Wees onbezorgd, wij hebben g< en tijd te verliezen. Maar wij moeten ook de ver dwenen milliomen weder terugvinden, zonder welko het te leveren bewijs, dat de veroor- °c>,deelde onschuldig is, niet volkcmeu ron zijn. 'Waar mag hij dia verborgen hebben „In het gebtele huis bevii dt zich geen iatsoenljjk aluitbaar meubel. Wanneer hij op de huisdeur, die tegen zooveel geweld niet bestand, openviel, en eer men goed begreep wat er eigenlijk te doen was, za gen L. eu zijne gasten 7 personen voor zich: 2 vrouwen en 5 mannen, van welke laatsten een onmiddellijk op L. toesnelde eu hem bij de keel greep. Hadden de indringers zeker niet gere kend, L. in gezelschap te vinden, zij had den toch van dit 3-tal niets te vreez:n. Een hunner was al onmiddellijk gevlucht en de 2 anderen wachtten daar ook niet lang mede. Nu aldus de baan vrij gewor den was, begon het werk waarvoor zij ge komen waren. L. werd op den grond ge worpen en door een paar vastgehouden ten overvloede werd hem door één een mes op de keel gehouden; en onderwijl gingen de vrouwen uit de bedstede een bed met toebehooren, alsmede onderscheidene klee- dmgstukkeu en allerlei voorwerpen wegdra gen en daarna etn kist openbrekende, het daarin gevonden geld ten bedrage van f 200 wegnemen, Nadat dit allei zonder overhaas ting geëindigd was, vertrok het 7-tal, na L, nog even een pak slaag te hebben ge geven, waarvan de duidelijke sporen ach terbleven. En wie waren nu deze vermetelen De vrouw van L. met hare zusters, 2 broeders en zwagers en een neef, Reeds lang was de verhouding tusschen dit echtpaaT hoogst gespannen geweest. Men was dan ook bezig maatregel-n te nemen tot scheidiug tusschen tafel en bed. Eiuancieele moeielijkheden verhin derden de afdoening van zaken. De vrouw die reeds véór eenige weken vrijwillig het huis ha.1 verlaten, had sedert meermalen pogingen aaugeweud om zich meester te maken van een deel van het huisraad, klee- dingstukken en geld. Altiid vnhtpr Eo.i t dio dag dag de deuren zijner woning gegrendeld hield, de aanslagen weten te verijdelen. Maar tegen deze overmacht was hij niet bestand. Door denWaterschouw te Scheveningen werd voor eenigen tijd een cir culaire gericht tot de visschers en reeders, waarin deze werden aangemaaud bij de uitoe fening van hnn bedrijf geen gebruik te maken van ijs uit het kanaal en andere grsch- teD, aangezien dit gevaar zou kunnen opleve- dus den schat nog bezit, zal hij dien onge twijfeld verborgen hebben in zijn wijnkelder, in welken hij nooit een vreemd persoon bin nenlaat." „Dat is wel mogelijk He'aas hebben wij niet het recht, een huiszoeking bij hem te doen en kannen wij alleen door list tot ons doel geraken. Mijn vriend Carolles heeft Viroulas de deur uitgezet, terwijl gij nog altijd bij bem woont, mijoheer Crambard.* „Zeker, ik heb hem onlangs alles betaald, wat ik hem schuldig was, want ik heb in middels werk gevonden. De man wantrouwt mij echter en ik moet mij dus zoer in acht nemen. Intusschen geloof ik het toch wel mogelijk te kunnen maken, den kelder te onderzoeken, wanneer mijnheer de Carolles mij daarbij helpen wil." „Aan mij zal bet niet liggen. Zeg mij slechts, wat ik te doen heb,* antwoordde Hugo. „Nu, luistor dan naar mijn plan. Uw koffer bevindt zich nog in uw kamer. Vi roulas is tusschen zes en acht uur 's avonds steeds van buiskom dus morgen-avond tegen half zeven vandaag voegt het mtj niet in een rijtuig voor, alsof gij uw koffer komt afhalen. Ik zal dan in de deur staan en u ontvangen. In het geheele buis bevindt zich behalve ons tweeën om dien tijd alleen de kellner Frar.goia, een dom mensch, dien wij gemakkelijk kuunen ver wijderen, wanneer gij hem eeu goed drink gold geelt en bem een boodschap laat doen, dio hem naar het andere einde van de stad verwijdert. De wijnkelder is wel met een een hangslot gesloten, maar ik weet, waar Viroulas gewoon is den sleutel neer ts leggen. Wij kannen dan op ons gemak een onder zoek instelleu en de duivel zou een hand in bet spel moeten hebben, als wij niets zullen ontdekken, waot Viroulas waant zich vol komen veilig." „Ik geloof, dat uw plan goed is. Ik zal stipt op tijd verschijnen en vet heug my er in, u tot bondgenoot gekregen te hebben,* zeide Hugo, den schilder do hand reikende. „Op leven en doodriep deze uit, de toegestoken hand hartelijk schuddende. Adèle Kiszler riep nu met zelfvoldoening nit„Nu, heb ik mijn zaak niet goed over legd XIV. Het Parjjsche Grand-Hotel is een inter nationale karavansera, die vreemdelingen uil alle vijf werelddteleo herbergt. Daar stijgen afDuitschers en Spaujaaiden, Engelsehen en Amerikanen, lorksche Pascbas, Chineeren en Marokkanen, en Russische en Itaüaanscbe vorsten. ren voor de gezondheid. Mei dit schreven is het resultaat verkregen, datde Scheve- ningers, behoudens een enkele uitzondering, kalm voortgaan met het ijs te gebruiken uit de grachten, als zijnde de gemakkelijste en goedkoopste manier. De heerJ. A. Kwast, direc- teur der Orkestvereeniging te Arnhem, is benoemd tot orkestdirecteur van Dolina Szwsjcarska te Warschau. Wat vooral ter aanbeve- ling der Dicken's uitgave strekt, is dat de illnstratiën de oorspronkelijke zijn, door Bar- nard geteekend, die innig doordrongen vaa de bedoelingen des auteurs, bovendien zijn geestverwant mag genoemd worden, en wiens stift Dickens' pen evenaarthet genot der lezing wordt niet wtinig verhoogd door de aanschouwelijke voorstelling der meest karakteristieke typen en taferelen ons door D.ekens beschreven Ieder goed middel om schrijvers als Dickens te populariseeren, juichen wij toe, want de groote humo rist verdient zoowel uit het litterarisch als uit het artistiek en moreel oogpunt, in elk huisgezin huisvriend te zijn. Te ZAANDAM worden pogingen aangewend om de werkloozen te „organiseen-n". Het voorloopig comité heeft Van der Goes uitgenoodigd als spre ker voor hen op te treden. Gisterochtend werd te OLDENZAAL eene alleen wonende oude vrouw dood voor hare woning gevonden. De vrouw was kindsch en heeft vermoe delijk in den nacht haar bed en woning verlaten en zoo bij de strenge koude haren dood gevonden. Om dn h ar fl r'i der ii t ft LANGWEER (Fr.) bood een net getueed heer zich aan als voorrijder voor eene dame, die dat aannam. Toen de hardrijderij was afgeloopen, zou bij haar huiswaarts brengen, doch toen zij op eene eenzame plaats waren, trachtte hij haar het gouden oorijzer van het hoofd te rukken. Geluk kig werd haar angstgeschrei gehoord door personen, die toesnelden, waarop de man het hazenpad koos, zonder het oorijzer machtig te worden. (U. D.) De Graafsche Ct. deelt het volgende mede, dat te BOKSMEER moet zijn voorgevallen. De avond is gevallen, en het is bar koud. Iemand gaat met ver snelden pas over de straat. Hij is reeds in de bunrt van zijn huis. Daar wordt zijne aandacht getrokken door eene woning, waar hij zich jnist tegenover bevindt. Ze staat iu vollen brand neen, hij meende dit alleen. Terstond vertelt hij, aan wie het hooren wil, dat hij het huis in brand heeft zien staan. In de buurt steekt men de hoofden bijeen, en legt het gezichtsbedrog van den man nit voor eeu voorteeken. Nu verwacht men vast en zeker op een goeden dag de woning in lichtelaaie te zien, en daar men, helaasDog in het geheel niets kon uitvinden omtrent den tijd, waarop het dreigend ongeluk zou komen, was men geen oogenblik zonder de grootste zorgen. Deze hielden 's nachts den slaap nit de oogenja, men durfde zelfs niet dan gekleed naar bed gaan. De toestand werd onhoudbaar, eu een bewoner nam zijn toevlucht tot een radicaal miudel, waardoor hij zich alleen uit deze onzekerheid wist te redden, hij ging namelijk verhuizen! En dat in Boksmeer in 1893 De Vereeniging „Het Rederlandseh Rundvee-Stamboek" Afdeeling „Noordhol land," zal haar Dertiende Algemeene Ver gadering houden op Vrijdag 27 Januari 1893, 's namiddags half een ure, (Amsterd. Tijd), in een der lokalen van het hotel „Krasnapolsky" te AMSTERDAM. Onder de punten van beschrijving komen voor verkiezing van drie leden van het bestuur, die den 1 Januari 1894 als zoo danig optreden, in plaats van de heereu A. de Goede Hz., K. A. Kaan eD L. Vis- ïadelyk herkiesbaar zijn benoeming van zes afgevaardigden naar de eerstvolgende algemeene vergadering der Vereeniging te Zwollebenoeming van een lid der com missie tot het nazien der rekening 1892 en der hegrootiug 1893, beide de Vereeniging betreffeudebepaling van de plaats, waar de volgende vergadering der Afdeeling zal worden gehoudenuitreiking der gelden, door de «fdeeling toegevoegd aan prijzen, uitgeloofd door de Hollandsche Maatschap pij van Landbouw, op de tentoonstelling te Leiden gehouden in September 1892 uitreiking der in 1892 uitgeloofde aan- houdingspremiën voor jarige stieren reke ning over den dienst 1892, rapporteur de heer C. de Boer j bespreking van voorstel len ter opname onder de punten van be schrijving voor de eerstvolgende algemeene vergadering der vereeniging; voorstellen van het bestuur I, om in 1893 nit te reiken tien san- hondingspremiën van f25,— ieder, voor éénjarige stieren, die bij de voorjaarskeuring in 1893 worden ingeschreven in het Ne- derlandsch Rundvee-stamboek, afdeeling Noord-Holland, onder bepaling dat het recht op een aanhoudingspremie vervalt, wanneer de stier van de hand wordt gedaan véér „de zomer Beemster—Stierenmarkt," in te leiden door den heer L. Visser Cz.jllom aan de prijzen uit te loven door de Holland sche Maatschappij van Landbouw, op de in 1893 te Amsterdam te honden tentoon stelling, toe te voegen: aan den len prijs voor stieren, geb. in 1892 f 80,—; aan den 2den voor idem f 20,aan den len prijs voor melkvaarzen, geb. in 1891 f. 30; en aan den 2en voor idem f 20,de bekroonde dieren moeten zijn ingeschreven in het Nederlandsch Rundvee-Stamboek en volbloed afstammelingen zijn van stam boek vee, de extracten uit bet stamboek en uit het kalverenboek in te zenden aan den afdeelingsecretaris te Hensbroek véér 1 November a. s., in te leiden door den heer J. Oostwond Wijdenes Jz.; III om, ter veredeling van den veestapel binnen de provincie Noord—Holland, bij de Provinci ale Staten aan te vragen een subsidie van minstens 5000,per jaar gedurende 8 ja ren in te leiden door den heer H. Vijn 1^93," rapporteur" de heer C.""deboer. Sedert Zaterdag wordt te LEMMER vei mist de visscher Roelof R. Hoekstra, vader van een talrijk gezin. Zaterdagmiddag omstreeks half vier, toen, door den feilen oostenwind en sterke eb, een uitgestrekt ijsveld zich van de kust had losgerukt en naar zee dreef, begaf hij zich met een vlet op het ijsveld om nog te trachten zijns spieringnetjes, welke met het ijs wegdreven, te redden. Sedert Wie vreemden talen wil hooren, behoeft maar plaats te nemen aan een der tafeltjes onder de groote met glas overdekte veranda van het hotel en hii zal zich dan eeniger- mate kunnen voorstellen, den torenbouw van Babel bij te wonen, zoovele verschillende klankgeluiden hoort hij daar van alle zjjden. Ook Jacques Sanguinet woonde in het Graod-hotelhij zat juist bij het ontbijt onder de veranda en dronk met welbehagen zijn koffie. Hij had het niet altijd zoo goed gehad, want hij was als zoon van arme menschen in een ellendige barak der Kue Mouffetard te Parijs ter wereld gekomen. ZijDe ouders had hjj vroeg verloren en daarna leidde hij het bestaan van zoovele armzalige straat- jongeos der groote wereldstad, van wie niemand weet, hoe zij eigenlijk leven en hoe zij aan den kost komen. Eindelijk was hij als scheepsjongen naar zee gegaan en naar Californig gekomen, waar bij eenige jaren een veel bewogen avonturiersleven leidde. Niet kieskeurig in zijn beroep en geenerlei nauwgezette levensbeschouwingen kennende, was bet hem eindelijk gelukt, rijn fortuin to maken. Reeds eenige malen was hij voor zaken van Amerika naar Parjjs gegaan, doch telkens voor slechts zeer korten tijd. Na daarentegen had hij zijne amerikaansche zaken geheel aan kant gedaaD en was naar zijn vaderland tcruggekeurd, om voortaan in Patijs te blijven, waar niemand vraagt naar bet verleden van een vreemdeling, wiens portefeuille goed met bankpapier is voorzien. Al dadelijk had hij zich, steunende op medegebrachte aanbevelingen, in de club laten balloteeren, tot welke ook Berquin en Carolles behoorden en van welker leden nieu and vermeedde, dat de Amerikaansche rrillionnair bij had zich inderdaad in de Yerteoigde Staten laten natoralbeerende gewezen, in lompen gebuide straatjongen der Rue Mouffetard was. Ofschoon bet bem in bet Grand-Hotel zeer goed beviel, wilde bij toch niet voort durend daar blijven wonen; maar dacht er over een eigen huis te koopen. De onde Gémenos, met wieD Sanguinet door wcderzijdsche handelsviienden bekend geworden was, bezat een mooi huis in de Avenne do Villiers, hetwelk hij eenigen tijd geleden bij het faillissement van den vroe- gercu eigeraar bad genaast, daar bij er een zeer hoog hypotheek op bad staan. Maar bij zou dat perceel het liefst nu weder ver- koopen en meende in den Ame 'ikasn den geschikten mtn daai vcor gevonden te hebben. De koop was ook werkelijk bijna gesloten. Alleen verlangde Gémenos 300.000 francs, terwijl Sanguinet niet boven de 250.000 francs wilde g>an. Doch het vooruitzicht bestond, dat men het ten slotte met elkaar wel eens zou worden. Bij de onderhandelingen over dezen koop had laatst Sanguinet leger over dcu ouden Gé- menos zeer veel lof verkoudigd over Clothilde's schoonheid. Gémenos had daarop zijne klach ten over zijn schoonzoou gouit, en werd door Saoguinet volkomen in het gelijk ge steld. De beide mannen bezaten veel aanleg, het met elkaar in vele dingen volkomen eens te worden. Gémenos bezat zes millioon, Sauguinet vier, wat te zamen de mooie sout van tien millioen uitmaakte. Het was dus volstrekt niet zoo'n slecht plan, wanneer de amerikaan d« dochter van zijn vriend buwdo, □adat deze van haren tegenwoordigen echt genoot was gescheiden. Sanguinet kreeg weer last in zaken te doen, en bad een grootsch plan, nml. een groot bankiershuis op te richten: Gémenos, Sanguinet Compen Clothilde's vader had daarvoor wel ooren. Het bleef dus voor alsnog de vraag, mijnheer en mevrouw Sau- veterre tot eeu scheiding over te halen, het geen Gémenos op zich nam, zonder dat hij zich tegenover zijn aanstaanden schoonzoon nader uitliet over de middelen, welke hij tot bereiking van zijn doel dacht aan te wen den. In ieder geval moest Sangoinet wat geduld betoonen, want volgens de nieuwe Frascben wet duurt een eehtscheidirgspro- ces minstens een jaar. Overigens was dit den Amerikaan vol strekt niet ongewenscht, want hij kon dien tijd gebruiken, zekere moeielijkheden aan zijne persoonlijke positie verbonden, vooraf uit den weg te ruimen. Tot nn waz hem alles naar wensch gelukt, sedert hij wedor in zijn vadeistad was. Alleen de laatste dagen vertoonde zich een donkere stip aan den bewolkten hemel van zijn n;euw be staan, welke stip hem evenwel geducht ver ontrustte. Hij dacht jnist aan die donkere stip, toen een heer, die nit de leeszaal kwam, voor zijn tafeltje staan bleef en in bet Eogelsch tot hem zeide: „Hoe gaat bet n dan in Parijs, mr. Sullivan Sanguinet had niet verwacht, bier in het Graod-Hotel met dien naam aangesproken te worden, welken hij in de nieuwe wereld had gedragen; doch hij verloor zijne koel bloedigheid niet. Zeer kalm tchudde hij zijn bekende, een koopman uit Cbicago, die cer»t dezen morgen in Parijs was aangeko men, de hand en gaf toen opheldering. Na eenige onbeduidende mededeelin^,^ vroeg de nieuwe aangekomene: „En wat hebt gij wel gezegd van het oiude van den orgelukkigen Bolton Hij is, gelyk ouze couranten meldden, op een ontzettende wijze om bet leven gekomen.* „Het «chijnt zoo," antwoordde Sanguinet schouder ophalend. „Ik dacht, dat gij met hem tegelijk in Parijs waart gekomen." „O neen, iu Harre hebben wij van elkan der alscbeid genomen. Ik heb sedert alleen door de couranten het een en ander omtrent hem gehoord." „Dat is iets anders. Men gelooft bij ens, dat de jonge man, die altijd bij hem was en die ook zoo'n soort deelgenoot van hem was, hem gedood heeft.* „Ja, men heeft hem tenminste daarvoor ter dood veroordeeld.* „Het gerecht hier schijnt het met sija onderzoek niet zoo precies te nemen. Als zij behoorlijk bij ons geïnformeerd hadden, zouden er onderscheidene lieden geweest zijn, die dezen Jobn Nameless kondon.* „Nn, wat zou dat gebaat hebben Wan neer men bem den kop afslaat, is alles in orde. Wat bekommeren wij ons om die iranscbe wetten ,Ja, daarin hebt gij gelijk. Logeert gij ook in dit hotel „Natuurlijk, doch ik heb mij ingeschreven onder den naam Sanguinetdat is mijn ware naam. In Amerika heette ik Sullivans maar dien naam heb ik daar gelaten en ik verzoek o, mij voortaan alleen Sanguinet te noensen.* „Gthjk gij wilt; ik zal het ontbonden,* zeide de amerikaan, terwijl hjj zich verwij derde. Nauwelijks was da koopman uit Cbicago vertrokken, toen van deu Boulevard een persoonlijkheid onder da veranda van het hotel aankwam, die, te oordoeleu naar zijn voorkomen, daar niet paste. Het was een man met een glimmenden vilten hoed op en gekleed in een ooderwetscb, slecht passend costuum. Hij keek een oogenblik zoekend rond en kwam daarna eeosklaps los op Saoguinet. Zonder veel complimenten nam hy een stoel en nam bij bem aan het tafeltje plaats. „Wat wilt gij dan hier, Viroulas?* riep Sangoinet uit, terwijl bij zijn stem zooveel mogelijk temperde. „Ik heb u toeh uitdruk kelijk verboden, mij hier te komen opzoeken.* „Ik heb met u te spreken,* antwoordde de hotelhouder nit de Rue Tiquetonne mor rend. „Ik hond het niet langer u:* „Wat is er dan gebeur^ „Do Doi:tieschü»**

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1