BUS-,
limtBitiï- LiiMlil
Zondag 22 Januari 1893.
37ste Jaargang No. 2693.
AA IL 0 U S.
FEUILLETON.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAGES, Laan, D, 4.
Binnenlandsch Nieuws.
MS
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regeie f 0.25 iedere regel meer 5cti
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Uit Nieuwe Niedorp wordt
gemelddat het ijsfeest, dat Zondag II.
wegens ingevallen dooi moest worden uit
gesteld, woensdag heeft plaatsgehad en uit
nemend is geslaagd. Wederom, a'.s op Vrij
dag der vorige week, wemelde het op »de
Rijd», wier banen door de zorg vau het
bestuur der »Vereenig voor ijs- en volks
vermaak* opnieuw in uitmuntenden staat
waren gebracht, van schaatsenrijders en wan
delaars, die gekomen waren om aan de ker
mispret deel te nemen.
En ook thans kon men er van alles zien
en koopen, behalve sterke dranken. Sequah,
wiens zegekar telkeos door eeue jubelende
menigte over de breede ijsvlakte werd rond
gevoerd, bazuinde zijne wonderkuren uit,
die hij aan de «rimiretiekerige menschen*
roei wrijfolie of nijptangen verrichtte; de
dikke dame, 14 jaer oud, die in de vori
ge week slechts 250 kilo woog, was al we
der in gewicht belangrijk toegenomen: de
waarzegster deed hare diepzinnige voorspel
lingen het sprekende menschenhoofd was
dat van generaal Bliicher, die, zoo kon men
uit 's mans eigen mond vernemen, in 1893
in den shg bij Waterloo gesneuveld was
Van de kolfbaan en vooral van de danszaal
werd druk gebruik gemaakt; allerlei mu-
ziekiestrumeiten weerklonken, eeu liedjes
zanger liet zijn hoogste tonen hoortn en
inmiddels werden door lieve jonge dames
allerlei versnaperingen, cn snuisterijen te
koop aangeboden, waarvan de winst ten
voordeele der algemeene armen komt.
's Avonds was het nog gezelliger op de
Rijd. De banen waren uitstekend verlicht,
sommige tenten met verschillend gekleurde
lampions versierd.
Men zag er een aantal gemaskerden op
schaatsen of aan den dans deelnemen, en
overal heerschte ongedwongen vroolijkheid.
Moge het nu ook voor de armen een
goede dag zijn geweest! Dat zal weldra
blijken, als de kas wordt opgemaakt.
Te BINNENWIJZEND
(N.-Holl.) is een geval van mond- en
klauwzeer voorgekomen op den stal van
den heer P. Stapel, het eerste in #De
Roman van F. DU BOISGOBEY.
XVI.
„Ik begrijp niet," zeide Viroulas tot San
guine', „wat gij er mede bedoelt, dat gij,
als gij wildet spreken, mij onder de gQillotine
zoedt kunnen brengen."
„Werkelijk niet Nu, dan moet ik mij
wel duidelijker uitdrukken. ToeD Cbarles
Bolton op den avond van den 28 Februari
in uw hotel terugkeerde, droeg hij een mil-
lioen francs in banknoten bij zich. Dat mil-
lioen ia verdwenen. De man, dien men bij
Ëolton's lijk vond, heeft niet den tijd gehad,
dat bedrag, als bij bet al gestolen had, in
veiligheid te brengen. Bijgevolg rijt gij bet
geweest, die deze som hebt gestolen.*
„Waarom ik? Waarom niet de kellner
Franfois, of een der logés
„Ik zeg, dat gij bet geweest zijt.'
„Wilt gij misschien ook nog niet beweren,
dat ik den Amerikaan vermoord zou hebben?"
„Ook dat beweer ik en ik zal het
bewijzen, wanneer gij mij daartoe dwingt.'
„Dat zou u toch slecht bekomen.'
„Waarom Misschien omdat ik Bolton
uw hotel heb aanbevolen, of omdat ik op
den middag van den 28 Februari hem heb
afgehaald, ofschoon gij voor bet gerecht
anders verklaard hebt? Dat is toch gemak
kelijk op te helderen. Ik stond met Bolton
op zeer vertrouwelijken voet en kende bem
van vroeger. Bolton wilde hier in een klein, stil
en goedkoop hotel wonen en daarom gaf
ik bem uw adres op, gelijk ik u ook vroeger
reeds een anderen AmerikaaD toezond. Ik
heb h6t niet vergelen, dat gij mij in zekeren
tijd weldaden beweest, toen ik niet wist, boe
ik mijn honger zou moeten stillen."
„Het is goed, dat gij u dat nog herinnert
„O, ik bezit een uitstekend geheugen
Laat mij uitpraten. Bolton kende geen menscb
hier in Parijs. Hij had mij op den over
tocht, welken wij samen maakten, verzocht,
ht m van uw botel af te baleD, om hem den
wt g te wijzen. Zoo ben ik toen, eadat hij
zijn zaken had afgedaan, ook met hem nar-
Roticbild in de Rue Laffiue gegaan, he6
later met hem in het Bois de Bonkgne een
ritje gtmaakt, een fijn midt'agmasl vooi
bem betaald en hem daarna ver; ezeld tot
aan de deur van uw botel. Van een bezoek,
hetwelk bij nog verwachtte, had bij inij
niets gezegd. Ik ben toen naar bet Grand-
Streek*.
Op den stal van den landbouwer C.
Barendregt N.Rzn. te Barendrecht is mond
en klauwzeer uitgebroken.
Te Uithoorn en Leimniden is de vee
ziekte gewekente Haarlemmerliede en
sloten breidt de ziekte zich uit.
De minister van Binnen-
landsche Zaken, gelet op het Koninklijk
Besluit van 27 Juni 1892 St.bl. No 167
heeft goed gevonden
lo. Het vervoer van herkauwende die
ren met ingang van 19 Januari 1893 te
verbieden
a. uit een kring in de gemeente Am
sterdam, omvattende de terreinen der Vee
markt met veestallen
b. uit een kring in de gemeente Am
sterdam, omvattende de terreinen van het
Abattoir;
c. uit een kring in de gemeente Die-
men, waarvan de grenzen zijn de grens
scheiding tusschen de gemeente Diemen
en de gemeenten Amsterdam en Nieuwer-
Amstpl, de Zeeburgdijk, de Zuiderzee en
het Merwedekanaal
2o. Het honden van markten van her
kauwende dieren met ingang van 19 Jan.
1893 te verbieden
a. in de gemeente Amsterdam
b. in den sub lc omschreven kring in
de gemeente Diemen
c. in de gemeente Purmerend
3i. Te bepalen dat, wanneer bijzonde
re redenen een afwijkiug van het verbod
van vervoer van herkauwende dieren nit de
sub lo. dezer beschikking genoemde krin
gen noodzakelijk maken, zoodanige afwijking
kan worden toegestaan door den burgemees
ter na advies van den districtveeaits.
Deze beschikking zal worden geplaatst in
de bederlanihche Staatscourant en in het
Algemeen Handelsblad.
's-Qravenhage, 17 Januari 1893.
TAK VAN POORTVLIET.
Tooneel: Station UTRECHT.
De trein van 5.82 naar Nijmegen staat
op het punt te vertrekken.
Twee heeren willen in een 1ste klasse
Coupé instijgen.
A. Na u, mijnheer.
Hotel teruggekeerd, van waar hjj mij den
volgenden morgen zou afhalen. Hij is na
tuurlijk niet gekomen. Den volgenden avond
hoorde ik op de Boulevards de couranten
met de berichten over de in de Rue Tique-
tonne gepleegde misdaad te koop aanbiedon.
Ik koctit er een en vernam daaruit, wat er
gebeurd was. Hel spreekt van zelf, dat ik
mij wel wachtte, mij ongevraagd er in te
mengen. Men kau nooit weten, welke onaan
genaamheden daaruit kunnen voortspruiten.
De politie en het gerecht zijn dikwijls vol
slagen blind en doof, geljjk zij dat ook nn
weder bewezen hebben, doordat zij een on
schuldige veroordeelden. Ik bield mij stil en
wacbtte ook tot na het vonnis, voor ik mij
met u in betrekking stelde. Het was mjj
aangenaam, dat gij mijn naam volstrekt niet
genoemd heb."
„En op den avond, toen gij bij mij kwaamt,
dreigdet gij mij mot eene aanklacht
„Neen, ik heb u er opmerkzaam op ge
maakt, dat men u verdacht en n zou kuonen
bewaken."
„Beken bet maar, dat gij mij bebt willen
uithooren."
„Hadt gij een zuiver geweten, dan zoudt
gij niet zulk een angst voor de politie heb
ben. Ik ried u vorder, nw hotel niet eerder
te verkoopen, dan alvorens de publieke
opgewondenheid was gaan liggen. Gij volgdet
mijn raad op en hebt u daarbij veer goed
bevonden. Ik noem dat alles alleen op, om
te bewijzen, dat het u niet gelukken zal,
mij tc «ohaden, wanneer gij bet misschien
mocht willen wagen, mij in deze vervloekte
geschiedenis te betrekken. Ik kan over alles
eeo bevredigende verklaring geven. Men zal
het ongetwijfeld mij tot een verwijt maken,
niet eerder tegen u opgetreden te zijnin-
tussehen is bet nog altijd niet te laat, daar
John Nameless nog niot is terecht gesteld.'
„John Nameless!" mompelde Viroulas,
wiens rood gelaat nu vaal bleek was ge
worden.
„Ja, de ongelukkige, die hoofdzakelijk op
uwe valsche getuigenis vetoordeeld is ge
worden. Gij bebt onder geenerlei omstan
digheden op genade te hopen, wanneer het
uitkomt, dat gij de werkelijke moordenaar
zijt. Bedenk dat en dwing mij niet, tegen
u op te treden 1*
„Wat wilt gij dan eigenlijk? Ik kom
geheel argeloos, om u mede te deelen, dat
ik Parjjs verlaten wil, en had my toch zeer
goed stil nit de voelen kunnen maken.'
„NeeD, vriend Viroulas, dat kondt gjj niet,
want ik heb u al dien tijd goed in het oog
gehoudeD.'
„Dus gij bekeot nu zelf, dat gij mjj badt
B. Pardon, na n.
A. Neen, u eerst.
Condoctenr. Klaar, nit den w„g daar.
De trein rijdt plotseling weg en de bei
de heeren staan hem op het perron na te
kijken.
A. De duivel hale n, mijnheer. Door
uw vervloekte overdreven beleefdheid heb
ik den trein gemist.
B. Voor geen honderd gulden zou ik
den trein willen missen en nu gaat n me
nog beleedigen op den koop toe. Je bent
een gemeene vent 1
A, Jij bent een lomperd 1
B. Ezelskop
Stationschef. Heeren, als u ruzie wilt
maken, dan moet u naar buiten gaan.
De beide heeren kijken elkaar woedend
aan en wachten op den volgenden trein.
Zutph. C't.
Te UTRECHT is een hard-
draverij gehouden met paard en slede op
het ijs.
De postschipper van
SCHIERMONNIKOOG naar Oostmahorn
geraakte in het ijs beklemd en kon den
wal niet bereiken. De reddingboot was
wegens het ijs niet bij machte hem te
helpen. De rotiers der reddingboot deden
nn een tocht daarheen, kwamen terug met
de boodschap, dat de 8 manschappen de
boot niet wilden verlaten en gaarne naar
het eiland terugwilden. Kwamen zij in
nood, dan zouden zij seinen om hulp. De
kustwachter stond nu om op te passen.
Des avonds 5 nur kreeg men bericht te
Moddergat, dat de boot, na een worsteling
van 12 uur, met de manschappen behouden
en wel te Oostmahorn was aaugekomen.
Een bewoner van de Lange
Raamstraat te HAARLEM, had zich be
reid verklaard bij de feestelijke verwel
koming van den hardrijder Eden, als
fakkeldrager dienst te doen en zijn vrouw
was eveneens uitgegaan, de zorg voor het
vierjarig kind, dat lag te slapen, overlatende
aan de twee dochters van 16 en 18 jaar.
Dezen gingen naar de benedenburen en
kwamen van tijd tot tijd even boven, om
te zorgen dat de kachel niet uitging.
Of zij nu de laatste maal do deur wat
willen uithooren.'
„Denk daarover, gelijk gij wilt. In ieder
geval heb ik u met rust gelaten, zoolang
gij stil in uw huis bleeft. Nu wilt gij Parijs
verlaten. Goed, bot is nu misschien bet
geacbikste oogenblik daarvoor. Men deDkt
niet meer aan u en men zal gelooven, dat
gij u op het land teruggetrokken bebt, om
daar van nw renten to leven. Ik dacht
er ook reeds over, dezer dagen bij u te
komen, om u betzelfde voorstel te doen.
Daarentegen hebt gij er de voorkeur aan
gegeven, mij in bet Grand-IIotel op te
zoeken. Dat is een font, een groote fout,
maar die nu eenmaal begaan is dus kunnen
wij er ra toe overgaan, onze rekening te
vereffenen.'
„Wat voor een rekening
„Houdt u maar niet zoo dom I Gij bebt
een millioeu genomen. Daarvan bebooreo mij
500.000 francs, wanneer ik u niet verraad.
En ik laat u niet gaan, voor ik die som in
mijn bezit heb."
„Van waar moet ik dat bedrag halen
„Wel uit Bolton's geldgordel. Ik weet
niet, waar gij die som verborgen bobtik
wil er ook niet naar onderzoeken. Jk ver
lang alleen mij aandeel, hetwelk gij mij
binnen vier en twintig uur moet ter hand
stelleD. Langer wacbt ik niet en ik raad o
aan, mijn geduld niet op de proef te stellen."
„Wanneer gij met mij deelt, dan wordt
gij daardocr ook mijn medeplichtige."
„In de oogen der rechters zeker. Doch
i dat is voor u de beste waarborg, dat ik o
niet zal verraden."
„Gij tracht dus mij af te persen
„Mijn waarde, gij bebt geen vorstand van
zaken doeD. Waart gij zoolang in Amerika
geweest als ik, dan zoudt gij geleord heb
ben, dat alle middelen goed zijn, om geld
te verdienen alle, met uitzondering van
moord, diefstal en directe bedriegerij. Het
toeval heelt nu eenmaal gewild, dat ik alleen
den mond behoef open te doen, om u in het
verderf te storten mijn zwijgen is dus voor
u veel geld waard, en het is mijn goed recht,
dat ik u mijn stilzwijgen zoo duur mogelyk
verkoop Dat is even goed een zaak als elke
andere. Noem het mijnentwege afpersing
ik ken geen vooroordeelenDoch kom nu
tot een besluitwanneer wil gy my het
geld geven
Viroulas talmde met het antwoord. Ver
pletterd door de onverbiddelijke logica van
zijn tegenpartij, begon bij in te zien, dat
het hem niets meer hielp al ontkende bij
ook alles, en dat bij zich op genade en
ongenade had over te geven. Het was ten
slotte toch nog beter te doelen, dan alles
hard hebben dichtgeslagen, zoodat een
tochtwind ontstond die het gordijntje van
het ledikantje in aanraking heeft gebracht
met den kachel, of een ander ongelukkig
toeval dat heeft veroorzaakt, is niet zeker,
maar toen de onders thuis kwamen vonden
zij de kamer vol rook en het gordijn smeu
lende. Dit begin van brand werd gemak
kelijk gehluscht, maar het kind bleek door
den rook te zijn gestikt.
Te ROTTERDAM werd ver
leden week een geheel gezin, met uitzon
dering van den heer des huizes en de
dienstbode, ongesteld. De geneesheer con
stateerde vergiftiging.
Daar genoemde personen gezond bleven,
was de oorzaak niet zoo gemakkelijk op
te sporen. Ten slotte werd een groen tafel
kleed onderzocht en bleek dat kleed de
vergiftiging te hebben veroorzaakt. Het
kleed werd toen vernietigd. De gezond
geblevenen kwamen nooit aan tafel wanneer
dal kleed gebruikt werd.
Heden zou te Leeuwarden
worden gehouden eene hardrijderij op schaat
sen door hulpbehoevende werklieden, daar
wonende, om levensmiddelen, brandstoffen
en kleedingstukken. De commissie, die zich
daartoe heeft gevormd, heeft het zoo inge
richt, dat iedere mededinger het een of ander
ontvangt. Reeds hebben zich een 1000-tal
aangegeven. 7an alle kanten vloeiden het
geld en andere bijdragen toe.
Zondag hebben drie En-
gelschen, twee heeren Tebbutt en de heer
Tarrinh de elf Friesche steden bezocht.
Hoewel een dergelijke tocht voor de Frie
zen zelf geen zeldzaamheid is, is het toch
merkwaardig als vreemdelingen de reis doen.
De reizigers hadden met vele moeielijkhe-
den te kampen.
Omtrent de arrestatie
van Poutsma te SNEEK, wordt gemeld
Zondagmorgen werd de uitgever Poutsma
te iSneek in zijne woning gearresteerd en
kort daarna door twee politie mannen per
trein naar Leeuwarden getransporteerd, om
dat hij in 't café „de Dageraad" een aan
tal werkeloozen in dezen geest heeft toege
sproken
te verliezen en het leven er bovendien nog
bij in te schieten.
„Kom morgenavond om 6 uur bij mij,*
bromde hij. „Den kellner zal ik vooraf weg
zenden, dan is het huis ledig. Uw spion
heb ik, gelijk ik u zooeven zeide, my reeds
van den hals geschoven.'
„Mijn spion?"
Sanguinet had het niet weersproken, toen
Viroulas bem beschuldigde, dat hij hem had
laten bespieden, want hij liet hem in der
daad door een particulier agent van het slag
als mijnheer Caumartin, in het geheim be
waken. Maar hij wist niets van de Carolles'
tegenwoordigheid in de Rue Tiquetonne. Op
den avond, toen hij dezen voor de deur
van het hotel ontmoette, had hij bem niet
berkend, en hij vroeg zich zeiven te vergeefs
af, wie die persoon kon zijn geweest, dien
de hotelhouder nu buiten de deur had
gezet.
„Ja, de spion, dien gij in mijn huis ge
zonden hebt,* herhaalde Viroulas.
„Dat zal er dan wel een van de politie
geweest zijn. Lloezag dat mensch er uit?'
„Hij is lang, heelt een snorrebaard en
noemt zich Martin-Guerre. liij beweerde,
vao Quimperlé te komen, om hier eene be
trekking te zoeken, maar niemand gelooft
hem. Niet eens Frangois en Crambard, een
verloopen kunstschilder, die bij mij woont en
dien de spion heeft trachten uit te hooren.
Na de eerste woorden van den hotelhou
der begreep Saoguinet reeds, dat een ander
hetzelfde had gedaan, als hij, en deze ont-
dekking verontrustte hem. Hij liet dit even
wel niet merken maar zeide zeer kalm „Ik
ken zulk een persoon niet. In ieder geval was
het nog al verstandig van u, hem buiten
deur te zetten. Maar nog verstandiger is hef,
dat gij besloten schijnt u naar de omstan
digheden te voegen. Ik zal morgen avond
stipt op tijd bij u verschijnen.*
„Ik zal u in de portiersloge opwachten.'
„Ga nu heen. Het is niet noodig, dat men
hier, waar vele menschen mij kenneD, mij
met u in gezelschap ziet.'
Nauwelijks had hij deze woorden gespro
ken, of hij zag in de voorzaal van het
hotel den onden Gémenos opduiken, verge
zeld door den portier. Viroulas was reeds
opgestaan en maakt zich gereed, als overwon
nene naar de Rna Tiquetonne terog te
keeren. Wat bleef hem anders over, dan het
bevel van den overwinnaar getrouw op te
volgen
Sanguinet volgde hem met de oogen, tot
hij verdwenen was, en ging toen Gémenos
tegemoet, die na ender de vtranda was
gekomen. „Goeden dag, beste vriend,* b«-
»Nu Msandag mannen, naar den Gemeen
teraad 1 En sis z' u daar werk willen geven,
bestaande in Jt menschonteerend steenklop-
pen tegen 40 cent» per dag, neem dan de
keien en sla de heeren er de hersenen
mee in.
Doe dat 1'
Recht voor Allen" bevat het volgende
hierover Zaterdag en Zondag werd door de
politie zijn woning bewaakt. Twee of drie
agenten liepen in de kou heen en weer.
Poutsma was begaan met deze „arbeiders,
en presenteerde hun warme koffie op zijn
binnenplaats, 't geen gretig werd aangeno
men. „Doch nauwelijks zijn ze binnen,"
schrijft het blad, »of de verraderijke agenten
grijpen hem aan en trachten hem te ar
resteeren. Daar ontstond een worsteling.
P.'s vronw en schoonmoeder verzetten zich
mede tegen de arrestatie en onder hevig
gegil werd met behnlp 7an den kommis-
saris en nog een agent P. van zijn bin
nenplaats gesleurd. Op kousen, geen jas
aan en blootshoofds werd hij naar het po
litiebureau gesleept. Zijn schoenen mocht-i
niet aantrekken.' Dan volgt een uitval
tegen de politie, terwijl het artikel aldus
eindigt
»P. is Zondagavond nog voor den rech
ter van instruktie geweest, maar van hun
onderhoud is natuurlijk niets bekend. De
meesterknecht van P. was in de gevange
nis bij hem toegelaten om inlichtingen te
vragen voor de werkzaamheden.
Wanneer dit geplaatst zal zijn, hebben
wij reeds een protestvergadering gehonden,
waar Fortuijn als spreker is opgetreden.
Dat honderden arbeiders zullen opkomen,
daarvan zijn we nu reeds overtuigd.*
De kleinste loteling voor de
volgende loting der nationale militie zal
zeker wel zijn de bekende dwerg Gerrit
Keizer, die zich in de vorige week persoon
lijk Ver secretarie te 8t. Anna-Parochie
voor de militie heeft aangemeld. Men
plaatste het 80 centimeter lange ventje op
eene tafel, opdat hij boven den lessenaar
zou kunnen kijken.
Hij was op schaatsen uit het vrij ver
verwijderde Oude—Bildzij 1 overgekomen. Hij
rijdt een flinken streek, zelfs tegen den
wind in.
groette bij hem. „Welke gunstige wind voert
u tot mij
„Ik wil eens zien, hoe het n ging,* ant
woordde Clothilde's vader. „Hebt gij geen
lust een kleine wandeling te maken op de
Boulevards
Sanguinet was dadelijk bereid en eenige
oogenblikken later wandelden de beide
heeren in druk gesprek, over het asphalt,
in de richting der Madeleine-kerk.
„Wat bebt gij toch eigenlijk met mijn
advokaat Berquin aan den stok gehad
vroeg Gémenos eensklaps.
„Ik Volstrekt niets. Ik zie hem af en toe
in de club, doch ken hem ternauwernood en
heb nooit eenig geschil met hem gehad. Hoe
komt gij tot deze vraag
„Omdat hij zich onvriendelijk over u beeft
uitgelaten.'
„Inderdaad En om welke reden
„Ik zeide hem, dat gij dacbt te trouwen,
en dat ik wenschte, dat gij de tweede
man mijner dochter zoudt wordeu.'
„Het was toch niet noodig, nn reeds
daarover te spreken.'
„Toch wel, want ik moest hem raadplegen
over de echtscheiding."
„Beken liever, dat gij van hem eenige
inlichtingen omtrent mij verlaDgdet. Doch die
kon hij u moeielijk geven, want bij kent mij
eerst sedert korten tijd."
„O, hij zeide ook niets van uw verleden,
waarvoor bij niets weel; maar bij sprak over
u op een manier, die
„Die bewijst dat ik bem niet beval. Dat
spijt mij, maar ik kan er niets aan ver
anderen."
„Hij beweert, dat gij veel en hoog speelt.*
„Dat ontken ik volstrekt niet. Ik heb mijn
leven lang gespeeld en gij ook, waarde
Gémenos.'
„Nooit, behalve domino en piquet met z'n
drieën.'
„Pardon, speculeeren is cok spelen en dat
is nog wel de gevaarlykste soort van allen.
Wanneer ik niet gespeculeerd had op de
stijgende en dalende noteeringen van hot
varkensvleesch, dan ware ik nu niet een
gefortuneerd man cn gjj evenmin, als gij
niet hadt gespeculeerd op de rijzing en daling
der ijzerprijzen en der miju-aandeelen.
Gémenos wilde hiertegen iets inbrengen,
maar zijn toekomstige schoonzoon viel hem
in de rede, door te zeggen„Geloof mjj,
mijn waarde, het baccarat is veel minder
gevaarlijk. Bovendien ik vaar er niet slecht
bij, want sedert mijn ballotage in de club
heb ik ruim 50.000 francs gewonnen."
„Das kunt gij mij ook zeer goed 300,000
francs voor mijn huis geven," meende de