Uit en voor de Pers.
Builenlandsch Overzicht.
sneeuwlaag bedekt. Toen nu de gemeente-
opzichter, die het toezicht op het werkvolk
welwillend op zich genomen had.ochtends
om 7 ure eenige werkloozen voor den ar
beid kwam wekken, kreeg hij vrij algemeen
tot bescheid, dat het veel te vroeg was om
aan het werk te gaan. Toen er te ongeveer
tien uur nog maar weinigen waren versche
nen, werd hem door de overigen geantwoord
dat het weder te slecht washet sneeuw-
vangen genomen, naar aanleiding van het
feit, dat hij Donderdag j.1. di menigte
ken waren, maar het zou maar al te
duidelijk bewezen kunnen worden, dat
Hij was ruim 38 jaar, toen hij stierf t Over den tegenwoordigeu Minister Ri-
Eenige maanden later stond zijnegema- bot lezen wij in eene part. Corr. uit Pa-
aanraadde „ds beurs te nemen,' waarop hij Nederland een plutocratie (geldregeering) lin terecht. Toen Maria Antoinette haar rijs aan de Telegraaf de volgende inte-
later roet eeuige belhamels het beursgebouw heeft, wanneer wij eene liist der aandee- vaderstad Weenen verliet als aanstaande ressante karakterschets:
U2J 'J i T 1VTTT J114 I l l7'
is binneugedrongen.
Ook tegen den persoon Siichting, die
Zaterdag j.1. de menigte opruide en onder
anderen adviseerde maar #te nemen als
men niet kreeg", om vervolgens de menigte
len machtig kunnen worden.
de
immers nog, „het was te nat.'
streeks 12 ure was intusschen
baan, behoorlijk afgezet met
Om-
een flinke
een aantal
vlaggepalen versierd, gereed gekomen, maar
de zijbanen voor de toeschouwers waren nog
maar een meter breed. Nu echter moesten
de jrwerkloozen" gaan eten. En of men hen
al aanspoorde nu eerst het werk af te ma
ken, men ging „eten'. Om 3 ure zag men
hier en daar nog een enkel man op de zij-
banen bezig. De overigen zijn, zoover ik
weet, niet van hnn diner teruggekeerd.
Weinige dagen te voren was op voor
gang van het hoofd der gemeente door de
ingezetenen eene aanzienlijke som voor eene
extrabedeeling en voor „werkverschaffing*4
bijeengebracht. Ik mag hier bijvoegen, dat
te dezer plaatse zeer veel voor de beboef-
tigen wordt gedaan. Wezenlijke armoede en
gedwongen algemeene werkloosheid bestaat
hier in den gewonen zin niet.
De heer J. A. Kwast, o r -
kestdirectenr te ARNHEM, heeft zijne be
noeming te Warschau aangenomen, en zal
volgens Gelria waarschijnlijk van de
beste krachten der Arnhemsche orkestver-
eeniging in zijne nieuwe woonplaats enga-
geeren. Verschillende leden van het orkest
gaan naar Chicago.
Ook op den stal van E.
Beers SLOOTEN (N.-H.) zijn alle door
mond- en klauwzeer besmette koeien hersteld
en is het verbod van toegang tot dat erf
opgeheven. Nog 8 verschillende stallen wor
den wegens het voorkomen van mond- en
klauwzeer bewaakt.
Twee van het zevental,
dat verleden Zaterdagnacht een inval deed
in de woning van den huisschilder L., te
OOSTWOUD, zijn aangehouden en voor-
loopig naar Alkmaar vervoerd.
Het zijn twee broeders der vrouw. Tij
delijk hielden zij hun verblijf te Opper
does, hunne ouders en familie bezoekende)
van uit Amerika, waar zij gevestigd zijn.
In de volgende maand zouden beiden de
terugreis weder ondernemen.
Woensdag ochtend verlieten zij Opper
does. Hieruit werd opgemaakt dat zij hun
terugkeer bespoedigd hadden om eene mo
gelijke vervolg'ng te ontgaan.
net volgende beroep op
de burgerij van AMSTERDAM is eergister
verspreid:
Stadgenootenl
Wij wenden ons tot u met een dringend
verzoek niet om een aalmoes vargen wij
maar om uwe medewerking. De volgende
vereenigingen: Nederl roomsch-katholieke
Volksverbond, Patrimonium, Algemeen Ne>
derlandsch werkliedenverbond, Neerlands
werkman. Bouwmaatschappij tot verkrijging
van eigen woningen, Handwerkers Vrien-
heet het„De hongerlijdende
moeten van staatswege geholpen worden
wanneer de regeering aan ziehzelve en hare
vrienden 41 millioen ten geschenke kan
aan te voeren op den tocht naar het brood- geven, dan hebben de arbeiders minstens
depot „Mercurius" op den Haarlemmerdijk, recht op evenveel."
is proces-verbaal opgemaakt. Ook hij zal Aldus wordt er geoordeeld over de
vermoedelijk wel het lot van Visser dcelen. personen; ziehier ook een voorbeeld hoe
Het is der politie gelukt om de ver- er geoordeeld wordt over de wetgeving
En later echtgenoote van Lodewijk XVI, had om
arbeiders zoo te zeggen de geheele bevolking de
geliefde prinses uitgeleide gedaan en de
beste wenschen gingen met haar mede.
Welk een ander geleide vergezelde haar
nu! Overal was de gewapende macht op
de been. De koningin, in het wit gekleed,
werd geboeid op een kar weggereden.
nergens te
blijfplaats van Slichting, die
vinden was, te ontdekken.
Onmiddellijk zijn maatregelen genomen
om hem te arresteerendaar hij echter de
woning, waarin hij zijne toevlucht heeft
genomen, Jan Steenstraat no. 37, niet wil
verlaten, is er bij de rechtbank bevel tot
inhechtenisneming aangevraagd. Onderwijl
wordt het huis, waarvan de bewoonsters een
minder goede reputatie geuieten, door de
politie bewaakt.
Naar men bericht heeft ook de heer
Jansen van Galen, (evenals de heer v.
Someren) zijn ontslag geuomen ait het comité
voor de werkloozeD, daar hij zich niet
kan vereenigen met het optreden van zijn
medelid Geel.
Wat zoo wordt er gevraagd be
let hun (de arbeiJers) zich meester te
maken van hetgeen zij dringend behoe
de wetten
Moedig beklom zij het schavot en kwart
na twaalf viel haar hoofd, dat eveneens
aan het volk werd vertoond, onder de
kreten „Leve de republiek !a
Tot zulke vreeselijke tooneelen leidt
de onbeteugelde, geweldige hartstocht.
ven?" En het antwoord is:
„Wreede onmenschelijke wetten, die Totdat deze op haar beurt geketend wordt,
iemand het recht ontzeggen op voedsel,ruwer dan te voren. De geschiedenis loopt
kleeding en genot, in ruil voor eerlijken uit in de alleen-heerschappij van
arbeid." Napoleon.
Dat ophitsing tot opstand het doel is i Mochten wij luisteren naar de lessen
van al deze onwaarheid en al deze ver- der geschiedenis! „In het verleden ligt
dachtmaking, het wordt geenszins verbor- het hedenin het nu, wat worden zal
gen gehouden. Integendeel, men komt er Versterkt moet worden het bewustzijn:
openlijk voor uit in de ondubbelzinnigste j niemand onzer leeft zichzelven. Aange-
bewoordingen. wakkerd worde vooral het vertrouwen
Wij staan aan den vooravond van een op de onzinljjke dingen, op de almacht
y... n tTij ,i„ o
denkring, Concordialiter Nos, (timmerlie
den) Gemeente-stratenmakersbond en vele
andere vereenigingen, welke samen verschei
den duizende ledsn tellen
Onder hen vindt gij belijders van alle
gezindten. Zij die thans langs de straten
trekken tot uw last en tot uw schade zijn
de onzen niet. Maar onder de onzen zijn
velen zonder werk, weken, zelfs maanden
lang. Hoe gaarne wij zouden zien dat werk
verschaffing op groote schaal werd ter h-nd
genomen, wij begrijpen dat dit thans bijna
onmogelijk is.
Maar zeer goed mogelijk is werkverschaf
fing van ieder op kleine schaal, maar door
zeer velen. Elk voorjaar is er gedureude
korten tijd meer werk dan noodig is. Laat,
wij vragen het u met aandrang, een gedeel
te van "dat werk thans geschieden. Met komen met de
goeden lust en met eenige inschikkelijkheid fir dp
van uwen kant valt dat niet moeielijk.
Geeft dit werk ten spoedigste aan uwe
gewone werkbazen, opdat deze in de
gelegenheid worden gesteld, het door op
passende Amsterdamsche werklieden te doen
uitroeren.
Zend dus met den meesten spoed uw
orders aan de respectieve werkbazen. Zeker
zullen uwe orders stipt worden uitgevoerd.
Stadgenooten werkt mede, want de nood
stijgt.'
üet Comité
W. C. J. Pastoors,
Pres. v. d. Ned. R. K. Volksbond,
afd. Amsterdam.
D. Sizoo,
Pres. van Patrimonium, afd. Amsterdam.
A. Post,
vertegenwoordiger van het Alg. Ned.
W erk liedt n verbond
B. Hagen,
vertegenwoordiger van de Bouwmaatschappij
to°t verkrijging van eigen woningen.
A. J. van der Hurk,
vei tegenwoordige van Neerland» Werkman.
Naar De Amsterdammer,
Dagblad voor Nederland, verneemt, is tegen
de personen, die gedurende de tochten door
AMSTERDAM en vooral bij de samen
komsten op den Gedempten Voorburgwal
opruiende taal hebben gesproken, door de
politie proces-verbaal opgemaakt.
Visser niet het lid van het comité,
maar een vroeger zaakwaarnemer, die in
1886 en '87, toen de werkloozen in het
„Volkspark" bijeen kwamen, de meestop-
ruieude taal uitsloeg, nog niet lang geleden
op rijkskosten werd gevoed en thans een
kroegje moet hebben op een der paden
buiten de Raambarnere
Aansporing tot Op
stand.
„Het smeult," schrijft De Seingever
het orgaan der sociaal-democraten onder
het spoorweg-personeel, boven een opstel,
dat de blijkbare strekking heeft om tot
opstand aan te hitsen.
Hoe de gemoederen worden opgewon
den door onwaarheid en valsche voorstel
lingen, het blijkt ook weder in de ruim
ste mate uit dat opstel.
Werklodle arbeiders roepen om brood
voor vrouw en kinderen, maar de regee
ring weigert beslist deze arbeiders met
hunnegezinnen van den hongernood te red
den." „Er zullen geen millioenen, zelfs
geen duizenden door de regeering be
schikbaar gesteld worden tot het uitvoe
ren van nuttige werken, maar wel tot
het zenden van justitiebeambten en sol
daten om de ongelukkige hongerlijders
met geweld naar hun krotten te drijven,
en als zij daar met de hunnen liggen te
verkwijnen en te sterven, dan kan de
huichelachtige regeerende klasse gerust
zijn want doode arbeiders roepen niet
meer om brood of om hooger loon, wijl
het bestaande ontoereikende is om in alle
redelijk gevoelde behoeften te voorzien."
Eenige regels verder wordt er gezegd
„Wij weten het toch hoe arbeiders, die
rustig van eene vergadering huiswaarts
keerden, door beschonken „ordeslaven
met geweerkolven geslagen werden en
zonder eenige aanleiding door gewapend
in het water zijn gedrongen het is een
feit, dat er gewonden zijn, dat or reeds
„arbeidsbloed" gevloeid heeft en dat ar
beiders door hun mede-proletariers in den
soldatenrok op bevel van gegaloneerde
geldaristocraten vermoord werden."
Is het wel haast mogelijk, eene leu
genachtiger schets te geven van de wer
kelijkheid De regeering ja, zendt poli
tie en militan n, doch niet om hongerlij
ders naar hunne krotten te drijven, maar
om aan schandelijke geweldpleging een
einde te maken, om te beletten dat de
samenleving aan wanorde wordt prijs ge
geven, om niet aan gewetenlooze opruiers
vrij spel te laten. Niet tegen rustige ar
beiders trad het openbaar gezag op, maar
tegen lieden die dat gezag openlijk tart
ten en die van de „ongelukkige honger
lijders" werktuigen trachtten te maken
ter bereiking van politieke doeleinden
Waarlijk niet voorbarig heeft de regee
ring maatregelen genomen om in het
Noorden rust en orde te herstellenHet
was daar op vele plaatsen reeds zeer ver
toestanden van wanorde
vóórdat er de eerste soldaat verscheen.
Dat hier te lande de overheid veeleer al te
lankmoedig dan te ruw optreedt, het is
in de laatste dagen nog te Amsterdam
gebleken bij de schandelijke tooneelen
van wanorde, die daar hebben plaats ge-
had.
Geen millioenen, geen
worden beschikbaar gesteld voor
tige werken, de regeering weigert be
slist de arbeiders van den dood te redden
Zou men niet meenen, dat wij in Neder
land eene regeering hadden, die onver
schillig is voor de welvaart des lands en
opzettelijk de bevolking laat verhongeren
Hebben de lieden, die zóó schrijven,
nooit eens nagegaan welke sommen er
jaarlijks op de begrooting worden uitge
trokken voor openbare werken Weten
zij niet, hoe reusachtig de ontwikkeling
is, die het land te danken heeft aan de
vreeselijke catastrophe. Nu hongeroproe
ren, straks misschien een formeele opstand,
de maatschappelijke omwenteling, zoo lang
gevreesd door de bezitters, die alles te
verliezen hebben, zoo smachtend verlangd ning der misdeelden.
door de proletariërs, die alles zullen win
nen.
„De revolutie is wel is waar een ge
welddadig, doch noodzakelijk middel om
de arbeidende klasse te verlossen uit
armoede en loonslavernij. Wij beweren
niet, dat de revolutie het menschdom zal
bevrijden van zijne harstochten of ondeug
den, maar zij is het middel om den slag
boom te openen, waardoor wij kunnen
komen tot het verbeteren en elele."
Welke middelen men zooal bruikbaar
acht om dit „betere en edele" te berei
ken, het blijkt uit eene andere uitlating
hetzelfde blad. „Laat zegt het
der liefde. Vermeerderd worde eenerzijds
de billijkheidszin en de vi ij willige toe
wijding aan het welzijn van den minder
bevoorrechte, anderszijds de eigen inspan-
Van beide zijden
worde schuld erkend, en gewaardeerd
worde elke poging tot herstelling van
fouten. Zulk een waarachtige wederge
boorte is wat beters, dan oproer en ge
weldpleging. Zij brengt ons naar het rijk
des vredes.
in
de regeering maar heel veel troepen ver
voeren naar de Noordelijk provinciën, hoe
meer, hoe beter, des te spoediger is het
overige gedeelte van Nederland zonder
troepen. Breekt daar de boel los, dan is
hot altijd nog vroeg genoeg om geen enkel
volksmoordenaar of moordwerktuig naar
de vroegere garnizoenen terug te voeren,
want in een enkelen nacht zien we best
kans om alle lijnen boven Zwolle onbruik
baar te maken; daarvoor kennen we een
probaat middel en alvorens de lijnen weer
bruikbaar zijn, kan het revolutionaire
proletariaat reeds heel wat voordeelen
behaald hebben, die van onberekenbaren
invloed kunnen zijn op den loop der za
ken."
Eene bedreiging dus met vernielen der
spoorwegen, om aan den opstand gelegen
heid te geven het terrein te vermeeste
ren:
Zóo ver durft in ons Nederland deze
partij reeds te gaan.
Alzoo de Nieuwe Rott. Ct.
Niet opgepast schijnt het ons toe,
hierop te laten volgen, wat wij in Nieuw
Leven lezen onder het opschrift
voor* lioncleril jaren.
Naar aanleiding van den herinnerings
dag 21 Januari, schrijft N. L.
Het is den 21sten Januari juist hon
derd jaren geleden, dat Lodewijk XVI,
koning van Frankrijk, maar onttroonden
veroordeeld, het schavot beklom. Den
avond te voren had hij een aandoenlijk
afscheid genomen van de zijnen. ;Na den
nacht tamelijk rustig te hebben doorge
bracht, liet hij zich kleeden. Vervolgens
overhandigde bij aan zjjn kamerdienaar
zijn trouwring, om dezen als een stom
vaarwel aan de koningin te doen toeko
men. Te negen uren was zijn tijd geko
men.
Bij de poort der gevangenis riepen
eenige zwakke stemmen „Genade Zij
werden evenmin gehoord, als de vertoo-
gen van vreemde hoven, nog tijdens het
proces ingediend. Overigens heersehte
overal doodsche stilte. Langs den weg
stonden geheele rijen van gewapenden en
de kanonnen vertoonden hun dreigend
voorkomen. Het rjjtuig rolde langzaam
duizenden voort. Lodewijk las er de gebeden der
nut- stervenden.
Met klokslag van tien uur zijn zij ter
bestemder plaatse. De trommels roffelen.
„Stilte roept de koning met luide stem.
Hij beklimt het schavot. Nu trekt hij
zijn donkerbruinen rok uit en staat in
een wit flanellen wambuis gekleed. De
scherprechters treden toe om hem te
bindenmaar hij stoot ze terug. Eerst
als zijn biechtvader hem herinnert, dat
ook Jezus zich geduldig binden liet,
geeft hij zich over. Toch treedt hij nog
naar den rand van het schavot en zegt
De graaf van PARIJS zou
geen pretendent moeten zijn om niet van
de tegenspoeden van een gehaat regee-
ringsstelsel, al is dit op zich zelf zonder
schuld aan de ramp, voordeel te willen
trekken. Het is evenwel de vraag of hij
door het schrijven van zjjn vertegenwoor
diger in Frankrijk, den graaf d'Hausson-
ville, dit doel zal bereiken. Nergens schijnt
deze boetpredicatie tegen de republiek
diepen indruk te hebben gemaakt; inte
gendeel wordt er vrij koel van kennis
genomen en geeft ze veeleer aanleiding
tot het opsommen van eenige onaange
name herinneringen aan den tijd dat het
Orleanisme aan de regeering was.
Graaf d' Ilaussonville, die den tegen-
woordigen strijd tegen liet kapitaal afkeurt
en aan het republikeinsch regime ver
wijt dat het de geldverspilling zonder
twijfel iets ongewoons voor een Orleans
in de hand werkt, vergeet dat de Juli
monarchie te slechter faam bekend stond
wegens haar geldzucht en gewetenlooze
schraapzucht. "Was het niet Louis Phi-
lippe, die de wet wist te ontduiken, waar
het zijn bijzonder vermogen betrof? Was
hij het niet, die zich van het vermogen
van den op geheimzinnige wijze om het
leven gekomen hertog van Condé mees
ter maakte, onder verdenking van testa-
mentsvervalsching? Was het niet onder
den Burgerkoning, dat het budget van
jaar tot jaar steeg, zoodat eindelijk de
schuldenlast vijf millioen bedroeg en het
deficit geregeld terugkeerde? Ontzag hij
iets of iemand zoodra zijn kas in het spel
was? Was het niet Louis Philippe, die
er voor zorgde, zich van baatzuchtige en
is heden ge
verbetering en uitbreiding der verkeers- duidelijk „Franschen ik sterf onscliul-
wegen in de laatste veertig-jaren
Die beschuldiging, dat er geen duizen
den beschikbaar zijn voor nuttige werken,
moet dienst doen als tegenstelling. On
middellijk daaraan vooraf gaat namelijk
eene poging om het bankoctrooi, het Bi>-
liton-contract en den aankoop van het
Rijnspoor gelijk te stellen met het Pana
ma-schandaalen met het bankoctrooi
wordt dan de naam van den minister
Pierson, met de overeenkomst met de
Rijnspoorweg-maatschappij die van den
minister Van Tienhoven in ver and ge
bracht. „Naturlijk" zoo heet het
„gaat het hoogst bezwaarlijk om aan te
toonen, welke regeeringspersonen recht
streeks of door middel van hun familie-
digdat zeg ik u hier, op het punt
voor God te verschijnen. Ik vergeef mijn
vijanden. Ik wensch, dat Frankrijk
Een generaal te paard komt aanrennen
en roept met opgeheven hand „Tam
boers De trommen verdooven nu Lo-
dewijks stem. „Scherprechtersdoet uw
plichtZij binden de ongelukkigen
vorst op de plank. De biechtvader bukt
zich en spreekt„Zoon van den heiligen
Lodewijkvaar ten hemelDe bijl
valt neer. De scherprechter Samson toont
het hoofd aan de woest juichende me
nigte.
Lodewijk boette voor de zonden zijner
vaderen, voor de stelselmatige onderdruk
king van het volk door hof en adel. Hij
karakterlooze lieden te omringen, om zelf
de handen vrij te hebben Stond de om-
kooperij, de onderkruiperij en elk mid
del, door lage winstzucht ingegeven, ooit
in grooter bloei dan onder de Juli-mo-
narchie? Was het niet de minister Tes-
te, die voor zijn schuld, dat hij zich had
laten omkoopen, in de gevangenis boet
te? Was het niet de eerste minister van
Louis Philippe, de heer Guizot, wiens
Enrichissez-vous een treurige vermaardheid
heeft verkregen, die omkooperijen bij be
noemingen tot staatsambten verontschul
digde met het beweren, dat plaatsver
wisseling en plaatsverkooping bij de re
kenkamer altijd gebruikelijk waren ge
weest
Dit alles schijnt de vertegenwoordi
ger van den graaf van Parijs te hebben
vergeten, maar waarschijnlijk is het niet,
dat het Fransche volk deze herinnerin
gen reeds uit het geheugen heeft verlo
ren, evenmin als het zal vergeten zijn,
dat het de Orleanzen waren, die in 1870-
71 aan het vertrapte en lijdende Frank
rijk, dat vijf milliarden aan zijn over-
wiunaars moest betalen, twintig millioen
terugvroegen
Maar ook de graaf d'Haussonville
moet zich eenigermate hiervan bewust
zijn, waarom anders zou hij zijn
partijgenooten, den monarchisten, den raad
geven ook bij de aanstaande verkiezingen
het oude verstoppertjes-spel te spelen en
niet de royalistische vlag te ontplooien?
Tegenover de kiezers niet spreken over
den regeeringsvorm, de monarchie niet
als troef tegen de republiek uitspelen,
dit is de oude politiek, door de
monarchisten herhaaldelijk reeds toegepast
in de laatste jaren, maar altijd opnieuw
veroordeeld door het algemeen stemrecht.
De bekentenis, welke zich tusschen de
regels van den brief van den graaf
d'Haussonville laat lezen, dat men het
niet waagt de republiek openlijk aan te
tasten, getuigt voldoende van haar kracht
en stabiliteit. Met zulk een getuigenis
uit den mond hunner tegenstanders, knn-
nen de republikeinen met kalmte de
Alles komt terecht voor hem die de
kunst verstaat zijn tijd af te wachten
De heer Ribot heeft de waarheid van
dit spreekwoord ondervonden. Reeds bij
na twintig jaar houdt hij zich met de
politiek bezig,en eerst sinds twee maanden,
is zijn droom werkelijkheid geworden
hjj is voorzitter van den ministerraad.
De heer Ribot is een man van zeer
groote verdienste, een man va n het hout,
waaruit men de ware staatslieden snijdt.
Het oogenblik is nu gunstig om zijne
politieke loopbaan na te gaan en zich af
te vragen of zij gelijk hebben, die bewe
ren, dat Frankrijk met Ribot aan het
hoofd moet achteruitgaan. Het tegendeel
is waar. Niet alleen hebben Frankrijks
ware vrienden niets van de toekomst te
vreezen, maar men kan zelfs beweren,
dat de republiek krachtiger zal te voor
schijn treden uit de verschrikkelijke be
proeving, die zij tegenwoordig te door
staan heeft. En, wanneer men beweert,
dat Frankrijk dezen gelukkigen afloop
in de eerste plaats aan president CAR-
NOT te danken heeft, dan is het tevens
niet meer dan billijk te erkennen, dat
ook de heer RIBOT sinds Panama is
losgebarsten, blijken heeft gegeven van
den juisten bük en de vaste hand, die
den rechten staatsman kenmerken.
Daarbij was het politieke leven van
den heer Ribot tot dusver zonder smet
of blaam.
Tijdens den gedenk «vaardigen 16en
Mei, toen maarschalk Mac Mahon op
het ongelukkige denkbeeld kwam den
lieer Jules Simon zijn ontslag te geven
en de heeren de Broglie en de Fourtou
aan het bewind te roepen, was de heer
Ribot secretarisgeneraal aan het depar
tement van Jpstitie, onder den heer Du-
faure als chef. Yan den beginne af koos
de heer Ribot partij bij werd lid van
het comité de resistance légale welks taak
het was, de handelingen der tegenstan
ders van de republiek na te gaan. Aan
Ribot was de redactie opgedragen der
gedenkwaardige memorie tegen liet uit
stel van de verkiezingen. Men herinnert
zich de bewonderenswaardige beweging
onder leiding van Tiers, die voor den
afloop stierf, en van Gambette, bekroond
door de overwinning der 363.
De lieer Ribot behoorde ook tot deze
overwinnaars. Toen hij door het district
Boulogne-sur-Mer naar de Kamer was
afgevaardigd, liet hij zich bij het lin
ke rcentrum inschrijven. Deze groep is
nu nog slechts een historisch belang,
maar aan de republiek heeft zij vele
diensten bewezenhaar orgaan was le
Parlementsedert samengesmolten met
het Journal des Débats. De heer Ribot
leidde le Parlement op een schitterende
wijzehij gat aan het blad een zekere
distinctie en een weinig van de aristo
cratie, die zijne manieren en zijn karak
ter kenmerken, maar vooral kenmerkte
zijn blad zich door eerlijkheid, die Ribot
deed weigeren mee te gaan met de overige
republikeinen in zake de besluiten, welke
Jules Ferry had uitgedacht tegen de
geestelijke congregatiën.
De heer Ribot werd in 1881, 1885
en 1889 herkozen en nam steeds ijverig
deel aan de werkzaamheden van het
wetgevend lichaam. Als lid van com-
missiën en als spreker gaf hij zijne
adviezen in alle belangrijke aangelegen
heden. Ribot was rapporteur van het
wetsontwerp, waarbij de benoeming van
maires en adjuncten aan de gemeente
raden wordt opgedragen en tevens alge
meen rapporteur der begrooting van
1883. Bij die gelegenheid gaf hij
blijken van groote belangstelling in
moeielijke vraagstukken, veel goeden
wil om ze op te lossen en eene zeld
zame vaardigheid in het omspringen met
cijfers. Ribot zou ongetwijfeld den heer
Rouvier hebben opgevolgd, maar, nu hij
eenmaal met vrucht werkzaam was ge
weest als minister van buitenlandsche
zaken, gaf hij de voorkeur aan het be
sturen der binnenlandsche zaken, om de
algemeene verkiezingen voor te bereiden,
die waarschijnlijk onder zijn ministerie
zullen plaats hebben.
In de politiek is de heer Ribot een
doctrinair, die langzaam tot de vrijheid
is gekomen. Hij heeft zichzelven een regel
gesteld, waarvan hij nooit is afgeweken:
in alles en altijd de rechte lijn te volgen.
Terwijl liij vroeger verdacht werd van
al te groote gematigdheid, heeft Ribot
nu het volle vertrouwen weten te vero
veren van de republikeinsche partij. Drie
jaar geleden weigerde hij met den heer
Léon Say een afgescheiden groep te vor
men, die voor de linkerzijde zou geweest
zijn wat de fractie Piou voor de rechter
zijde tracht te wezen. Door te weigeren
zich af .te scheiden van het groote leger
om een achterhoede te vormen, is de
heer Ribot, toen zijn uur geslagen was,
regelrecht opgeklommen tot het hooge
ambt, dat zijn eerzucht hem voorspiegelde.
Nu reeds is de heer Ribot zoo dicht bij
den presidentszetel gekomen, dat hij zeker
wel in aanmerking zal komen, indien de
heer Carnot mocht aftreden.
In den dagelijkschen omgang is de heer
Ribot een minzaam mensch, met een vlug
en fijn verstand, een aangenaam prater,
die evenals alle goede redenaars, niets
meer zegt dan hetgeen hij wil zeggen.
Het is misschien niet van belang ont
bloot er aan te herinneren, dat tijdens
leden, partij vrienden en klassegenooten zelf had het goede voor, doch het was aanstaande algemeene verkiezingen tege-I '}e erbanning der prinsen, leden van de
hii Jn drie ondernemen betrok-, te laat om den stroom nog te keeren.Inriet zien. dynastieën, die over frankrijk geregeerd
bij een dezer drie ondernemingen betrok- j
nog
i moet zien.