Uit en voor de Pers.
Gemengd Nieuws.
i"
Verder bericht men, dat het kanaal bij
V eisen omstreeks 10 meter diep is
De lijken der ongelnkkigen zijn nog
niet gevonden.
De brug is gesloten, dus geen onpont-
houd voor de treinen, maar voor het oogen-
18 de vaart op het Noordieekanaal
gestremd.
Maartregelen werden genomen om de
locomotief gisteren te lichten.
Het naar zee bestemde Engelsch stoom-
scnip Lord Eslington, voor de brug lig
gende, kan niet passeeren.
Gisteren is men den geheelen da? ijverig i
bezig geweest met het lichten van de
locomotief. Na ontzettend veel moeite kwam
s avonds om 6 uur 35 tot vreugde van
allen de bulferbalk al boven en langzaam
werd de kap zichtbaar, en een lantaarn
ijzer.
Toen werd het werk gestaakt, want,
daar de machine blijkbaar bij het rijzen
op der. kant was gekomen, vereischte het
in donker te veel tijd om haar op den
schuit te hijsehen, die haar moet brengen
voor de groote kraan, aan de Handelskade
te Amsterdam.
Een der buffers bleek gebroken. De
lengte der tenderlocomolief bedraagt 6
meter 50zij weegt onbelast 17 tonnen.
Zij, die in spanning van 's morgens tot
's avonds hadden staan wachten, om iets
naders te vernemen omtrent hen die bij
het ongeluk waren omgekomen, konden weer
onvoldaan huiswaarts keeren.
't Treurigst was dit voor de ongelukkige
brnid van De Nijs, die de volgende week met
den rangeerder in 't huwelijk hoopte te
treden.
In Haarlem wachtten de vader en
de znster van den jongen Ooster
man, uit Den Bosch overgekomen, de tij
ding af, dat het lijk van den jongeling zou
zijn gevonden, ongetroost gingen zij den
nacht in.
De werklieden verlieten de bokkeD, om
hedenochtend te 6 uur den arbeid (e her
vatten.
Thans vreest men, dat de lijken door
de strooming naar zee zijn gedreven. Van
daag zou het kanaal bij IJmuiden worden
gedregd.
Vooreen paar dagen streek
uit een groote vlucht wilde zwanen een
vermoeide neder op het land van den heer
H. onder BARSINGERHORN. Het dier
werd zonder veel moeite gevangen en ge
kortwiekt en in de sloten om de boerderij
vrij gelaten, waar de schoone vogel zich
blijkbaar best in kan voegen.
Bij den landman J. de Goede
te OPMEER is besmettelijk mond- en
klauwzeer uitgebroken.
De advocaat Troelstra, uit
LEEUWARDEN, die Dinsdagavond te Ap
pelscha optrad als spreker, ontving na de
vergadering de aanzegging dat hij was ge
verbaliseerd wegens beleediging van het
openbaar gezag.
Te YLAARDINGEN heerscht onder
de paarden in buitengewonen graad de in
fluenza. Enkele zijn daaraan reeds gestorver.
N a b ij BOXTEL is gisteren op
den spoortrein geschoten. De kogel kwam
terecht in een compartiment, waarin de
ood-burgemeester van Eindhoven en oud
lid der Eerste Kaïner de heer Smits van
Oven gezeten was. Gelukkig werd niemand
getroffen.
Ontzettend dom b ij geloof.
Een gegoed ingezetene uit de gemeente
BORGER heeft een kind, dat door een
ongelukkig toeval een breuk kreeg. Dade
lijk riep men de hulp vau een geneesheer
in, ja meer dan één maar daar het kind
niet dadelijk genas, vertrouwde men de
geleerden niet. Een beter middel werd bij
de hand genomen een middel, dat uiet
faalde. Te Ide, gemeente Vries, immers
woont een vrouw, die breuken kar: ge
nezen op zoo'n eenvoudige manier, dat
alle heeren doktoren er bij in het uiet
zinken.
Daar moest men heen!
Wel was 't een lange en moaielijke reis,
maar wat doet dat er toe?
't Kind kon daar genezing vinden en
wat doen dan bedroefde ouders al niet
De tocht wordt aanvaard en men komt
ter plaatse; men vindt de vrouw en dade
lijk is zij genegen het kind te helpen.
Zij geeft den vader van het kind een....
spijker, dien hij in een door haar aange
wezen boom moet slaan en 't kind
kan zeker van de genezing zijn. Vol moed
wordt de terugtocht ondernomen en het
vertrouwen op den goeden afloop doet alle
doctoren buiten hunne woning houden.
Ide s vrouw weet 't alleen
Te Ide moeten drie boomen staan, wier
stammen doorgenageld zijn van breuk-
spijkers; is men dubbel gebroken, dan
slaat men twee spijkers en de zaak is
in orde
Onderde Friesche veehou
ders circuleert een adres aan Gedeputeer
de Staten, houdende verzoek om, nu
het mond- en klauwzeer in Friesland niet
meer voorkomt, den invoer van vee uit
andere provinciën te verbieden, in elk
geval den invoer van Ncordhollandsche koe
kalveren te beletten.
Voor enkele dagen keerde
W. Veld te WILLEMSOORD met vree-
selijke kiespijn huiswaarts. Hij ging mtt
een spijker en een lucifersstokje in het tand-
vleesch peuteren met het gevolg, dat kor
ten tijd daarna hoofd en mond hevig op
zwollen en onuitstaanbare pijn veroorzaak-
ten.
Dr. Koster uit Steenwijk ter hulp ge
roepen, stelde, na onderzoek, bloedvergifti
ging vast, en kon niet verhinderen, dat de
man den volgenden dag onder vreeselijke
pijnen overleed.
—-Een aantal onderwijzrs in
Friesland, allen overtuigd van het groote
gevaar dat het gebruik van sterken drank
met zich sleept, voor de individuen niet
minder dan voor het geheele volk, hebben
zich vereenigd tot eene Friesche Onder
wijzers-propaganda-clnb. Het hoofldoel der
club is: het propigeeren van de onthou
dingsbeginselen onder den onderwijzers-stand
en het aantal drankbestrijders te vermeer
deren uit de rijen der onderwijzers, daar
deze een machtigen invloed ten goede
kunnen uitoefenen.
De heer F. M. Schmidt te Stiens, door
wiens bemoeiingen deze club in het leven
werd geroepen, belast zich voorloopig met
de correspondentie.
De Spectator geeft
eeD aardige plaat over de voorbarigheid
waarmee de eerste Kamer op de Kieswet-
ontwerpen is aangevallen. Wij ziju io de
keuken van staat. De ketel, waarin de
kieswet is besloten, hangt over '1 vuur en
terwijl de jonge keukenprinses, de Tweede
Kamer, zich gereed inaakt haar van 't vnur
te tillen, grijpt ook de oudere, de Eerste
Kamer, er naar.
De opperkok, minister Tak van Poort
vliet, roept laatstgenoemde waarschuwend
toe Wacht je tijd afzoo braüdt gij de
vingers
Vermogensbelasting. Do or
tnsschenkomst van de commissarisseu der
Koningin heeft de minister van financien
in verband met de bepalingen der wet op
de vermogensbelasting, aan de burgemees
ters verzocht om tot de naleving vau som
mige artikelen dier wet hunne medewerking
te willen verleenen.
Nieuwe ï'artyg'roepee-
rins-
Zelfs op „onomstootelijke stellingen"
gegrondveste politieke partijen, wijzigen
zich naar den geest der tijden.
De Aanwijzer, die er op wijst, hoe de
anti-revolutionaire partij aan
beide vleugels den godsdienst buiten de
politiek gaat plaatsen en in praktijk aldus
de scheiding van Kerk en staat betracht,
maakt te dien opzichte de volgende op
merking
„Bij de mannen van hooge positie is het
thans kiezen of deelen geworden. Wie
nog blijven hopen dat de oude coalitie
bestendigd zal blijven, nemen tegenover
Tak's kieswet een sympathieke houding
aan mar het andere deel dier club wordt
al meer en meer onaandoenlijk voor de
kieswetuitbreidingvan aristocraten is het
begrijpelijk dat ze de democratie onge
negen zijn, al is het ook christelijke de
mocratie.
„En aan de andere zijde zien we dezer
dagen het opmerkelijk verschijnsel dat
op meer dan één plaats in de provincie
Friesland aansluiting word bewerkstelligd
tusschen de volkspartij en Patrimonium,
onlangs zagen we deze twee partijen ver
eenigd optreden te Rinsumageestthans
lezen we dat te Achlum besloten is de
handen ineen te slaan in de overweging
dat de kerkelijke zaken bij het maatschap
pelijk vraagstuk geheel buiten spel kun
nen blijven. Bij de liberale partij zullen
we wel spoedig hetzelfde algemeen zien
worden, vooral wanneer het ontwerpTak
verworpen wordt en het Kabinet tot Ka
mer-ontbinding overgaat. Voor wie niet
blind is voor de dingen van den dag
moet het duidelijk zijn, dat de politieke
stroom thans in bijzondere omstandigheden
verkeerthet groote blok dat in den stroom
gewenteld, dien vloed belemmert, is oor
zaak, dat de partijen hebben te kiezen
of ze naar links of naar rechts den boeg
zullen wenden om op dat gevaarte niet
te pletter te stooten.
„Wat we reeds vroeger voorspelden,
moet zich eerlang bewaarheden er moet
een nieuwe partijgroepeering komen en
wel in twee fractiesdie der demo
cratie en der plutocratie.
Beperking van staats
bnr-gerlijk;e vrijheid? In
een vorig nummer deelden wij onzen
lezers mede, hoe door het „Schooltoe
zicht" in het district Leeuwarden, per
circulare den onderwijzers er op was ge-
j wezen, dat zij die middellijk of onmid
dellijk steun verleenen aan eenige partij,
wier doel is omverwerping der bestaande
orde gelijk nu op het te Zwolle den 25
en 26 Dec. jl, gehouden socialistisch
Congres is gebleken „zich schuldig
maken aan eigenlijke plichtverzaking en
zich herhaald bloot stellen aan het ge
vaar, uit hunne betrekking te worden
ontslagen.
Menigeen, die dit las, zal in het eerste
oogenblik zich wellicht hebben afgevraagd
of dat „Schooltoezicht" zich niet ging
schuldig maken aan het beperken der
staatsburgerlijke vrijheid, toen het aan
het slot zijner circulaire er nog aan toe
voegde
„Zoodra daartoe termen zijn, zal eene
voordracht van onze zijde ingevolge ait.
29. litt. b. en c. en art. 31 der wet op
het lager onderwijs niet uitblijven."
De Friesche Courant, geeft dienaan
gaande de volgende beschouwing
„Ja, onze wetgeving op de drukpers,
het recht van vergaderen en de vrijheid
van het woord is zoo vrijgevig, als men
slechts in weinige landen zal aantreffen.
Ieder mag zeggen en schrijven be
houdens zijne verantwoordelijkheid voor
de wet wat hem in den mond komt
of uit de pen vloeit.
Maar dat het schooltoezicht niet
langer wil toestaan, na aanneming der
bekende motie te Zwolle op het socia
listisch congres, dat ambtenaren openlijk
verklaren, dat ze mede zullen werken
aan de omverwerping der bestaande orde
met alle haar ten dienste staande mid
delen, geoorloofde en ongeoorloofde
dat is niets anders dan de uitoefening
van een plicht, haar gebiedend in 't be
lang van de algemeene rust en veiligheid
voorgeschreven
„Ze treedt nu nog waarschuwend op,
en dat is nu meenigeen in de mee
ning verkeert, dat hij volkomen in zijn
recht is, wanneer hij de regeering be
stookt zeer humaan.
„Ieder onderwijzer weet nu, waaraan
hij zich te houden heeft. Gaat hij door,
zich openlijk tegen de bestaande maat
schappelijke orde en de regeering te ver
klaren hij beloopt de kans van ont
slagen te worden.
„Ieder ambtenaar in hoogeren en lageren
rang, zei de heer van Weideren Rengers
in de Eerste Kamer, moet medewerken
tot den goeden gang van het Staatsbe
stuur, tot handhaving van de maatschap
pelijke instellingen ook buiten amb
telijken kring. Volkomen vrijheid kan
voor ambtenaren niet worden geduld als
voor ambteloozen- Zeker allerminst voor
lagere onderwijzers. Een onderwijzer kan
niet in de scljool het Wien Neerlands
bloed" aanheffen „voor vaderland en vorst,"
en buiten de school de ouders en ver
wanten v»n leerlingen aansporen, dyna
miet aan^e wenden tegen de vorsten.
Geen inquisitoriale dwang wordt beoogd,
maar men mag vergen, dat de opvoeders
der jeugd werkzaam zijn in hun kring
tot bevestiging van het algemeen welzijn
en de maatschappelijke orde.
„Zooishet. Wie daaraan niet kan of
wensclit te voldoen, liij vrage ontslag en
kieze een anderen werkkring, waarin hij
vrij is om zijne politieke opinie in 't
openbare te verkondigen, maar blijve
niet het loon van den staat trekken,
waarvan hij openlijk verklaart een vijand
te zijn.
„Verbeeld u een bediende, die zoo nu
en dan eens voor het huis van zijn pa
troon ging staan, in vergaderingen en
in geschrifte verkondigde aan ieder die
het wilde hooren, dat zijn patroon zijn
zaken maar slecht had ingericht, dat hjj
hen zou bestrijden en zoo noodig, door
middelen van geweld noodzaken anders
te handelen.
Wij gelooven niet, dat de patroon hem
zou waarschuwen en zeggen schei toch
uit met mij zulke zaken ten laste te
leggen, want ga je zoo door dan wordt
het gevolg er van, dat ik je uit mijn
dienst ontsla.
Hij zou hem uit zijn dienst ontslaan,
met de boodschap dat je mij bestrijdt,
dat is jou zaak, maar dat ik je niet in
mijn dienst wil hebben, dat is mijn zaak
Je kunt dus vertrekken, hier is je loon
Nu ben je volkomen vrij
De Kamer-Correspond. van het Hand.
schrijft er 't volgende over:
„De vraag is of het in het belang der
maatschappelijke orde voldoende is, dat
de onderwijzer aan die orde geen schade
toebrengt, en niet veeleer van den onder
wijzer positieve medewerking in het belang
der maatschappelijke en staatkundige
instellingen mag gevorderd worden. De
opleiding o. a. tot maatschappelijke deug
den behoort tot de taak der onderwijzers
en daartoe zal toch wel behooren de
eerbied voor eens anders goed, gehecht
heid aan de vaderlaudsche instellingen.
Bestaat er niet gegronde vrees, dat veel
meer onderwijzers in dit opzicht te kort
schieten dan het schooltoezicht door de
constateering van welbewezen feiten van
inbruik op de maatschappelijke orde aan
het licht kan brengen De regeering
dient deze quaestie, welke inderdaad
niet zoo gemakkelijk is op te lossen,
met ernst onder de oogen te zien. Zij
raakt de opleiding, de aanstelling en de
bezoldiging der onderwijzers. Er is in
deze dingen op karaktereigenschappen te
letten, die moeielijker zijn te constatee-
ren dan het bezit van eenige kundighe
den meer of minder."
Hendrik Ibsen, met een goed gevolde
beurs (hij had 2000 kronen met dit zaakje
verdiend; naar Bergen terugkeerde.
Een vijftienjarge knaap i s j
dezer dsgen door twee vossen aangevallen
in d n omtrek van Esselingen (Zwitserseh
kanton Zürich). Dj vossen a!eept-n hem
vierhonderd meter ver mee en brachten
hem, in z:jn worsteling om van hen af
ie komen, vijf-en-dertig wonden toe.
De uitgehongerde dieren hadden hem stuk
ken vleesch ter grootte van een ei uit het
lich-.am gebeten en slechts met moeite
kon da sterke jongen door vuistslagen ver- I
hinderen dat de beesten hem in 't gezicht
kwetsuren toebrachten. De knaap werd
door zijn vader, die met zijn geweer de
vossen op de vlucht jieg, op 't laatste
oogenblik gered.
Tan de bijgekomen vereemgingen
wera
De Se di ai o e médicale
deelt mede, dat er eerstdaags eene interna
tionale conferentie zal gehouden worden
Ier bespreking der maatregelen, tot bestrij
ding der cholera te nemen, en tot op
richting van een internationaal sanitair
bureau voor informatie.
De directeur van den
schouwburg te Stavanger ontving dezer
dagen het volgende schrijven:
»Ik huur uwe zaal morgen. Laat in alle
dagbladëD plaatsen Lezing over de moderne
vrouw. Toegansprijs 2 kronen. Hendrik
Ibsen.'"
Met buitengewone vreugde voldeed de
directeur aan deze opdracht. Daar verscheen
Hendrik Ibsen. Het was evenwel niet de
beroemde schrijver van dien naam, maar
een handelsreiziger uit Bergen, die ook
Hendrik Ibsen heette.
Groot wss de verbazirg en teleurstelling
van het publiek. Het protesteerde en vroeg
zijn geld teiug, maar de directeur zeide,
dat bij er riets aan doen ken. Hel slot
der geschiedenis was, dat de handelsreiziger
Het bankbiljet. Gisteren-
avond heb ik voor onze kiesrereeniging ge
sproken; men wil mij candidatt stellen
voor den gemeenteraad en nu heb ik op
de vergadering mijn program uiteengezet.
Toen ik nu van de vergadering huiswaarts
keerde en in mijn eentje over mijn speech
en de debatten liep na te denken, kwam
mij iemand achterop. „Hei, Mijnheer! Een
oog nblikje, als 't u belieft!" werd er ge
roepen. Ik bleef staan, Mijnheer zoudt u
mij niet aan een paar rijksdaalders willen
helpen?" vroeg de man, toen hij mij ge
naderd was. „Een paar rijksdaalders en
waarvoor?'"' vroeg ik.
Hij beantwoordde mijn vraag niet, maar
ging voort: Heeft u ze?"
„Wel, natunrlijk ja!" zei ik.
„Na, dan moet n ze mij geven, dan
moet u mij helpen, zooals ik u eenmaal
geholpen heb."
„Kerel hoe maak je het?" riep ik uit.
Had ik dat vandaag durven denken, dat
ik mijn redder, mijn weldoener terug zou
zien. Ga mee naar mijn huis en logeer
van nacht bij ons. Je zult mijn vrouw en
dochter welkom wezen. Wat hebben wij
vaak over je gesproken! Kom, haasten wij
ons."
De man vroeg nog eens om een paar
rijksdaalders, maakte tegenwerpingen, maar
ik wist hem te bepraten en een kwartier
daarna waren we thuis en sprak ik verheugd
bij het binnentreden, Vrouwlief, daar is
de man van het bankbiljet. Maak gauw
de logeerkamer in orde, Betsie."
Mijne vrouw sloeg de handen verbaasd
ineen, dribbelde naar de keuken en zette
den man spoedig een glas melk en een
paar boterhammen voor. Ik ging naar den
kelder en haalde een flesch van het jaar
'54. Weldra zateu wij gezellig bij elkan
der. „Ja," begon ik, »dat bankbiljet is
mijn opkomst geweest. Toen ik het van u
kreeg, was ik zoo arm als Job en nu
hier zijn ze (ik legde mijn beurs op tafel)
en ik wordt nog raadslid ook.Dat bank
biljet, nooit zal ik het vergeten, neen ze
zullen mij er mee begraven."
fis hel dan nog in uw bezit?" vroeg
hiJ-
„Welzeker," zei ik. ,/Niet waar, vrouw,
't is veilig bewaard, hè? Niemand zou
het ooit kunnen vinden, ha, ha! Mijne
vrouw heeft het in haar corset ge
naaid."
De fleseh was leeg en wij gingen naar
bed. Ik heb slecht geslapenwant de
kiezers, de gemeenteraad, mijn weldoener,
een oaar rijksdaalders, het bankbiljet, ze
woelden in mijn hoofd om en hielden den
sLap van mij.
Vanmorgen aan het ontbijt nam ik mijn
gast eens op en zag, dat hij er schraaltjes
instak. Ik heb hem daarom onder vier oo
gen genomen hij was niet meer de man
van vroeger.
Omdat ik hem veel, neen, alles verschul
digd ben, heb ik een pak kleeren uit de
kast gehaald en hem bij het afscheid vijf
briefjts van honderd in de hand gestopt.
Ik heb een kar besteld en hem naar het
naaste station laten rijden.
Eu daar komt me een oogenblik
later mijn buurman.
//V at had jij deftig bezoek van morgen,"
zegt hij.
Ik zeg, „buurman, ik weet, dat je zwij
gen kunt. Luister. Tien jaar geleden was
ik doodarm. Daar ontmoette ik op zekeren
dag dien man. Hij was net gekleed en
deed zich voor als een man van de wereld.
Wij maakten kennis en uit medelijden stel-
hij mij een bankbiljet vau honderdgulden
ter had. Opgetogen van vreugde giug ik
naar huis. Onderweg kwam ik in een her
berg, waar eene verkooping werd gehouden.
Tuk op winst, hield ik mijn briefje
gereed en wachtte op een gunstig koopje.
Daar werd een piano geveild, ik bood
en werd kooper voor zestig gulden.
Nog had ik het ding niet betaald of er
kwam een dame die naar de piano vroeg
en toen zij hoorde dat die al verkocht was
kwam zij bij mij en bood mij terstond 25
gld. winst. Ik deed het en zoo is mijn
fortuin begonnen. Ik heb eerst in't klein,
later in het groot gespeculeerd en ben nu
een gezeten man.En dat dank ik aandat bank
biljet of liever aan dien man. Nu heb ik
hem ontmoet en hem het bil
jet met rente terugbetaald."
„En je bent er aardig ingeloopen, "zei
buurman. Toen werd ik nijdig, matr buur
man herhaalde doodbedaard, „er aardig in-
geloopen "eu vroeg» was dat biljet wel echt?"
Mijne vrouw gin? even de kamer uit en
kwam een oogenblik later terug met het
biljet. Buurman schaterde van lachen, toen
bij het bekeken had. „Lees", riep hij, „daar
staat het, honlerd sigaren!" En waarliik het
ding was valsch. Eerst was ik woédend,
aar 1; ter heb ik er hard om gelachen; want
in elk geval h< bik met dat papiertje mijn
tor tuin gemaakt. En dat wij het bedrog
niet eerder ontdekt hebben is niet vreemd;
want ik had hei terstond bij mijn thuiskomst
aan mijne vrouw in bewaring gegeven.
„Maar ken je dien vent dan, "buurman,"
vroeg ik. „Ofik hem ken? Je kunt op geen
markt komen of hij is present en van zijne
streken zou ik je staaltjes knnnen vertellen.
Maar het wordt melktijd, tot straks."
Buurman ging en ik riep uit: „Vrouw,
dat moet in de kraDt!''
Een vermakelijk geval
deel zich een paar dagen geleden te Parijs
voor.
Een zekere J., deurwaarder, trad des
morgens om half negen bij den heer B. iu
de rue Rivoli binnen en stelde hem zijne
beteekening ter hand. De wet eischt,
dat alle stukken door den deurwaarder
zeiven afgegeven worden.
Zijt gij de deurwaarder J.P
Zeker, meneer.
In dat geval verzoek ik u mij dit
even te willen bewijzen.
Mijn verzekering moet u voldoende
zijn.
Uw verzekering.. ieder deurwaar
dersklerk vertelt hetzelfde praatje. Bewijs
mij door een of ander stuk, dat gij de deur
waarder J. zijt, anders verlaat gij dit huis
niet.
En de daad bij het woord voegende, sloot
de heer B. de deur van zijn kantoor en
ging in een daarnaast gelegen vertrek.
Nadat er een nar verloopen was, slaag
de de deurwaarder, die opgehouden had
met alle macht op de deuren en muren te
trommelen, er in op een tafel te klimmeD,
waardoor het mogelijk werd door een raam
hulp te roepen. Het du arde niet lang of
er stond een troepje menschen voor het
huis. Toen J. een brievenbesteller zag, die
ook eens kwam kijken, riep hij hem toe:
Zeg eens besteller, help me, ik zit
hier opgesloten, ol ga den commissaris vau
politie even waarschuwen.
Sommigen lachten om het geval, ande
ren kozen partij voor den deurwaarder. Ue
heer B. echter wist de menigten lot beda
ring te brengen, toen hij de grap vertelde.
Eindelijk kwam de politie, die den deur
waarder de vrijheid hergaf. Deze is van
plan Jen héér B. te vervolgen.
De laster en de slang
(Een fabel). Eens, bij gelegenheid van
een feestelijkeu optocht in den hel, wilden
de laster en de slang beiden den voorrang
hebben tengevolge waarvan zich een hevig
krakeel ontspon over de vraag, wie eigen
lijk de meeste was.
Nn geldt, zooals men weet, daar ter plaatse
als het voornaamste de vraag, wie aan zijn
medeschepselen het meeste kwaad berok
kenen kan. Da laster beriep zich hiertoe met
allen nadruk op zijn tong. Daartegenover
echter verhiel de slang zich op haar angel
en siste dat zij niet van plan was achteruit
zetting te verduren; reeds haastte zij zich
naar voren te kruipen.
Zoo had dan toch de laster het verloren.
Satan evenwel, met deze uitkomst niet
tevreden, koos partij voor laster en wees
de slang terug.
cOlschoon", dus liet hij zich tot deze
laatste hooren; „ofschoon uw verdiensten
waardeerend, moet ik naar recht en billijk
heid toch aan eeu ander den voorrang toe
kennen. Ongetwijfeld zijt gij zeer giftig en
uiterst gevaarlijk voor al wat in uw Eabij-
bijheid komt. Noodlottig is uw steek en
geen kleine lof voorzeker! reeds
zónder reden steekt ge dikwijls. Doch wat
gij in tegenstelling met den laster niet ver
moogt? Gij kunt niet ook op een afstand
wonden. Maar dit vermag zijn doodelijke
tong wel. Daaraan fs zelfs geen ontkomen.
Duidelijk derhalve is, dat in gevaarlijkheid
de laster het van u wint. Maak voor hem
dus plaats".
Sedert staan in de hel lasteraars hooger
aangeschreven dan slangen. P. v. d- V.
Nieuw Lei en.
Een roman uit het leven.
Een buitengewone rechtszaak, die een
der belangrijkste causes célèbres van het
jaar belooft te worden is nu aanhangig
voor de rechtbank te Morbiham in Bretagne.
Mevrouw Berthe Croman wordt beschul
digd van poging tot moord op haar echt
genoot, Octave Crouan, tegen wien zij
een proces wegens echtscheiding voert.
Het vermoeden der misdaad berust op
een verklaring van eenige werklieden uit
Loricnt (dep. Morbiham), die in het bezit
werden gevonden van eene groote som gelds,
welke huo was gegeven voor het vermoor
den van der. heer Crouan. De misdaad
moest zoo worden uitgevoerd, dat men aan
een ongeluk zou denken.
Krachtens deze verklaringen werd een
bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd
tegen mevrouw Croman en haar kamernier
I Marie Cristen mevrouw Crouan was in-
tusschen naar Zwitserland gevlucht, doch
ten slotte niet langer alleen iu den vreemde
willende leven, stelde zij zich uit eigen
beweging in handen der politie.
Mevrouw Crouan is de dochter van een
zeer rijk aanuemer, den heer Brian, die
oorspronkelijk geen fortuin had. Hij huwde
echter eene vrouw, die hem vijftigduizend
francs ten huwelijk bracht, en metdit kapitaal
tje wist hij zjo voordeelig te werken, dat iu
1867 reeds zijn fortuin op zes-en—twintig
millioen werd eeschat. Als self made maa
had de heer Brian een sterke antipathie
tegen de mannen der wetenschap, genie
officieren en ingenieurs, voor wie hij vroe
ger als beginner den nek had moeten bui
gen. In ieder, die een uniform droeg, zag
hij een vermomden vijand.
Nu wilde het ongeluk, dat zijn dochter,
die den onbuigzamen wil van haren vader
hid geërfd, verliefd werd op een officier,
een vriend uit hare kinderjaren. De oude