v Donderdag IS Februari 1S93. 37ste Jaargang No. 2700. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAOEW, Laan, D, 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ets Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De heer Treub zal op 2 Maart te ENKHUIZEN eene politieke re de houden. Roman van F. DU BOISGOBEY. O "Ï'AS4 ii Nienws- Aimtsntifi- k LaiüiiTlIa De inhoud van No. 8 van ons Geïllustreerd Zondagsblad is als volgt: De wil te cokarde, met illustratie De Baschi—Bezoeks, met illustratie. Zware en lichte wijnen. Kunstenmakers in vroeger tijd. Nancicbel, ren geïllustreerd verhaal naar hetEngelsch vanWilüam Black, VI, met 2 illustraties. Van zijn stand punt, met illustratie. De eerste reis, met illustratie. Een en auder over den Parijschen beul, slot. Anecdoten-proeve No. 5. De geitenhoeder van Granada, met illustratie. Een natuurlijke baro meter. Hoe oud suiker al is. Het biljart in zijn ontwikkeling. Een athleet uit de oudheid. Blücher als „Maarschalk Voor waarts.* Puzzle. Scherp en vleiend tegelijk. Plora in de Fabriek. Hoe men zijn lielde verklaart. Anecdoten. Een grafschrift, mei illustratie. Nieu we prijsraadsels. Op liet bureau van den heer Willemsen, met 2 illustraties. Schaakrubriek. Mededeelingen. Binnenlandsch Nieuws. Door den heer J. Zijp, lid der 2e Kamer, zal te WIER1NGERWAARD op 3 Maart a. s. eene politieke lezing wor den gehouden. Men Schrijft ons van OUDKARSPEL: Gisteren Vrijdagavond werd ten huize van den heer G. Sloiemaker te Oudkaispel, door het alhier gevestigde Zangkoor U0rpheusu eene uitvoering gegeven. Uit het programma bleek, dat een ieder bijkans werd uitgenoodigd dit met hunne tegenwoordigheid te vereeren. De Kollbaan van Slotemaker die voor dergelijke gelegenheden zoo geschikt is, was niet door die personen vertegenwoor digd als men wel gewenscht had wellicht is dit aan het slechte weder toe te schrijven. Ieder onzer die meermalen die bijeen komsten heeft bijgewoond, zal het eens ziju, dat het zangkoor zich weder flink van haren taak heeft gekweten. Om uit te weiden over ieder stuk valt moeielijk, maar dit is zeker, dat de oude liederen zooals „Hollands Glorie" met FEUILLETON. PMÜLÖÜJE. XVI. Toen Crambard den hotelhouder dreigde met de politie te zullen roepen, indien bij niet toegaDg tot den kelder gaf, verbleekte Viroulas toch. Wanneer de politie er bij te pas kwam, dan nam men hem zeker gevan gen, want Martin-Querre zou niet nalaten, hem te beschuldigen van eeu aanslag tegen zijn leven. De commissaris van politie zou dan ontboden wordeu, men zou de kelders doorzoeken en misschien ook datgene ont dekken, wat hij tot heden zoo zorgvuldig bad verborgeD gehouden. Dau kon bij van nacht in^de gevangenis der prefectuur slapen eu morgén naar Mazas wandelen, tot men hem na veiling van bet vonnis de cel in de gevangenis Roquette aanwees, in welke tot heden de onschuldig veroordeelde Jobn Namelees op den dood wachtte. „Ik waag het niet,* zeide Viroulas, zich verontschuldigende, „want wanDeer ik de deur open, dan zal de kerel mij te lijf willen." .Wees onbezorgd," antwoordde Crambard. ,lk zal den eersten aanval wel pareeren en den jongen tot kalmte brengen, wanneer hij niet toegeeft. Dan zal hij bekennen, wat hij eigenlijk ia en wat hij voorheeft." .Dat is toch duidelijk genoeg. Hij kwam bier in buis, zonder mij te ODtdekkeo, daar ik bij de kelderdeur stoud. Blijkbaar wilde hij in bet geheim naar boven sluipen, om dan verder te kuncen spionueeien; maar toevallig stoDd bet valluik achter in den gang open, daar ik een vat wijn verwachtte, hetwelk Franjois bij mjjn leverancier in Bercy bad besteld, en toen is bij naar be neden getuimeld. Ik dacht eerst, dat bij dadelijk den nek gebroken bad doch nu beeft bij er toch blijkbaar bet levend afge bracht." ,Ik wil u iels zeggen," antwoordde Cram- baid, „bet blijft er bij: ik wil Urn zien en spreken. Wanneer hij zich niet kan zui veren var de verdenking, eeu polilie-spion e rijn, den laat ik hem aan u over. Gjj begeleiding van piano, door Mej. A. Eeceni waarlijk nienw blijven. Het programma gai ons het meeste nieuwe stukken aan; vooral trok de aandacht No. 5 van de 2e afd. „Nederlandsch Lied*, muziek van Nicolaï, niet alleen dat de zang keurig ten uitvoer gebracht werd, maar door de woorden: „O, Nederland, mijn Vaderland* en waarna al gedurig het„Orauje boven" voorkwam, ge raakt men onwillekeurig in enthousiasme, te meer ziende op den tegenwoordigen tijd. Daarop liet het zangkoor het lied „Vreed zaam,* muziek vau Dobbelsteen, hooren, waarin men werd toegeroepen „Op, broeders laat ons vreedzaam leven,* iets, dat aller aandacht moet hebben getrokken. „Ons Vaderland", op vier stemmen, klonk zeer lief. Het Ensemble heeft dezen avond den Directeur, den heer Fis, met zijne zangers eer aangedaan; te meer dair allen het hunne heb ben bijgedragen om het publiek een aan- genamen avond te verschaffen. Wij roepen hen toe, geef ons bij latere gelegenheid weder iets dergelijks te eten, want deez' perzik smaakt uaar meer. Men meldt uit OOSTWOUD Twee meisjes van 4 en 5 jaar, kindereu van den bakker C. P. alhier, lagen dezer dagen, terwijl de huisgenooten reeds waren opgestaan en aan den arbeid, wakker te bed. De een klaagde over koude voetjes. De ander zegt „dat zij haar zusje wel hel pen zal; zij zal een vuurtje aansteken." Een lucifer, spoedig gevonden, wordt bran dende in het bedstroo gestoken, en spoe dig brandt het vuurtje luchtig op. Zeer verblijdt over den goeden uitslag, verlaat de kleiDe vu uraan maakster nogmaals het bed en roept getuigen bij hare heldendaad. Geluk kig nog niet te laat, om den brand in zijn begin te stuiten. Maandagnamiddag hield de Afd. Noord- Holland van het Nederlandsch Paar den-Stamboek in bet hotel „Krasnapols- ky" te Amsterdam, eene algem. vergadering, onder presidum van den heer J. Brtelaart Kz. Aan de Opr. Haarl. Ct, ontleenen wij daarover het volgende verslag* Na voorlezing der notulen der voorgaan de vergadering, te Alkmaar gehouden, werd het verslag van den afgevaardigde ter al- gemeene vergadering der vereeniging op 4 Oct. 11. te Roterdam gehouden, voorgelezen Besloten werd, dat de leden der com missie van onderzoek der rekening en ver- kunt dao met hem doen, wat gij wilt dat gaat mij niets aan. Hebt gij niet een flink, sterk touw bij de hand De hotelhouder wees op een lijn, gebruikt voor het ophangen vau de wasch, welk touw nu op een stoel lag. Crambard nam bet op en zeide.Ziezoo, daarmede kan ik bet wel doen. Steek nu die lantaarn aan, en dan vooruit Viroulas durfde zich niet langer te ver- zetten, ook was bij nu overluigd, dat Cram bard bepaald aan zijne zijde stond, daar hij diens baat tegen alle politie-amblenaren kende. Hij deed dus, wat van hem verlaDgd werd, en sloot de kelderdeur open. Crambard ging nu op de bovenste trede staan en zeide toen: „Kom nu spoedig, om met de lantaarn eerst eens bij te lichten. Gjj ziet, er is niemand op de trap, de spion ligt nog op dezelfde plek, waar bij is neer gevallen en bij heeft zicb niet van de plek begeven. Des te gemakkeljjker zullen wij met bem klaar komen Ga eu met het licht vooraan, opdat ik zien kan." Viroulas gehoorzaamde en beiden daalden langzaam in den kelder af. Crambard bad intusschen met grocte vaardigheid uit de wascblijn een soort lasso gemaakt, dien bij, zcodra zij beneden waren aangekomen, den niets kwaads vermoedenden hotelbonier over het hoofd wierp en over de borst vast aan trok, zoodat de man zijn armen niet ge bruiken kon. De ruk was zoo bevig, dat Viroulas op den grond viel cd zijn lantaarn bem nit de hand viel, zonder dat deze even wel uitdoofde. De schilder bond nu deu waard ter dege vast. Hierna sneed bij een stuk lijn ai en bond daarmed) 's man voeten. Daaiop nam bij hem op en legde bem op den grond bij een groot vat neder. „Gij hebt mij verraden canaille," schreeuw de Viroulas. .Daarover zullen wij later wel eens met elkaar prateD," antwoordde de schilder, ter wijl bij de lantaarn nam, om Daar Carolles uit te zien. Hij vond dezen onder het val luik op een hoop zand liggen. Bezorgd snelde Crambard naar zijn bondgenoot, doch bet bleek, dat Hugo met zgn hulp toch nog kon opstaan. ,Ik heb na mijn val hier een tijd lang bewusteloos gelegen," zeide bij. .Zoodra ik weder tot mij zeiven kwam, begon ik om hulp te roepen, daar ik veronderstelde, dat antwoording 1892 door het bestuur zullen worden aangewezen. Het bestnor noodigde hierna uit, om in die commissie zitting te nemen, de heeren: P. D. Kaan te Wierin- gerd, O. Schaap te Winkel, C. Prins St. te Haarlem, die daarmee genoegen namen. Tot afgevaardigen ter algemeene verga dering der vereeniging werden benoemd de heeren: D. Schoente Purmerend; K. del Gourt van Krimpente Velsen en J. M. Eveleinte Haarlemmermeer, De eerstvolgende vergadering der afdee- ling zal te Schagen worden gehouden. De begrooting van de afdeeling voor 1893, sluitende in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f 924.68, werd goed gekeurd, alsmede de begrooting voor de aanbesteding van het provinciaal subsidie ad f 5000.De uitgaven van laatstge noemde begrooting werdt vastgesteld als volgt 6 subsidiën voor dekhengsten, minstens 3 jaren oud f 1500; 6 aanhoudingspremiën voor tweejarige hengsten f900; 6 aanhou- dingspremiëu oor éénjarige hengsten f 600 12 aanhoudingspremiën voor drie-en vier jarige merriën f 60014 aanhoudingspre miën voor vijf-en zesjarige merriër. f 1400. De voorzitter deelde mede dat ook nu wederom een gedeelte van de subsidiën en aanhoudingspremiën beschikbaar gesteld zullen worden voor de paardenfokkerijen op de eilanden: Texel, Terschelling en Wie- ringen. Onder die voorwaarde is het subsidie aangevraagd. Aangezien van het subsidie van verleden jaar nog ongeveer f 200.over is, meen de het bestuur dat f400.voor de eilan den beschikbaar gesteld zou kunnen worden. De heeren Pullman en Van Tuyll bestre den de opmerking van den heer Zijlmans, omdat wanneer daaraan gevolg werd gegeven, eenzijdigheid niet zou uitblijven. De heer C.prins Sz uit Haarlem was van meening dat de uitwerking der genoemde typen een druk op de fokkerij zou leggen, die uiet van het „Stam-Boek" mag uit gaan. De heer Zijlmans hield evenwel vol dat alleen bet „constant haar* voor premie in aanmerking moest komen. Ten slotte bleek evenwel dat de verga dering zich niet kon vereenigen met het uitsluiten van „miskleurigen" paarden van de bekrooning. Nog werd door de genoemde heer Zijl mans gewezen op de z. i. onbillijke bepa- gij intusschen wel terug zoudt zijn gekomen en mij zoudt zoeken. Kort daarna hoorde ik uw stem, wat mij een groote gerjstbeid gaf. Naar het schijnt, ben ik er roet een verstuikten voot en ecDige builen en schram men afgekomen." „Gij kunt waarlijk van geluk spreken, want zonder dien zandhoop zoudt gij, zij het juist niet uw nek dan toch waarschijn lijk beide beenen gebroken hebben. Nu, papa Yiroulas zal er voor bloeden I* „Was hij bet met wien gij zooeven hebt gesproken „Natuurlijk. Kom maar mede. Ik heb hem reeds ter dege gekneveld, zoodat hij hand noch voet roeren kan. Voor wjj naar bene den gingen, heb ik ten overvloede nog de buisdeur gesloten, zoudat wij niet gestoord zullen worden, daar hij den kellner Fran- pois zelf reeds had weggezonden." De waard bad intusschen vertwijfelde pogingen aangewend, om zich van zijn ban den te bevrijden. Met deu strik, welke zijn bovenlichaam omsnoerd heeft, was dat niet gelukt; wel echter had het koord, met hetwelk zijne voeten gebtDden waren, een weinig toegegeven. Hij had zich toen op den rug geworpen, en trachtte nu, de voeten tegen het vat steunende, een voet los te maken. Zjjne pogingen daarbij waren zoo geweldig geweest, dat het tot aan den rand gevulde kleine vat, meermalen wankelde. Bij deze schuddende beweging was een rond deksel naar beneden gevallen, rocdat een deel van den inhoud over den grond stioomde en Viroulas du in een grooten plas lag. De scherpe geur, welke zich door den kelder verspreidde, verried duidelijk genoeg, welken inhoud het vat bevatte. „Wilt gij een cognacbad nemen?" riep Crambard, toen zij bij hem kwamen, spot tend uit. „Nn zullen wij eerst eens met elkaar prakn. Dus, zonder omwegen, waar is het geld hetwelk gij den amerikaan hebt ontstoleD Viroulas antwoordde alleen met een heeschen kreet. Hij was vreeselijk om te zien bet schuim stond bem op den mond, en het gelaat was ontzettend verwrongen. „Gij wilt er niet mede voor den dag komen ging de schilder voort. „Nu, dat zal u niet veel baten, want :k ben er van oveitnigd, dat de scbat bier in den kelder ligt. Daar zullen wij hem wel spoedig vin den, maar ik wil eerst voor een betere ling dat alleen hengsten, in het buitenland geboren, voor de Rijkspremie in sanmer- komen en op het kunstmatig voorbrengen door „gemberen„ en andere kunstmidde len der paarden die aan concoursen deel nemen. Na uitvoerige gedachtenwisseling van het eerste punt gal de voorzitter als zijne meening te kennen, dat de uitsluiting van inlandsche hengsten vermoedelijk na een paar jaar door den minister opgeheven zal worden. Wat het tweede punt, htt kunstmatig voerbrengen betreft, sprak de vergadering de wenschelijkheid uit, dat kunstmatig opge zette paarden (door „gemberen" en „pepe ren" en door andere middelen) niet san de keuringen zullen mogen deelnemen. Na bespreking van nog enkele huishou delijke aangelegenheden ging de vergade ring niteen. In het jaar 1789, den 12 Maart, overleed te Broek in Waterland zekere Neeltje Pater, waarvan de overlevering zegt, dit ze landerijen en huizen, schepen en pikhuizen bezat en eene erfenis naliet van zeker wel 40 millioen. De uiterste wils beschikking der Broeker dame, die rijker was dan het bekende vrouwtje van Stavo ren, wees aan verscheiden personen niet te versmaden legaten aan, doch zij bevatte te vens de zonderlinge, en van het geduld der wettige erfgenamen wel wat al te veel vorderende bepaling, dat de nalatenschap 60 jear in hanlen van de executeuren zou blijven, waarna ieder het zijne kreeg. De 60 jaren waren om, doch Neeltjes schatten bleven in ballingschap, en nu, bijna eene eeuw na Neeltjes verscheiden, schijnen ze nog altijd het omzwerven niet moe, hoe dikwijls ook, zelfs door bekwame rechtsge leerden, werd beproefd, ze in den schoot der familie terug te doen keeren. Ruim veertien dagen geleden werden in een te Schoonhoven verschijnend blad de vermoe delijke erfgenamen van Neeltje Pater tot eene bijeenkomst te Stolwijk opgeroepen, en werkelijk had verleden Zaterdag die bij eenkomst plaats. Het gaf op het anders stille dorp eene ongewone drukte, want men zag er reeds vroeg in den morgen wel twintig vreemde rijtuigen en zeker wel tweehonderd personen, van dichtbij en van verre, door hetzelfde geloof in de rechtmatig heidvan hunne aanspraken,door dezelfde hoop op de zoolang verbeide schatten bijeenge bracht. Uit Gelderland, uit Noord-Holland, rerlichting zorgen," Hij had op een vat een pak vetkaarzen zien liggen en stak er twee brandend op ledige flesschen. De eene plaatste hij naast het vat, waarbij Viroulas lag, op den grond; de andere gaf hij Carolles in de hand, opdat deze hem zou bijlichten. „Zie zoo, nu zullen wij onze huiszoeking beginnen. Maar wat zie ik, gij bloedt ook in het gelaat „Dat kan slechts een onbeduidende schram zijn. Pijn voel ik alleen in mijD verstuikten voet." „Wij zullen straks dadelijk naar den arts rijden, maar eerst moeten wij hier het werk afmaken." De kelder was niet al te groot en bad alleen gediend tot bewaarplaats van spiritua liën en hout. Voor bet overige zag men nog een paar honderd ledige wjjuflesschen, ver scheidene ledige wijnvaten en dan nog het vat met cognac. De grond bestond nit harde leem en werd door Crambard goed nagezieD, zonder dat bij bet geringste te ken ootdekte, alsof er op eene plek kortelings gegraven was gewordeD. Evermin verrieden de muren eeoige plek, welke aan een geheime berg plaats kon doen denken. De schilder en zijn metgezel doorsnuffelden alle boeken, klopten herhaaldelijk tegen de muren, docb er was niets te ontdekken. Crambard doorwoelde zelfs den zandhoop, op welken de Carolles was gevallen, maar nergens vond bij eenig spoor. Carolles was door het niet slagen zijner poging zeer ter neder gedrukt en Crambard liep geducht te brommen. Er viel niet meer aan te twijfelen, dat zijn veronderstelling toch verkeerd moest zjjn geweest. Eensklaps riep de schilder nit: „Halt, wij hebben nog iets vergetenDe schuil plaats kan onder het cognacvat, in den grond zich bevinden. Help mij even het vat ver plaatsen. Wij mogen het Diet rollen, anders loopt het geheel leeg en dat zou jammer zijn." Hij bad intusschen den tot heden bedaard op den grond liggenden Viroulas niet uit het oog verloren en zeer goed opgemerkt, hoe bij deze woorden een angstig vertrekken zijner gelaatstrekken plaais greep een vrij zekere wenk, dat hij eindelijk op het juiste pad kwam. Het duurde nog al wat, voor het vat zoover ter zijde was geschoven, uit het hartje van FriesLnd zelfs waren ze komen opdagen! Een bijna vijftigjarig moe dertje wier wieg eenmaal stond op dezelfde gedenkwaardige plaats, waar thsns het graf van Neeltje Pater staat, doch nu te Edam woonachtig, was drie dagen onderweg ge weest om Stolwijk te bereiken, en ze had dien langen weg bijna geheel te voet afgelegd. Een ferme boterham en een warme kop koffie, haar edelmoedig door de anderen aangeboden, waren het van vermoeidheid bevende vrouwtje hoogst welkom en eens milde handreiking om per spoor naar hare woonplaats terug te kunnen keeren,werd onder woorden van dankbaarheid aanvaard! Behalve de heer A. de Vreugd, gemeente-ontvanger van Stolwijk, en zelf-belanghebbende, die de oproeping had geplaatst, waren ook twee rechtsgeleerden aanwezig, om de leiding der vergadering in handen te nemen, en de zaak in het rechte spoor te brengen. De tweede vergadering, des namiddags gehouden, was alleen toegankelijk voor hen, die door betaling van een kleine contribu tie recht hadden verkregen, meer in de ge heimen van de millioenen-erfenis te wor den ingewijd. Zij werd door 72 personen bezocht. Op deze vergadering kwamen verschillende op de nalatenschap betrekking hebbende stukken voor den dag o. a. twee testamenten van de erflaatster, verschillen de familiepapieren, enz. Ten slotte werd een commissie van zes personen benoemd, die de noodige stappen zal doan om, zoo mogelijk, de opnieuw opgewekte hoop van belanghebbenden in de zaak van Neeltje Pater te verwezenlijken. De Haarl. Ct., van die vergadering mel ding makende, voegt er bij „Niemand der opgekomenen kon zijne rechten bewijzen, en dat is ook niet te verwonderen, want de rechthebbenden be hoefden daar niet te komen, daar zij als zoodanig door het vonnis van de arron- dissement-rechtbauk te Haarlem, dd. 10 Frebruari 1891 en laatst 2 Juni 1892 door een vonnis van het gerechtshof te Amsterdam zijn erkend, op grond waarvan de verlangde stukken aan hen zijn uitge reikt. Een koloniaal, Dinsdagmiddag naar UTRECHT gekomen, om voor zijn vertrek naar Indië zijne familie nog eens te bezoe ken, ontmoette reeds dadelijk na aankomst alda»r eenige oude kennissen, die hem met zooveel hartelijkheid verwelkomden, dat hij er door getroffen werd en hen uitnoodu de hein met in een koffiehuis een hartversterking dat men deu groDd kon onderzoeken. Doch het gaf een nieuwe teleurstelling. De hotelhouder grijnsde en des te meer werd de schilder er van overtuigd, dat zij op bet rechte spoor geweest waren. „Ligt de schat er niet onder," meende hij nu, „dan kan hij er wel in verborgen zijn! Blijf met nw kaars weg," riep hij Carolles toe, toen deze met zijn kaars bij het vat wilde komen, „anders kunnen wij in bet volgende oogenblik in lichter laaie staan, wanneer het ding omvalt. Geef mij de lan taarn." Crambard vond van boven een lang, dun kettinkje bevestigd, aan welks andere einde een blikken maatje hing, om daarmede den cognac uit bet vat te kunnen scheppen, wanneer men tich niet van de kraan wilde bedienen. Opvallend was het, dat dit maatje niet buiten het vat hing, maar met den ket ting in den cognac was neergelaten, wat toch voor den smaak van den eognao zeer na- deeliog was. Crambard baalde bet kettinkje omhoog en slaakte in hetzelfde oogenblik een kreet van vreugdeaan het maatje hing nog met een don touw daaraan verbonden, een ronde blikken bus, gelijk de architepten gebruiken, om kleine plans daaiin te bewaren. Het deksel van de bas was zorgvuldig met ge wast linnen omwoeld en afgeslotenmaar men behoefde dit pakje niet te opeDen, want Viroulas riep bem nu toe„Gij hebt bet dns eindelijk gevonden! Nb, ik moet mij overgeven. Gij knnt mijn hoofd nn onder de guillotine brengen, tenzij gij er de voorkeur aan geeft, den mond te boaden en met mij te deelen." „Het geld zit in deze bus vroeg de schilder. „Natuurlijk anders zou ik u niet voor stellen, met mij te deelen. Gij beboett slechts bet tonw stuk te snijden en het linnen er af te balen, dan is de bas gemakkelijk te opauen." „Een prachtig idéé gij kunt n daarvoor wel een patent laten uitreiken," spotte Crambaid, terwijl bij zachtjes Carolles toe fluisterde: „Het ral het beste zijn, dat gij dat ding tot de komst van dtn commis saris van politie in het vat laat hangen." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1