Arbeiders sluit uw mond voor
dat vergift.
Ingezonden.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Sehagen.
Gemeente ZUpc.
Marktberichten
9
bestaan, van
meer boter,
eten, als ze
van den landnationalisator, den heer
Stoffel, die aangeeft dat er in Nederland
omtrent 800.000 gezinnen
welke minstens 700,000
kaas, vleesch enz. zouden
het betalen konden.
Stel nu eens dat die 700,000 gezinnen
f 1.per dag meer te verteren hadden,
dan zou dat over een geheel jaar ople
veren een bedrag van 210 millioen gul
den. Men berekent het totaal aan uitvoer
der genoemde producten voor Nederland
op 100 millioen er kon dus nog voor
110 millioen geproduceerd worden.
Uit het vorenbetoogde meent spr., kun
nen nu de hoorders zien, wat, als het alge
meen kiesrecht komt, de arbeiders
dan moeten doen.
1°. De grond moet aan de
gemeenschap. De voorraadschuur
der aarde mag niet zijn in handen van
enkelen. Zonder grond kan de mensch
niet leven. Ziet, hoe het is op het platte
land. Daar heeft de landheer de macht
in handen. Im de steden, moeten de
arbeiders wonen in krotten, omdat de
bouwgrond door speculanten zoo hoog in
waarde wordt gehouden.
In de maatschappij lieerscht gebrek
aan werk, terwijl uitgestrekte heidevelden
voor duizenden werk bevatten.
De grondeigenaars oefenen een ont
zaglijken invloed uit op de maatschap
pelijke verhoudingen, en dat is juist een
groot gevaar voor de andere menschen.
Een voorbeeld tot opheldering. De
hertogen van Sunderland (Gr. Brittanie)
bezitten uitgestrekte landstreken, waarop
ruim 15000 menschen werk vonden.
Eensklaps steeg op de wereldmarkt de
wol in waarde. Dat bracht de hertogen
op de gedachte om zich onledig te hou
den met de schapenteelt en op een
mooien dag werd den bewoners zijner
gronden aangezegd, dat zij de landerijen
moesten verlaten, want dat die gronden
van bestemming werden veranderd. De
menschen moesten dit bevel gehoorzamen
en de hertogen hielden er nu schapen
boerderijen op na, waarvoor slechts een
luttel aantal herders noodig waren.
01 zoo iets ooit in Nederland zou kun
nen gebeuren Stel eens, dal een million-
nair een deel van Nederland koopt. Ja,
zal men zeggen, maar daartegen zal de
bevolking dier streek in opstand komen.
"Wel, in dat geval zouden de soldaten
hen verdrijven.
In Schotland is het reeds voorgekomen
dat ettelijke streken vruchtbaren grond,
werden herschapen in jachtgronden, om
dat de heeren eigenaars zich het genoegen
wilde gunnen, beesten te kunnen dooden.
Daardoor kwam daar gebrek aan arbeids
veld voor de arbeiders.
De grond behoort aan allen
maar
niet alleen de grondook het kapitaal
ook de arbeidsmiddelen.
De individueele vrijheid, op welke
men thans roemt, is een wassen neus, zoo
lang de arbeiders niet het noodige
kapitaal heeft, om op dien grond te
werken. Een fabeltje is het, dat de
Sociaal-democratie alleen er op uit is
„den boel te verdeelen." Wij weten zeer
goed, dat het dan slechts een kwestie
van tijd zou zijn, want de invloeden van
zuinigheid en verkwisting, verlies en
diefstal, voor en tegenspoed, zouden
weder den toestand van ongelijkheid zeer
spoedig hebben doen terugkeeren.
't Is voldoende, dat grond en arbeids
middelen aan den staat en de gemeente
behooren. Dan eerst zal er wettelijke
gelijkheid zijn.
Meen niet, dat alleen de arbeiders
verbetering in hun lot begeeren. Och
neen, ook buiten de arbeiderskringen
voelt men den nood der tijden. Doch
zeker is het, dat de toestand der arbei
ders het ongunstigst is. De verbetering
der maatschappelijke toestanden moet
beginnen met de arbeiders. Het zwaarte
punt ligt in het bestaan van bezitters
en niet bezitters.
Begrijpt dus, waarom wij algemeen
Kiesrecht willen. Het groote doel is
het brengen van grond en
kapitaal uit handen van enke
len, in handen van allen.
Spr. ontkent niet, dat ook onder de
gegoede standen de oogen open gaan
voor den toestand der zaken. Die steun
voorzeker welkom, doch de groote
spieren, maar geen verstand.
Neen, zegt papa, ik heb gestudeerd,
grootpapa heeft ook gestudeerd, dus mijn
zoon studeert ook. En de jongen gaat
op studie meester in de rechten
hij doet wel een jaartje langer dan een
ander, en na veel pleizier maken en
tobben wordt hij toch eindelijk meester
in de rechten, en dank zij den invloed
van papa, wordt hij spoedig benoemd
tot rechter, om aan het „domme" Neder
land te verkondigen wat recht is.
Stel daartegenover een arbeiderskind,
zwak van lichaamsbouw, maar met een
helder hoofd. Die wordt juist gezet aan
den zwaarsten arbeid. Het is wel degelijk
een fout, dat het toeval van geboorte
ten opzichte van de geschiktheid zulk
een invloed uitoefent op de keuze van
beroep. In dat feit ligt een aanklacht
tegen onze maatschappelijke orde. Een
der eerste eischen moet dan zijn koste-
looze opleiding voor alle vakken. Wordt
dat ingevoerd in een tijd, in welken de
arbeiders nog niets bezitten, dan moet
de staat zorgen ook voor het onderhoud
der kinderen. Dan eerst ontstaat voor
den staat de zekerheid, dat elk individu
den arbeid verricht, welke hem past.
Als dan de kinderen der rijken en der
professoren, ook beoefenen moeten het
vak van timmerman, politieagent enz.
dan zullen al die vakken ook wel in
waarde stijgen.
Er zijn nog 2 zaken, op de verwezen
lijking waarvan de arbeiders moeten aan
dringen.
Ie. De legers moeten afge
schaft worden. Thans huldigt men
de leerwie den vrede wil, bereidt zich
voor ten oorlog. De verschillende vol
keren staan dan ook tot de tanden toe
gewapend, dat legt ontzettende lasten
op het volk en toch zal niemand durven
beweren dat daardoor ook maar eenigs-
zins de kans op behoud van den vrede
gewettigd is. Als er geen legers beston
den, die geoefend werden in de kunst
om elkaar dood te maken, dan zou men
ook niet denken aan het gemakkelijke
oorlog voeren. Denkt u eens een maat
schappij zonder legers, waarin het volk
rustig aan zijn arbeid is. Daar krijgt de
een of andere regeering van een land
lust in zoo'n gereglementeerde woord
partij. Wat zou er dan gebeuren? Het
antwoord van het volk zou luidenwij
hebben er geen lust in, wij hebben er
geen tijd en ook niet den moed voor.
Willen de regeeringen elkaar vermoorden,
laten zij dan zelf maar vechten.
Afschaffing der legers is een dringende
eisch. Dat er thans geen oorlog is, schrijft
spr. hieraan toe, dat de oorlogzuchtige
geest onder de volkeren verdwenen is
en de regeering er niet meer zeker van is,
dat het volk zich als wilde beesten
geleidelijk ter slachtbank zal laten voeren.
Nederland kon dus zijn 38 millioen, die
het per jaar voor militairisme uitgeeft,
gerust besparen.
Ten tweede moet de eisch zijn
sluit SchiedamNiet, omdat er in
ons land 80 millioen aan jenever, tegen
over 75 millioen aan brood wordt ge
bruikt ook niet, om dat de jenever het
aantal misdaden doet toenemen ook
niet wegens toeneming van het aantal
krankzinnigen ook niet omdat koning
Alcohol de rust en het geluk der gezin-
Dwaze bepaling. In dat „maatschappelijke
welstand" is het brutaal uitgesproken,
dat al wie niets bezit, onmondig wordt
geacht.
En dan die uitzondering van wege de
bedeelingIs er ooit grooter onrecht
vaardigheid gepleegd Alsof de bedeelden
het kunnen helpen, dat ze geen geld
hebben.
Neen, allen moeten kiezers zijn. En
sis men nu praat over geschiktheid, dan
acht spr. de niet-bezittende klasse meer
geschikt. Geef het recht aan de bezitters
en de toestand blijft zooals die was. Neem
het geval, dat alleen de niet-bezitters
18
en
stoot moet uitgaan van de arbeiders
de kleine burgerij. Het lste punt is dus.
het beschikbaar stellen van grond en
kapitaal onder gelijke voorwaarden.
Doch er zijn nog meer punten
Een voorrecht van de bezittende klasse
is, dat hare leden den best bezoldigden
arbeid verrichten. Hare kinderen zijn
door de betere opvoeding, welke zij ge
nieten, boven de kinderen der arbeiders,
in het genot van de meest winstgevende
betrekkingen. Dat is feitelijk een
monopolie der bezittende klasse, want
het heet dat de kinderen der arbeiders
ook het recht hebben er naar te dingen,
doch de werkelijkheid toont aan, dat die
wel geen kans hebben dokter of profes
sor te worden, omdat de arbeiders de
kosten van zoo'n opvoeding voor hunne
kinderen niet kunnen bekostigen.
Spr. geeft een plastisch voorbeeld.
Er is een zoon van een baron, sterk
van lichaam maar met een zeer beperkt
verstand. Te oordeelen naar zijn karak
ter is hij een goede jongen, die zich
evenwel op zijn adeldom en het geld
van papa nog al wat laat voorstaan.
Voor welk beroep zou die jongen nu
eigenlijk wel geschikt zijn zonder
aarzelen zal men zeggenwel, voor
polderjongen, hij heeft goed ontwikkelde
nen verwoest maar, omdat het
gebruik van alcohol het volk ontzenuwt
en zedelijk doodt.
Het gebruik van alcohol maakt dat
het volk niet in staat is, naar beter
toekomst te streven.
Verbiedt den verkoop en de vervaar
diging van alcohol (met uitsluiting na
tuurlijk voor geneeskundige doeleinden).
De meerderheid van het volk eischt,
als middel om in den tegenwoordigen
ongelijkmatigen toestand verbetering te
brengen, de invoering van algemeen kies
recht. Toch wordt tegelijk erkend, dat
in landen, waar algemeen kiesrecht is
ingevoerd, nog genoeg te bestrijden over
blijft. Er is ook een partij, die de r e-
v o 1 u t i e wil. Spr. acht de vrede
lievende weg, de meest geweuschte
Het streven moet zijn, door algemeen
kiesrecht te komen tot sociale gelijkheid.
Er mogen geen privilegies aan de ge
boorte bestaan. Elk arbeider moet naar
zijne bekwaamheid behoorlijke belooning
ontvangen.
Met de tot stand koming der nieuwe
kieswet, hoopt spr dat doel een schrede
nader te komen. Eindelijk dus doet de
Regeering haar woord gestand, het heeft
wel wat lang geduurd, maar het ge
schiedt nu toch.
Hoeveel nieuwe kiezers er zullen
komen
De regeering begroot dat aantal op
een half millioen. In dat geval is 3 4
der mannelijke bevolking van ons land
kiesgerechtigd, en wordt in Europa over
troffen door Zwitserland met 92, Duitseh-
land 90 en Frankrijk 87 percent, terwijl
Engeland dan met 65 percent op ons
land volgt.
kiezers waren, dan zouden zij den grond
en het kapitaal in handen der gemeen
schap brengen. Een ieder, die in het be
zit is van zijn volle versland, heeft aan
spraak op het kiesrecht.
De eisch van geschiktheid wil, dat men
bewijs geeft, dat men kan lezen en schrij
ven, door eigenhandig het verzoek te
schrijven, waarbij men zijn wensch te
kennen geeft, op de kiezerslijst geplaatst
te worden. Spr noemt die bepaling dwaas.
Het is toch niet de schuld van iemand,
als hij, doordat men zijn opvoeding heeft
verwaarloosd, niet schrijven kan.
Er is nog een hoofd-argument Yoor
de toekenning van het kiesrecht aan al
len.
Waaraan ontleent de Staat het recht
van het volk gehoorzaamheid aan de wet
te eischen, als hij hem het kiesrecht niet
eens toekent
Elke uitsluiting is onrecht, want ze le
vert de uitgeslotenen over aan den wil
lekeur van hen, die het recht wel bezit
ten.
In de bepaling „dat de kiezer eigen
handig zijn aanvrage moet invullen" ziet
spr. nog een poging, een slinksche ma
nier, om een zeker tal kiezers terug te
houden, die door luiheid, onverschillig
heid, leeftijd, afhankelijkheid, beschroomd
heid enz. niet naar het raadhuis zullen
opgaan om die aanvrage in te vullen.
Als kenteeken van welstand wordt voorts
aangenomen, dat men moet kunnen voor
zien in eigen onderhoud en in dat van
zijn gezin.
Dat is alweer kapitalistisch.
Iemand, die niets uitvoert, voorziet toch
zeker niet in de behoeften van zijn ge
zin.
„Hij, die geen onderstand heeft geno
ten," luidt hot verder. De armenbe
deeling zorgt er dus voor, dat aan eeni-
gen geen kiesrecht wordt toegekend. Maar
degene, die eene rijke-bedeeling ontvan
gen, om,
stand van
worden niet geschrapt.
Ook heeft men de bepaling gemaakt,
dat alle militairen beneden den rang
van officier van het kiesrecht zijn uitge
sloten, omdat men angstig is, dat die
ondergeschikte militairen niet voldoende
zelfstandigheid zullen bezitten en men
ook geen partijstrijd in het leger wil
hebben.
Dit laatste eens toegegeven, dan had
men alle militairen moeten uitsluiten en
dan de schutters niet te vergeten.
Eenige minder belangrijke bepalingen
van uitsluiting laat spr. buiten rekening.
Vergelijkt men nu die Nieuwe kieswet
met de thans bestaande, dan zeker moet
het oordeel gunstig uitvallen, doch daar
om zijn de gewraakte uitsluitingen des
te grievender.
Allerzonderlijkst echter vindt spr. het,
dat de nieuwe kiesrechtregeling alleen be
treft de verkiezingen voor leden der
Tweede Kamer en der Provinciale Sta
ten. Waarom tegelijk niet de verkiezing
voor leden van den gemeenteraad gere
geld Dan had men reeds in de gemeen
ten een einde kunnen maken aan vele
onduldbare toestanden.
Als in deze dagen de handwerksman
aandringt op verbetering, stoot hij nog
het hoofd, dat verbittert, dat veroorzaakt
wrok en heeft tengevolge, dat men zijn
toevlucht gaat nemen tot schrik-verwek
kende daden.
Gaat men na hoe in de tijden dat de
Burgerij de revolutie in praktijk bracht,
haar helden verheerlijkt werden, dan
meent spr. dat de arbeiderspartij daaraan
een voorbeeld moet nemen. Als steeds
geweigerd wordt een gewillig oor te ver-
leenen aan de eischen der volksmassa,
danvolgt het uit den aard dat men ten slot
zonder te werken toch in den
papa te kunnen leven, die
nis van niemand minder dan van Th.
Abr. Kuyper, als deze zegt
„Maar nooit kan noch mag het, waar
onze Vader in den Hemel met god lelij
ke mildheid overvloed van spijs uit den
akker wil doen voortkomen, in den naam
des Heeren vrijgepleit, dat door onze
schuld dit rijke goed zoo ongelijk ver
deeld wordt, dat terwijl den een de brood
kruimels steken, de ander met leege maag
naar zijn stroozak moet, of soms zelfs
nog dien stroozak moet derven. En als
er dan nog zijn, die, God vergeve het
hun, zulke misstanden met een beroep op
Jezus' woordde armen hebtgij
altijd bij u, verdedigen willen, dan
teeken ik voor de eer van Gods Heilig
Woord tegen zulk een misbruik van de
Schrift, protest aan."
Onze maatschappij is krank, omdat de
kleine minderheid is en wordt opgevoed
in het denkbeeld van eigen voortreffelijk
heid. Er moet verandering komen, de
drang naar sociale gelijkheid is niet te
stuiten. Zal die vervaarlijke stroom alles
overweldigen Of zal hij langs kalme
bedding gevoerd worden Tot dit laatste
kan misschien de uitbreiding van het
Kiesrecht een middel zijn. De rijken
moeten niet meer in overdaad leven,
doch het bevoorrechte standpunt prijs
geven.
Het ligt voor de hand, dat de bezit
tende klasse zulks niet zal doenmaar
de hoop op geleidelijke verbetering is
niet verloren, als de arbeiders in staat
worden gesteld, personen naar 's lands
regeering af te vaardigen.
En de kleine burgerij zal wel spoedig
beginnen in te zien, dat zij haar positie
spoedig zal verliezen en het haar plicht
is, zich bij de massa aan te sluiten.
Ook verwacht spr. dat de goed gezinde
leden der bezittende klasse de arbeiders
zullen helpen. Dan alleen is een vreed
zame oplossing mogelijk.
Spr. vraagtzou het zoo vreeselijk
zijn, als er geen rijkdom, maar ook geen
armoede meer was
Spr. noodigt dan ook allen dringend'
uit, in geval de nieuwe kieswet er door
komt, hunne verplichting, om van dat
kiesrecht gebruik te maken, ook na te
komen.
I )ebat.
De heer Raat van H aringhui-
z e n, vindt den maatschappelijken toestand
in dit kanton niet zoo vreeselijk als in
Friesland en Groningen, waarop spr. zich
beriep. In deze streek kan iemand die
werken wil, ook werk bekomen. Daar
voor wordt door verschillende collegiën
gezorgd.
Wel is waar zijn de loonen niet altijd
geëvenredigd, doch zoo rooskleurig staat
het bij de werkgevers ook niet.
De heer Raat meent dat de toestand
bij den landbouwenden stand reeds veel
zou verbeteren, als de personen, die
staan tusschen landheer en pachter, d. z.
de rentmeesters, niet in den weg stonden
als bij de industrie niet de „meesters-
knechts" het beletsel waren voor de
nadere aanraking van patroon en arbeider.
Waarom dringt men niet allereerst aan
op verplicht onderwijs Door dien maat
regel zou het volk beter ontwikkeld
worden en meer werkkracht krijgen.
De heer Raat meent dat de Sociaal-
Democratie door haar streven en optreden
behoort tot hen, van wie moet worden
getuigd Zij zaaien wind, zij zullen storm
oogsten.
De heer v. Eek zegt deze streek niet
te kennen, maar betreurt het, dat als het
waar is dat hier werk is voor elk die
werken wil, dat zulks niet in wijden
kring bekend isdan konden de honger
lijders uit andere streken hierhee n trek
ken en werk vinden.
Spr. gelooft wel dat de landheeren en
fabriekanten zich veel laten leiden door
hun tusschenper8onenmaar dat neemt
niet weg, dat de landheer en de fabrikant
zeer goed weten, dat zij meer verteren
dan zij feitelijk verdienen, en zij dus een
deel van hun inkomen aan hun pachters
en arbeiders terug moesten geven.
In verplicht onderwijs ziet spr. niet zoo
veel voordeel, omdat daardoor geen einde
zal naken aan het gebrek aan werk.
De heer Raat wilde dat spr. gematig
der was geweest in zijne betooging. Maar
als het in deze streek zoo goed, zoo heer
lijk is, dan behoeft de heer Raat niet
de menschen
^1
Een feit is het, dat de grond overgaat
in handen der groot-grondbezitters en dat
het kapitaal geraakt in handen der groot
kapitalisten. Geen sterveling ter wereld
kan beweren, dat er aan die opeenhooping
een einde kan gemaakt worden, zoolang
het privaatbezit blijft bestaan. Natuurlijk
kan dat toenemen van den rijkdom in
handen van enkelen niet tot in het onein
dige plaats hebben en het slot moet dan
ook zijnonteigening ten bate van allen,
de verbreking van die macht der en
kelen.
En om nu het overgangstijd te bekor
ten, acht spr. het in het belang der
maatschappij, die onteigening te bespoedi
gen, want dat overgangstijdperk is niets
anders dan een lijdenstijdperk vol honger
lijden en botsingen.
met zorg
zijn fabri-
Geachte Redacteur
Voor een fabrikant, die zich
en ijver aan de zaken wijdt en
kaat daardoor een gceden en gevestigoen
naam deed verwerven, is het niterst ver
drietig te ontwaren, dat anderen van die
renomméê gebruik makende, diens produc
ten nabootsen, en als eebte waar in den
handel brengen. Vooral dus springt eene
leemte in onze wet die hierin niet
voorziet in 't oog, zoo die nabootsing,
oppervlakkig bezien, nauwkeurig is, enten
gevolge kan hebben dat er eene betreurens
waardige verwarring tusschen fecht" en
#onecht* ontstaat.
Gelukkig de fabrikant die van zulke
vervalsching spoedig keunis erlangt en de
aandacht zijner afnemers op dergelijke
verfoeiende praktijk, kan vestigen. Onder
die gelukkigen behoort ondergeteekende,
die U uit dien hoofde verzoekt, onze bij
gaande waarschuwing als advertentie twee
achtereenvolgende malen in uwe courant
op te nemen.
Hoogachtend,
P. A. VAN ROON.
Ingeschreven van 11 14 Februari 1893.
Geboren: Aris, z. v. Aris Houtkooper en
van Haartje Asjes.
Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden Geene.
Ingeschreven van 27 Jan. S Febr. 1893.
Geboren: Oornelis, z. v. Willem Gutker en
Aaltje Groenveld. Lucas Ariën, z. v. Gerben
Vrijburg Pz., en Femmetje Wilhelmina Zijp.
Cornelis, z. v. Cornelis Brouwer en Maartje
Schoen. Cornelis, z. v. Gerrit Beek en Johan-
na Cornelia Bakker. Ariaantje Margaretha,
d. v. Dirk Marees en Dieuwertje Bas.
Ondertrouwd en Getrouwd; Geene.
OverledenSimon Quax, 1 week, z. v. Le-
onardus Wilhelmus en Aafje Franken.
Ingeschreven van 3 10 Febr. 1893.
Geboren; Petrus Adrianus, z. v. Jan de
Wit Pz. en Trijntje Heddes. Grietje, d.v. Ja-
cob schuit en Trijntje Riesling,
Ondertrouwd: Geene.
Getrouwd Arie Kossen, jm. 30 jr. Arbei
der te Petten en Johanna Nieman, jd. 23 jr.
zor.der beroep te Zjjpe, onlangs te Schagen.
Overleden Aagje Mosk, 60 jr. Echtgenoote
van Jacob Kos.
(loot-it, 11 Febr. 1893. Aangevoerd.
te er toe komt te nemen, en wanneer men bang te zijn, dan zullen
dan toch eenmaal tot het nemen is over- zich van al het door spr. betoogde
gegaan, neemt men meer dan men vroeg, weinig aantrekken en zullen zijn woor
neemt men alles wat men krijgen kan den geen ingang vinden.
dan is er geen bezadigdheid, geen gevoel
van billijkheid meer.
Gematigdheid wenscht spr. ook, doch
die kan niet altijd verlangd worden van
Inderdaad, kent men den toestand, menschen die zoo ontzettend geleden heb-
dan verwondert men zich niet meer over ben. Wil men gematigdheid, welnu, dat
de gisting, over de zucht tot omverwer-
Pin&-
In het voorjaar, als de paarden uit
dan de bezittende klassen de handen aan
den ploeg slaan, met den toestand te ver
beteren. Aan woorden hebben we niets,
den stal komen, zien die er welgedaan aan daden te meer. Breng dan het ka-
en krachtig uitmaar de arbeiders, die pitaal aan de gemeenschap,
met tet voorjaar weer aan den arbeid De heer Roep verwijst den heer Raat
moeten trekken, hebben in den winter naar het onlangs op de landbouw verga-
geleden door honger en gebrekhun dering door den heer de Boer v. Assen-
lichaam is verzwakt, uitgeteerd. Yoor
de dieren en de werktuigen wordt wel
H. L. Rogge i
a
10
Tarwe
6.50
a
7.—
16
Garst
4.75
5.—
13
Haver
3.—
a
3.75
WittoErwten
10.50
a
12.—
8]
Groene dito
12.50
a
14
Grauwe dito
15.50
a
16.—
Vale dito
12.—
a
14.—
i
Bruineboonen,
6.-
a
10.50
Geeleboonen
a
"Witteboonen
11.-
a
12.—
f
Paardenb.
6.-
a
7.—
Karwijzaad
11.25
a
11.50
Mosterdzaad
29.-
a
29.50
Paarden
a
28
Kalveren
6—
a
10.—
30
Schapen
12.—
a
24.—
27
Lammeren
8.—
a
16.—
30
magore Varkens
14.—
a
30.—
Zengen
a
73
Biggen
8.—
a
12.50
Kip-Eieren per 100,
5.—
a
Die nieuwe regeling, welke gezegd gezorgd, maar voor de menschen niet
wordt te voldoen aan den eisch der recht
vaardigheid, sluit, om volgens spr. ge
zochte redenen, eenigen uit.
Vrouwen mogen niet kiezen.
Spr. erkent de moeielijkbeid voor de ven dat juist altijd dezelfde klassen arm,
regeermg om te moeten blijven binnen
de grenzen der grondwet. Die fout in
de grondwet, daarvan is de Liberale
Partij de schuld, volgens spr.
Art. 80 der grondwet spreekt van
gegevens van welstand en geschiktheid.
delft gesprokene. Toen was juist aange
toond dat de toestand van den boeren
stand in N. en Z. Holland hard achter
uit ging, en de hypothcaire schuld zeer
was toegenomen. En daar waar h et den
boer zoo slecht gaat, moet het zeker den
arbeider niet minder slecht gaan.
De heer van Eek prijst het in de
uitverkorenen rijk moeten boeren, dat zij, niettegenstaande het hun
slecht gaat, hun arbeiders zooveel moge-
godsdienstig standpunt lijk werk verschaffen. Maar al die
van kunstmatige werkverschaffingen brengen
Spr. geen verbetering in den onhoudbaren toe-
En dan nog dat gezeur van ja, er
moeten en zullen altijd wel armen en
rijken moeten blijven bestaan. Dat is
heel goed, maar waar staat het geschre-
en dezelfde
blijven
Ook van een
kan men den huidigtn toestand
wanverhouding niet goedkeuren,
beroept zich daartoe op het het getuige- stand.
850 koppen boter 70 a 72'ct per kop.
Ai l k m a ar 11 Febr 189S. Aangeroerd:
5 Paarden f 60.— a 150.—
2 Koeien 110.— a 140.
32 nucht. Kalveren 6.— a 10.
170 Schapen 10. a 16.
102 magore Varkens 16.a 23.
112 Biggen 9.— a 12.75
3 Bokken en Geiten 3.a 7.
Boter per P. .65 a —.75
Kipeieren 4.50 a 5.
Alkmaar, 13 Febr. 1893. Aangeroerd.
22 Koeien en Oasen f 180.— a 240.
83 vette Kalteren f 40a 112.
(per pond f 0.85 a 0 95)
25 Nuchtere Kalveren 7.a 15.
29 vette schapen 14.a 24.
132 vette Varkens per P f —.48 a .56
65 magere dito 17.a 22.
Permereed, 17 Eebr. 1893.Aangeroerd
Aangevoerd 52 stapels.
Hoogste prijs kleine kaas f 32.—
stapels middelbare
562 K.G. Boter f 1.40 a 1.50, per K.G.
13 Paarden.
122 Vette Varkens per Kilo f 0.47 a 0.56
handel vlug.
92 Magere idem per stuk f 14.— a 30.—
handel stag.
116 Biggen, f 8.a 13.handel stug.
Kipeieren per 100 stuks, 3.50 af 4.
Etndeieren p. 100 at. f 5.a
Ganzen f 0.a 0.
J! dam, 11 Febr. 1893. Aangeroerd.
Kleine Kaas. hoogste prijs f 27.50. Aan
geroerd 5 stapels, wegende 1195 kilo