Arbeiders sluit uw mond voor dat vergift. Ingezonden. Burgerlijke Stand. Gemeente Sehagen. Gemeente ZUpc. Marktberichten 9 bestaan, van meer boter, eten, als ze van den landnationalisator, den heer Stoffel, die aangeeft dat er in Nederland omtrent 800.000 gezinnen welke minstens 700,000 kaas, vleesch enz. zouden het betalen konden. Stel nu eens dat die 700,000 gezinnen f 1.per dag meer te verteren hadden, dan zou dat over een geheel jaar ople veren een bedrag van 210 millioen gul den. Men berekent het totaal aan uitvoer der genoemde producten voor Nederland op 100 millioen er kon dus nog voor 110 millioen geproduceerd worden. Uit het vorenbetoogde meent spr., kun nen nu de hoorders zien, wat, als het alge meen kiesrecht komt, de arbeiders dan moeten doen. 1°. De grond moet aan de gemeenschap. De voorraadschuur der aarde mag niet zijn in handen van enkelen. Zonder grond kan de mensch niet leven. Ziet, hoe het is op het platte land. Daar heeft de landheer de macht in handen. Im de steden, moeten de arbeiders wonen in krotten, omdat de bouwgrond door speculanten zoo hoog in waarde wordt gehouden. In de maatschappij lieerscht gebrek aan werk, terwijl uitgestrekte heidevelden voor duizenden werk bevatten. De grondeigenaars oefenen een ont zaglijken invloed uit op de maatschap pelijke verhoudingen, en dat is juist een groot gevaar voor de andere menschen. Een voorbeeld tot opheldering. De hertogen van Sunderland (Gr. Brittanie) bezitten uitgestrekte landstreken, waarop ruim 15000 menschen werk vonden. Eensklaps steeg op de wereldmarkt de wol in waarde. Dat bracht de hertogen op de gedachte om zich onledig te hou den met de schapenteelt en op een mooien dag werd den bewoners zijner gronden aangezegd, dat zij de landerijen moesten verlaten, want dat die gronden van bestemming werden veranderd. De menschen moesten dit bevel gehoorzamen en de hertogen hielden er nu schapen boerderijen op na, waarvoor slechts een luttel aantal herders noodig waren. 01 zoo iets ooit in Nederland zou kun nen gebeuren Stel eens, dal een million- nair een deel van Nederland koopt. Ja, zal men zeggen, maar daartegen zal de bevolking dier streek in opstand komen. "Wel, in dat geval zouden de soldaten hen verdrijven. In Schotland is het reeds voorgekomen dat ettelijke streken vruchtbaren grond, werden herschapen in jachtgronden, om dat de heeren eigenaars zich het genoegen wilde gunnen, beesten te kunnen dooden. Daardoor kwam daar gebrek aan arbeids veld voor de arbeiders. De grond behoort aan allen maar niet alleen de grondook het kapitaal ook de arbeidsmiddelen. De individueele vrijheid, op welke men thans roemt, is een wassen neus, zoo lang de arbeiders niet het noodige kapitaal heeft, om op dien grond te werken. Een fabeltje is het, dat de Sociaal-democratie alleen er op uit is „den boel te verdeelen." Wij weten zeer goed, dat het dan slechts een kwestie van tijd zou zijn, want de invloeden van zuinigheid en verkwisting, verlies en diefstal, voor en tegenspoed, zouden weder den toestand van ongelijkheid zeer spoedig hebben doen terugkeeren. 't Is voldoende, dat grond en arbeids middelen aan den staat en de gemeente behooren. Dan eerst zal er wettelijke gelijkheid zijn. Meen niet, dat alleen de arbeiders verbetering in hun lot begeeren. Och neen, ook buiten de arbeiderskringen voelt men den nood der tijden. Doch zeker is het, dat de toestand der arbei ders het ongunstigst is. De verbetering der maatschappelijke toestanden moet beginnen met de arbeiders. Het zwaarte punt ligt in het bestaan van bezitters en niet bezitters. Begrijpt dus, waarom wij algemeen Kiesrecht willen. Het groote doel is het brengen van grond en kapitaal uit handen van enke len, in handen van allen. Spr. ontkent niet, dat ook onder de gegoede standen de oogen open gaan voor den toestand der zaken. Die steun voorzeker welkom, doch de groote spieren, maar geen verstand. Neen, zegt papa, ik heb gestudeerd, grootpapa heeft ook gestudeerd, dus mijn zoon studeert ook. En de jongen gaat op studie meester in de rechten hij doet wel een jaartje langer dan een ander, en na veel pleizier maken en tobben wordt hij toch eindelijk meester in de rechten, en dank zij den invloed van papa, wordt hij spoedig benoemd tot rechter, om aan het „domme" Neder land te verkondigen wat recht is. Stel daartegenover een arbeiderskind, zwak van lichaamsbouw, maar met een helder hoofd. Die wordt juist gezet aan den zwaarsten arbeid. Het is wel degelijk een fout, dat het toeval van geboorte ten opzichte van de geschiktheid zulk een invloed uitoefent op de keuze van beroep. In dat feit ligt een aanklacht tegen onze maatschappelijke orde. Een der eerste eischen moet dan zijn koste- looze opleiding voor alle vakken. Wordt dat ingevoerd in een tijd, in welken de arbeiders nog niets bezitten, dan moet de staat zorgen ook voor het onderhoud der kinderen. Dan eerst ontstaat voor den staat de zekerheid, dat elk individu den arbeid verricht, welke hem past. Als dan de kinderen der rijken en der professoren, ook beoefenen moeten het vak van timmerman, politieagent enz. dan zullen al die vakken ook wel in waarde stijgen. Er zijn nog 2 zaken, op de verwezen lijking waarvan de arbeiders moeten aan dringen. Ie. De legers moeten afge schaft worden. Thans huldigt men de leerwie den vrede wil, bereidt zich voor ten oorlog. De verschillende vol keren staan dan ook tot de tanden toe gewapend, dat legt ontzettende lasten op het volk en toch zal niemand durven beweren dat daardoor ook maar eenigs- zins de kans op behoud van den vrede gewettigd is. Als er geen legers beston den, die geoefend werden in de kunst om elkaar dood te maken, dan zou men ook niet denken aan het gemakkelijke oorlog voeren. Denkt u eens een maat schappij zonder legers, waarin het volk rustig aan zijn arbeid is. Daar krijgt de een of andere regeering van een land lust in zoo'n gereglementeerde woord partij. Wat zou er dan gebeuren? Het antwoord van het volk zou luidenwij hebben er geen lust in, wij hebben er geen tijd en ook niet den moed voor. Willen de regeeringen elkaar vermoorden, laten zij dan zelf maar vechten. Afschaffing der legers is een dringende eisch. Dat er thans geen oorlog is, schrijft spr. hieraan toe, dat de oorlogzuchtige geest onder de volkeren verdwenen is en de regeering er niet meer zeker van is, dat het volk zich als wilde beesten geleidelijk ter slachtbank zal laten voeren. Nederland kon dus zijn 38 millioen, die het per jaar voor militairisme uitgeeft, gerust besparen. Ten tweede moet de eisch zijn sluit SchiedamNiet, omdat er in ons land 80 millioen aan jenever, tegen over 75 millioen aan brood wordt ge bruikt ook niet, om dat de jenever het aantal misdaden doet toenemen ook niet wegens toeneming van het aantal krankzinnigen ook niet omdat koning Alcohol de rust en het geluk der gezin- Dwaze bepaling. In dat „maatschappelijke welstand" is het brutaal uitgesproken, dat al wie niets bezit, onmondig wordt geacht. En dan die uitzondering van wege de bedeelingIs er ooit grooter onrecht vaardigheid gepleegd Alsof de bedeelden het kunnen helpen, dat ze geen geld hebben. Neen, allen moeten kiezers zijn. En sis men nu praat over geschiktheid, dan acht spr. de niet-bezittende klasse meer geschikt. Geef het recht aan de bezitters en de toestand blijft zooals die was. Neem het geval, dat alleen de niet-bezitters 18 en stoot moet uitgaan van de arbeiders de kleine burgerij. Het lste punt is dus. het beschikbaar stellen van grond en kapitaal onder gelijke voorwaarden. Doch er zijn nog meer punten Een voorrecht van de bezittende klasse is, dat hare leden den best bezoldigden arbeid verrichten. Hare kinderen zijn door de betere opvoeding, welke zij ge nieten, boven de kinderen der arbeiders, in het genot van de meest winstgevende betrekkingen. Dat is feitelijk een monopolie der bezittende klasse, want het heet dat de kinderen der arbeiders ook het recht hebben er naar te dingen, doch de werkelijkheid toont aan, dat die wel geen kans hebben dokter of profes sor te worden, omdat de arbeiders de kosten van zoo'n opvoeding voor hunne kinderen niet kunnen bekostigen. Spr. geeft een plastisch voorbeeld. Er is een zoon van een baron, sterk van lichaam maar met een zeer beperkt verstand. Te oordeelen naar zijn karak ter is hij een goede jongen, die zich evenwel op zijn adeldom en het geld van papa nog al wat laat voorstaan. Voor welk beroep zou die jongen nu eigenlijk wel geschikt zijn zonder aarzelen zal men zeggenwel, voor polderjongen, hij heeft goed ontwikkelde nen verwoest maar, omdat het gebruik van alcohol het volk ontzenuwt en zedelijk doodt. Het gebruik van alcohol maakt dat het volk niet in staat is, naar beter toekomst te streven. Verbiedt den verkoop en de vervaar diging van alcohol (met uitsluiting na tuurlijk voor geneeskundige doeleinden). De meerderheid van het volk eischt, als middel om in den tegenwoordigen ongelijkmatigen toestand verbetering te brengen, de invoering van algemeen kies recht. Toch wordt tegelijk erkend, dat in landen, waar algemeen kiesrecht is ingevoerd, nog genoeg te bestrijden over blijft. Er is ook een partij, die de r e- v o 1 u t i e wil. Spr. acht de vrede lievende weg, de meest geweuschte Het streven moet zijn, door algemeen kiesrecht te komen tot sociale gelijkheid. Er mogen geen privilegies aan de ge boorte bestaan. Elk arbeider moet naar zijne bekwaamheid behoorlijke belooning ontvangen. Met de tot stand koming der nieuwe kieswet, hoopt spr dat doel een schrede nader te komen. Eindelijk dus doet de Regeering haar woord gestand, het heeft wel wat lang geduurd, maar het ge schiedt nu toch. Hoeveel nieuwe kiezers er zullen komen De regeering begroot dat aantal op een half millioen. In dat geval is 3 4 der mannelijke bevolking van ons land kiesgerechtigd, en wordt in Europa over troffen door Zwitserland met 92, Duitseh- land 90 en Frankrijk 87 percent, terwijl Engeland dan met 65 percent op ons land volgt. kiezers waren, dan zouden zij den grond en het kapitaal in handen der gemeen schap brengen. Een ieder, die in het be zit is van zijn volle versland, heeft aan spraak op het kiesrecht. De eisch van geschiktheid wil, dat men bewijs geeft, dat men kan lezen en schrij ven, door eigenhandig het verzoek te schrijven, waarbij men zijn wensch te kennen geeft, op de kiezerslijst geplaatst te worden. Spr noemt die bepaling dwaas. Het is toch niet de schuld van iemand, als hij, doordat men zijn opvoeding heeft verwaarloosd, niet schrijven kan. Er is nog een hoofd-argument Yoor de toekenning van het kiesrecht aan al len. Waaraan ontleent de Staat het recht van het volk gehoorzaamheid aan de wet te eischen, als hij hem het kiesrecht niet eens toekent Elke uitsluiting is onrecht, want ze le vert de uitgeslotenen over aan den wil lekeur van hen, die het recht wel bezit ten. In de bepaling „dat de kiezer eigen handig zijn aanvrage moet invullen" ziet spr. nog een poging, een slinksche ma nier, om een zeker tal kiezers terug te houden, die door luiheid, onverschillig heid, leeftijd, afhankelijkheid, beschroomd heid enz. niet naar het raadhuis zullen opgaan om die aanvrage in te vullen. Als kenteeken van welstand wordt voorts aangenomen, dat men moet kunnen voor zien in eigen onderhoud en in dat van zijn gezin. Dat is alweer kapitalistisch. Iemand, die niets uitvoert, voorziet toch zeker niet in de behoeften van zijn ge zin. „Hij, die geen onderstand heeft geno ten," luidt hot verder. De armenbe deeling zorgt er dus voor, dat aan eeni- gen geen kiesrecht wordt toegekend. Maar degene, die eene rijke-bedeeling ontvan gen, om, stand van worden niet geschrapt. Ook heeft men de bepaling gemaakt, dat alle militairen beneden den rang van officier van het kiesrecht zijn uitge sloten, omdat men angstig is, dat die ondergeschikte militairen niet voldoende zelfstandigheid zullen bezitten en men ook geen partijstrijd in het leger wil hebben. Dit laatste eens toegegeven, dan had men alle militairen moeten uitsluiten en dan de schutters niet te vergeten. Eenige minder belangrijke bepalingen van uitsluiting laat spr. buiten rekening. Vergelijkt men nu die Nieuwe kieswet met de thans bestaande, dan zeker moet het oordeel gunstig uitvallen, doch daar om zijn de gewraakte uitsluitingen des te grievender. Allerzonderlijkst echter vindt spr. het, dat de nieuwe kiesrechtregeling alleen be treft de verkiezingen voor leden der Tweede Kamer en der Provinciale Sta ten. Waarom tegelijk niet de verkiezing voor leden van den gemeenteraad gere geld Dan had men reeds in de gemeen ten een einde kunnen maken aan vele onduldbare toestanden. Als in deze dagen de handwerksman aandringt op verbetering, stoot hij nog het hoofd, dat verbittert, dat veroorzaakt wrok en heeft tengevolge, dat men zijn toevlucht gaat nemen tot schrik-verwek kende daden. Gaat men na hoe in de tijden dat de Burgerij de revolutie in praktijk bracht, haar helden verheerlijkt werden, dan meent spr. dat de arbeiderspartij daaraan een voorbeeld moet nemen. Als steeds geweigerd wordt een gewillig oor te ver- leenen aan de eischen der volksmassa, danvolgt het uit den aard dat men ten slot zonder te werken toch in den papa te kunnen leven, die nis van niemand minder dan van Th. Abr. Kuyper, als deze zegt „Maar nooit kan noch mag het, waar onze Vader in den Hemel met god lelij ke mildheid overvloed van spijs uit den akker wil doen voortkomen, in den naam des Heeren vrijgepleit, dat door onze schuld dit rijke goed zoo ongelijk ver deeld wordt, dat terwijl den een de brood kruimels steken, de ander met leege maag naar zijn stroozak moet, of soms zelfs nog dien stroozak moet derven. En als er dan nog zijn, die, God vergeve het hun, zulke misstanden met een beroep op Jezus' woordde armen hebtgij altijd bij u, verdedigen willen, dan teeken ik voor de eer van Gods Heilig Woord tegen zulk een misbruik van de Schrift, protest aan." Onze maatschappij is krank, omdat de kleine minderheid is en wordt opgevoed in het denkbeeld van eigen voortreffelijk heid. Er moet verandering komen, de drang naar sociale gelijkheid is niet te stuiten. Zal die vervaarlijke stroom alles overweldigen Of zal hij langs kalme bedding gevoerd worden Tot dit laatste kan misschien de uitbreiding van het Kiesrecht een middel zijn. De rijken moeten niet meer in overdaad leven, doch het bevoorrechte standpunt prijs geven. Het ligt voor de hand, dat de bezit tende klasse zulks niet zal doenmaar de hoop op geleidelijke verbetering is niet verloren, als de arbeiders in staat worden gesteld, personen naar 's lands regeering af te vaardigen. En de kleine burgerij zal wel spoedig beginnen in te zien, dat zij haar positie spoedig zal verliezen en het haar plicht is, zich bij de massa aan te sluiten. Ook verwacht spr. dat de goed gezinde leden der bezittende klasse de arbeiders zullen helpen. Dan alleen is een vreed zame oplossing mogelijk. Spr. vraagtzou het zoo vreeselijk zijn, als er geen rijkdom, maar ook geen armoede meer was Spr. noodigt dan ook allen dringend' uit, in geval de nieuwe kieswet er door komt, hunne verplichting, om van dat kiesrecht gebruik te maken, ook na te komen. I )ebat. De heer Raat van H aringhui- z e n, vindt den maatschappelijken toestand in dit kanton niet zoo vreeselijk als in Friesland en Groningen, waarop spr. zich beriep. In deze streek kan iemand die werken wil, ook werk bekomen. Daar voor wordt door verschillende collegiën gezorgd. Wel is waar zijn de loonen niet altijd geëvenredigd, doch zoo rooskleurig staat het bij de werkgevers ook niet. De heer Raat meent dat de toestand bij den landbouwenden stand reeds veel zou verbeteren, als de personen, die staan tusschen landheer en pachter, d. z. de rentmeesters, niet in den weg stonden als bij de industrie niet de „meesters- knechts" het beletsel waren voor de nadere aanraking van patroon en arbeider. Waarom dringt men niet allereerst aan op verplicht onderwijs Door dien maat regel zou het volk beter ontwikkeld worden en meer werkkracht krijgen. De heer Raat meent dat de Sociaal- Democratie door haar streven en optreden behoort tot hen, van wie moet worden getuigd Zij zaaien wind, zij zullen storm oogsten. De heer v. Eek zegt deze streek niet te kennen, maar betreurt het, dat als het waar is dat hier werk is voor elk die werken wil, dat zulks niet in wijden kring bekend isdan konden de honger lijders uit andere streken hierhee n trek ken en werk vinden. Spr. gelooft wel dat de landheeren en fabriekanten zich veel laten leiden door hun tusschenper8onenmaar dat neemt niet weg, dat de landheer en de fabrikant zeer goed weten, dat zij meer verteren dan zij feitelijk verdienen, en zij dus een deel van hun inkomen aan hun pachters en arbeiders terug moesten geven. In verplicht onderwijs ziet spr. niet zoo veel voordeel, omdat daardoor geen einde zal naken aan het gebrek aan werk. De heer Raat wilde dat spr. gematig der was geweest in zijne betooging. Maar als het in deze streek zoo goed, zoo heer lijk is, dan behoeft de heer Raat niet de menschen ^1 Een feit is het, dat de grond overgaat in handen der groot-grondbezitters en dat het kapitaal geraakt in handen der groot kapitalisten. Geen sterveling ter wereld kan beweren, dat er aan die opeenhooping een einde kan gemaakt worden, zoolang het privaatbezit blijft bestaan. Natuurlijk kan dat toenemen van den rijkdom in handen van enkelen niet tot in het onein dige plaats hebben en het slot moet dan ook zijnonteigening ten bate van allen, de verbreking van die macht der en kelen. En om nu het overgangstijd te bekor ten, acht spr. het in het belang der maatschappij, die onteigening te bespoedi gen, want dat overgangstijdperk is niets anders dan een lijdenstijdperk vol honger lijden en botsingen. met zorg zijn fabri- Geachte Redacteur Voor een fabrikant, die zich en ijver aan de zaken wijdt en kaat daardoor een gceden en gevestigoen naam deed verwerven, is het niterst ver drietig te ontwaren, dat anderen van die renomméê gebruik makende, diens produc ten nabootsen, en als eebte waar in den handel brengen. Vooral dus springt eene leemte in onze wet die hierin niet voorziet in 't oog, zoo die nabootsing, oppervlakkig bezien, nauwkeurig is, enten gevolge kan hebben dat er eene betreurens waardige verwarring tusschen fecht" en #onecht* ontstaat. Gelukkig de fabrikant die van zulke vervalsching spoedig keunis erlangt en de aandacht zijner afnemers op dergelijke verfoeiende praktijk, kan vestigen. Onder die gelukkigen behoort ondergeteekende, die U uit dien hoofde verzoekt, onze bij gaande waarschuwing als advertentie twee achtereenvolgende malen in uwe courant op te nemen. Hoogachtend, P. A. VAN ROON. Ingeschreven van 11 14 Februari 1893. Geboren: Aris, z. v. Aris Houtkooper en van Haartje Asjes. Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden Geene. Ingeschreven van 27 Jan. S Febr. 1893. Geboren: Oornelis, z. v. Willem Gutker en Aaltje Groenveld. Lucas Ariën, z. v. Gerben Vrijburg Pz., en Femmetje Wilhelmina Zijp. Cornelis, z. v. Cornelis Brouwer en Maartje Schoen. Cornelis, z. v. Gerrit Beek en Johan- na Cornelia Bakker. Ariaantje Margaretha, d. v. Dirk Marees en Dieuwertje Bas. Ondertrouwd en Getrouwd; Geene. OverledenSimon Quax, 1 week, z. v. Le- onardus Wilhelmus en Aafje Franken. Ingeschreven van 3 10 Febr. 1893. Geboren; Petrus Adrianus, z. v. Jan de Wit Pz. en Trijntje Heddes. Grietje, d.v. Ja- cob schuit en Trijntje Riesling, Ondertrouwd: Geene. Getrouwd Arie Kossen, jm. 30 jr. Arbei der te Petten en Johanna Nieman, jd. 23 jr. zor.der beroep te Zjjpe, onlangs te Schagen. Overleden Aagje Mosk, 60 jr. Echtgenoote van Jacob Kos. (loot-it, 11 Febr. 1893. Aangevoerd. te er toe komt te nemen, en wanneer men bang te zijn, dan zullen dan toch eenmaal tot het nemen is over- zich van al het door spr. betoogde gegaan, neemt men meer dan men vroeg, weinig aantrekken en zullen zijn woor neemt men alles wat men krijgen kan den geen ingang vinden. dan is er geen bezadigdheid, geen gevoel van billijkheid meer. Gematigdheid wenscht spr. ook, doch die kan niet altijd verlangd worden van Inderdaad, kent men den toestand, menschen die zoo ontzettend geleden heb- dan verwondert men zich niet meer over ben. Wil men gematigdheid, welnu, dat de gisting, over de zucht tot omverwer- Pin&- In het voorjaar, als de paarden uit dan de bezittende klassen de handen aan den ploeg slaan, met den toestand te ver beteren. Aan woorden hebben we niets, den stal komen, zien die er welgedaan aan daden te meer. Breng dan het ka- en krachtig uitmaar de arbeiders, die pitaal aan de gemeenschap, met tet voorjaar weer aan den arbeid De heer Roep verwijst den heer Raat moeten trekken, hebben in den winter naar het onlangs op de landbouw verga- geleden door honger en gebrekhun dering door den heer de Boer v. Assen- lichaam is verzwakt, uitgeteerd. Yoor de dieren en de werktuigen wordt wel H. L. Rogge i a 10 Tarwe 6.50 a 7.— 16 Garst 4.75 5.— 13 Haver 3.— a 3.75 WittoErwten 10.50 a 12.— 8] Groene dito 12.50 a 14 Grauwe dito 15.50 a 16.— Vale dito 12.— a 14.— i Bruineboonen, 6.- a 10.50 Geeleboonen a "Witteboonen 11.- a 12.— f Paardenb. 6.- a 7.— Karwijzaad 11.25 a 11.50 Mosterdzaad 29.- a 29.50 Paarden a 28 Kalveren 6— a 10.— 30 Schapen 12.— a 24.— 27 Lammeren 8.— a 16.— 30 magore Varkens 14.— a 30.— Zengen a 73 Biggen 8.— a 12.50 Kip-Eieren per 100, 5.— a Die nieuwe regeling, welke gezegd gezorgd, maar voor de menschen niet wordt te voldoen aan den eisch der recht vaardigheid, sluit, om volgens spr. ge zochte redenen, eenigen uit. Vrouwen mogen niet kiezen. Spr. erkent de moeielijkbeid voor de ven dat juist altijd dezelfde klassen arm, regeermg om te moeten blijven binnen de grenzen der grondwet. Die fout in de grondwet, daarvan is de Liberale Partij de schuld, volgens spr. Art. 80 der grondwet spreekt van gegevens van welstand en geschiktheid. delft gesprokene. Toen was juist aange toond dat de toestand van den boeren stand in N. en Z. Holland hard achter uit ging, en de hypothcaire schuld zeer was toegenomen. En daar waar h et den boer zoo slecht gaat, moet het zeker den arbeider niet minder slecht gaan. De heer van Eek prijst het in de uitverkorenen rijk moeten boeren, dat zij, niettegenstaande het hun slecht gaat, hun arbeiders zooveel moge- godsdienstig standpunt lijk werk verschaffen. Maar al die van kunstmatige werkverschaffingen brengen Spr. geen verbetering in den onhoudbaren toe- En dan nog dat gezeur van ja, er moeten en zullen altijd wel armen en rijken moeten blijven bestaan. Dat is heel goed, maar waar staat het geschre- en dezelfde blijven Ook van een kan men den huidigtn toestand wanverhouding niet goedkeuren, beroept zich daartoe op het het getuige- stand. 850 koppen boter 70 a 72'ct per kop. Ai l k m a ar 11 Febr 189S. Aangeroerd: 5 Paarden f 60.— a 150.— 2 Koeien 110.— a 140. 32 nucht. Kalveren 6.— a 10. 170 Schapen 10. a 16. 102 magore Varkens 16.a 23. 112 Biggen 9.— a 12.75 3 Bokken en Geiten 3.a 7. Boter per P. .65 a —.75 Kipeieren 4.50 a 5. Alkmaar, 13 Febr. 1893. Aangeroerd. 22 Koeien en Oasen f 180.— a 240. 83 vette Kalteren f 40a 112. (per pond f 0.85 a 0 95) 25 Nuchtere Kalveren 7.a 15. 29 vette schapen 14.a 24. 132 vette Varkens per P f —.48 a .56 65 magere dito 17.a 22. Permereed, 17 Eebr. 1893.Aangeroerd Aangevoerd 52 stapels. Hoogste prijs kleine kaas f 32.— stapels middelbare 562 K.G. Boter f 1.40 a 1.50, per K.G. 13 Paarden. 122 Vette Varkens per Kilo f 0.47 a 0.56 handel vlug. 92 Magere idem per stuk f 14.— a 30.— handel stag. 116 Biggen, f 8.a 13.handel stug. Kipeieren per 100 stuks, 3.50 af 4. Etndeieren p. 100 at. f 5.a Ganzen f 0.a 0. J! dam, 11 Febr. 1893. Aangeroerd. Kleine Kaas. hoogste prijs f 27.50. Aan geroerd 5 stapels, wegende 1195 kilo

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 3