nju ml aas.
Donderdag 23 Februari 1893.
37ste Jaargang No. 2702.
Gemeente Schagen.
Jachten Visscherij.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAOEHL Laan, D, 4.
Bekendmakingen.
Grondbelasting.
i Nieuws-,
llmteiiiï-
iillal.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regeis f 0.25iedere regel meer 5 cta
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inhoud, van No. 9 van ons
Geïllustreerd Zondagsblad is als volgt
Nanciebel, een geïllustreerd verhaal naar
het Engelsch van William Black. Slot,
met illustratie. Zooals het betaamt.
Een uiltje knappen. Het Panamakanaal,
met illustratie. De gelaat?veranderingen
bij een neger, die een aardige grap hoort,
met zes illustraties. Uit de geschiedenis
van het gaslicht. Een nieuwe belasting,
met illustratie. Een Russisch bad in
de open lucht, met illustratie. De dood
van arwick, met illustratie. Olifanten
in den oorlog, met illustratie. Kostbaar
bont. Puzzle. Oplossingen der Prijs
raadsels. Dichtheid der bevolking.
Een snel besluit, met illustratie. Een
nuttige stof. De eerste vrucht. Onze
voorvaderen en hun titels. Anecdoten-
proeve, No. 6. Een kras middel tegen
ondeugende schooljongens. De Prijs
voor onze eerste Anecdotenproeve. Nieu
we prijsraadsels. De Prijswinners der
raadsels I, II eu van Rebus II. Schaak
rubriek. MededeeÜDgen.
POLITIE.
Vermist
in den nacht van 20 op 21 Februari j.1.
van een regenbak achter eene woning op
de Loet
een rood koperen Aker
met een ijzeren Ketting-.
Inlichtingen worden verzocht ter Secre
tarie dezer gemeente.
De burgemeester van Schagen brengt
ter kennis van belanghebbende het navol
gende
De Commissaris der Koningin in Noord-
holland;
Gezien het besluit van Gedeputeerde
Staten dier provincie dd. 25 Januari 1893
no. 31
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni
1857, (Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
lo. dat de jacht op eenden in deze pro
vincie zal worden gesloten den 23sten
Februari e. k. met zonsondergang
2o. dat de jacht op ander waterwild
zal worden gesloten den lsten April e. k.
met zousondergang
3o. dat het weispel van kwartelen met
steekgaren of vliegnet zal mogen worden
uitgeoefend van 1 Mei tot 15 Julie. k.
4o. dat de visscherij, roet uitzondering
van die met aalkorven, aaldobbers en
palingfuiken, van die met het schepnet of
de gebbe om kleine vischjes te vangen
voor de aaldobbers, en van die op snoek
in de gemeente Texel, zal worden gesloten
van 15 Maart tot 1 Juni e. k.
5o. dat gedurende den gesloten visch-
tijd ook het visscheu met den hengel in
de hand is verboden.
En zal deze in het Provinciaal Blad worden
geplaatst en voorts in iedere gemeente van
Noordholland worden aangeplakt.
Haarlem, 31 Januari 1893.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(Get.) SCHORER.
Schagen, 10 Februari 1893.
De Burgemeester voornoemd,
U. BEELS.
De Burgemeester vap. Schagen brengt
naar aanleiding van art. 15, 2e lid der wet
van 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82), ter
keunis van belanghebbenden, dat heden ter
Secretarie dezer gemeente gedurende 30
dagen ter inzage is nedergelegd eene op
gave van uitkomsten van meting en schat
ting bedoeld in de artt. 15, 23 en 43
der gemelde wet.
Schagen, 17 Februari 1893.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Roman van F. DU BOISGOBEY.
XVI.
Toen Victoire den naam der Btraat Rue
Tiquetonne hoorde, vatte zij krampachtig den
arm harer vriendin. „Hebt gij bet gehoord?*
riep zij uit met heescbe stem. .Misschien
staat het ongelukshuis wel in braud, in het
welk Hugo nu vertoeft, om de bewijzen te
zoeken voor de onschuld van mijn broeder.
Misschien heeft bet noodlot hem overvallen!*
.Stel n gerust, Victoire,* betoogde Clo-
tbilde, ,er is immers niet de minste aan
leiding tot dergelijke vermoedens. Dat er nu
in dezelfde straat een brand uitgobroken
is, behoeft ons toch niet met angst te ver
vullen.*
De uitdrukking van haar gelaat verried
duidelijk genoeg, dat zij zelve door angstige
zorgen gekweld werd.
,ik hond bet wachten niet langer uit,*
antwoordde Victoire, .ik heb nog nooit zulk
eene marteling gekend Dat bet tot niets
nut is, dat wy ons naar de Rue Tiquetonne
begeven, dat zie ik wel in. Maar wy kunnen
toch naar mijnheer Berquin rijden, tot wieu
Hugo zich in elk geval het eerste zal be
geven, of aaD wien hij tenminste tijding
zal zenden, wanneer er iets ernstigs mocht
gebeuren.*
Mevrouw Saoveterre wist geenerlei be
denking hiertegen in te brengen, m lar vond
ook, dat het voor haar beiden een groote
geruststelling zou zijn, te kunnen spreken met
Hngo s vriend, tot dat deze zelf zou komen.
Na weinige minuten reden de dames naar
de Rue Perrault. Het was over achten, toen
zij bij Berquin's woning aankwamen, en in
alle straten brandden reeds de gaslantaarns.
Zij stegen de eerste verdieping op en
belden aan de deur, waarop Berquin's naam
stond, aan, waarna er dadelijk een portier
kwam, die de denr opende. Hij bracht de
voor de dames onwelkome mededeeling,
dat mjjnbeer Berquin een uur geleden drin
gend was ontboden. Of de dames, ingeval
bet een ernstige zaak gold, misschien in
de wachtkamer wilden wachten
Terwijl zij nog twijfelden en overlegden,
reed er bniten een rijtuig voor, en boorde
men lnidde stemmen. Het waren Carolles en
Berquin met Jacqnes Crambard.
Nauwelijks had Victoire de stem van
baren geliefde geboord, of zij snelde in
koortsachtige gejaagdheid de trap af. Zij
zag, dat Hugo op een stok leuode en dat zijn
De heer J. Pot, ondernemer
van het stadstelephoounet te ALKMAAR,
hoofd vorbonden was.
Onder den uitroep.Hugo, wat is er
voorgevallen Zijt gij gewond wierp zij
zicb aan zijn borst.
.Dat is niet der moeite waard, liefste,"
antwoordde hij, terwijl hij met stralende
oogen den arm om haar schouder sloeg en
het meisje kustte. „Vriend Crambard hier,
heeft er meer van langs gehadmiar
daardoor hebben wij ook de overwinning
behaald 1*
„Hoe, gij hebt werkelijk
„Wij hebben den moordenaar van Belten
aan het gerecht overgelevord. Zooeven heeft
bjj, den dood voor oogen ziende, voor den
comm ssaris van politie, tot wien wij hem
gebracht hadden, de bekentenis herhaald,
welke hij reeds aan Crambard en mij vooraf
bad gedaan.*
De zuster van den tor dood veroordeelde
kon van ontroering niet spreken.
Berquin noodigde nu allen uit, in zijn
woning te komen, opdat men elkaar daar
beter bet gobeurdo zou kunnen mededeelen.
.Tegelijk zullen onze beide helden er niet
op tegen hebben, een kleine hartversterking
te gebruiken,* voegde bij er lachend aan
toe, „waot de wijn, welken de wakkere
commissaris van politie u gaf, was zeker
hartelijk gegund, maar ook even znur.*
Carolles verhaalde nu onder de grootste
aandacht zijDer vriendinnen het gebeurde in
de Rue Tiquetenne, zoo ongunstig begonnen,
maar dank zij het besliste en moedige op
treden van Crambard, tot zulk een geluk
kigen uitslag gebracht.
De schilder gevoelde zich gestreeld en
ook wel een weinig verlegen, toen de dames
op de hartelijkste wijze hem haren dank
betoogden.
Berquin schilderde hierop zijn komst bij
den politie-commiasaris, waar de ontboden
arts intusschen Crambard en Carolles ver
bonden en den levensgevaarlijk gewonden
hotelhouder weder tot bewustzijn gebracht
had. De toestand van Viroulas was zoo
ernstig, dat Viroulas het zelt zeer goed
bewust was, hoe na bet uur was gekomen,
in hetwelk bij voor een boogeren rechter
zou moeten verschijnen.
Voor dit bewustzijn hield de moed van
den misdadiger niet langor stand; zijn trots
was gebroken en bij liet zicb ook door
Berquin's vermaning bewegen, voor den
commissaris van politie een volledige beken
tenis af te leggen. Van deze schuldbelijde
nis welke nu de onschuld van Heori de
Brains ook tegenover bet g.recht volkomen
bewees, was onmiddellijk protocol opgemaakt
eu door Viroulas onderteekend.
.Intusscbeo,* ging de advokaat voort,
„stond zyn huis in lichter laaie en de brand
stel! pogingen in het werk om die gemeente
intercommunaal met het Bell-telephoonnet
te verbinden.
In een daartoe dezer dagen bijeengeroe
pen vergadering van belangstellenden is
besloten dat men zich tot den gemeente
raad zal wenden om de onbrekende f 800
van de te waarborgen opbrengst voor risico
der gemeente te nemen.
Bij koninklijk besluit
van 18 dezer is de heer Daniël De
Lange., dirigent van het r-capel!a-koor,
benoemd tot ridder der orde van den Ne-
derlandschen Leeuw.
Deze koninklijke erkenning van zeer
groote verdiensten zal algemeene instemming
vinden.
Een testament. Inbetjaar
1808 maakte zekere heer Jan von Wallen
dal, te Edam, een testament, waarbij bij
bepaalde, dat zijne nalatenschap ten goede
zoude komen aan de behoeftige inwoners
van Edam en Monnikendam en van zóó
vele andere steden en plaatsen, als de geld
middelen zouden toelaten.
Er moest namelijk uit de gelden een
spinfabriek van wollen worden gesticht te
Edamwierp die winsten af, dan zouden
deze tot kapitaal worden gebracht, totdat er
een voldoende som aanwezig zoude zijn
om een soortgelijke fabriek te Monniken
dam te stichteu. Behaalde ook deze fabriek
weder winsten, dan zouden de winsten der
beide fabrieken wederom gekapitaliseerd
worden totdat uien daarvan een derde fabriek
kon stichEn, euz.
De gemeente Monikkendam heeft nu de
tegenwoordige directeuren der spinfabriek
te Edam in rechten aangesproken tot uit
betaling eener som van 1' 50.000 uit het
fonds van Wallendal, cn directeuren waren
(blijkens de conclussie van antwoord) bereid,
die som aan Monnikendam uit te keeren
tot het voorgeschreven doel.
In November j. 1. hadden de plei
dooien plaats in de openbare zitting der
arrondissementsrechtbank te Haarlem. Voor
de gemeente Monnikendam pleitte mr. J.
C. de vries, voor de gemeente Edam mr.
M. J. Pijnappel, beiden van Amsterdam.
weer had de handen vol, om een uitbreiding
van den brand te voorkomen. De politie zal
op mijn aanvraag er zorgvuldig over wakeD,
dat bij het opruimen der ruïne wordt nage
zien, of er sporen van bet gestolen geld
onder zijn. Het vat is natuurlijk verbrand,
doch de metalen koker, waarin de bank
biljetten geborgen waren, kan toch nog wol
overgebleven zijn. Onder alle omstandigheden
beeft de bank van Frankrijk aan dezen
brand het voordeeltje van een millioen francs
te danken en ook het aandeel van onzon
vriend Henri de Brains is dus zoo goed
als verloren, want van het geldswaardig
papier zullen in bet gunstigste geval, slechts
verkoolde overblijfselen aanwezig zijn. Deze,
door deskundigen onderzocht en herkend,
zijn dan wel voldoende, om tegenover bet
gerecht het bewijs te leveren, dat de door
Viroulas gestolen buit zicb werkelijk in een
metalen bus heeft bevonden. Wat den waard
betreft, die is door de politie naar bet
hospitaal vervoerd. De doctor meende, dat
bet aan de geneeskunst misschien nog wel
gelukken zal, zijn leven nog eenigen tijd te
rekken, maar van eenige genezing kon men-
scbelijker wijze gesproken, geen sprake meer
zijn. In ieder geval zal bij lang genoeg
leven, dat er nog jegens hem aan de ge
rechtelijke formaliteiteo kan worden voldaan,
om de waarheid zijner bekentenis ook ge
rechtelijk te bewijzen. Eerst wanneer de
hotelhouder onverschillig of bjj nog leeft
of intusschen gestorven wettig veroor
deeld is, zal bet eerste tegen John Namuless
gevelde vonnis waardeloos maken. Zoo wil
onzo wet betNu, onder de gegeven om
standigheden kunnen wij met een hoopvol
hart de toekomst tegemoet gaan. Ik zal
(Want de gemeente Edam was inmiddels
bij preparetoir vonnis der Haarlemsche
rechtbank in 1891, ^toegelaten om in dit
proces hare belangen te behartigen Edam
was dus interveniënt ia dit proces.)
Op den 10 Januari jl. nam het open
baar ministerie conclusie, luidende o. a
Aan den eischer (Monnikendam) de som
van f 50.000 toe te wijzen, onder voor
waarde dat het te besteden of uit te kee
ren bedrag zoude moeten dienen tot het
aanleggen eener spinfabriek van wollen te
Monnikendam.
Op 14 dezer echter besliste de Haarlem
sche rechtbank, dat de eisch van Monniken
dam moet worden ontzegd, en zij de pro
ceskosten betalen moest.
Edam heeft dus het proces gewonnen.
Bakers. Hoe nuttig de
dames in den regel ook zijn die men be
stempelt met den naam van „bakers," me
nig kraamheer heeft al eens ondervonden,
dat zij soms erg lastig kunnen zijn. Zoo moest
een bewoner van het Sarphatiepark te AM-
sterdam voor eenigen tijd liefst nog wel
ontdekken dat zij zwaar beschonken was.
Maar een nog onaangenamer geval had
een kraamheer, wonende aan de Ruysdael-
kade. Het was zijn eerste kind waarmee hij
was verheugd.
Zondagnacht was de man al te bed, toen
hij door zonderlinge geluiden werd gewekt.
Klaar wakker zijnde, hoorde hij heen en
weer loopen en eenig onraad vermoedende,
ging hi} in nachtcostuum in den gang kij
ken
De man kleurde van schaamte want in
den gang zag hij zijn dienstmaagd en zijn
baker. En wat deed de baker raar
Eluks eenige oumisbare kleedingstukken
aangetrokken hebbende en zijn onderzoek
voortzettende, zag hij haar, van wie het wel
en wee van de kraamvrouw zoozeer afhangt,
kruipende over de marmersteenen en ker
mende van pijn. Mijnheer, het ergste ver
moedende spoedde zich naar zijn dicht bijwo-
oenden dokter, die na eenige oogen blik ken
met hem mede ging. De dokter dacht on
middellijk aan vergifting, afgaande op de
verschijnselen en beval in afwachting van
Berquin knikte goedkenrend en zeide tot
Crambard, die insgelijks was opgestaan
„Gij hebt door uwe pogingen, om ons Ie
helpen, niet alleen uw logies verloreo, maar
ook al uw have en goed er bij ingeboet
„O,* zeide de schilder lachende, „wat dit
laatste aangaat, is daarover niet veel ophef
te maken, want ik draag zoo tamelijk mijn
geheele bezitting bij mij."
„Gij zijt in ons belang zoo zelfopofferend
workzaam geweest, mijnheer Crambard,"
nam nu mevrouw Sauveterre het woord,
„dat gij liet ons nn moet toestaan, n niet
alleen op verdiende wijze voor uw verlies
schadeloos te stellen, maar ook in het ver
volg u behulpzaam te zijn, een maatschap
pelijke positie te veroveren, in welke gij
uwe talenten tot bare volle ontwikkeling kunt
brengen.*
De advokaat, die intusschen zijn bediende
had binnengero3pen, wendde zich nu tot
Crambard en zeide, hem de band toestekende:
„Vooreerst, boste vriend, hebt gij behoefte
aan rust. Mijn logeerkamer is voor u in
gereedheid gebraeht, en mijn bediende zal
u alles brengen, wat tot uwe versterking
cn verkwikking noodig is. Ga nu eerst
eens flink uitslapen, dan zullen wij morgen
wel verder zien. Voor mijne correspondentie
heb ik u nu niet noodig; bet is voldoende
als mijnheer de Carolles mij daarbjj een
handje helpt. Slaap wel dus en tot morgen!*
De schilder greep naar zijn roode muts
die hij onder alle omstandigheden der laatste
ureD nog steeds gered hadhij stamelde
eenige woorden van dank en maakte eene
diepe buiging voor de dames.
Toen hij van Carolles afscheid nam,
fluisterde hij dezen toe .Wanneer gij mis
de geneesmindelendie hij voorschreef, melk
toe te dienen.
„Maar baker," klonk het eindelijk uit
den mond van den kraamheer, „hebt je
dan wat gebruikt?"
„Och meneer', klonk het onder afwisselende
zuchten en kermen, „ik zocht in de keuken
kast naar een schoon glas toen ik in bet
hoekje zag staan een half fleschje waarop
stond „Madera". Och, ziet uwe, ik heb al
tijd zooveel van madera gehouden dat ik
den lust niet weêrstaan kon, en een fermen
slok nam van
„De terpentijn", schreeuwde de dienst
maagd, haar in de rede vallende, terwijl zo
haar handen in elkaar sloeg.
Het raadsel was opgelost.
Maar nu komt het mooiste. Toen de
kraamheer zijn vrouw wat op de hoogte
had gebracht van wat was geschied, keerde
hij bij de baker terug, die in dien tusschen-
tijd al wal was opgeknapt.
Natuurlijk maakte mijnheer eenige aan
merkingen op haar nachtelijke drinkmanie,
maar jawel daar begon de dame uit een heel
ander vaatje te tappen.
„Wat wou je meneer, mij wat verwijten,
ik ben een eerbare vrouw d'r is niemand, die
zie dat niet op mc weet te zeggen en ze maakte
met duim en wijsvinger een knippende be
weging; maar ik zal jou verklagen wegens
onwilligen manslag; mijn man is aan de po
litie hoor, die weet het precies," en zoo
raasde de vrouw door en wist meneer niets
beter te doen dan te zwijgen en dan, nadat
de dokter uitgelaten was, den dienst bij de
kraamvrouw te gaan waarnemen.
Het kostte heel wat moeite om na het
aanschaffen van een „reserve-baker", num-
één uit het huis te krijgen. Ze bleef
r nog dreigen, haar vroegeren meester
te vervolgen. Als ze het doet, zullen we
onze lezers er van op de hoogte stellen
natuurlijk. Echo.
Een paard van den veehou
der Klaas Bos, aan den Haarlemerweg,
te SLOTEUDIJK, is gestorven aan milt
vuur, welke ziekte anders voornamelijk bij
koeien wordt geconstateerd. De hoeve wordt
ontsmet.
mer
naar het voor
werden geleid.
Terwijl Victoire aan
het buis wachtende rijtuig
beminde voorging, zeide
natuurlijk ook dadelijk bewerken, dat mijn- scbien de kleine dame van gisteren mocht
beer de Brains de gevangenis Roquette mag wederzien, mijnbeer de Carolles gij weet
verlaten ou in de preventieve gevangenis wel, die mij zoo handig heeft beet genomen
worde overgebracht, waar hem dan alle eu tot u bracht
mogelijke geriefelijkheden kunnen worden „Ah, gij meent mejnffrouw Riszler
verschaft. Om dit alles te verkrijgen is het „Die juist wanneer gij haar ziet, wilt gij
echter noodig, dat ik dadelijk incdedeeling van baar dan mededeelen dat ik mijn woord
het gebeurde gereed maak voor den president
der republiek, zoowel als voor den minister
van justitie en voor deu presicent der recht
bank, opdat al die documenten morgen vroeg
gehouden, en mijn werk goed verricht heb?"
„Natuurlijk zal ik dat, en gij moogt er
van overtuigd zijn, dat mejuffrouw Adèle
zicb er recht hartelijk over zal verheugen.
aan de genoemde autoriteiten kannen worden Zij alleen toch heeft het mogelijk gemaakt,
overhandigd. Mijnbeer de Carolles en ik dat wij beiden ons tot de gevaarlijke expe-
zullcn dat persoonlijk op oos n.men, opdat ditie verbonden. Zoodra verder morgen vroeg
er geene vergissing mogelijk is, want zoo mijn arts bij mij komt, zal ik hem ook
iets zou de noodlottigste gevolgen na zicb naar n zendengij hebt bem noodiger dan
kunnen slepen.* ik.*
„Daar wij dus bier hinderlijk zonden „O, ik heb een gezonde natuur, mijnheer
kunnen zyu, willen wij van de heeren af- de Carolles,* zeide Crambard opgewekt,
scbeid nemen,' zeide Victoire, opstaande, „zulke kleinigheden bebben bij mij niets te
en bare vriendin volgde haar voorbeeld, beteekenen. Ik heb wel erger beleefd!*
waarbij zij snel den advokaat eenige woorden Na den schilder namen ook Victoire en
toefluisterde. Clothilde afscheid, die door de beide heeren
den arm van haar
mevrouw Sauve
terre tot Berquin: „Mag ik u morgenochtend
in het sterfhuis verwachten, mijnheer Ber
quin,* en toen deze zich bereid verklaard
had, ging zij voort„Mij is het er om te
doen, dat gij zeer spoedig de nog loopende
zaken afdoet. In de eerste plaats wil ik
voor zoover zulks mogelijk is het onrecht
verzoenen, door mijn vader gepleegd jegens
den overste de Brains. Uit de boeken van
mijn vader zal u wel kunnen zien, welke
schade de overste toen beeft geleden. Dit
bedrag moet aan de kinderen van den over
ledene met rento teruggeven worden. Boven
dien zal er nog wel meer goed te maken
zijn, vrees ik. Doch daarover later."
„Ik vind uw verlangen zeer begrijpelijk,
waarde mevrouw," verzekerde de advokaat,
„en ik zal al het mogelijke doen, uw wenscb
te vervallen. Wat de geschreven wetten in
dit geval zeggen, behoeft niet geraadpleegd
te worden volgens het in olk recht
geaard mensch wonend rechtsgevoel komt
aan de kinderen van den overste da Braios
die som toe, welke gemakkelijk is te bepalen.
Mejuffrouw de Brains zal, naar ik vermoed,
wel spoedig in het huwelijk treden en zulk
een huwelijksgift niet afwijzen ook mijnheer
Henri de Braios zal te minder bedenkingen
maken, als ik hem zeggen kan, dat de hand,
die een begaau onrecht wenaobt goed te
maken, weldra weder geheel vrij zijn zal
Clothilde bloosde bij de toespeling, doch
overwon hare verwarring en zeide: „Dat is
bet tweede punt, betreffende hetwelk ik nw
hulp en raad behoef. Ik zou, zoo mogelijk,
elke verdere ontmoeting met Sauveterre,
die daarop nu natuurlijk zal aandringen,
willen verhinderen. Misschieo ziet hij er
wel van af, als hij morgen dadelijk ver
neemt, dat ik vast besloten ben, mij van
bem te laten scheiden en wel zoo spoedig
mogelijk dat ik evenwel er niets op tegen
heb, hem financieel schadeloos te stellen
gelijk mijn vader dat van plan was.*
„Mijnheer Sauveterre zal bigde zijd, wan
neer hij die som ontvangt, daarvan ben ik
zeker. In ieder geval zal ik morgen als nw
zaakgelastigde, de voorbereidende stappen
doen en verzoek ik n, te dien opzichte u
op mij te willen verlaten!*
Toen het rijtuig voortreed, omarmde
Victoire hare vriendin, terwijl zij baar
toefluisterde: „O, hoe onbeschrijfelijk geluk
kig ben ik, ClothildeDoch ook gij zult,
nu spoedig gelukkig, zeer gelukkig worden.*
WORDT VERVOLGD.