342si6 Staatsloterij.
Etrslc Trekking 13 MAART 1803.
Te Kooit aangeboden
Soliede Boden en Agenten
Verkrijgbaar bij
H d. SMIT,
PLAATSELIJK NIEUWS.
Burgerlijke Stand.
Gemeente Schagen.
Marktberichten.
15
Advertentiën.
Nog over 5 Kilo puik best
UXEK Z AAD.
bij R. de Vries,
.11). MOLENAAR Jb.,
BIERKADE, SCHAGEN.
«2
a
3
SP
.s -
voor lage prijzen
Jachtwagens, Speel- of-
Kaaswagens, Bakwagens,
Tilburykarren, enz.
JAC. IYIASCLE,
Jleiler Co.. Oseli, VII.)
Houtbedertwerend middel,
Agentuur B IJ NV I E L E N,
Gegoten I OI HVll/KV
eu verdere lluislioadelijke arti
kelen.
BHAMDKABTEI»
in verschillende afmetingen.
Onze kippen. De meeste
menschen, die er kippen op na houden, is
het vrij onverschillig welk soort ze hebben
van wdke kleur ze zijn en hoe ze de die
ren bi-handelen. Ofschoon het reeds lang
uitgemaakt is, dat de Wijandottes, de Ita
lianen en de gewone boerenkippen als soort
de voorkeur verdienen en er re ds honderd
maal gezegd is, dat men de kippen een
zindelijk, warm verblijt met velerlei en ve-l
voedsel tevens vleesch (maar niet te veel)
en groente moet geven, is er zeker nog
nimmer om gedacht of de kleur der kip
pen al of niet tot de eier-productie bijdraagt.
En dit is nu juist het punt, waarop wij
meenen te moeten wijzen Het is een feit,
dat kippen met donker gekleurde veeren
veel meer eieren leggen, dan die met licht
gekleuide, vederen. Dit verschijnsel is te
verklaren uit de waarheid, dat de donkere
veeren de zonnewarmte beter opslorpen,
daardoor de lichaamswarmte verhoogen en
het organisme tot hoogere werkzaamheid
aansporen. Veilig mag daarom aangeuomen
worden, dat donkergekleurde kippen de bes
te eier-ltgsters zijn. Dit verschijnsel wordt
niet alleen bij hoenders opgemerkt, doch
ook bij andere vogels. Witte ganzen en
en licht gekleurde eenden leggen minder
goed dan donker gekleurden.
Er zijn bovendien onder de kippen vlij-
tigen en werkeloozen. De laatsten zijn het
voedsel nut waard. Zij pikken een weinig
van hel eten, gaan 't eerst slapen, komen
'sochtends het laatst uit 't hok, zijn lui,
dik en vet en geven weinig of geen
eieren. De vlijtige kip wacht met ongeduld
op het oogetiblilr, dat de schuif van het
nachthok opengaat, is vlug en begint di
rect te krabben. Zij werkt den geheelen
dag en als de anderen al reeds ter roste
gegaan zijn, zoekt zij nog ijverig voort. Zij
leggen overvloedig. Van dezulken moet men
eieren verzamcleu en die laten uitbroeden.
Dan krijgt ra n hoenders die met genoe
gen gehouden worden. Leeuw. Ct.
Uit hetleven van een ju-
welier.
Het wns omstreeks veerlien dagen voor
Kersttijd Er waren niet veel reizigers en
ik zat alleen in een rijtuig van den eer
sten tr.in. Mijne bestemming was Parijs.
Ik moest voor mijn vader, een Londensch
juwelier en goudsmid, een zeer kostbaren
en schitterenden ring overbrengen naar
zijn agent te Parijs. „De diamanten zijn
500 pond waard, zoo goed als een duit
een duit," had mijn vader mij gezegd.
„Ik hoop, dat gij bijzondere zorg voor
dien ring dragen, en hem niet verliezen
zult, noch u zult laten ontstelen." Ik
lachte een weinig ongeloovig toen mijn
vader dat zeide. Alsof het mogelijk ware,
dat ik hem zou kunnen verliezen of dat
ik mij zou kunnen laten bestelen. Ik was
juist 21 jaren en mijn vader had geen
recht tot mij te spreken alsof ik nog
maar een jongen ware. Ik had den ring
veilig in een binnenzak van mijn vest ge
stoken en ik droeg wel zorg om van tijd
tot tijd eens te voelen of hij er goed zat.
Ik had hem niet gezien, nadat mijn va
der hem in het kleine, met fluweel be-
kleede doosja gedaan had, waarin hij nu
nog geborgen was.
Toen ik mijn eerste sigaar gerookt en
mijne courant gelezen had, kwam het mij
in de gedachte, dat ik. hem nog wel eens
mocht bekijken. Dat kon geeu kwaad, ver
beeldde ik mij. Ik nam het doosje uit
zijn schuilhoek en opende het. Mijn oo
gen werden verblind toen ik er naar keek.
Daar lag het kleinood in al zijn pracht.
Wie kon weerstand geboden hebben aan
het genoegen om het er uit te nemen en
het eens aan te passen, zeker, ik niet.
Eerst probeerde ik het aan den eenen vin
ger en dan aan den ander. Als hel ge
maakt was voor den middelsten viuger van
mijn rechterhand, kon het niet beter ge
past hebben. Kortom, het stond prach
tig. Nu begon ik te deukeD, zou er wel
een veiliger plaats voor den ring zijn dan
mijn vinger; ik had alleen mijn hand-
schoon maar aan te houden en geen mensch
zou er iets van uierken. Het was veel
veiliger dan in mijn zak. In dit geval
was het dwaasheid er nog laDger over te
denken.
Ik hield den ring aan mijn vinger en
deed het leege doosje in mijn zak. Daar
ik alleen zat, was het niet noodig dade
lijk mijn handschoen aan te trekken. Zoo
zat ik te rooken en te soesen en keek
naar de veelkleurige stralen die uit den
steen schoten, en was benieuwd welke
groote pronker bestemd was om dezen
ring te dragen. Hoe wenschte ik dat hij
de mijne ware
Het kou geen kwaad dat ik hem in de
oogen vau den condecteur liet schitteren,
toeu hij het kiartje kwam knippen. Hij
was toch een vertrouwd persoon maar ik
droeg wel zorg mijn handschoen aan te
trekken en dicht te knopen voor ik den
trein verliet. Een kwartier later stoomden
wij met spoed de haven van Dover uit.
Er waren niet meer dan een dozijn pas
sagiers op het dek. Het was een koude,
heldere dag. De zee was juist onstuimig
genoeg om de reis onaangeuaam te ma
ken voor onbevaren lui. Er waren maar
twee dames te zien. De eene was eene
stevige vrouw van middelbare jaren, die
bijna den geheelen overtocht zich bezig
hield met eten en drinken duidelijk ie
mand die de reis dikwijls gedaan had.
De andere was nu, zeker het bekoor
lijkste schepsel, dat ik ooit gtziea had.
Om de waarheid te zeggen, ik kon mijne
oogen niet van haar afhouden. Ik wan
delde het dek op e"h neer, en ging haar
telkens voorbij, en eiken keer dat ik voor
bijging, keek ik haar aan. W at een lieve,
blauwe oogen! Wat prachtig blond haar!
En haar toilet, men zou dichter moeten
zijn om die heerlijke rozenkleur te be
schrijven Een of tweemaal ontmoetten hare
oogen de mijne voor een oogen blik en het
viel me op, dat ze zoo'n droevigen blik
had. Zoover ik kon nagaan, was ze ge
heel alleen. Wij wareD zoowat halfweg,
en ik ging haar misschien vim r den vijf
tienden keer voorbij, toen zij mij aansprak.
„Zou mijnheer zoo goed willeu zijn den
hofmeester te vragen mij wat cognac te
breDgen." Zij sprak Fransch, en zooals
het liedje zegt, baar st m klook zacht en I
zoet. Ik was te bedremmeld om haar te
antwoorden. Ik kon alleen maar buigen
en glimlachen en haastte mij naar den hof- j
meester. Ge kunt begrijpen, dat ik haar
de cognac zelf bracht. Ge moest eens ge-
zier. hebben hoe vriendelijk zij mij bedankte.
Zij dronk met zulke kleine teugjes als
een kanarie, zoo die beestjes ooit sterken
drank zouden drinken.
„Ik hoop dat het u wat mag opknap-
peo," waagde ik een oogenblik later te
zeggen.
„Ja, bet doet mij wel goed, dank zij
uwe vriendelijkheid. Maar ik ben geen
jonge dame, ik ben een getrouwde vrouw,
ik ben weduwe.» Zij drukte haar zakdoek
tegen den oogen terwijl zij zoo sprak. Hoe
belangwekkend, neen. hoe treffend was de
ze eenvoudige ontboezeming. Nu weet ik
vanwaar die droeve blik harer oogen. Mocht
het mijn gelukkig lot zijn haar te troosten
Er stond een tahouret dicht bij haar.
Ik schoof die een weinig nader en ging
er, blozende over mijne vermetelheid, op zit
ten. Zij scheen niet beleedigd en we waren
spoedig in een druk discours. Ze was
volstrekt niet stijf, maar zeer openhartig.
Zij was maar drie dagen in Londen ge
weest en gelogeerd geweest bij Sir Ilenry
Evans, die de zaken vau haar overleden
echtgenoot in Engeland in handen had.
Ze ging nn terug naar hare eenzame wo
ning, een kleine villa, waar zij gewoond
had na den dood van haar man. Zij kon
niet met den correspondeerenden trein ver
der,want ze had nog eenige zaken in Ca-
lois te verrichten. Ze zou met den avond-
trein verder gaan. Dit alles werd mij met
een allerliefste openhaitigheid verteld.
Er was volstrekt geen reden voor mij
waarom ik niet zou wachten om met haar
met den avondtrein te gaan, tenminste
wanneer ze het mij toestond zulks te doen.
Toen ik dat bedekt te kennen gaf, maakte
zij geen tegenwerping, maar zeide, dat het
haar genoegen deed gezelschap te hebben,
zij en keek mij even aan, en ik durf er op
zweren, dat zij bloosde. Ik had haar al ver
teld dal ik naar Parijs moest om een bij
zondere boodschap voor mijn vader te doen,
maar had geen woord van den ring gezegd
en ze had hem ook niet gezien. Ik had
mijne handschoenen aangetrokken voor ik
Dover verliet en had ze nog aan.
Een poosje later waren wij te Galais;
mevrouw kwam er voor uit dat zij etens-
trek had en dat een goed ontbijt haar
welkom zou zijn. Terwijl zij haar zaken
ging doen, nam ik een rijtuig en liet mij
naar het hotel Dessen brengen. Na verloop
van een half uur kwam zij daar bij mij.
Niemand ontbijt met glacé—haudschoenen
aan. Nu was de vraag of ik het mijne zou
gebruiken, met den ring aan mijn vinger
of dat ik hem zorgvuldig in het doosje
zon leggen, om hem uit het gezicht te hou
den. Zoo gij eenige kennis hebt van den
menschelijke natuur op een-en-twintigjari-
gen leeftijd en vooral als er eene bekoor
lijke vrouw in het spel is, zult gij wel we
ten, tot welk besluit ik kwam.
De dame gebruikte iets van dit en dat
maar at niet veel meer dan een vogeltje.
Wat vloog de tijd omIk had wel een
jaar in die gezellige kleine kamer willen
blijven.
Toen de tafel afgenomen was, en wij
alleen waren gelaten met een flesch op ta
fel, schenen op de eene of andere manier
onze stoelen elkaar te naderen. Het kan
ook zijn dat de kachel ons aantrok, want
het was een gure dag. Hoe het zij, we za
ten dicht bij elkaar. De dame sprak toen:
„rookt gij niet, mijnheer „Ja, meer dan
ik geloof dat goed voor mij is." „Nu, rook
dan, doe mij dit pleizier; ik mag graag een
heer zien noken." Ik stond op om mijn
sigarenkoker nit mijn overjas te halen, toen
zij haar haud even op mijn arm legde, en
wat een bekoorlijke hand was het, en zei:
„wacht, ik zelf rook ook cigarettes. Ik heb
lang in Spanje gewoond, waar bijna alle
dames rooken. Gij ergert er u immers niet
over, dat een dame een cigarette rookt?"
„Gtërgerd, mevrouw
„Neen, zeker niet, gij zijt te veel een
man van de wereld. Gij zijt boven zulke
vooroordeelen verheven. Welnu gij moet een
van mijn sigarettes opsteken." Uit het tas-
schje aan hare zijde nam zij een gebor-
duutden koker, opende dien, en verzocht
mij er een uit te kiezen. Ik deed zoo, en
zij nam een ander. Met hare eigene schoo-
ne vingers stak zij een lucifer aan en
hield die voor mij vast, terwijl ik aanstak,
daarna zij. Zij heeft den ring wel moe
ten zien terwijl ze de lucifer vasthield.
„Ik deük wel dat ge den geur wat
bijzonder vinden zult," zei zeeenigd minu
ten later. „Deze cigaretten zijn gemaakt
van geparfumeerden tabak, ik rook nooit
andere, Ik hoop dat ge ze niet onaange
uaam vindt."
„O volstrek niet, mevrouw! Ik vind ze
heerlijk. Zooals u zegt, de geur
13 W
el
een beetje bijzonder, maar aromatisch en
aangenaam, zeer aangenaam." Om de waar
heid te zeggen, ik vond het volstrekt niet
lekker, maar ik zon het voor geen duizen
den gezegd hebben.
Wij zaten stil te rooken. Ik zat te den
ken wat dit lieve schepsel wel tot mij
zeggen zoo indien ik haar vertelde, hoe
verschrikkelijk verliefd ik op haar gewor
den was Zou ze mij toornig afwijzen of
zon zij
lk sprong eensklaps op en ergerde mij
dat ik in slaap was gevallen. Gelukkig
had ze het niet beraeikt. Hare groote,
droefgeestige oogen waren op den kachel
gevestigd. Er was zeker iets hedwelmends,
iets dat geneigd maakte tot sluimeren en
genotvol droomen, eigen aan mevroaws
bijzondere cigaretten. Als ik maar twee
duizend pond 's jaars bad, en dit lieve
schepseltje om ze met mij te deelen, hoe
gelukkig zon ik wezen
Ze was zeker wel een jaar of zes zeven
ouder dan ik, maar ik behoorde niet tot hen
die aardigheid hebben in die schoolmeisjes,
die zich voordoen als volwasschen terwijl ze
nog kinderen zijn.
Dat was een engel, alleen gelaten op een
donkere en gevoellooze wereld, die droevig
verlangde naar een hart en een t'huis
naar een hart, overvloeiende van liefde! Ik
had een hart dat smachtte voor dat
hoe wat is dat en waar was ik
Ik werd mef een huivering wakker. De
kamer zou geheel donker zijn geweest had
het licht van 't voorplein er niet ingesche-
nen. Ik had een vreeselijke hoofdpijn. Ik
stond op en strompelde naar het raam. Toen
ik uitkeek en het bekende voorplein zag
kwam alles als een lichtstraal mij voorden
geest. Waar was de dame? Hoe kwam het,
dat ik zoo lang had geslapen? Wat moest
ze mij voor een lomperd houden. Ik zocht
de bel en trok er hard aan. Dadelijk kwam
den kellner met licht.
„Waar is mevrouw," vroeg ik. „Me
vrouw is drie uur geleden uitgegaan,"
antwoordde hij. „Ze zei, dat ze eenige in-
koopen moest doen en dat zij spoedig terug
zou zijn. Ook zeide zij dat haar broeder, die
zeer zeeziek geweest was, volstrekt niet ge
stoord moest worden. Mevrouw." voegde
hij er bij, „is nog niet teruggekeerd."
Drie uur geleden ui'gegaan! Haar broe
der! Zeeziekte! Wat moest dit alles betee-
kenen?
Terwijl ik daar zeer verward neerzat,
drukte miju arm tegen het doosje in mijn
zak. Onwillekeurig keek ik naar mijn viD-
ger. De ring was er niet meer. Er ging een
steek door mijn hart. Ik zonk neer en ver
borg mijn gelaat in mijne handen. De kell
ner dacht dat ik ziek was en liep hard heen
om wat cognac te halen. O, ik doorzag het
nu alles. Gek, gek, die ik was Ik had
mij overgtleverd aan een bedriegster van de
gewoonste soort.
Den volgenden morgen om negen uur
stond ik voor mijn vader. Ik deed mijn
verhaalmaar ik kon mijne tranen niet
weerhouden, tranen van schaamte en erge-
nis. Hij luisterde naar mij meteen vreemden
cyuischsn glimlach. Toen ik gedaan had,
ging hij naar zijn schrijftafel, opende een
lade en zeide „wee9 gerust, hier is de ring,
veilig en wel."
Ik kon niets doen dan hem met open
rnoud aaustaren. „Toen die dame den ring
in haar bezit had en u in slaap achterliet,
had zij juist tijd genoeg de avondboot
naar Dover te halen; de ring was gisteren
avond vóór tien uur in mijn handen."
„Maar maar," stamelde ik, „ik kan
h.st niet begrijpen. Toen ze eenmaal den
ring had, waarom bracht ze hem u terug."
„Omdat ze betaald was, aldus te han
delen. Omdat ze aangenomen was om ts
doen zooals ze gedaan heelt. Die dame is
geen diefegge van professie, maar een die
ven vangster. Gij waart, mijn waarde zoon!
in den laatsten tijd zoo ingenomen gewor
den met u zeiven, en gij hadt zulk een
groot idéé van uwe bekwaamheden, dat
ik dacht d>t het u geen kwaad zon doen,
als ik n een toon lager stemde. Ik hoop
dat het mij gelukt is, je te overtuigen, dat
er menschen in de wereld zijn, even knap,
ja knapper dan een zekere onnoozele hals
van een-en-twintig jaar. Als ge profiteert
van deze les, zal ik mijn geld niet bekla
gen." „Maar was het niet een gewaagde
zaak zoo iets te doen; een ring van vijf
honderd pond waarde?
Mijn vader keek mij aan met de del-
tigheid van een rechter. „Waar ziet gij
uw ouden vader voor aan, mijn waarde
zoon; de diamanten waren valsch."
Be Aanwijzer.
Hoe ver de dienstijver van
sommige ambtenaren gaat, is in Silezië ge
bleken, waar avn de kooplieden voor den
aanslag in de inkomstenbelasting een lijst
van 55 hoofdvragen en 49 bijkomende
vragen ter invalling is gezonden. Daaron
der worden gevraagdafschriften van de
balansen der vier laatste jaren, opgaaf
van wat de belastingschuldige uitgeeft voor
loterijen, couranten, rijtochtjes, contributiën,
giften, zakgeld, uitzet aan kinderen, op
voeding van kinderen enz. Een eigenaar,
die zijn huis had verkocht, moest de vraag
beantwoorden, hoe hij de koopsom zal be
leggen een ander of en hoeveel hij zijn
huurders zal opslaan. De verontwaardigde
burgers hebben terstond een deputatie
aan den minister van fiiiantiën gezonden,
die bun verklaard heeft, dat zulk inquisi
toriaal onderzoek onwettig is eu op geener
lei instructiëu steunt, zoodat hij terstond
maatregelen er tegen zou nemen.
In een voorheen prachtig
zeer groot hotel in de Galilei-straat te Pa
rijs, woont sedert jaren zonder één enke
len bediende, als een kluizenaar, zekere
Colasson, die na den dood van een bizon
der geliefden neef zich uit de wereld terug
trok. In de salons slaat het schimmel aan
de muren uit, is de zijde der stoelen ge
scheurd en vergaan, hangen spinnewebben
als gordijnen, zwaar van stof van de zol-
deringeu neer en golven in den tochtwind,
die door de gebroken en gebarsten ruiten
trekt. In de voormalige tooneelzaal ataat
nog een wrak staartstuk, half verdwenen
onder leege blikkenwant de heer Colas
son gaat zoo weinig mogelijk uit om voed
sel te koopen en leeft voornamelijk van
beschuitjes. Bij wijze van bijzonder ont
haal kookt hij een ei.
De heremiet is rijk, en als hij geld ont
vangt bergt hij het enkele dagea in een
brandkast. Donderdagochtend te acht oren
nn, had hij juist weer een blik op den
hoop geworpen, toen hij, zich omkeerende,
twee gemaskerden voor zich zag, die zich
op hem wierpen en hem pistolen on
der den neus hielden, met bevel, om hen
naar zijn brandkast te geleiden. Half dood
van schrik voldeed hij hieraan, zeide de
dieven het woord en gaf hun den sleutel
om de kast te openen. De twee namen 25.000
fres. in zilver er uit, dat in de groote zak
ken hunner kleederen verdween, bonden
Colasson op een stoel en ma&kten zich nit
de voeten De arme man slaagde er na on
gelooflijke iuspanning in, met zijn stoel bij
kleine sprongetjes een venster te bereiken,
en door met liet hoofd tegeo een ruit te
bonzen en te gillen een voorbijganger op
merkzaam te maken, die de politie waar
schuwde.
SCHAGEN, 21 Februari 1893.
Uit achterstaande adv.
van het Gezelschap, onder directie van
den heer van Lier van Amsterdam,
zullen diegenen onzer Lezers, die belang
stellen in tooneeluitvoeringen, welke waar
kunstgenot beloveu, met ingenomenheid
het optreden zien aangekondigd van den
heer Feitman.
„Soldateneer» werd in Amsterdam steeds
met met het meeste succes opgevoerd. Van
de verschillende recensiën geven wij hier
die uit het Nieuwsblad van Nederland,
waar zij het volgende getuigt
„Evenals den vorigen winter, stellen Gebr.
van Lier zich voor, ook nu weder een serie
belangwekkende stukken te geven waarme.
de reeds een aanvang gemaakt is met„<SoA
daten-eerdrama in 5 bedrijven, naar het
Fransch van Jean Richepin. De schouw
burg in de Franschelaan, waar deze voor
stelingen gegeven worden, was Zondag te
klein om alle belangstellenden te bevatten.
„Op het drama zelf, dat zeer de aandacht
verdient, kom ik later terug, maar wensch
reeds nu met lof te gewagen van de kra
nige vertolking van dit senatie-stuk nit de
dagen van het Fransche keizerrijk, waar in
de eerste plaats de heer Yeltman weder met
bewonderenswaardigen ijver schittert in de
rol van den sergeant Jean Feron. Zijn
gloedrijke ontboezeming bij de gedachte
aan zijn keizer (vierde akte) verwierf luide
toejuichingen. Ook de heer Potharst als
vader Renaud en later als de zoon kweet
zich zeer loffelijk, evenals mevrouw Kleij
als Jacqueline en mevr. Potharst als Julie.
Het geheel, een militair stuk, was wel
geschikt het talrijke publiek te boeien.
Tooneclschikking en décors waren
uitmuntend verzorgd."-—
Daar waar den heer Blauw zich blijk
baar groote opofferingen getroost, om te
voldoen aan den door velen geuiten wensch,
om eens een degelijk tooneelgezelschap in
zijne lokaliteit te doen optredeD, meenen
wij een opwekking tot getrouwe opkomst
niet achterwege te mogen laten.
't Is waar, goede wijn behoeft geen
krans, toch mag het niet overbodig
geacht worden, belangstellenden er op te
wijzen, waar en wanneer „goeden wijn"
geschonken wordt en dat heeft in dit
geval plaats. Doch men beweert zoo dik
wijls: ja, als er eens op het gebied der
tooueelspeelkunst iets goeds wordt aange
boden, dan willen wij wel daarheen
Welnu dat men dan nu ook zijn woord
inlosse.
Ook te dezer plaatse wapperden
Zondag ter eere van het gouden Bisschops
jubileum van Paus Leo XIII, van de
huizen der Katholieke ingezetenen de
Yaderlaudsche driekleur met den pause
lijken wimpel (geel-wit). Kerkelijk werd
deze feestelijkheid herdacht door de
celebratie eener solemneele hoogmis,
waarbij door het kerkelijk zangkoor
achtereenvolgens werden ten gehoore
gebrachtLeo-Marsch van Philips Lools,
de Mis van üeinze en het Jubellied vau
Verhuist.
Ingeschreven van 18 21 Februari 1893.
Geboren Geerlje, d. v. Reijer Kok en van
Aaltje Stroet.
Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden
Geene.
Hoorn, 18 Febr. 1893. Aangevoerd.
H.
L.
Rogge
t
a
8
V
Tarwe
9
6.—
a
8.-
18
9
Garat
9
4.25
a
5.—
9
9
Haver
9
3.
a
3.75
1
9
WitteErwten
9
10.50
a
12.—
8
j
9
Groene dito
9
11.—
a
13.—
9
Grauwe dito
9
13.50
a
18.—
1
9
Vale dito
e
7.50
a
14.-
1
9
Bruineboonen.
5.50
a
9.50
9
Geeleboonen
a
9
Witteboonen
9
9.50
a
12.—
f
9
Paardenb.
9
5.25
a
6.-
9
Karwijzaad
9
11.50
a
11.75
9
Mosterdzaad
9
29.
a
29.50
1
Paard
V
75.
a
140.-
58
Kalveren
V
5.
a
15.—
37 Schapen 12.—
50 Lammeren 10.a 15.
30 magere Varkens 15.a 25.
2 Zeugen 20.a 60.—
77 Biggen 8.a 13.
Kip-Éeren per 100, 5.50 a
700 koppen boter 72» a 77'ct per kop.
Alkmaar 18 Febr 1893. Aangevoerd:
6 Paarden f 70.a 300.
5 Koeien 140.a 180.
64 nacht. Kalveren 5.— a 10.
128 Schapen 10. a 18.
103 magere Varkens 18.a 22.
155 Biggen 10.— a 13.
2 Bokken en Geiten 4.a 8.
Boter per P. .65 a .75
Kipeieren 3.50 a 4.50
Alkmaar, 20 Febr. 1893. Aangevoerd.
22 Kooien en Ossen f 160.a 270.
57 vette Kalveren f 40a 106.
(per pond f 0.80 a 1.
33 Nuchtere Kalveren 5.a 12.
8 vette schapen 10.a 18.
163 vette Varkens per P f .47 a .56
63 magere dito 18.a 25.—
M*ur merend, 21 Eebr. 1893. Aangevoerd
Aangevoerd 65 stapels.
Hoogste prijs kleine kaas f 32.—
stapels middelbare f
784 K.G. Boter f 1.45 a 1.55, per K.G.
11 Paarden.
187 Vette Varkens per Kilo f 0.46 a 0.54
handel matig.
108 Magero idem per stok f 15.a 32.
handel stug.
164 Biggen, f 8. a 13.handel atng.
Kipeieren per 100 stuks, 3.50 af 4.—
Eendeieren p. 100 st. f 4.a
Ganzen f 0.a 0.
F. d a m, 18 Febr. 1893. Aangevoerd.
Kleine Kaas. hoogste prijs f 29.—. Asn-
gevoerd 5 stapels, wegende 827 kilo
gevraagd voor een sedert lang
bestaande zaak, voor den verkoop van
BEDDEN, DEKENS, MEUBELEN, enz.,
tegen wekelijksche betaling het meest ge
schikt voor lieden, die veel menschen
moeten bezoeken.
Franco brieven onder letter JEi. K.,
bij den Uitgever der „Schager Courant."
Prijs21/3 Kilo f H,— de 5 Kilo f 1£»,—
OUDKARSPEL.
Verzendingfranco ODder Remboers.
Loten en aandeelen zijn te
bekomen bij
js-4 £-8
o
1-1
W^o
P5
*10»
eö
S 25
d
03
12 C
K M
Adres
R ij t u i g m a k e r,
HEER HU GO WAARD, bij de Kerk.
HEERENSTRAAT, SCHAGEN,
nit de Chemische Fabriek
verdrijft Paddestoelen, beste desinfectie-
middel, goedkooper dan teer of verf.
nit de Fabriek v»d H. BURGERS, te
DEVENTER, tegen verminderden prijs.