Donderdag 9 Maart 1S93.
AllGfiCCI Ni(1*1-
37ste Jaargang Mo. 2705.
iiïHltllit- k LllM
Vreugfle en Smart.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CHAGKI, Laan, I», 4.
Gemeente Behagen.
Bekendmakingen.
H E R IJ K.
Binnenlandsch Nieuws.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend miltamer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regeis f 0.25 iedere regel meer öcts
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
De inhoud van No. 9 van ons
Geïllustreerd Zondagsblad is als volgt
De arme dichter, met illustratie. Het
gestoorde Huwelijksfeest (een historische
schets). Nog te onnoozel, met illustra
tie. Zachte wenk, met illustratie.
Een model echtgenoot. Tijdsverschil of
tijdseenheid met schetsteekening. Ixmise
Michel en haar ratten. De Niagara be
vroren, met illustratie. Toen het gas
licht werd ingevoerd. Eetbare en ver
giftige champignons. Uit het leven van
een toovenaar. Een storm op de kust
van Bretagne, met illustratie. Zonder
linge sport, met 4 illustraties. De echte
Era Diavolo. De neus als verrader, met
illustratie. L'état c'est raoi. Voor
hen die petroleum branden. De winners
der Prijsraadsels VII, VIII en IX Op
lossing Prijsraadsels XVI, XVII en XVIII.
Van lang geleden. Sommige snel
heden. Puzzle. Nieuwe Prijsraadsels.
Annecdoten. Van waar de visite
kaartjes komen A! te kras verwijt, met
illustratie. Strenge winters. Hoe
men het moet aanleggen. Anecdöte—
proeve. Schaakrubriek. Mededeelin*
gen.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen te bekomen omtrent een op
Donderdag 2 Maart jl. alhier gevonden
zilveren Armband
alsmede omtrent een op 7 Maart jl. ge
vonden sleuteltje.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen
Gelet op het Btsluit van Heeren Gede
puteerde Staten dezer provincie van den
4 Januari 1893, no 3,(provinciaal blad no 2);
Gezien het Koninklijk Besluit van 15
December 1892, (Staatsblad no. 282),
waarbij is bepaald, dat in het jaar 1893
aan den herijk zijn onderworpen de maten
en gewichten.
Brengeu ter kennis van de ingezetenen,
dat die herijk binnen deze gemeente zal
plaats hebben, voor de gewichten voor
FEUILLETON.
Novelle door L E O N A R D.
III.
Het is op den avond van deo 28sten
Angustus. Bet weder was dien dag zeer
drukkend geweest, zoodat na de menscben
eerst vrij ademden eu van de koele avond
lucht genoten. Aan het strand te Z. ver
nam men hier en daar nog het vroolijk ge
snap van groepjes der aldaar verfoeiende
badgasten, welke zicb door de invallende
duisternis genoodiaakt vonden, de zee den
rug toe keereu en zicb weder naar de
zwoele kamer van hun logement te begeven.
Op tamelijk grooten afstand van deze wan
delaars ontdekken we aan de helling vaD
een hooge duin, een jongeling in een balt
liggende houdinghet boofd gesteund door
de band, laat bij zijne oogen over bet
bijkans verlaten strand en de nauwelijks
meer te onderscheiden see weiden.
In de linkerhand, die slap bij het lijf
neerhangt, houdt hij een stok met grooten,
ronden knop. Bij nauwkeuriger beschouwing
herkennen wij in hem Karei Groothart.
Rnim ten week geleden is zijne vacantie
begonnen en toen beeft hij zich naar zijne
ouders te W. begeven. Daar viel hem echter
de tijd zoo lang en gevoelde hij zoo levendig
het gemis van zijne Maria, dat men hem
had aangeraden, eens een paar dagen naar
Z. te gaan, waar de levendigheid en de
afwisseling hem wel afleiding zonden bezor
gen. Na lsng aanbonden van zijne moeder,
die zich bezorgd over hem maakt, had hij
er eindelijk toe besloten en zoo was hij dan
hier reeds twee dagen.
Was het vele nieuwe, dat hij daar zag,
wel geschikt hem eenige oogeHblikken bezig
te houden, telkens verviel bij toch weer
in een zwaarmoedig gepeins. Zoo vinden we
hem ook na weer.
Met het beeld van zijne dierbare Marie
voor den geest, vergeet hij alles om zich
heen. Daar nadert zij van de zeezijdereeds
in de verte wuilt re hem toe, nog eenige
oogenblikken en hij zal baar aan de borst
drukken, zijne lieveling, reeds strekt bij de
fijnere wegingen op Zatr rdag 18 Maart s.s.,
des mmiddags van 1 tot 3 nar, en voor de
overige gewichten en ma'.eu op Maandag
20 en Dinsdag 21 Maart van des voor
middags 9 tot des namiddags 3 nar, en op
Woensdag 22 Maart, des voormiddags vin
8 tot 10 nur, alles in het lokaal „de
Beurs" van W. Roggeveen Cz., wijk F,
No. 36, ingang aan de Noordzijde.
Schagen, den 7 Maart 1893,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
De Reder ij kerskamer Phi-
lotechnie te WIERINGERWAARD gaf
Zondag 1.1. in het lokaal van den heer
Boon, het tooneelspel ^De Dochters
van Hasema n."
De uitstekende krachten, welke Philo-
technie in hare leden bezit, wettigden ten
volle de buitengewoon talrijke opkomst.
Ruim 300 belangstellenden hadden in de
gro ite zaal van den heer Boon een plaats
weteu te veroveren.
Kan Philotechnie wijzen op vele bij uit
stek geslaagde uitvoeringen, voor zoover
onze herinnering terug voert, zrl deze uit
voering niet de kleinste parel vo/inen aan
hare kroon.
Dat Philotechnie steeds zulk een haar
van harte gegund, doch des niettegenstaan
de benijdenswaardig succes Leeft, berust
o. i. op drie goede eigenschappen 1. zij
telt hare uitvoeringen niet naar getal maar
naar gehalte 2 elk der leden is bezield
met warme toewijding en voorbeeldelooze
oefenkracht voor deze kunsten 3 vooral
een voorzitter en leider, wien inede-dilet-
tanten gulhartig erkennen op het gebied
der Rhetoricj te zijn: de Nestor van ons
gewest,- wij meenen deu heer J. L. T. Gro-
nemandie de rol Anton Haseman
op zich had genomen.
Op waardige en niet minder verdienste
lijke wijze werd de heer Groneman ter zij
de gestaan door de dames: Mevr. leengs
(Bert ha, de echtgen. van. Haseman),
mevr. de Kieviet (Emma, de oudste doch
ter), mej. A. Groneman (R o s a, tweede
dochter), en vooral ook niet te vergeten
mevr. J. Schenk (juffr. K 1 i n k e r t), als
mede de heerenW. leengs (Herman
armen naar haar uit. Een angstige gil, in
zijne nabijheid geslaakt, doet den jongeling
uit zijne droomerijen entwaken.
Ylug springt hij op, snelt naar den top
des heuvels en tiet Bcherp rond.
Daar bemerkt hij in de schemering twee
personen, een dame en een slordig gekleeden
man, die haar poogt te overweldigen, 't
geen bem nagenoeg reeds gelukt schijnt. In
een sprong heeft Karei de worstelienden
bereikt en terwijl hij den knop van zijn
stok vrij onzacht in aanraking brengt, met
bet hoofd van den aanrander, roept hij
.Ellendeling! laat los, of ik verbrijzel je de
hersens I"
Verschrikt liet de man de dame los en
wendde zich tot zijn aanvaller doch toen
hij dezen reeds weder den stok tot een
nieuwen slag zag zwaaien, begreep hjj, bet
veld te moeten ruimen. Zich bukkende, om
den slag te ontwijkeD, sprong bij ter zijde
en verdween snel achter de naaste duin.
„Nu, die heeft spoedig zijn bekomst,*
dacht Karei en keerde zich naar de dame,
die bewusteloos scheen te zijn. Toen de
aanrander zijne prooi had lusgelateu, was
zij neergezegen en na lag zij met het ge
laat tegen den grotid. Zoodra evenwel
Karei zich tot baar voorover boog en, haar
bij de schouders vattende, in eene zittende
houding braebt, sloeg zij de oogen op en
keek angstig in het rond. Nu eerst be
merkte de jongeling dat zij eene jonge dame
van omstreeks twintig jaren was. Haar
gelaat was ovaal en de donkere haarlokken,
welke door de worsteling aan den rooden
band, die ze moest bijeenhouden, ontsnapt
waren, viel haar over hals en scbonders.
Hoewel de steeds toenemende duisternis
belette, haar nauwkeurig op te nemen, meende
Karei toch genoeg gezien te hebben, om te
kunnen aannemen dat het meisje zeer
schoon was, terwijl de rijke, sierlijke klee
ding duidelijk genoeg bewees, dat zij tot
den voornamen stand behoorde.
„Is hij weg?' fluisterdo zij.
„Stel u gerost, Mejuffrouw,* antwoordde
Karei, „ik vertrouw, dat hij zich wel niet
meer zal laten zien. Maar wat wilde die
man van n
„Hij wilde mij van mijne sieraden beroo-
ven en toen ik om hulp riep, beproefde bij
mij een prop in den mond te stoppen. Zen
der uwe tijdige hulp zou hij mj va-. alles
beroofd hebben, zoo niet erger. Ontvang
Koopman, de bevriende fabrikant), J.
A. Kaan (de schoonzoon W i 11 em
K n o o p) en W. Wijker (de goede, trouwe
provisor Eduard Klein) die allen
hoofdrollen vervulden.
Van de. nevenrollen, welke mede allen aan
vertrouwde krachten waren opgedragen, mee
nen wij expres te moeten wijzen op Fre-
derika, Haseman's 15-jarige dochter, welke
rol door mej. Tr. Kaan zoo echt kinder
lijk-wijsneusachtig werd weergegeven.
Zij, die dit tooneelspel kennen, zullen
het met ons eens zijn, dat de verschillende
karakters, heel gemakkelijk de vertooners
in verzoeking brengen, te vervallen in het
looneelmatig geaccentueerde. Vandaar dat
wij het van deze uitvoering mede als een
der grootste verdiensten opnoemen, dat niets
aan die tooneel-kleur deed denken. Aller
spel toch was natuurlijk, in alle onderdeel-
len getrouwhet gemoedsleven werd in
zijn edele aspiraties fijn gevoelend weerge
geven; in één woord het was goed, het
was schoon.
En met ingenomenheid vermelden wij
hier, dat Philotechnie op verzoek heeft
besloten met Paschen, in het lokaal Cérès
te SCHAGEN, met dit stuk voor het voet
licht te treden.
Vergadering van den Ge
meenteraad van de Zijpe, gehouden den
7on Maart 1893.
Afwezig de heer Be Wit.
De notullen werden gelezen, en zonder
op- of aanmerking goedgekeurd.
Daarna wordt door B. en W. voorge
steld om aan P. J. DeysJachtopziener, een
gratificatie te verleenen voor bewezen po-
litie-diensten, tot een bedrag van f 25.
hetwelk met algemeene stemmen wordt
goedgekeurd.
Wordt gelezen een adres van den heer
Maasinhoudende het verzoek om een der
schoollokalen aan de Schagerbrug Zondags
middag te mogen gebruiken tot het houden
van een Zondagsschool. B. en W. advi-
seeren, dit verzoek niet toe te staan,
omdat Zaterdags de school schoongemaakt
en het dus voor het hoofd der school r iet
aangenaam kan wezen, zoo die des Zon
dags weer wordt verontreinigd. Bovendien
acht zij het niet in het belang van de
Gemeente. De heer Nobel kan zich met
dit advies vereenigen, en voegt er aan toe,
dat zoo den heer Maas propaganda voor
daarvoor mijn bartelijken dank, mijnbeer.*
„O, mejuffrouw, ik deed niets meer dan
mijn plicht; doch, vergeef mijne nieuws-
gierigbeid, hoe waart ge nog zoo laat
hier alleen in het duin
„Door het zoeken naar een bloempje, dat
ik hier in deo omtrek eens bad bemerkt,
heb ik me wat verlaat, zoodat de sch >mer-
ing me heeft overvallen. Juist wilde ik van
bet strand mijn weg vervolgen, teen dio
roover mij aanviel."
„Welnu, mejuff.ouw, als n het dan goed
vindt, zal ik u geleiden, tot ge in veiligheid
verder kunt gaan.*
„En waarom niet tot in onze woning,
mijnheer Wij, mijn mama en ik, vertoeven
tijdelijk in de villa Zeeburg en mama zal
mijn redder ook gaarne haren dank willen
betuigen."
„Pardon, mejuffrouw, ik ben met den
uwen ruimschoots tevreden en begeer niets
meer.*
„Zeg mij dan ton minste uw naam, mijn
heer, opdat ik toch wete, wie mij zoo moe
dig heelt bijgestaan.
„Mijn naam is Karei Groothart, ziehier
mijn kaartje.*
„Dank u zeer, ik beet Emma van Renen.
Wilt u ons niet eens met een bezoek ver
eeren Het zou mama en ook mij hoogst
aangenaam zijn."
„Ik vertrek reeds morgen ol overmorgen;
ik weet dus niet, mejuffrouw, of ik aan uw
uitnoodiging gevolg kan geven."
Op dat oogenblik ontmoetten de beido
wandelaars een bediende van mevrouw van
Reuen, door deze uitgezonden, om hare
dochter zoo mogelijk op te zoeken en naar
hnis te geleiden, daar bet reeds bijna ge
heel donker was geworden.
„U zult mij nu, hoop ik, veroorloven, u
te verlaten mejuffrouw, uw bediende kan n
verder begeleiden en mijn weg voert links a'.*
„Ge wilt dus niet mee gaan het zij dan
zoo. Vaarwel, mijnheer, nogmaals dank en ik
hoop u nog eens te zien.*
„Het ga goed, mejuffrouw; ik hoop, dat
ge geone nadeelige gevolgen van den schrik
moogt ondervinden.'
Met een handdruk scheidden zij.
De jonge dame sloeg den weg in naar
de villa Zeeburg, gevolgd vaD haar bediende;
terwijl Karei zicb met langzame schreden
naar z|jn logement begaf. Allerlei gedachten
doorkruisten zijn beofd. Hjj dacbt aan zyn -
zijn beginsel wil maken, dat dan de gem.
hem daarin in niets behoeft te belemmeren,
I maar evenmin hem behoeft te steunen, en
dit zou zij wel degelijk doen, zoo zij de
school daarvoor beschikbaar stelde. Hij
meent dat de leden met een gerust gewe
ten, het verzoek kunnen afwijzen. Hierna
tot stemmen overgegaan wordt het ver
zoek met algimeene stemmen afgewezen.
W ordt gelezen een verzoek van den heer
Madderom om ontslag uit zijne betrekking
als onderwijzer te Sint Maartensbrug, we
gens zijn benoeming als len onderwijzer
aan een O. S. te Amerongen. Met alge
meene stemmen wordt dat outslag verleend
tegen 1 April 1893.
Een gelijk verzoek van Mej. Pcteri te
Burgerbrng, als onderwijzeres wegens hare
benoeming tot idem aan een bijzondere
Protestansche school te Roermond wordt
mede met algemeene stemmen tegen den len
Mei 1893 verleend
Het verslag Lager-onderwijs, dat van de
schoolc. is ingekomen zal tegelijk met
het gemeenteverslag aan de leden ter le
zing worden aangeboden.
Een adres met vele handteekeningen, en
het verzoek inhoudende, om het rijden met
hondenwagens toe te staan, werd als onge
zegeld ter zijde gelegd en zal daarvan aan
den eerst-ondergeteekende worden kennis
gegeven.
De voorzitter deelt hierop mede, dat de
gewijzigde begrooting is goedgekenrd. Dat
er voor onderwijzer één sollicitant en
voor onderwijzeres nog geene is.
Dat de heer J. L. Winkler Prins zijn
benoeming tot geneesheer in deze gem.
heeft aangenomen. Hoewel deze mededeelin?
hem aangenaam is, doet het hem toch
eenigermate leed, dat al zijn pogingen, om
gemelden heer te bewegen, dat hij zich aan
't Zand zou vestigen, zijn mislukt. Hij
spreekt de hoop uit, dat het den heer W.
P. hier wel moge gaan en deze zich later
alsnog aan het Zand zal vestigen.
Hierna ging de Raad in comité.
Na heropening wordt de H. O. in zijn
geheel met algemeene stemmen goedge
keurd.
Na in de vorige week te
Haarlem gehouden examen, is vanwege de
cursus in Hoefbeslag diploma uitgereikt
o. a. aan P. Smit te WIERINGER-
WAARD en P. Fisser te NOORD-
SOHARWOUDE.
Marie, die daar reeds sinds meer dan twee
weken in den vreemde vertoefde. Wie weet,
welke gevaren haar bedreigden, maar,
zij ging immers niet uit, zy hield immers
hare tante gezelschap. Wat zou haar dan
kunnen deren f Eo toch, hij was niet ge
rust, het was bem, als moest hjj tot haar
snellen, om haar te redden van een vreese-
lijk gevaar. Zou hij naar A. gaan Wat
zou hij bij zijn komst aldaar hebben te
melden, dat zijn onverwacht bezoek kon
verklaren NeeD, bij kon er niet heen,
hjj was immers niet verzocht, hij moest
blijveu en wachten, gednldig wachten.
De laatste brief, dien bij van Marie had
entvangen, was kort en vreemd niet hartelijk
zooals hij van baar gewoon was.
Of zou bij het zich misschien ook maar
verbeelden? Met deze en dergelijke gedach
ten bereikte de jongeling zijn logement en
begaf zicb dadelijk naar zijne kamer.
IV.
Den volgenden morgen omstreeks tien nur,
was bet vrij levendig op bet strand. Karei
Groothart echter, bij voorkeur de eenzaam-
beid zoekende, had de see den rng toege
keerd en wandelde in het bosch, dat zich
achter de badplaats uitstrekt.
Met de banden op den rug vervolgt hij
langzaam zijn weg. Het hoofd is hem op de
bom gezonken bij schijnt niets te bemer
ken, Docb bet vroolijk gepraat en gelach
van een groepje wandelaars in zijn nabij
heid, nocb het liefelijk gezang der vogels
in bet diebt gebladerde aan den rechterkant
van bet pad. Ter linkerzijde had men een
vrij ruim gezicht, daar bet bosch hier den
vorigen winter ten deele was gekapt.
Eensklaps zwegen de vogels en vlogen
onder ongunstig geschreeuw op. Aan den
rand van het geboomte vertoonde zicb, balf
verscholen tusschen de bladeren, het hoofd
van een man, bedekt met een grooten, vil
ten hoed. Behoedzaam glnnrde de man rond,
schouderde langzaam een kort geweer ea
legde aan op Karei, die steeds iu diep ge
peins verzonken bleef. Nog een oogenblik,
daar knalde het schot. De hoed stoof
Karei van het boofd en hij sprong ver
schrikt rechts.
Hij ziet rood en ontdekt den roover van
deu vorigen avond, die echter dadelijk tus
schen de boomen verdwijnt, onder den uit
roep: „Vervloekt, mis geschoten!"
Nog half verbluft kijkt Karei beurtelings beer van Horst, de verloofde mijner dochter.*
Bijna vergiftigd.
Eene juffrouw te Nieuwediep, die van
tijd tot tijd droppels in water moest inne
men tegen de zenuwen, wilde dezer dagen
weer van het gewone middel gebruik ma
ken. De meid had echter een fleschje lik-
doorntinctuur in de kast geborgen en juist
op de plaats gezet, waar anders gewoonlijk
het fleschje zenuwdroppeltjes stond. De juf
frouw merkte de vergissing niet, nam het
fleschje tinctnnr, deed eenige druppels in
water en dronk vervolgens de medicijn
op. Nu eerst bleek de vergissing en kromp
zij ineen van pijn, door 't brandend vocht
veroorzaakt. Terstond werd om een dokter
gezonden, die aanstonds een tegengift toe
diende en er in slaagde, het gevaar, dat
het leven der jnflronw bedreigde, af te wen
den.
In »de PURMER" onder
EDAM is een tweede geval van mond-en
klauwzeer voorgekomen, thans bij den land
man D. Mus Jz. De hoeve wordt bewaakt.
Door w ij len mej. de wedu-
we K. Smit Az. te WIJDENES (N. H.)
is aan de Ned herv. kerk en aan de diaco
nie aldaar ieder een legaat van f 1000 ge
schonken.
Op een adres van den Raad
der gemeente SCHOORL, om ontheffing
der verplichting tot heffen van schoolgeld,
is door de regeering afwijzend beschikt.
De le luit der in f. A. L.
Boonacker werkzaam aan de Kon. Mil.
Academie te BREDA wordt belast met het
geven van onderwijs in de geschiedenis en
aardrijkskunde, aan de cadettenschool te
ALKMAAR.
Als een gevolg van de
onlusten in 't noorden der provincie GRO
NINGEN, gaan onderscheidene Landbou
wers hunne boerderijen verkoopeu om in
grootere plaatsen (voornamelijk de steden)
rustiger te kunnen wonen, terwijl vele
kleine boeren en flinke arbeiders uit ver
schillende streken van dit gewest, na het
onderzoek van prof. Noordtzij, in Colorado,
aanstalten maken tot het vertrekken naar
Amerika. In 't volgende voorjaar zal naar
bestaande planntn eene groote verhuizing
plaats hebben naar Colorado, Mexico c
Moutano.
tiaar de plaats, vanwaar bet voor hem bijna
zoo noodlottige sebot kwam, en naar zijn
hoed, die naast bem op den grond ligt.
Wat zal hij doen Den roover nazetten
Dit zon toch te vergeefs en bovendien ge
vaarlijk zijn.
Hjj blijft dus en raapt zjjn hoed op, dien
hij nauwkeurig beziet. Een paar ronde gaten
overtuigen hem, dat de kogel daardoor zijn
weg uam. Nog in de beschouwing van den
hoed verdiept, nadert bem een jongeling in
de kleoding van een luitenant bij de cava
lerie, die zijn gezelschap is vooruitgesneld.
„Heeft de schurk u geraakt, mijnheer?"
begon de lnitenant.
„Gelukkig niet," is het antwoord; ,bg
meende bet evenwel zeker goed, te uordec-
leu naar de luebtgaatjes, die bij in mijn
hoed heeft gemaakt."
De luitenant bekeek den hoed„Eenige
strepen lager ea bet had u bet leren gekost
ik feliciteer u wel met den goeden afloop
van dit geval."
„Dank u, mijnheer," antwoordde Karei.
„Hadt gij dien kerel meer gezien aldus
vervolgde de luitenant.
„Als ik mij niet bedrieg, heeft hij gUteren
avond de eer gehad, kennis te maken met
mijn stok, toen ik hem verrastte bij de aan
randing eener jonge dame. Met dezen kogel
wilde hij mij zeker een wederdienst be
wijzen."
Ondertusschen waren ook de dames, die
den luitenant vergezelde, genaderdbet
waren twee jonge dames en eene dame van
misschien vijftig jaren. In eene der beide
meisjes herkende Karei terstond Emma van
Renen. Deze bad ook baren redder berkend,
liep terstond op hem toe en zijn band vat
tende, leidde ze bem tot hare moeder, terwijl
ze sprak „O mijnheer Groothart, wat ver
heugt het mij u hier aan te treffen mama,
ziehier mijn edelmoedigen redder, het toeval
voert bem ons tegemoet."
Met diep geroerde stem sprak de dame
„Mijn innigen dank voor 't geen u voor
mijne dochter bebt gedaan het speet me
zeer, dat bet u niet behaagde, baar tot de
villa te begeleiden, doch nu heb ik a ge
vangen en nu laat ik u niet zoo spoedig
weer vrij. Laat mij dus beginnen, met u aan
ons gezelschap voor te stellen. Mijne dochter
en mij kent ge nu, en verder stel ik u voor
onze vriendin mejuffrouw van Horst eo mijn-
hnas van H awo! dn vapIaa^J a a.i-.1 m