®efD verschrikkelijk on-
geluk heeft zich te Standdaardbuitenvoor-
ge aan. De 2:3jarige Cornelia Janssen,
dienstbode bij den landbouwer J. Vermeulen
bad het ongeluk, tusschen de in beweging
lijnde dorschmachine te geraken, met het
ongelukkig gevolg, dat een harer beenen
werd verbrijzeld, terwijl zij bovendien aan
armen en schouders hevige verwondingen
bekwam. Gelukkig is haar toestand niet
gevaarlijk.
Ingezonden.
C. V. GERRITSEN.
«g-
Antwoord aan d<kn lieer
C. V. Gerritsen.
oade rlingeziekte! Sedert
geruimen tijd heerscht te Herwijnen, in
Gelderland, in verschillende gezinnen een
zeer besmettelijke huidziekte. De aangetas
ten (zoowel volwassenen als kinderen) krij
gen in het gezicht, alsmede op het lichaam
groote donkere puisten, meestal gepaard
met lichte verschijnselen van koorts. Naar
gemeld wordf, heeft de burgemeester ver
meend, den heer inspecteur van het Ge
neeskundig staatstoezicht te Utrecht hier
van in kennis te moeten stellen, aangezien
voor een paar dagen een jongetje van zes
jaar vrij plotseling daaraan is gestorven.
Ook te Zuilichem, aan den overkant der
rivier, moet deze huidziekte zich in een
paar gezinnen hebben vertoond.
Een droevig voorval dom
pelt een arbeidersgezin te Ouderdam in
rouw. Een bijna 18-jarige zood van den
daglooner R. van Delden, bij zijn ouders
thuis, ging 'smorgens tegen 4 uur naar
zijn werk bij den landbouwer J. D. Hui-
zinga onder Middelslum. 's Avonds kwam
hij niet terug. Ongerust geworden, ging
men informeeren, maar bij genoemden H.
was hij niet geweest. Eenige aanwijzing
kreeg men den volgenden morgen door een
klomp, die in een sloot naast den weg
drijvend, werd geworden. Tegen den mid-"
dag werd dan ook het lijk uit het Middel-
sta mmer diep opgehaald. Hoe de zaak
zich heeft toegedragen, is nog eenigszins
t wijfelachtig.
In den nacht van Donder-
dag op Vrijdag werd er ingebroken ten huize
van twee landbouwers te Teeflelen (provin
cie Noord-Brabant.) De kelderramen
werden uitgebroken en bij den één een
geslacht varken, bij den ander 25 halve
kilo's boter ontvreemd. Men vermoedt dat
de dieven per schuit deze plaats, die thans
geheel door water omringd is, zijn gena
derd en zoo huD slag geslagen hebben.
Een telegram uit St. Pe
tersburg meldt dat de Heer Messchaert,
die Zaterdagavond zich daar deed hooren,
groot succes behaalde.
Taktiek van straat-koop
lui, Op het Ac stel veld staat sedert
eenigen tijd een koopman, die zijn porte-
monnaies enz. enz. aan den man tracht te
brengen.
In een oogenwenk weet hij een honderd
nieuwsgierigen om zich heen te verzame
len.
Hij beroemt er zich op een
te zijn en wijst er op, dat een
man met zijn „Dd do, mi, fa
dadelijk al zijn goederen zou hebbeu ver
kocht.
„De Italiaander," gaat hij voort, „zou
zeggen: „D', dosi, moni* en roef weg
waren zijn goederen.
Ik kan mijn goederen goedkoop van de
hand zetten en hoe komt dat? Wel, ik
woon niet in de Kalverstraat, heb geen
spiegelruiten, maar ben woonachtig mid
den in stad, in de rue de Batavier (Ba
tavierstraat). En we wonen met z'n negen
en-veertigen op één trap en toch hebben
we geen mot. Wat zeg je lui daarvan?
En zoo gaat de
waren aanprijzende
de hand zettende.
koopman voort, zijn
en daarna goed van
Echo
Uiteen Armhuis. De Graaf -
schap-Bode van 4 dezer bevat de volgende
mededeeliugen, gegrond op „gegevens, on
derteekend door zeervertrouwbsre personen."
„Men verzekert dat in den laatsten
tijd in genoemd armhuis (te H E N-
GELO) kort na elkaar zijn over
leden twee bedeelden, zonder dat genees
kundige hulp werd ingeroepen, niet om het
sterven te voorkomen, niet om den dood
strijd te vergemakkelijken. De tweede der
overleden personen moet een man van
60 jaar geweest zijn, die, naar ons door
een der dorpsgenooten wordt medegedeeld,
algemeen als vrij sterk bekend staand, zoo
dat als oorzaak van sterfte geen „verval
van krachten was op te geven. Men zegt,
dat deze man 14 dagen lang ziek zoa zijn
geweest en de laatste vijf dagen het zou
hebben nitgekermd van pijn. Reeds nu
kunnen we zeggen, dat de valer dat ker
men moet tegenspreken. Wel heeft de zie
ke in de laatste dagen zijn stem buiten
gewoon verheven,' „maar toen zong hij
psalmen." Als het dq ook nog bleek dat
dit psalmzingen een leugeD was, de gru
wel zou er te grooter door zijn
„Verder wordt ons meegedeeld, dat de
vronw van den overledene onder tranen,
in tegenwoordigheid van den Hengeloschen
dokter (wiens naam we ons op dit oogen-
blik niet herinneren, of zijn er misschien
twee?) zou hebben te kennen gegeven, dat
zij o, zoo gaarne den dokter bij haar man
had gehad, maar dat het haar telkens was
geweigerd.
Vreeselijk, vreeselijk!
Zou 't waar kunnen zijn in een chris
tenland
En nu uit onze gegevens nog een laat
ste mededeeling:
Men zegt dat de dokter(?) moet hebben
geweigerd in 't vervolg onder de gegeven
omstandigheden doodschouw te doen.
Hopen en bidden we, dat onze gegevens
minder juist mogen blijken. Maar anders
ze zijn van zeer waarhéidlievende per
sonen die met hun naam onderteekenden.
Voor nieuwe gegevens houden wij ons
beleefd aanbevolen, 't Is ons te doen om
de zuivere waarheid. De namen der inzen
ders blijven natuurlijk geheim. Amst.
even nadenkt zal moeten toegeven, datten koste der liberale partij. Geen do- spiegeling zjjn van de geheele partijen
het allerellendigst gesteld is met eene po- leerende, geen katholiek, geen ultramon- omgekeerd, éók dat als men een groepje
litieke partij, die, na 25 jaar het bewind taan. geen sociaal-democraat zal het in radicalen in hun doen en laten leert ken-
in handen gehad te hebben, nog moet zijn hoofd krijgen zich bij de Radicale nen, men daarin ziet hoe het geheel is.
Welnu, zijn mijnheer C. V. Gerritsen
ten volle. c. s. aanhangers en volgelingen van Brad-
Hollander
Eransch-
fa* enz.
Aan de redactie van de Schaper Courant.
In uw artikel „Liberaal of Radicaal"
geeft gij uwe beschouwingen over deze
beide politieke-richtingen en doet gij u
daarbij komen als een echt Liberaal. Wel
ke beteekenis dit soort van politieke
richting gaandeweg gekregen heeft, zal,
hoop ik, uit de kantteekeningen, die ik
mij veroorloof op uwe beschouwingen te
maken, blijken.
„Bij de bezwaren, welke wij ten op
zichte der Radicale partij, zooals deze
zich in haar optreden vertoont, reeds op
noemden moeten wij er nog één voegen,
wel niet het minstede Radicalen hul
digen het Atheïsme."
Dit is niet waar.
Of gij weet dit en in dit geval lastert
gij, óf gij weet het niet, maar hebt dan
ook geen recht u als voorlichter omtrent
de politieke richtingen hier te lande op
te werpen.
De „Scheiding van Kerk en Staal", door
„liet is me aangenaam kennis temaken,"
sprak Karet met een buiging.
„En mij verheugt bet bovenmate, u de
hand te kunnen drukken, mijnheer Groot
hart," sprak de luitenant.
„Zijne edelmoedigheid zon hem bijna het
leven gekost hebben, dames," zoo vervolgde
hij„ik had me niet bedrogenhet schot
dat wij zoo even hoorden en waarvun we de
kruitdamp zagen, was voor hem bestemd
de kogel is mijnheer Groothart door den hoed
gegjan en de schutter was uw aanrander
van gisteren, Emma."
Met tranen in de oogen naderde Emma
nu Karei opnieuw eu zeide zacht, terwijl ze
zijn band drukte„O, wat verheugt het me,
dat die lealijke man u niet getroffen heeft."
Om strijd wenschte meo nu Karei geluk
met het behoud van zijn leven, totdat mevr.
van Renen voorstelde, naar de villa te wan
delen.
„Had mijnheer Groothart dringende zaken P
Neen? Welnu, dan stond zij er op aan, dat
hij meeging. Karei kon nu niet weigeren en
ging dus mee.
In druk gesprek kwam men op de villa
aan, waar men spoedig gezellig was ge
zeten, en nu werd Karei medegedeeld, dat
gisterenavond onverwachts ep Zeeburg waren veu vou uci "f1
aangekomen mijnheer Adolf van Horst, de tanden der clencale partijen."
luitenant, met zijn zuster Johanna, en dat
zij hier eenige dagen zouden blijven tot groot
genoegen natuurlijk vooral van Emma.
Met ontroering bemerkte Karet de innige
blikken welke de gelieven elkander toewier
pen en hg dacht daarbij aan zijne Marie,
zoodat hij weldra geen deel meer nam aan
de gesprekken en somber voor zich
de Radicalen voorgestaan, is ook een der
punten van het Liberale program, maar
bleef met zoolveel andere hervormingen
onuitgevoerd, toen de liberalen in staat wa
ren hun beginselen toe te passen.
„Wat de Radicalen ten onzent te zien
geven is van dien aard, dat het den
protestant moet weerhouden, op staat
kundig gebied zich bij hen aan te sluiten
Daar het aantal protestanten bij de
radicalen zeer groot is, zal het wel een
bijzonder soort van protestantisme zijn
hetwelk gij op 't oog hebt. Afgezien even
wel van deze kwestie, wensch ik op te
merken, dat het blijkbaar tot uw libe
ralisme behoort, het kerkgenootschap in
den politieken strijd te betrekken en
den godsdiensthaat daarbij een rol te
doen vervullen. Waarom anders het pro
testantisme er met de haren bijgesleept
„Er kan geen verkiezing zijn voor
eenig staats-, provincaal- of gemeente
college of de Radicalen geven hun stem
aan een clericaal hoven een liberaal en
breken er zich het hoofd niet mede, dat
zij door hunne godsdienstloosheid de troe
ven van het staats-kaart-spel spelen in
beloven ten aanzien van lang gewenschte
en steeds noodzakelijker gebleken her
vormingen. Niet op hetgeen zij op sociaal
gebied tot stand bracht, kan zjj zich be
roepen, alleen op hetgeen zij belooft in
vergelijking met hetgeen een jonge op
komende politieke partij belijdt. Is dit
geen sterk sprekend teeken van verval
„Zeker, de Radicale partij heeft goed
koop bluffen. Zij is nooit voor het feit
gezet al haar beloften waar te maken
en wij zouden haast beweren, dat het be
wustzijn, dat zij vooreerst nog wel niet
in de praktijk ter verantwoording zal
worden geroepen om haar woorden in
daden om te zetten, had zulk een hooge
borst doet zetten."
Gij, die zooveel aanstoot neemt aan de
taktiek der radicalen en deze
zoozeer veroordeelt, wat geeft u het recht
hen bluffers te schelden en hen verdacht
te maken als zouden zij, evenals de li
beralen wanneer zij meerderheid worden,
hunne plichten jegens hun beginselen
verloochenen
„liet verwijt der Radicalen,dat de Libe
rale partij uit zulke heterogene bestand-
deelen bestaat, is waar,waar heeft geenerlei
waarde als bewijsmiddel voor de nood
zakelijkheid van het uittreden uit de
liberale partij."
Ziedaar het hart der kwestie
Wij, radicalen, eischen van hen, die
tot onze partij toetreden, dat zij onze
beginselen zijn toegedaan. Toen het bleek
dat op de partij-vergadering elementen
aanwezig waren, die weliswaar dicht bij
ons stonden, maar toch onze beginselen
niet in alle opzichten deelden, hebben wij
niet geschroomd dezen uit ons midden
te verwijderen.
In plaats van ons dit als een bewijs van
beginselvastheid toe te rekenen, smeden
de liberale couranten er wapenen uit om
ook onze partij evenals de hare als een
allegaartje voor te stellen en verzwijgen
zij, dat wij onze gelederen hebben gezui
verd. Thans gaat gij als liberale woord
voerder reeds verder en erkent, dat er
voor de liberalen geen bezwaar bestaat
om in een partij te blijven, waarvan de
bestanddeelen heterogeen zijn.(Heterogeen
wil zeggenongelijksoortig, niet bij el
kander passend). Ja, gij gaat nog verder
en onziet u niet door onwaarheden aan
te vullen, wat u aan argumenten blijkt
te ontbreken. Want wat is het an
ders dan een tastbare onwaarheid, wan
neer gij schrijft„Immers op de be
wuste groote algemeene vergadering van
de Radicalen tot tormeering hunner partij
en tot vaststelling van hun program lie
pen de meenigen reeds zoover uiteen,
dat men besloot de partij te vormen, met
alleen art. 1 van het program gedurende
den tijd van één jaar als voorloopige
„beschreven partij wet."
Ik zond u alle door den Bond uitge
geven schrifturen en moet dus wel aan
nemen, dat gij heter weet. Maar wat dan
te denken van de insinuatie, die onmid
dellijk op het bovenstaande volgtda t
de Radicalen een „omwegje" moesten
maken?"
„De Liberale Partij, die Partij, in ons
land, welke de heer van der Kaay
herinnerende er terecht aan in zijn on
langs alhier gehouden lezing het
meeste recht heeft te wijzen op tal van
hervormingen, door haar in belang van
Yolk en Vaderland tot stand gebracht."
Wij hebben nimmer grieven geuit
tegen dat weinigehetwelk de liberale
partij gedurende de vele jaren, dat zij
aan de regeering was, onder den drang
der omstandigheden in het belang van
Volk en Vaderland heeft tot stand ge
bracht maar wel hebben wij ons krach
partij aan te sluiten.'
Deze overtuiging deel ik
Zoo gij u wel eens rekenschap hebt laugh ja of
gegeven van die overtuiging, zult gij Ik beroep
met mij weten, dat al de door u opge- zij schrijft:
noemde partijen worden bijeengehouden „Voorshands blijven de clericalen spe-
door één beginsel en dat de liberale partij culeeren op verdeeldheid. In deze specu-
neen?
mij op de
Middelb. Ct waar
bestaat uit, wat gij zelf noemt, heterogene
bestanddeelen. Wié nu zijn beginsel hoog
wil houden, verlaat de heterogene be
standdeelen en sluit zich aan bij de partij,
die dat beginsel belijdtwie het zoo
krek niet neemt met zijn beginsel noemt
zich „liberaal."
Want de liberalen hebben geen begin
selen. Dat klinkt u wellicht vreemd in
de ooren, maar mocht gij het betwijfelen,
deel dan eens mede welke die begin
selen zijn.
Beroep u daarbij niet op het manifest
der „Liberale Unie," want dat heeft
voor de liberalen geen bindende kracht.
Lees het reglement er maar op na en
gij zult zien, dat nergens wordt voorge
schreven, dat de vereenigingen of per
sonen, die zich bij haar aansluiten, ge
houden zijn aan de besluiten der „Libera'e
Unie." En zoo gij meent, dat dit stil
zwijgend wordt aangenomen, verklaar uwe
lezers dan eens hoe het mogelijk is,dat door
kiesvereenigingen, die bij de „Liberale
Unie" zjjn aangesloten, afgevaardigde
ter Tweede Kamer worden geproclameerd,
die ten aanzien van ingrijpende hervor
mingen lijnrecht tegenover elkander staan
en wier gevoelen omtrent het program
der „Liberale Unie" dan ook voorzich
tigheidshalve bij de candideering maar
niet wordt gevraagd. Misschien vindt
gij dan tevens gelegenheid uwen lezers
voor te lichten, hoe op die wijze toch
de hervormingen tot stand kunnen komen.
Amsterdam, 3 Maart 1893.
Werd door allen zijne afgetrokken opge
merkt, niemand wilde hem vragen, wat hem
hinderde doch mevr. van Renen nam zich
voor te beproeven, daar moer van te weten
te komen.
Toen Karei dan opstond om te vertrekken
en trots alle dringende uitnoodigingen niet
langer wilde vertoeven, vroeg zij hem om
ean kort onderhoud in hare kamer, 't geen
hij niet kon weigeren.
Vriendelijk verzocht zij hem nu, haar te
volgen en nog geen afscheid te nemen van
het overige gezelschap.
WORDT VER VOLG P.
„Indien
erken
gij dit niet kunt aantoonen,
dan dat gij onwaarheid spreekt
Mij zal het licht vallen u te bewijzendat.
gij dit doet.
„Dat drijven der Radicalen noemen
wij verderfelijk voor de bevordering van
vooruitgang op sociaal gebied".
Ja, zoo noemt ge het, maar kunt het
niet aantoonen. Wij daarentegen bewijzen
u, dat de regeering der liberale partij
verderfelijk is voor dien vooruitgang.
„Rekenende de bezwaren, welke wij op
noemden tegenover het program en de
taktiek der Radicalen rekende, dat
het met betrekking tot de sociale her
vormingen niets beters belooft dan de Li-
heralen in hun manifest kunnen wij
niet inzien, waartoe het nuttig zou zijn
uit de Liberale partij te treden en zich
te scharen onder de radica'e banier."
Dat gij dit inzicht mist, blijkt genoeg
zaam uit uw faliokante redeneering. Wie
tig verzet tegen het velewat de liberale
partij in dien tijd ten koste van Volk
en Vaderland heeft nagelaten te doen.
Ik zal het woord „bluffen" niet van
u overnemen, maar verzoek u zelf een
qualificatie te geven aan het ophemelen
der liberale partij in een vergadering,
waarin het niet geoorloofd wordt over
het gesprokene in debat te treden
of zooals vele liberalen doen geene
weerlegging van het gesprokene of ge
schrevene in hun kolommen te plaatsen.
Op zulk een wijze valt het waarlijk ge
makkelijk zijn partij in de hoogte te
steken, op andere partijen te smalen
en deze door onwaarheden verdacht te
maken bij het publiek.
„Doet zij (de radicale partij) niet als
het kieken, dat wijzer wil zijn dan de
hen P" en later „Mon enfant, cherchons
ensemble" roept ten slotte „Het Vader
land namens de liberale partij als oudere
en wijzere, met onderdrukking van
allen wrevel, den jongeren radicalen toe."
Die aanmatiging om te behooren tot
„het intellectueel deelhet wijzer deel
der natie, zullen de liberalen moeten
afleggen, willen zij althans niet, dat
anderen hun onvoorwaardelijk den rug
zullen toekeeren. Hoe hoog die intellec-
tueele ontwikkeling bn de liberalen staat
en hoe vast zij in de schoenen staan
met hun beginselen, dat blijkt wel het
duidelijkst uit het besluit van sommige
liberale kiesvereenigingen om toch vooral
geen kritiek toe te laten op de liberale partij
en er voor te waken, dat alleen onver-
valschte „liberalen" in hun vergaderingen
als sprekers optreden. Aan het „hoor
en wederhoor" hebben zij niet één maar
wel een half dozijn broertjes dood.
„Onze overtuiging blijft het, dat het
bestaan der Radicale partij plaats heeft
latis alleen kan toch de verklaring liggen
van den steun, dien zij verleenden aan
een leerling van Bradlaugh, die nooit zijn
gevoelens onder stoelen of banken schoof.
(De Midd. Ct bedoelt hiermede den heer
C. V. Gerritsen, te Leeuwarden gekozen.)
Zijn mijnheerC.V Gerritsen c. s., de man
nen van de Dageraacl-fraclieja of neen
Is de heer C. V. Gerritsen niet de voor
zitter van het bestuur dier fractie.1'
Vindt u dat de geschriften der Vereeni-
ging den godsdienstzin bij de lezers aan-
kweeken? Ik vind juist het tegendeel.
Is het Iliet waar, wanneer men perso
nen, die zich noemen tot de Radicale
partij te behooren, ontmoet in huiskamer
of in vergaderzaal of in sociteit en men
komt met hen in gesprek over politiek
en men verklaart zich geschaard te hou
den bij de Liberale Partij dat dan door
diezelfde Radicale minachtend de schouders
worden opgetrokken, en wat moet men
al niet een spottende opmerkingen hooren
van: Conservatieve club, loopen aan den
leiband der dominés nog behebtzijn met
dogmatische denkbeelden over godsdienst;
enz. enz.
Maar herinnert de heer C. V. Gerritsen
zich dan volstrekt niet meer toen ik in
'91 met hem van Wieringerwaard naar
Schagen reed, dat ik hem toen onder meer
hetzelfde betoogde, nog opmerkende dat
de Radicalen hunne atheistische gezind
heid tegen zich hadden? Waarom mij toen
dan niet weersproken?
Dat ik daarop geenerlei tegenantwoord
ontving, trok mijn aandacht en beschouw
de ik als erkenning van de juistheid
mijner opmerking.
De heer Gerritsen zal wel willen toe
stemmen, dat mijne meening door be
staande feiten wordt gevoed en ge
steund.
Maar neem eens voor een oogenblik
aan, dat ik uit de door mij genoemde fei
ten een verkeerde gevolgtrekking ge
maakt had, geeft dat dan den heer Gerrit
sen het recht zoodanig te fulmineeren
Met wat recht dan zijne hatelijkheid
aan mijn persoon Had de zaak principi
eel laten blijven. Ik heb de vraag Ra
dicaal of Liberaal principieel behandeld;
gij verliest u in persoonlijke beleedigingen.
Stel, dat ik het mis had, zoudt gij dan
niet eigenlijk mij dankbaar moeten
zijn, dat ik openlijk neerschrijf, wat door
andere met mij „gedacht" wordt Zoudt
gij mij er niet erkentelijk voor moe
ten zijn, dat ik u daardoor in de gele
genheid heb gesteld, als het niet waar
is, de bewijzen te leveren dat de
Radicalen niet het atheisme huldigen
Of zouden misschien de Radicalen,
met het oog op een rijken oogst, welken
zij van de uitbreiding der Kies
bevoegdheid hopen binnen te mogen
halen, vooreerst hare atheistische neigin
gen aan den kapstok willen hangen
Wellicht zult gij u over deze veron
derstelling op uwe wijze ergeren, maar
ik zou wel eens willen weten, op wat
grond het berust, dat de Radicalen, die
aanhoudend den mond vol hebben
van de tekortkomingen en onbetrouw
baarheid en leugenachtigheid enz. enz.
der Liberalen gevrijwaard zijnvan
de toepassing van het spreekwoord Z o o-
als de waard is, vertrouwthij
zijn gasten.
Wordt nu niet reeds, als men er op
wijst o. a. dat Liberale afgevaardigden,
van wie bij de verkiezingen beweerd
was geworden, dat als de kieswet aan de
orde kwam, zij dan wel weer tegen zou
den werken, die nu reeds te kennen
hebben gegeven Tak's voorstel te zullen
steunen wordt dan nu niet reeds van
Radicale zijde beweerdja, dat komt
eerlijk hielden de verraders uit ons mid- onldat ze niet anders durven Dus alwee,
verdachtmaking
Gelijk gij ziet, hebben wij niet willen
letten op de voor ons persoonlijk bele
digende wijze, waarop gij uwe kant
teekeningen hebt iu schrift gebracht,
naar aanleiding van onze beschouwingen
omtrent het manifest der Radicalen,
en hebben wij uw fulmineerend stuk
een plaats gegund in onze kolommen.
Volgens u blijkt uit de wijze, waarop
wij onze beschouwingen gaven, dat wij
of liever, om u te volgen in uwen
persoonlijken aanval dat ik,
mij daarbij heb doen kennen als een
echt Liberaal?
"Wel, dan is alles ook accoord, want
ik begeer voor niets anders aangezien,
gehouden of verklaard te worden.
Gij beweert dat het niet waar is, dat
de Radicalen het atheisme huldigen
Zouden de gegevens, welke mij deze mee
ning deden koesteren, mij op een dwaal
spoor hebben gebracht Maar dan ware
het van zulk een zich-wel-tot-voorlich-
ting-gereehtigd-wanende politieke groot
heid, als de heer C. V. Gerritsen, wél
zoo humaan geweest, als hij in plaats
van zoovele scheld-en smaadwoorden aan
mijn adres neer te schrijven, op vriend-
schappelijken toon getracht had, mij van
die dwaling te overtuigen
De thans door u aangeslagen toon geeft
heel iets anders te hooren, dan wat wij
lazen in de Standaard, het orgaan
van uw politieken viend Kuijper, waarin
deze, na het „Liberale element" in
razende woede gegeeseld te hebben,
tot zwoegens moede, zich verloopt in de
navolgende voor u, o Radicalen, streelen-
de verzuchting„En overmist nu de ra
dicalen zich niets van dit alles ten laste
lieten komen zich niet met de witte das
tooidenzich in den kerkelijken strijd
den niet met handgeklap inhaalden ons
niet laatdunkend maar humaan bejegen
den en onze leiders eeren gelijk men de
beste mannen onder zijn tegenstanders
eertis het natuurlijkis het menschelijk,
is het eisch reeds van het hart alleen,
dat er een gevoel van verademing over
allen man onzer richting komt, als er
weer een dier „Fijnenhaters" het onder
spit delft, en er een humaan radicaal in
zijn plaats komt."
Even van te voren betoogde diezelfde
Standaard nog
„Hiertegen nu staan de Radicalen als de
mannen der vrijheid over. Niet dat we
hun beginselen voor een haar beter hou
den, dan die der Liberalen, want vader
en zoon dronken patriarchaal uit een
zelfde fontein. Genealogisch zijn ze van
een herkomst.
Dat „de scheiding van kerk en staat"
ook staat op het liberaal pogram
Dat wordt immers ook niet door mij
ontkend Maar men zal het toch wel toe
geven dat het zeer veel uitmaakt, op welke
wijze en in welken graad die scheiding
wordt tot stand gebracht.
Het zal zeker nog al verschil uitmaken
of die scheiding zoodanig plaats heeft, dat
nimmer te eeniger tijd een clericale of een
ultramontaansche partij zou kunnen be
werken, dat er van staatswege aan die
clericale of aan die ultramontaansche par
tijen vrijheden werden geschonken, tot
schade der andere godsdienstige gezindhe
den.
Zonderling vind ik het, dat u, op de
eene plaats van uw betoog er op wijzende
dat uwe gezuiverde partij alleen
En een hoofdleider der Radicalen, gij personen bevat die a 11 en hetzelfde begin-
die dus ook de meest humane onder de se^ zÜn toegedaan op een voorgaande
humanen moet wezen, hoe leelijk laat plaats betuigt dat die niet-allegaartjes-
gij u nu toch kijken
In mijne meening, dat
de Radicalen
achtige partij éók bevat een aantal pro
testanten. De rest, wat zijn die dan? Mis-
het atheisme h u 1 d i g e n, en daarmede is schien een groot deel van de 66085 onge-
volstrekt nog niet beweerd dat alle Radi- loovigen in Nederland
calen atheisten z ij n zou ik mij ver
gissen
Gij, die er op roemt, dat allen van uwe
partij, dus geen één uitgezonderd, hetzelf
de beginsel zijn toegedaan, zult dan moe
ten toegeven, dat één lid alle leden ver
tegenwoordigt; dat de hoofdlieden, de aan-
voeders uwer partj eene punctueele af-
De Amsterdammer van verleden week
bracht dit cijfer ter kennis der lezers
Alzoogeloovigen -j- ongeloovigen vor
men geen allegaartje. Of zijn de Radica
le Protestanten toch wel ongeloovigen?
De Amst. deelt ook nog mede: „dat
De vereeniging „De Dageraadzich thans
per adres tot de Tweede Kamer gewend
1