Buitenlandsch Overzicht.
Gemengd
Nieuws.
balenen deelde dezen mede, dat Lodder
hem verweet met valsch geld te betalen.
De agent vertrouwde iotusschen de zaak
niet en nam den nachtwaker mede naar
het bureau. J)aar werden zijne zakken on
derzocht, waaruit nog meer ronde stukjes
lood te voorschijn kwamen.
Onnoodig te zeggen, dat de nachtwaker
nu in verzekerde bewaring werd gebracht
(B. bl.)
Men schrijftuit UTRECHT*
ao oudsher heelt het geloof aan boven
natuurlijke, althans voor velen onverklaar
bare dingen, ook onder de bevolking van
onze stad een niet geringen aanhang ge
vonden. Spoken en geestverschijningen kon
den hier steeds op een groot «n dankbaar,
pobliek rekenen, en het was vooral in het
zoogenaamde boven einde" der stad, dat
geregeld van allerlei akelige nachte-
men
lijke verschijningen, wonderdadige genezin
gen, enz. hoorde vertellen. Reeds sinds
jaren hoort men van dergelijke dwaasheden
niet meer, maar toch kan men buiten de
Tolsteeg nog vele ouderen van dagen met
een soort van trots hooren spreken van
een knecht van den ouden heer Deerns (den
vroegeren directeur der begraafplaats) die
- de knecht- met ziju hocus en ziju duim
in een half uur een verstuikten voet ge
nas, waarvooreen dokter minstens zes we
ken noodig had. In die bunrt woonde des
tijds achter den Pelmolen- waar thans het
physiologisch laboratorium, ongeveer staat
ook een vrouw, die „de gaaf* had,
menscben, die aan de huig leden, te ge
nezen. Zi, trok daartoe aan drie haartjes
die zij op de krnin van den patiënt uit
koos, en legde daarin eeu knoop. Kaalhoof-
als bij Gambetta's dood. Krankzinnigen doendik-
Voor Ferry's vrienden en partijgenoo- wijls dingen, waarover men verbaasd staat
ten is zijn dood een zware slag, maar zooals ook uit het onderstaande blijkt,
ook zijn politieke tegenstanders tijdens Een man van 37j»ar werd verpleegd in
zijn leven leggen oprechte deelneming een gesticht, als lijdende aan zinsbegooche-
over dit onverwacht einde aan den dag. lingen. Zijn toestand was van dien aard,
Tot de eerste die hun handteekening dat na eenigeu tijd zijn vrouw hem bezoe-
schreven in het register, in deconcie ge- ken mocht. Toen de tijd van het to gestaan
oge van Ferry's woning neergelgd, be- verzoek verstreken was, zeide de vrouw
loorde Clemenceau. dat z ij nu afscheid moest nemen waarop de
Jules Ferry had onverzoenlijke vij- man, denkende dat zijn echtzenoote voor den
anden, maar iedereen moet erkennen, bepaalden tijd weg wilde, vreesehjk te keer
dat hij een onvermoeid werker was, ging. Om hem te overtuigen haalde de vrouw
die wist wat hij wilde, die logisch was haar horloge te voorschijn. Nauwelijks had
in zijn denkbeelden, tot het laatste toe de zieke het gezien of hij rukte het haar
streed om zijn denkbeelden te doen uit de handen trok de ketting stuk en slikte
zegevieren. j het in. De geneesheer van het gesticht
Jules Ferry was een vurig republikein,1 verleende onmiddellijk hulp, doch kou niets
een eerlijken rechtschapen burger, wiens ongewoons onldekkei, zoodat hij van het ver-
integriteit, zelfs in deze tijden van laster, j haal niets gelooide. Zestien dagen
nooit in twijfel is getrokken.
Kortom, hij was een goed patriot
en een redenaar van groot talent. Ge-
bestrijken.
15o. Mos
en verdroogd bast moeten
verwijderd worden eu op zijn tijd moet de
eene merkwaardige voorliefde te hebben
tot eene. bakkende houding Het middag
eten wordt er gewoonlijk opgediend in een
lukkig voor hem heeft hij het
gen beleven, tot president
nog mo-
van den Se
naat te worden benoemd, en dit was
voor hem een bewijs, dat de inpopula. g'®ne
ritiet, die de oorlog in
te
later
evenwel kwam het horloge langs deQ na
tuurlijken weg te voorschijn. Het was een
zilverenen had een omvang van 2l/3 duim
en een dikte van eeu halven duim.
stam met kalkwater en rundermest bestre- grooteu schotel, welke op den vloer wordt
ken worden. geplaatst-, terwijl de deelnemers aan den
16o. De aarde om den stam moet los maaltijd er rondom heen op een groote
gehouden en met verrotten mest worden bank gaan_zitten en er met hunne vingers
belegd
De Journalisten en de Hy-
Tonkin hem
Een zeer interessante redevoering werd on
bezorgde, begon te verdwijnen. Hi/Ts 'angs door een Engelsch medicus op de
gestorven op een tijdstip, waarop hij mis- groote jon mallaten verga "Mg
schien tot de hoogste functie zmi geroe- <*mgd Koninkrijk te Londen gehoudenHl
toonde aan dat de arme journalisten al
heel weinig hygiënisch kunnen leven. Nie
mand meer dan zij hebben te lijden van
„overvoeding" der hersenen. Gemak en
journalisten—taik zijn absoluut heterogene
begrippen, duisternis, stof, machine-ge-
dreun, onaangename geuren vergezellen hen
trouwer dau aan deze ongemakken evenre-
17o. Bij kanker of andere ziekten moe
ten de zieke deelen uitgesneden worden en
is een bemesting met gier ea kalizout of
hou'.asche) aan te bevelen; bij een gom vloed
is het afsteken van eenige wortels aan te
hevelen.
18o. De hoornen moeten in het voor
jaar vóór de bloemknop-ontwikkelirg en
later nog eens tijdeus de vruchl zelling be
mest worden, het best is ier met kali eu
phosphorzuur (8 deelen superphosphaat en
2 deelen zwavelzure kali) De bemesting
moet op tamelijkeu afstand van den boom
in gaten gegoten of in een greppel rond
om den boom gegoten worden.
19o. Oude, afstervende ooftboomen kun
nen door het gedeeltelijk afsnijden der takken
verjongd worden. Waar een boom gestaan
heeft, mag nooit een jonge ooftboom van
dezelfde soort weer gezet worden (vruchtwis-
seling).
pen worden.
PARIJS, 21 Maart (R. O.) Heden-mid
dag zijn de pleidooien in zake het Pana
ma-proces voor het Hof van Assises ge
ëindigd.
Vervolgens begonnen de beraadslagin
gen der j u r y, en wel met dezen uitslag,
dat schuldig werden verklaard de be-
digen genas zij ook, maar hoe dat toeging ambte aan het Crédit Lyonnais, B lon-
was en bleef haar geheim, want die be
handelde zij in het donker!
De nagedachtenis van Kaatje Berlijn,
eigenlijk een ingezetene van Maarsen, en
bij hengelaars zeer bekend om de habili-
teit, waarmede zij baarzen en andere sloot-
bewoners wist te verschalkeir, is nog bij
velen hier ter stede, waar zij een uitge
breide cliëntële had, in gezegend aanden
ken. Er leven er nog' die nergens baat ge
vonden hadden, en die zij van bloedarmoe
de radicaal genas, alleen door oplegging
der handen en de ve-zekering, dat hen niets
mankeerde. En het verhaal van de merk
waardige genezing eener geheel „opgegeven
vronw, die zij tot herstel van een maag
kwaal, een tinnen lepel zaud uit den Krom
men Rijn en een boterham met spek toe,
liet verorberen, leeft nog altijd voort, tot
beschaming van alle geneeskundigen, die
soms bij een bedorven maag met de han
den in het haar mochten zitten.
Dat het daarbuiten, waar altijd de zetels
des geloofs was gevestigd nu dan ook zoo
geheel daarmede zou gedaan zijn, is niet
goed aan te Demen. En al hoort men dan
ook niet meer van het genezen vau ziekten
en kwalen (waarvoor lijders hier betere adres
sen hebben tegenwoordig) crzijn toch nog
altijd inenscheo die de voordeelige zaak on
geveer „op dezelde voet" voortzetten en
van de lichtgeloovigheid hunner naasten
gebruik maken om zich een niet onaardig
voordeeltje te verschaffen.
Zoo woont hier een oude vrouw, die
zich in niets onderscheidt van de gewone
waarzegtsers, dan dat haar kat een boosaardig
hoogen rug tegen de bezoekers trekt haar
op de tafel huppelende kip naar derzelver
neus pikt, en haar koffiedik erg naar ge
brande stroop riekt die een bizonder
talent heet te bezitten, om te ondekken
waar verloren geraakte voorwerpen zich
bevinden. Als een treffend voorbeeld wordt
genoemd, dat in den schoonmaaktijd ach
ter een kast vandaan een zilveren lepeltje
te voorschijn kwam, waarvan de waarzeg
ster, haast een jaar te voren, verklaar!
had dat het niet weg was.
Overigens heeft deze dame het vooral
des Woensdag en des Zondagavonds zeer
druk. Zij houdt zich geheel aan de regel
en van den ouden heer Steffens; beeft,
ofschoon zij niet lezen kan, een groot
boek opengeslagen voor zich liggen, en
bedient haar klanten ook met de kaart,
bij welke gelegenheid vooral ruitenvrouw
het blonde wijf en schoppen heer
die zwarte kerel de hoofdrollen
d i n; de directeur der Panama-maatschap
pij,Charles de L e s s e p s en deoud-
minister van openbare w erken B a h a u t
Onschuldig werden verklaard de
directeuren der Panama-maatschappij M a-
rius Fontane, de oud-afgevaardig
den Gobron en San s-L e r o y, de
Senator B r a 1 en de afgevaardigden
Dugué de la Fauconnerie en
AntoninProust.
Jules Ferry was bijna 61 jaar oud.
Daarna beraadslaagde het Hof over de
straf, welke de schuldig-verklaarden
moest worden opgelegd. De uitslag was,
dat voor de heeren de Lesseps en
B 1 o n d i n verzachtende omstandighe
den werden aangenomen, zoodat zij res
pectievelijk veroordeeld werden tot ge
vangenisstraffen van een ja a r en
twee jaren.
De oud-minister B a h a u t werd ver
oordeeld tot verlies zijner burgerrechten
tot betaling eener boete van 750.000
francs en tot een gevanggenisstraf van
v ij f jaren.
Bovendien werden alle drie beschul
digden op den eisch der civiele partij
veroordeeld tot het betalen eener schade
loosstelling, op te maken bij den staat en
tot betaling van 375.000 francs aan den
heer Nonchicourt, den curator der Pana
ma-maatschappij.
De zes andere beschuldigden werden
door het hof vrijgesproken-
dige hoeveelheden goud en zilver,
zijn moeielijkc taak met
van
Is hij
nieuws
beladen, (De zetter had hiervan gemaakt
„met nieuwsbladen'. Zoo erg is het geluk
kig nog niet!)op het redactie-bureau aan
geland, dan wachten hem benauwde zalen
en druk werk, terwijl gebrek aan behoor
lijken slaap de maat der ongezondheid doet
overvloeien. Voeg hier nog bij, dat de jour
nalist soms eten en drinken moet, als hij er
voistrekt geen zin in heeft en daarentegen
op andere tijden half van honger en dorst
moet weten te sterven en daarbij altijd
beleefd eu vriendelijk moet zijn en dat
alles om te zorgen, dat ge op uw tijd 's
avonds en 's morgens uw nieuws hebtl Wij
weten wel, dat er niet veel aan de ver
betering der journalisten-hygiëne te doen
is, doch roepen: Hoeden af voor goede
journalisten!" (Mndbl. tegen vervalschingen
Het rapport der commissie over den
toestand der Italiaansche banken, dat 700
bladzijden telt, is niet zeer gunstig voor
de Siciliaansche bank, de Banca Romana
en de Banca di Napoli.
Het kapitaal der Siciliaansche bank
is van 23,000,000 tot 15,000,000 lire
verminderd, en de Banca Romana heeft
een tekort in kas van 28,600,000 lire,
terwijl voor 64,500,000 lire aan bank
biljetten is uitgegeven boven het geoor
loofd bedrag. Daarom eindigt het ver
slag met de conclusie, dat deze bank
haar zaken niet langer mag voortzetten.
Van de P.anca di Napoli is een derde
gedeelte der gedisconteerde wissels, ten
bedrage van 25 600,000 lire, niet te dek
ken en daarbij heeft deze bank op land
een bedrag van 35.400,000 lire uitstaan.
„De bank dus luidt het rapport
bevindt zich daarom in een moeielijken
toestand maar kan zich later herstellen."
De Banca Nazionale d' Italia werd in
orde bevonden. Op 10 Juni was aan bank-
vervullen. Zij heeft het spreekt haastpapier uitgegeven 101,500,000 lire, dus
van zelfeen soort van huwelijksburem
en, mag men haar gelooven, dan bezitton
haar poeders, mits op de ouderwetsche
manier gedragen in den stootkant van de
japon, ia de liefde een onoverwinnelijke
kracht. De meeste huwelijken, die niet
gesloten worden, blijven beweert zij
ongedaan door haar toedoen, en dit acht
zij haer grootste verdienste. Misschien,
als het waar was, maar de
weinig vertrouwbaar zou
nog zulk een groot ongelijk niet
mensch ia zoo
zij daarna
hebben.
Jules Ferry, wiens plotseling overlij
den te Parijs algemeene deelneming heeft
gewekt, was sedert 1888, toen een aan
slag op hem werd gedaan, lijdende aan
een hartkwaal. Hoewel hij sedert Zon
dag door benauwdheden werd gekweld,
had hij verleden week, en zelfs nog den
dag voor zijn dood, den senaat gepresi
deerd. Donderdagavond zag hij op aan
drang van mevr. Ferry, die duidelijk de
sporen van vermoeidheid op het gelaat
van haar man waarnam, van het plan
af om zich naar een soirée te begeven
en legde hij zich vroegtijdig ter ruste.
Mw. Ferry is radeloos over haar ver
lies. Het huwelijk was een toonbeeld
van geluk. Kinderen hadden de heer en
mw. Ferry niet. De ontroering, door het
bericht van Ferry's dood te Parijs ge
maakt, wordt bijna evengroot genoemd
nog beneden het geoorloofde bedrag. Yan
de winst van het vorige jaar was
23,700,000 lire ter zijde gelegd waardoor
het vermoedelijk verlies op de wissels
7,000,000, en dat op uitgezette gelden,
8,000,000, wordt gedekt. Op het oogen-
blik heeft de Bank 142,600,000 lire uitge
zet, maar deze som is grootendeels door
goede onderpanden gedekt.
Ook de toestand der Banca Nazionale
Toscana is goed en insgelijks luidt het
oordeel over de Toscaansche credietbank.
Op het beheer van de Nationale Bank en
de beide Toscaansche banken heeft de rap
porteur dan ook niets aan te merken.
Eerlijk bovenal.
Verbeeld je, gisteren kwam een klant
op t' kantoor oin af te rekenen, eu hij be
taalde me honderd gulden te veel!'
En wat heb je gedaan!'
Eerlijk bovenal. Ik heb de helft ge
geven aan mijn compagnon.'
Zondagavond wierp een
voorbijgaoger confetti naar mej. R. van
St.-Joost-ten-Noorde (Brussel) die met
haar ouders wandelde. Het meisje keerde
plotseling het hoofd om, met 't ongelukkig
gevolg, dat de lange speld, waarmede haar
hoed was vastgemaakt, in het oog harer
moeder drong. De gekwetste liet een lui
den schreeuw hooren en werd in een apo
theek verzorgd. Het oog is verloren.
Eenige regelen bij de ooft
boomteelt in acht te nemen.
lo. Op hoogten poot men het best ker
sen, in de laagten pruimen, aan de noord
en oostkant der hellingen appelboomen, aan
de west— en zuidzijde peren. De kerseboom
verdraagt de meeste droogte, de pruitne-
boom meerdere vochtigheid.
2o, De beste bodem is een vochthou-
dende, poreuse leembodem, waarop nog
geene ooftboomen gestaau hebben. Grond
water is altijd uadeelig en daarom is drai-
neeren in den herfst aan te bevelen.
3o. Men grave in den herfst groote
gaten, waarin de boom zal kooien te staan
en giet er in den wintertijd nu en dan
gier in.
Men koope de boompjes bij een vertrouw
den kweeteer en alleen gezonde boompjes
met de dikke wortels, die in de kweeke
rij loodrecht zijn gegroeid en een één- of
tweejarige kroon hebben.
5o. Men kieze de soorten zeer voorzich
tig, met het oog op de gesteldheid des
bodems.
6o. Men pote de appel- en pereboomen
minstens 20 meter van elkaar. In het be
gin kan men wel een pruimboom daartus-
schen plaatseu. Op het vlakke veld of in
boomgaarden moeten de rijen der ooitbou-
men 40 tot 50 schreden van elkaar ver
wijderd zijn.
7o. Vóór het poten, korte men de sterk
ste wortels zorgvuldig in (gladde snede en
naar onderen staande). Bruine randen op
de vlakte der snede wijzen aan dat de vorst
de wortels aangedaan heelt. Vezelwortels
mag men niet beschadigen.
8o. Vóórdat m?D den boom plant, zet
men een aan de punt gebrande psal lood
recht in het gat, hetwelk men aanvult voor
drie vierde der diepte met goede teelaarde;
zet daarop het boompje, welks wortels er
over uitgespreid worden en werpt er ver
volgens den ondergrond op en wel zoo, dat
het boompje recht en stevig komt te staan.
Versche mest mag nocit in het gat ge
bracht worden.
9o. Bij te natte gronden is het poten
op heuveltjes aan te bevelen. De pas ge
plante boom moet met zijn hals altijd lioo-
ger staan dan in de kweekerij en niet vast
gebonden worden voordat de grond zich
gezet heeft. Diep poten is een groote fout.
löo. De paal mag de kroon niet aan
roeren en moet aan de zuidkant staau. Be
ter is 't nog den boom aan twee paaltjes
te bevestigen die elkander niet raken.
llo. Om het uitdrogen in 't voorjaar
te voorkomen, kan men de stammen met
stroo omwinden of met natte verdunde klei
bestrijken.
12o. Appel,- pere-an kerseboomen mag
men bij het poten niet of zeer weinig
snoeien eerst in het volgend jaar is een
krachtig snoeien, vooral bij zwakke twij
van
Het eenige exemplaar,
De ijverigste Engelsche boekenverzame
laar was graal Johan George Spencer, die in
1758 geboren werd en in 1834 stierf. In
zijn fraai slot te Althorf in Hamptonshire
bracht hij de grootste en kostbaarste parti
culiere bibliotheek van Europa bijeen. Om
een uitgebreiden catalogus van deze uitge
zochte boekenverzameling te laten maken,
stelde hij ia 1810 den geleerde Thomas
Dibbin, bekend door zijne bibliographische
werkeo, tot bibliothectaris te Althorp aan.
Toen Dibbin bij hem kwam, leidde hij
Hem zelf door de boekenzalen rond en toon
de hem zijne zeldzame schatten.
Met een gewichtig air nam hij uit eene
kast een zeer oud werk. „Dit boek is een
unicum', zeide hij, „een Martialis, in 1473
gedrukt door Sweynheim en Panuartz. Ër
is geen tweede exemplaar van.'
„U vergist u", antwoordde Dibbin. „Op
mijne groote bibliographische reis door Eu
ropa heb ik een tweede exemplaar van de
ze Martialis uitgaaf gezien."
„Waar?' vroeg Spencer verrast.
„Te Rome."
„In de bibliotheek van het Vaticaan of
in een andere boekenverzameling
„Ik zag het boek bij eeu antiquaar, An-
gelo chivacci, die in de smalle straat bij
het paleis van het Spaansche gezantschap
woont.'
„Zijt gij er zeker van, dat gij u niet
vergist
„Ik ben er zeker van."
,Is het exemplaar, dat gij daar gezien
hebt, beter dau het mijne?"
„Dat kan ik niet met zekerheid zeggen.
Het was in elk geval goed geconserveerd.
Beide exemplaren zijn misschien evenveel
waard."
,Gij kendet toch de zeldzaamheid
het boek?"
„Zeker."
„Waarom hebt gij het dan niet gezocht?"
„Omdat mijne beurs eeue zoo aanzien
lijke uitgaaf, helaas, niet gedoogde."
„Wat vroeg Chivacci?"
„Vijfhonderd pond sterling (6000 gul
den). Hij was goed op hoogte van de zeld
zaamheid der uitgaat."
„Dit was niet te veel", zeide Spencer.
„Ik zelf heb mijn exemplaar duurder be
taald. Deze uitgaaf is dus geen unicum
hm, hm I Meet gij wat: ik ga mor
gen naar Rom«.'
„Hoe u wil zelf
„Ik heb geen rust; ik moet het tweede
exemplaar van dit werk volstrekt hebben.
De hemel geve, dat geen ander mij reeds
voor geweest is!"
Inderdaad reisde de graaf onverwijld naar
Italië. Te Rome aangekomen, bekom
merde hij zich daar om niets anders, dan
om den ouden Martialis. Hij ging direct
naar den antiquaar Chivacci en vond het
exemplaar nog in diens bezit. Hij kocht
het voor den gevraagdeu hoog m prijs en
keerde daarna onmiddellijk met zijn kost-
boren buit naar Engeland terug.
Toen hij weer in zijn slot te Althorp
aangekomen was, ging hij naai de biblio
theek en toonde Dibbin triomfantelijk het
tweede exemplaar van de oude Martialis-
uitgaaf.
Het was in den herfst en recht koud.
Een groot vuur flikkerde vroolijk op den
haard.
„Ik heb het boek gevondeD,'zeide hij.„Help
mij nu eens om te onderzoeken welk van
deze beiden exemplaren er het best uitziet!"
Na een lang, nauwkeurig onderzoek kwa
men de beide boekenkenners tot de overtui
ging dat het eerste exemplaar in beter
conditie verkeerde dan het tweede.
„Uitstekend 1' riep Spencer vergenoegd
„Ik ben blij, dat we beiden dezelfde rnee-
uit eten. Tafels honden die lieden er niet
op na en zij schijnen maar heelemaal niet
1e begrijpen, dat de schotel op een kist
of iets dergelijks zon kannen worden ge-
plaatst, om het eten zoodoende gemakke
lijker te maken.
Firdjof Namen verhaalt de volgende on-
derviuding van eene jong Europeesche huis
vrouw op dat eiland.
Op zekeren dag had deze een aantal es-
cimomeisjes welke voor haar moesten was-
schen en toen zij iu de kamer ging, om te
zien hoe de zaken gingen, bemerkte zij,
dat hare wascbvrouwen allemaal over de
tobbe, welke op den grond stond, bukten
om zoo het verlangde werk te verrichten.
Natuurlijk dacht de vrouw des
huizes, dat dit een verkeerde houding was
en daarom liet zij enkele stoelen in de ka
mer brengen, opdat men de waschtobben
daarop zou plaatsen en het zoo gemakke^
lijker voor hen te maken.
Toen zij nn een uur daarna weer eens
even kwam zien, wekte het ten zeerste hare
verwondering op, dat de tobben nog steeds
op den grond stonden, terwijl de wasch-
vrouwen op de stoelen waren gaan
staan, om van deze verhevenheid af naar
hnn werk over te buigen.
In een steengroeve bij het
dorp Hutenrode (in het Harzgebergte) heeft
deze week een dynamietontploffing plaats
gevonden, die aan acht werklieden het leven
kostte. Uit een brief van een hunner ach
tergelaten voor zijn vrouw, blfikt, dat hij
die ontploffing met opzet heeft veroorzaakt
„omdat hij niet langer wilde leven.' Van
zijn kameraden, die hij mede in het onge
luk betrok, ziju zes, gelijk hij zelf, vader van
een talrijk gezin.
Mevrouw G. ondekte de
vorige week haar werkster staande aan
een open kast, met de karaf madera aan
den mond. Bet, God, Bet! zoo, dst zie
ik daar eens!
Bet laat den hals der karaf niet los,
maar wijst met haar linkerhand naar de
zaal en dan naar haar hart.
Maar mensch wat beteekent dat
allemaal? roept mevrouw.
Bet de karaf van den mond nemend en
haar hand vastdrukkend op haar hart.
Och mevrouw, maak me nog niet
verder van streek. Ik beef over al mijn
leden. Ik krijg.... krijg.... er nog.... wat
vaD, dat zult u zien. En als ik hier de
madera niet gevonden had, dan was ik er
misschien bij neergevallen.
Mevrouw trappelend van ongeduld
Nu wat is er? M7at is er?
Bet langzaam Ja, 't is erg ge
noeg. Ik wil ze verzetten, ziet u, om beter
bij het behangsel te kuunen en daar breekt....
Mevrouw met een gil
De groote porceleinen vaas zeker
Allebei, mevrouw, allebei de vazen,
zegt Bet en ze drinkt met één teug de
karaf leeg.
Ofschoon een veertien
dagen te vroeg wellicht, moge onderstaand
verhaal uit een Amerikaansch blad hier
vinden.
gen, te verrichten. Pruimen moeten tot
op 56 oogen gesnoeid worden.
18o. In 't begin vau elk jaar, later al
le 23 jaar, snijde men te dicht staande
en elkaar kruisende of naar binnen groei
ende kroontakken af. Dorre takken en water-
loten moeten elk jaar verwijderd worden.
I4o Alle wonden moeten met boomwas
bestreken worden; stompe en zieke takken
moet men glad wegsnijden en ze met was
uing zijn toegedaan!'
En met groote koelbloedigheid wierp hij
het te Rome zoo duur gekochte tweede exem
plaar in de vlammen van het haardvuur.
„O, graaf, wat doet u daar?' riep Dibbin
verschrikt. „Een zoo kostbaar boek werpt
u in het vuur?'
„Ik had tot nu toe den roem, in mijne
biblioheek het eenige exemplaar van den
Martialis vau 1473 te bezitten en wil dezen
roem niet verliezeD, daarom verbrand ik
het tweede exemplaar," zeide Spencer, ter
wijl hij met de tang in het vuur woelde.
„Zoo - zoo nu is het weg! Nii is mijn eenig
exemplaar eerst recht onwaardeerbaar
men het zich lastig
Hoe
maken kan.
De inboorlingen van Gr jenlaad schijnen
eene
Rohert Hansbarough, van Chillicothe,
Ohio, is eigennsar van eene koe, die pik
zwarte melk geeft.
De koe is van gekruisd Jerseysck en Dur-
hamsch ras, werd geboren op zijne boer
derij evenals hare moeder en zusters, wel
ke, zonderling genoeg, nooit eenige afwij
kende bijzonderheden opleverden in de
kleur van hare melk.
Mollie, zooals dit zonderlinge schepsel
genoemd wordt, heeft vijf of zes maal
gekalfd, en hare spruiten zijn allen gevoed
met zwarte melk. Deze bevat een tame
lijk roomgehalte, hetwelk een weinig
lichter 7au kleur is dan de melk zelve
en eene boter oplevert die op een meng
sel gelijkt van koolteer en vet. Hoe zon
derling htt schijnen moge, is de smaak
van deze boter nochtans zeer goed en
wordt door het gezin Hansborough gaarne
gegeten.
Aanvankelijk, toen Mollie het eerst ge
molken werd en de melk zwart bleek te
zijn, was iedereen bang om die te ge
bruiken, maar toen haar kalf er geen
hinder van bleek te hebben en er vet en
speelziek van werd, was ook bij de huis-
genooten het veroordeel spoedig ver
dwenen en werd zelf de voorkeur gegeven
aan den zwarten room. De eigenaar heeft
gedurig aanzoek van circusmannen en vertoo-
ners van raritieteD, om de koe te koopen,
maar hij heeft hunne aanbiedingen nog
steeds van de hand gewezen.
Geen harer kalveren heeft de zonder
linge eigenschap der moeder overgeërfd
en de scheikundigen, die de melk hebben
onderzocht, verklaren geen oorzaak te
kunnen opgeven van het zonderlinge ver
schijnsel. Sommigen schrijven de donkere
kleur toe aan een eigenaardige tint in het
bloed van het rund.
Een les. Juffrouw Wels
stond, met een nieuwen hoed op, voor den
spiegel en boog het hoofd eerst rechts, dan
links, daarna voorover, totdat zij zeer on
tevreden met den voet stampte en den
hoed misschieu voor de tiende maal uit de
hand bekeek.
„De hoedenmaakster schijnt haar
geld niet gemakkelijk bij je te verdienen,
Keel" zeide haar man. Driemaal heeft zij
haar werk al veranderd, en nog is het vol
strekt niet naar je zin."
f au uc
oo"