Aliiicei Wiens- Aflmtfiiiiï- k Laillin Vreugde en Smart. Zondag 23 Maart 1393. 37ste Jaargang No. 2711. d Gemeente Behagen. 51 e k e n «1 m a k i n e n. Biimenlandsch Nieuws. PATENTEN. FEÜILLETO N. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: liaan, I>, 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummer 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regl f 0.25 iedere regel meer 5 cti Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis, dat de patenten, aan gevraagd in de maanden November, De cember en Januari j. 1. 3de kwartaal dienst- jaer 1892/93 ter gemeen'-"'>""'tarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald vanaf Woensdag den 22en toten met Dins dag den 28en Maart a. s. des voormiddags van 9 tot 12 ure, den invallenden zondag uitgezonderd. Schagpn, den 21 Maart 1893. De Burgemeester voornoemd, C. R. BEELS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter algemeene kennis, dat vergun ning voor de uitoefening van den kleinhan del in sterken drank is verzocht door GERARDUS MOOIJ, voor perceel no. 90 van Wijk A, aan de Marktplaats alhier. Schagen, den 24 Maart 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS, De Secretaris, DENIJS. Heden, 23 dezer had de on derlinge aanbesteding plaats van het schil derwerk aan de Kaasfabriek te BARSIN- GERHOBN. Waarvan de inschrijvers wa ren. als volgt: G. Grootes te Haringhuizen f 99. A. Klos te Schagen f 92.—- A. Bakker te f 90, J. Krans te f85. en D. Prins te Barsingerhorn f 80. aan wien het werk is gegund. Maandag 1.1. op den dag verbrandde te SINTMAARTENSBRUG, door onbekende oorzaak, de groote boeren plaats van den heer G. Leeuwen. Bij den brand kwamen ook nog 2 kalveren om. Novelle door L E O N A R D. VIII. Rustig verliep voor Karei de tijd. Hij ver vulde nauwgezet zijn plicht en vergezelde in zijn vrijen tijd Emma of maakte alleen eene wandeling, waarbij bij zich steeds meer verlustigde in do nu prachtige natuur. Alleen als bij dacht aan Marie, dan verviel bij in somber gepeinsdan wenschte hij soms, haar bij zich te hebben in de heerlijke lanen van bet park. Dit stond dan ook bij hem vast, dat bij baar dien zomer nog eeDs moest zien en sprekeD. Als Emma hem in zoo'n sombere bui aantrof, plaagde ze hem en meende, dat zij or spoedig wel meer vau zou hooren, doch Karei achtte het niet geraden, baar de reden van zijn verdriet mee te doelen. Emma was bescheiden genoeg, er Diet op aan te dringee, zoodat voor haar een geheim bleef, wat er was voorgevallen tusschen Karei en Marie; ja, nimmer bad hij zelfs haar naam genoemd, ofschoon Emma hem nog al eens een en ander meedeelde, ook omtrent Van Horst. Als Karei baar op bare rjjtoertjes verge zelde, vroeg bij steeds, welk paard zij zou berijden, en indien het de vurige Floor was, dan liet hij voor zich bet renpaard Pluto zadelen. Toen hij voor 't eerst daartoe vergunning vroeg aan mevrouw van Renen, hoorde deze wel wat vreemd op, doch zij w'lde het Karei niet weigeren. Emma begreep zeer goed, waarom hij zoo handelde en zij achtte hem er des te meer om. En dat de vrees van den voorzichtigen jongeling geen hersenschim was, bleek op zekeren dag, toen door een onverwachten zijsprong van Floor de teugels aan de hand der berijdster ontglipten. In toomeloozen vaart rende nu het paard voort, terwjjl het elk oogenblik gevaar liep op een teugel te trappen en te vallen, en wee dan het onge lukkige meisje. Nu toonde echter Pluto wat bij vermocht. Pijlsnel schoot hij op aansporing van Karei zijn kameraad achterna en bad hem spoedig ingehaald. Nu boog Karei zich om den bals van het edele dier en greep den heen en weer slingerden teugel van de verschrikte Floor, waarna beide paarden spoedig tot stilstand waren gebracht. Bij hunne thuiskomst vertelde Emma het WIERINGERWAARD O p o n ze laatste nutsvergadering hoorden wij eene compositie van den heer J. Denijs van Schagen. Deze compositie, een quartet voor klarine', fluit, viool en piano, werd uitge voerd door de heerenVan Egmond, De Vries en Felkert van Wieringer waard en den heer -J. Denijs. Bij het sluiten der vergadering wijdde de president een woord van waardeering aan deze compositie en sprak den wensch uit, dat de heer Den js in zijne woonplaats steun en aanmoediging zou mogen vinden om op de door hem in geslagen weg voort te kunnen gaan. De zangvereeniging, vair- van in het nummer van j. 1. Zondag reeds met een enkel woord werd gesproken, is tot stand gekomen. Er is een bestaar be noemd de leiding is opgedragen a.n den heer J. van Egmond en 25 dames en hee ren zijn toegetreden. Woensdag den 22en dezer vergaderde de afdeeling WINKEL der Centrale Liberale kiesvereenigingen in de kiesdistricten Etikhuiz-n en Schagen Tot lid van het bestuur werd gekozen de heer J. Bakker, hoofd der school te Groetpol der, in de plaats van den heer H. Knecht die niet herkiesbaar was, afgevaardigden naar de algemeene vergaderingen, ta hou den in het jaar 1893, werden de heeren: J. Bakker, K. Knecht en A. J. Onnekes. Met het oog op de vergadering, die den 5en April te Schagen zal plaats hebben, deelde de voorzitter, de heer D. Breebaart kz. eeu en ander mede omtrent de kies- wetvoorstellen van den minister van Bin- nenlandsche zaken. De peningmeester deed rekening van zijn gehouden beheer in 1892, waaruit bleek, dat het saldo op 1 Jan. 1893 bedroeg f 38,35. Met deu wensch, dat vele leden de vergadering ta Schagen den 5en April zullen bijwonen, sloot de voorzitter de vergadering. Op dejaarlijksche Paasch- uiarkt te NIEUWER-AMSTEL gehouden den 23 Maart j.1, werd o. a. bekroond voor ossen met een eersten, tweeden en derden prijs de heer ffVisser van Oterlrek. gebeurde aan bare moeder, die dadelijk Karei haren dank betuigde voor zijn trouwen bij stand en hem dringend verzocht, steeds Pluto te nemen als hij Emma vergezelde, 't Liefst had zij Floor maar van de hand gedaan, doch daar wilde Emma niet van hooren. Zoo begeleidde de jongeling haar dus steeds op bet edele ros Pluto, ook al had zij haar mak wit rijpaard bestegen. Natuurlijk trok dit wel de aandacht van de bewoners der omgeltgon dorpen en villa's, ja zelfs van die uit de stad A, waar Emma nog al eens kwam en schertsend maakten sommigen dan wel eens de opmerking, of de nieuwe opzichter misschien langzamerhand in al do rechten van Van Horst zou wensehen te treden. Nimmer was van deze gezegden iest ter ocre gekomen, noch van Emma, noch van Karei, totdat op zekeren dag onverwacht de ritmeester uit Den Haag te Bellevne arri veerde en na eene hartelijke begroeting der dames, zich spoedig bij Karei op zijne kamer vervoegde. Deze was juist bezig met bet nazien van eenige rekeningen en bemerkte aan de go- dwongen kalmte van zijn vriend dadelijk, dat er iets niet in den baak was. Hij hield zich echter, alsof bij niets bespeurde en noodigde Van Horst uit, wat plaats te nemen. Peze gaf hieraan gevolgen nu begou er als gewoonlijk een gesprek, dat evenwel niet best vlottetelkens ontstond er eene gaping. Eindelijk haalde de ritmeester zijn porteftuille te voorschijn, nam er een brief uit en reikte dien aan Karei over, met de woorden .ziedaar Groothart, leeg dat eens en zeg me, wat ge daarvan denkt." Karei ram den brief en las hem. Bet was een Daamloos geschrift, met een verdraaide hand geschreven en waarin Van Horst ge waarschuwd werd voor den joDgcn opzichter, die zeer veel werk van zijne verlooide scheen te maken. Het feit, dat Karei haar in den iaatsten tijd steeds vergezelde op het fraaie renpaard, dat anders alleen door den rit meester werd bereden, was er niet in ver zwegen. Toen hij den brief had gelezen, zag hij den ritmeester trouwhartig aan en sprak Hecht ge eenige waarde aan dat geschrijf, Van Horst „Volstrekt niet," was het antwoord; „ik wilde alleen maar gaarne den schrijver van dien brief uitvinden. Wilt ge me daaraan helpen „Zeker, heel graag!" „We moeten het echter zien te doen, zon der dat Emma er iets van boort," hernam 'N an Horst. „Zij zou er misschien om thuis blijven of zonder u uit rijden gaan en dat Nogaltijdisdebeste roode kool aan den LANGEDIJK flink van prijs. Zelfs werd er voor eene partij die voor een paar dagen f8.50 kon gelden, f 10,50 besteed. Van de mindere soorten kool blijft de prijs hoogveel rijzing ol daling is daar in niet te bespeuren. Voor uien wordt nu hoogstens f3.25 per mud geboden. Tot penningmeester van den polder Mijzen is in plaats van wijlen den heer E. Voerman, benoemd, de Heer C. Wijdenes Spaans te Avenhorn. Een r ij wiel gestolen. Een wielrijder uit N.-AMSTKL, die d. d. aan een woning op den Singel bij de To rensteeg een boodschap te verrichten had en toen zijn rijwiel even op de stoep liet staan, kwam, toen hij weder buiten trad, tot de onaangename ontdekking, dat een handige dief zich met zijne machine ver wijderd had. De deurwaarder J E. van het kantongerecht te Assen, die afstandsgeld in rekening bracht alsof hij een dagvaar ding aan een geluige te Annen beteekend had, terwijl hij het inderdaad gedaan had te Assen, waar hij den getuige ontmoette, is door de rechtbank te Assen wegens het ge bruik maken van een valsch geschrift, waar door nadeel kan ontstaan, veroordeeld tot 7 dagen gevangenisstraf. De eisch was 1 maand, met ontzetting van het recht om het ambt van deurwaarder te bekleeden, voor den tijd van drie jaren. Voorzichtigheid aanbe volen. Bij het doorsnijden van een ham bemerkte eer. jutfronw te ARNHEM, dat het vleesch er zeer vreemd uitzag. Zij bracht haar naar den keurmeester, die na onder zoek mededeelde, dat het vleesch vol zat met blaasworinen of vinnen (cisticerus cel lulose), dieren, die bij den mensch de lint wormziekte veroorzaken. De ham was bij een boer uit Gieessen gekocht. Zelfs beesten doen zoo niet! Te TILBURG woont een boerenknecht, wiens maag voor uitzetting nog al vatbaar schijnt. Zondag ging hij tegen den boer, bij wien hij thuis is, een weddenschap aan, om binnen 20 minuten tijds 40 hard ge kookte kippeneieren, benevens acht sneden uit een roggemik op te eten. Mocht het echter blijkeo, dat hij na vermeld tijds verloop de geheele massa niet verorberd had, zoo moest hij zijn baas voor ieder ei zes centen betalenmaar jawel 1 Nauwelijks waren 17 minuten en 23 seconden verstre ken, of onze knecht had alles *in sijn kraag zitten," weshalve hij het ganscbe „rommelzoodje* gratis voor het oppeuzelen hal. Uit den Sitardschen ge meenteraad, De Sittardsche gemeenteraad heeft een zekere befaamdheid gekregen door de wijze, waarop daarin de gemeentezaken worden behandeld. Een lief staaltje daarvan lever de weer de vergadering van Maandag, 13 Maart ji. Aan de orde was de hand- en spandiensten. Aan de Katholieke Waarheidsvriend, een te Sittard verschijnend blaadje, ontleenen wij het volgende: Voorz. Nu spandienst, die is gebleven, wij immers keurden die zoo goed. Zinken. Ik zou graag zien dat daar een verandering in kwam, want zooals dat nu is, laat het veel te wensehen over. Wij moe ten het geld verdienen voor de stad en kunnen aan den veldweg niets doen. De voorzitter zet zich in positie en krampt de handen samen en schreeuwtdao hubs hum weer, doe be3t van alles cretisant, altied trek ste de achteraam, went het op dienen aanknmt, had ik mer geweten, geer hadt het neit gekregen, wat geer noe hubt; had ik het mer geweten, geer hnbt noe het geldj vau den stad. Zinken op bedaar len toon. Wat hebben wij van de stad, ik zeg nog eens, de goed- willigen dienen en die andere niet. De voorzitter schreeuwt ondertusschen aanhoudend door: yhet is zoo wie het moot zeen," slaat van tijd tot tijd met den vuist op de tafel en roept: Dat is gelogen, ik breng ze in omvraag. Kallen. Ik word gekommandeerd, 8 maal zou me spijten, want dau kou ze heel licht een oogeluk krijgen." „Waarom zou men u toch dien brief hebben geschreven?" sprak Karei. „Wat denkt go, Van Horst, zou dat een vriend van u zijn „Nu, dan zeker niet een van de beste," hernam deze. „Doch laat ons dat ding eens wat nader beschouwen." Volgens het postmerk was do brief uit bet naburige A, verzonden en daar bad Van Horst slechts weinige kennissen, van wie hij zoo iets niet kan verwachten. Hij kon in 't geheel geen aanknoopingspunt vinden. Intusschen zat Karei met de hand onder het hoofd en den brief voor zich, in diep gepeins verzonken. Na geruimen tijd kwam er leven in zijn trekken en bij mompelde: „Dat is mogelijk." „Wat is mogelijk?" vroeg de ritmeester. „Wacht even," hernam Karei opstaande en in zijn schrijftafel snuffelende, „laat ik eerst die rekening zoeken." Spoedig bad hij gevondeo, wat hij zocht en legde nu naast den brief een rekonÏDg van zekeren Frederik Schram, zoon vau een rijken koopman uit A. Nauwkeurig vergeleken nu de beide jonge mannen de letters van den brief met die van de rekening en er was werkelijk eenige, zij het dan ook weinige overeenkomst te vinden. „Hoe kwaamt ge zoo in eens op de ge dachte, deze rekening er bij te halen vroeg Van Horst. „Dat zal ik u zeggen," hernam Karei. „De schrijver daarvan, F. Schram Jr., is een paar malen voor zakeo op ce villa ge weest en heeft toen ook juffrouw Emma ontmoet. Reeds den eersten keer meende ik op te merken, dat bij baar met meer dan gewone opmerkzaamheid aanzag en eene volgende maal is mijn vermoeden, dat hij gaarne in uwe plaats zou zijn, bevestigd geworden. Toen wij gisteren A verlieten, ontmoetten wij hem en ik zag het wel dat hij ons zoo ver mogelijk aanstaarde. Na is mijn meening dat bij gaarne twee dracht zoo slichten, gedachtig aau 't spreek woord, in troebel water is 't goed vissehen. Dat een praalhans als hij bij juffrouw Emma toch nimmer eenige kans zou hebbeD, begrijpt bij natuurljjk niet. „Gij gelooft dus, dat die Scbrau de schrij ver is hernam van Horst. „Ik zou er hem niet te goed voor achten en de overeenkomst tusschen de letters van den brief en deze rekening, is dunkt mij duidelijk." „Maar bce krijgen wij daaromtrent zeker heid vroeg de ritmeester weer. „Laat d.t maar eens aan mij over," sprak Karei. „Kunt ge nog eenige dagen op Belle - 7 daags, dus dat is 21 dagen dienen ik be taal liever 45 gulden. Ife voorzitter valt hem op bitsen toon in de rede en schreeuwt zoo hard hij kan: W eer hubben wegen- die zeen zoo goud es er irgens zeen, en waat wilt geer mit eure kwak dae der laet. Wrat zoudt geer mir eure kwak? Schtey. Ja, maar Zinken heeft volkomen gelijk waar hij daar zooeven zei, ik heb ook gehoord van geloofwaardige personen. De voorzitter valt hem in de rede en schreeuwtdat lugste jao neum mig eus eine. Dat gebeurde zoo hard, de heeren Arnoldt» uit hun gewone sluimering ontwaakten en tegen den voorzitter riepen: «maak u toch niet zoo kwaad burgemeester, gedraag u kalm, fatsoenlijk, spreek niet zoo hard, nadat zij den burgemeester wat gekalmeerd haddeD. Kamp». Het lij kent hier wel een Pool- sche Landdag. Schrey. Ik zou eens graag het woord hebben. Jessen van Overhoven is een boer die het niet zal zeggen, wanneer het niet was; die heelt mij ook gezegd, dat er ziju die komen, wanneer zij willen, en dat de goedwillig n alleen dienen. De voorzitter weet zijn drift niet te be dwingen en schreeuwt: dat kan neit muige- lijk zien dae doa zaet dat weijer, op het raadslid Zinken wijzende. Kamps. Neem een register en laat de genen die hun dienst komen verrichten zelf hun naam daar inteekeneD, dan hebt u con trole en weet van zelf, wie komt en wie niet. Voorzitter. Dat hebben wij al jaren mer hae hie altied achter op naar Zinken wijzend. Zinken. Neen het zijn juist uw handlan gers die nooit spandienst verrichten, daar is geen controle als een enkele keer door een veldwachter, en die durven uw handlangers toch niets zeggen. Voorzitter. Dat is gelogen, mer wach maar, den eersten boer, die weer niet komt zullen wij laten voor de rechtbank, naar Maastricht dansen. Ik zal Wageuaar doen proces-ver baal maken, onthoud dat, ik zal die boeren leeren. Verheggen. Dat is het beste. vue blijven? Ja? Welnu, houd u dan alsof ge van niets weet, ook al mocht ge mijnheer Schram bier ontmoeten." Als ge me daardoor zekerheid kunt ver schaffen, zal ik tegun niemand een woord over de zaak spreken," beloofde van Horst. Dat dus afgesproken zijnde, zocht de rit meester zijn E oma weer op, terwijl Karei met zijn werk voortging. Zijn plan was reeds gemaakt. Binnen een paar dagen verwachtte hy Schram op Belle- veu, daar hij over zaken moest komen spreken. Dan zou bij een begin van uitvoering geven aan zijn opgevat voornemen en hij twijtelda er niet aan, of hij zou zijn doel bereiken. IX. Twee dagen later kreeg Karei bezoek van den heer Schram Jr. Zeer voorkomend ontving hij den jongeling, ofschoon hij bij zijn binnenkomen niet kon nalaten te glim lachen over het door overdaad vrij bespot telijk toilet van sijn bezoeker, die zich zelf scheen te beschouwen als uithangbord voor den rijkdom van zijn vader. De vingers van zijne rechterhand, welke hij van den hand schoen bad ontdaan, waren letterlijk met ringen overladen en op zijn borst fonkelde een groote doekspeld. Zijne gelaatstrekken waren vrij regelmatig en zijne donkere oogen werden door zware wenkbrauwen overschaduwd. Nadat de beer Schram op uitnoodiging vau Karei plaats genomen en een sigaar had opgestoken, begon men een gesprek over de leverantie, welke Schram zou doen aan mevrouw van Renen. Spoedig was men het hierover eens geworden en nu liep het ge sprek over allerlei zaken van algemeenen aard. Op handige wijze bracht Karei nu zijne betrekking als opzichter op het tapijt en betuigde Schram, dat bij zich daarin zoo gelukkig gevoelde, dat mevrouw van Reoeu eene zoo goede dame was en dat ook mejuffrouw Emma hem heel minzaam behandelde, dat zij 't liefst met hem nit rijden ging. „Toch zeker als de ritmeester Diet aan wezig is," merkte Schram op. „Natuurlijk," antwoordde Karei„maar toch heeft ze mij wel eens verzekerd, dat zij op den daar liever onder mijn geleide, dan onder dat van Van Horst rijdt, daar deze haar niet gaarne ziet galoppeoren, waar van zij toch dol veel houdt." „Gij zijt wel gelukkig, steeds de cavalier te mogen zijn eener zoo schoone jonge dame," sprak Schram. „Het is echter maar goed, ais mijnheer van Horst niet jaloersch is uit gevallen. Gij zijt beiden jong en gaat, vol gens uw zeggen amicaal met elkander om. Mij dunkt, het is niet geheel onmogelijk, dat uit die vriendschap, een gevoel van meer teederen aard ontstaat." „Och ja," hernam Karei, „dat is niet ge heel onmogelijk; maar, aangenomen al dat Van Horst jaloersch is, wat kan hij er aan doen Zijn plicht roept hem in den Haag, zoodat bij niet altijd op Bellevue kan ziju, om zijn verloofde Ie bewaken. Hij kan dus niet beter doen, dan geheel op den trouw van zijn meisjo te rekenen." „Nu voor 't oogenblik is zij onder goede bescherming," sprak Schram, naar buiten wijzende, waar juist de ritmeester en Emma uit het park te voorschijn kwamen. „O, wat is zij schoon I" liet bij er als onwillekeurig op volgen. „Ja en goed ook," hernam Karei; „ge lukkig do man, die haar tot vrouw krijgt." Weinige oogenblikken daarna trad Van Horst do kamer van Karei binnen en stond eeu oogenblik verbaasd, toen hij daar do heer Schram aantrof. Spoedig echter herstelde hij zich en reikte hem als een bekende de hand, welke door Schram met hartelijkheid werd gedrukt, ofschoon Karei zich verbeelde, dat de hartelijkheid geveinsd was. Dat hg in elk geval niet bijzonder op het gezelschap van Van Horst gesteld scheen, was duidelijk, daar hij opeens een grooten haast toonde en weldra vertrok. Daar Schram te voet was, wilde Karei hem een eind weegs vergezellenop een veelbeteekenenden weuk van dezen bleef do ritmeester op de villa. Zoodra da beide wandelaars van uit de villa niet meer gezien konden worden, ma tigde Schram aanvankelijk zijn stap, hetgeen Karei deed vragen, „ot mijnbeer Schram nu geen haast meer had?" „Eigenlijk neen, mijnheer Groothart," was het antwoord. „Doch zeg mij eens oprecht, vindt gij mijnheer Van Horst niet wat trotsch „Integendeel," was het antwoord „ik vind Van Horst een gezellig, vroolijk en rond borstig jongman. „Nu, de smaken verschillen soms," sprak Schram en begon over iets anders te spreken. Bij ean zijweg nam Karei afscheid en wandelde langzaam naar Bellevue terug. Hier trad de ritmeester, die hem op het terras had afgewacht, dadelijk op hem toe 6D vroeg„Nu, mijn vriend, hebt ge al eenige zekerheid verkregen „Nog niet, Van Horst; maar ik heb bet aas uitgeworpen, als het vischje nn maar wil bijten." En daar op dat oogenblik ook mevrouw van ReneD en Emma op het terras verschenen, werd er over de zaak niet ver der gesproken. WOEDT VERVOLGD. ■cU -ugeuuujeii

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1