niet eens meer naar om. In Amster- im met zijn ongeveer 18 duizend kiezers, imen er heel een 4000 op. Spr. is ook rertuigd, dat algemeen stemrecht tegen- oordig zoo luide wordt begeerd door de lid-schreeuwers, die gaarne de hoogte i willen. Spr. beschouwt de uitbreiding in het kiesrecht als een noodzakelijk waad, waaraan nu eenmaal niet is te ïtkomen. De heer Th. J. Wallerv. Anna-Pau- wna, meent, dat het gevaar van de voor- istelde uitbreiding hierin bestaat, dat en de koorden der beurs geeft in han- m der niet-bezitters als :t werkelijk igaat, dat er 800.000 kiezers komen- en sronderstel eens, dat te Amsterdam L000 komen waarvan op zijn hoogst 5.000 betalenden, dan zal men daar ge- ■geerd worden door de niet-bezittende lasse. Ik juich het toe, dat men den et-bezitter gelegenheid geeft zijn belan- 3n voor te staan,doch zie toch het bezwaar in overheersching door de niet-bezit- nde klasse niet over het hootd. Als men den welstand afhankelijk stelt m tenminste eene kleine bijdrage, dan ;wijst dat in elk geval, dat die man >rgt, eenig begrip heeft van ook te oeten bijdragen aan de maatschappij, e wij samen vormen. Dat begrip mag 1. niet worden prijsgegeven. Het he up van lezen en schrijven zou ik niet irder getrokken wenschen. Ik ben het ms met den heer Breebaart, hij die et kan lezen, kan ook niet het voor i tegen lezen. Maar hoevelen zijn er die niet, slechts in naam kunnen zetten, die wel lezen, sn toch niet begrijpen. Het begrip van itwikkeling, in het ontwerp neergelegd, te onduidelijk. De heer Mr. A. P de Lange, replieee- nde, verklaart dat zijne statistische opga- i omtrent den teruggang in het kunnen zen en schrijven, aan de franschen is itleend. In Holland bestaat daaraan geen itistiek, die statistische uitkomst wijst enwel op relatieve verhoudingen en nu Spr. het met den heer Bakker volko en eens, dat bij de personen die in J70 bijv. 18 jaar waren op 70-jarigen eftijd niet zulk een ongunstig verschil .1 bestaan, maar de verhouding van et-lezers onder die 18-jarigen zal ook et zoo ongunstig geweest zijn als bij e van bijv. 't jaar 1840. Relotief even- el gaat de vergelijking toch door. Spr. het niet eens met den heer Breebaart it de uitbreiding van het kiesrecht is m noodzakelijk kwaad. 1'e uitbreiding >or de Regeering voorgesteld, die acht pr. wèl een kwaad, maar niet noodza- ilijk, en de uitbreiding van het kies- icht aan hen die den 30-jarigen leef- jd hebben bereikt wèl noodzakelijk en ien kwaad. Men make zich toch niet te bang. Over hetgeen de uitbreiding in het kiesrecht ten gevolge zal hebben, eten we allen niets. Wij weten niet, eiken invloed de gewijzigde productie 3r maatschappij zal hebben op de arbei- 3nde klasse. Wat zijn hun aspiratiën, hunne over- ligingen P Wij kennen ze niet. En nu het geen kwaad, aan die klasse te sggenSpreek uw gevoelen uit, niet doellooze vergaderingen als in Con- antia te Amsterdam, maar breng uwe [achten daar, waar ze worden aange- )ord. Doch een algemeen stemrecht met ïen bepaling van den dertigjarigen eftijd acht Spr. een absoluut kwaad, an plaatst men juist het evenwicht lar, waar het niet moet wezen, in inden van hen die onbevoegd zijn. aat men de bepaling van den 23-jarigen eftijd blijven, dan brengt men aan het ter, den leeftjjd der hartstochten, den eftijd in welken men lichtelijk warm ordt voor den schijn, omdat de onder- inding nog niet geleerd heeft, schijn in waarheid te onderscheiden. Wij zien ït telkens, overal waar de politiek op raat gebracht wordt, zijn het niet de •nstige mannen die leiden, maar zijn 3t leiders van beroep, gevolgd door de «va-jongens. De trapsgewijze verkiezing kan volgens sr.'s meening niet meer in aanmerking jmen, die gaat van een geheel andere rondgedachte uit. Het denkbeeld dat 3 kiezers de meest ontwikkelden in hun ring zonden aanwijzen, die dan een veede keuze zouden kunnen uitbrengen, it stelsel is door de praktijk veroor- 3eld. Door onze kiezers wordt al sedert iren gestemd over zaken. Getuige de ïhoolquaestie. Nemen wij onze couranten ter hand, m ontmoeten we in de dagen der verkie- ngen sierlijke hoofdartikelen over de iken, maar de vraag acht gij A of B eschikt, wordt ter zijde gelaten. Hoe oos zouden de kiezers tegenwoordig niet ijn, als de leveranciers aan leading-ar- kels hun plicht verzaakten, en zich azig hielden met het antwoord op de raagvindt gij dat niet een eerlijk, ntwikkeld man, zoudt gij dien niet ever de voorkeur geven boven dien ader, die zoo „groote beginselen" ver- ondigt Dat de niet-bezitters de koorden van e beurs in handen zouden krijgen, aarvior is Spr. niet zoo bang. Er wordt jgenwoordig zooveel theorie verkocht, eiker kracht in de praktijk eerst nog maar loet uitkomen. De Radicalen en de Socialen beschou- ■en ook het kiesrecht alleen van den ïeoretischen kant. Elke der bestaande partijen verwacht van de uitbreiding bevrediging harer wenschen. Spr. gelooft, dat in ons land niet een enkele partij de andere zal kunnen overheerschen. Wij krijgen locale meer derheden, afgevaardigden van alle par tijen, die, zal er iets tot stand kunnen komen, evengoed als de tegenwoordige regeering, met elkaar zullen moeten over leggen en leven bij transactie. Wij heb ben het in de laatste dagen op nieuw gezien De meest radicale hervormer, moet rekening houden met de stemmen en hij schrijft wel, dat men hem in den Haag tegenwerkt, doch een feit is het, dat hij niets doet. Wij moeten juist mannen hebben, die de gemiddelde ondervinding van eiken stand vormen en als verstandige mannen de oplosing trachten te vinden van de vragen die ons worden voorgelegd. De Radicale partij verwijt ons, dat wij niets deden en vergeet, dat zij de vrij- hsid van spreken aan ons te danken heeft, vergeet, dat wij hebben gestre den met andere partijen, dat wij ons moesten bepalen tot transactiën met die andere partijen, vergeet dat de regee ring voor Nederland niet bestaat voor één district. Dat lot wacht elk afgevaardigde. Zij zullen moeten leven bij transactie en hebben niet te vragen naar wat zij wen schen, maar naar wat er is te doen. Blijft de 23-jarige leeftijd voor kies bevoegdheid gehandhaafd, dan vreest Spr. dat er een reeks van jaren komt van regeeringsmachteloosheid, waarin elke partij machtig genoeg is om te beletten dat eene partij meerderheid wordt. Om dat te voorkomen, wil Spr. de kies bevoegdheid uitbreiden in dien geest, dat ook elk arbeider, mits op den mannelijken leeftijd gekomen, voor zijn rechtmatig deel invloed kan uitoefenen op de Staatsregeering. In die beperking van den leeftijd kunnen de arbeiders niets onbil lijks zien. want wij leeren onze eigen jon gens ook thuis blijven." Door den waarnemenden Voorz., den heer Th. J. Waller, wordt bij het sluiten der bijeenkomst een warm woord van dank gebracht aan den heer Mr. A. P. de Lange, voor de boeiende en degelijke wijze, waar op deze zijne meening over het kieswets- ontwerp ten beste had gegeven. Snelpersdruk van J. WINKEL, Schagen. W

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2