Algemeen
MmtBitie-
(1
Een gevaarlijke pst
Zondag 7 Mei 1853.
37ste Jaargang No. 2723.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGM, Laan, 4.
e m e e n t e Schaden,
Bekendmakiiigen,
Alaken bekenddat, tot
nader bericht,
SCHUTTERIJ.
Binnen la ndsch Nieuws.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekW oensdag-
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar piaatsruimte berekend.
t;
BURGEMEESTER en WETHOU-
DERS van 8 II A G E
overwegende de wenschelijkheid dat
de verspreiding van mond- en klauw
zeer, zooveel mogelijk, wordt tegen
gegaan en veebeslagen van anderen
niet worden in gevaar gebracht;
a. Geen herkauwende dieren,
nncli varkens worden toegelaten uit
Zuid-Holland en V'Irecht;
b. Uit de gemeenten in Noord-
Holland ten zuiden van het IJ en het
Noordzeekanaal en uit de gemeenten
in Noord-Holland, waarin besmettelijke
ziekte onder de herkauwende dieren of
varkens voorkomtalleen herkau
wende dieren of varkens worden
toegelaten, op vertoon van eene ver
klaring, niet ouder dan tweemaal vier
en twintig uren, afgegeven door den
Burgemeester der betrokken gemeente,
dat op den stal waarvan de aange
voerde dieren afkomstig zijn, geen be
smettelijke veeziekte voorkomt.
SCHA GEN, 15 April 1893.
Burgemeester en Wethouders
van Schagen,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van
Schagen, brengen ter kennis van be
langhebbenden
Ie. dat ter bestrijding der versprei
ding van het mond- en klauwzeer,
tot nader bericht, de herkauwende
dieren, alsmede de varkens, te Schagen
FEUILLETON.
Novelle van ERNST GOLLING.
8. VI.
Niet grooter was do ontsteltenis van Hi"
nerk toen hij Tamooo eensklaps voor zich
zag verrijzen, dan het nu het geval was bij
Tammo, toen hij in deD onbekende zijn vroe-
geren makker Nielson herkende. Doodsbleek,
met wijd geopende oogen, uit welke vrees
en entzetting spraken, staarde hij den vreem-
deliug eenige oogonblikken aan, zonder dat
hij een woord vermocht uit te brengen.
,Voor den drommel," stamelde bij einde
lijk, „ik dacht niet, u nog weer te ontmoe
ten 1"
„Ook ik had niet verwacht, u hier te vin
den. Gij schijnt het u bij Peter Hinerk
zeur gemakkelijk gemaakt te hebben
„Wat zoekt gij dan hier?" vroeg Tamrao
ontwijkend, „gij zijt toch niet van plan, den
oude te bezoeken?"
„Zeker denk ik hem op te zoeken," ant
woordde Nielson gelaten, „ik denk, dat hij
daarmede wel zal zijn ingenomen. Maar gelijk
ik bespeur, kon ik voor u niet meer oDgelegen
komen dan nu, daar gij op het pnnt schijnt,
do vruchten te plukken van zeker verre van
zuiveren handel. Uit uwe bijzondere rede
neering heb ik ten minste opgemaakt, dat
hier niet veel in orde is."
De waard en de overige gasten waren
naderbijgetreden en hadden met klimmende
verwondering het gesprek aangeboord. Voor
Tammo begon de positie steeds pijnlijker te
worden. Hij voelde dat aller blik met een
ondubbelzinnige uitdrukking van verachting
op hem rustte, en, zoowel zijn toene
mende norschheid tegen Nielson, die hem op
de kaak stelde, en de woede hierover door
dezen syne plannen misschien nog in bet
laatste oogenblik te zien mislukken, dat
alles deed hem zijne zelfbeheerscbing verliezen
„Gij zult er geen voet over den drempel
zetten 1" stiet hij, zich zeiven vergetende,
uit.
„Heerscht de pest dan in zijn huis vrog
Nielson spottend. „Dat hoop ik niet want
gij zyt toch hier bovendien ik ben niet uit de
aardigheid naar dezen afgelegen hoek gek o-
men," en zich tot Tammo vooroverbuigende
fluisterde hij„Yan den dooden Oikainp heb
ik aan Peter Hinerk ern groet en een briot
over te brengen."
Met doodsbleek gelaat dieusde Tammo
ter markt gebracht wordende, vóór
deze aldaar worden toegelaten, zullen
moeten worden gekeurd door daartoe
aangewezen deskundigen, en dat de
dieren, gezond bevonden wordende,
ten bewijze daarvan zullen worden
voorzien van een kenteeken, zijnde een
stempel waarin de letter S, aange
bracht met roode menie.
2e. dat de keuringen zullen plaat
hebben op de volgende plaatsen
In de SI O JE P op het terrein
bij het Stationskoffiehuis van A. Visser;
aan de L O L V bij den ingang van
den Molenweg; aan het JU O Kt
op het terrein genaamd „het Hoog".
3, dat de eigenaars van vee, zich
in de kom der gemeente op de stallen
of in de weide bevindende, dit, wan
neer zij het ter markt wenschen te
brengen, mede vooraf op de voor hén
naastbij zijnde plaats ter keuring zul
len moeten aanbieden.
Schagen, 15 April 1893.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen, roepen mits deze op, alle zoodanige
ingezetenen, die op den 1 Januari 1893
hun 25ste jaar van ouderdom zijn inge
treden, benevens de zoodanigen, die zich
van Buitenlands in deze Gemeente geves
tigd hebben, voor zooverre zij nog in een
der klasse van de Schutterij vallen, om
zich tusschen 15 Mei en 1 Juni aanstaande,
ter Secretarie dezer Gemeente voor den
dienst der Schutterij te doen inschrijvent
zullende tot ontvangst van hun aangife,
te dier plaatse speciaal worden gevaceerd
op alle werkdagen, gedurende des voor
middags van 9 tot 12 ure.
Tot naricht der belanghebbenden dient
Dat als ingezetenen in deze worden be
achteruit. „Van den dooden Olkamp
„Verwondert u dat zoo zeer zeide Niel
son lachend.
Een hevig zenuwtrekken van Tammo's
gelaat verried de groote inspanning, met welke
bij trachtte zich te herstellen; hij haalde
diep adem on zeido toen
„Laten wij dan op uwo kamer gaan en
daar de zaak verder bespreken."
„Ik zou niet weten, wat ik met n verder
daarover nog zou hebben te praten," ant
woordde Nielson afwijzend. „Stelt gij er be
lang in den inhoud van den brief teleeren
kennen, dan bebt gij morgen daartoe gele
genheid. Hinerk zal zeker niet weigeren, u
hem voor te lezen."
Met een moeielijk onderdrukten kreet van
woede begaf Tammo zich naar de deur. „Wij
spreken elkaar wel 1" riep hjj dreigen uit eu
stormde naar buiten. Buiten bleef bij eenige
minuten in gepeins Btaan.
„Het is alles verloren, wanneer Nielson
iD het strandhuis komt," bromde bij, „ik
moet dus een middel vinden, om hem weg
te krijgeu, voor Hinerk ook maar vermoedt,
dat hij hier is. Goedschiks wijk ik niet."
Den volgenden morgen blies er een scher
pe wind van uit zee. Donkere wolken ont
trokken de zon aan het oog der menschen
en verdonkerden bet landschap. Wie niet
de deur uit moest, zat in aangenaam gekout
met de buisgenooten achter gesloten deuren
en venstersslechts één man vertoefde daar
buiten in het slechte weer. Als schepte bij
bizonder veel behagen in het woeden der
elementen, was hij van uit het strandhuis
naar de bocht gewandeld.
Het was Peter Hinerk, die in zijn boot
bet een en ander scheen te deen te bebben.
De boot lag op twee ronde bouten, zoodat
men slechts het steuoblok bekoelde to ver
wijderen, om het vaartuig in zee te schui
ven.
Hinerk overtuigde zich door herhaald om
zien dat van de hoogte eener duin een man
hem onafgebroken gadesloeg. Daarna ve:te
hij den mast op en bevestigde er het opge
rolde zeil dermate aau, dat er slechts een
strik behoefde losgemaakt te worden, om
het dadelijk aan den wind te kunnen prijs
geven. Ook het roer hing hij ain de boot
er voor zorg dragende, dat bij het afstoo-
ten van den oever, bet niet breken kon. Met
nauwkeurigheid onderzocht hij nogmaals al
les en keerde daarna naar huis terug.
Hier zocht bij een reistasch en pakte er
eenige klteren en eetwaren in. Tammo ver
raste hem bij deze bazigheid.
„Het schijnt n ij toe, dat gij een reisje
wilt makm", reide hjj argwanend, nadat bij
ecu pcos zwijgend naar het inpakken van den
schouwd, alle Nederlanders, in het Rijk
hun gewoon verblijf houdende, en alle
vreemdelingen, in het Rijk welke hun voor
nemen om zich aldaar te vestigen zullen
hebben aan dea dag 'gelégd.
Dat de aangifte tot inschrijving in alle
gevallen voor de ingezetenen vau den
hierboven bedoelden ouderdom behoeven
gedaan te worden, ook dan zelfs, wanneer
de belanghebbenden vermeenen tot de vrij
gestelden of nitgeslotenen tot den schutter
lijken dienst te behooren; dat zij, die be
vonden zullen worden zich niet voor den
leu Juni 1893 te hebben doen inschrijven
door het Plaatselijk B. stuur ambtshalve
worden ingeschreven, en ter zake van hun
verzuim in eene geldboete vervallen, terwijl
dezelve daarenboven zonder loting zullen
worden ingelijfd. En worden overigens de
ingezetenen aangemaand oai zich tijdig
van een geboorte-extract te voorzien, en
zich alzoo van hun juisten ouderdom te
verzekeren, ten einde de inschrijving be
hoorlijk geschiede, en zij alzoo niet komen
te vervallen in de straffe bij de Wet be
paald.
Schagen, den 28 April 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Scha'
gen brengen ter kennis van belanghebben
den dat wegens liet invallen van den
Hemelvaartsdag op 11 Mei a. s. de gewo
ne Donderdagsche Markt aldaar in die week
zal worden gehouden op Woensdag.
Schagen, den 2 Mei 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS,
De Secretaris,
DENIJS.
POLITIE.
Ter Secretarie alhier, zijn inlichtingen le
bekomen, omstrent een op 6 Mei jl. in deze
gemeente gevonden gouden broche.
oude had gekeken, „maar de duivel bale mjj,
wanneer gij mij heden weder door de vin
pers glipt!"
Een aaudachtiger opmerker dan Hinerk
zou in de houding van Tammo een zekere
gejaagdheid en onrust opgemerkt hebben,
die met zijne gewone zelfbewustheid een
sterk contrast vormde.
„Wie beweert, dat ik u door de vingers
zou willen glijdeu vroeg Hinerk bedaard.
„Tracht ik mijn vertrek geheim te hou
den
„NeeD, dat doet gij niel," zeide Tammo,
„gij pakt uw reisbenoodigdbeden tenminBte
in mijne tegenwoordigheid bijeen. Bij dit we
der zou men niet auders kunnen donken,
dan dat gij een tochtje landwaarts gaat
maken maar gij hebt de boot iu orde ge-,
maakt en nu zie ik, hoe de zaken staau. Gij
wilt weg, wie weet, waarheen 1 Meent gij,
wanneer gij mij uit deu weg zijt gegaan, dat
bet dan met mij op het eiland gedaan zou
zijn
„Het staat u vrij, mij te vergezellen,"
antwoordde Hinerk, „ja, ik zou het zelfs wel
willen, dat gij het deedt."
„U vergezellen vroeg Tammo aarzelend,
„waarheen dan?"
„Dat zult gij zien," was het korte ant-
wooid.
„Ik ga nog naar het dorp", verklaarde
Tammo, nadat hjj eenige minuten somber
voor zieh uit bad zitten staren, „en ik weet
niet, wanneer ik terug kom. Ik vertrouw u
echter niet en zal daarom mijne maatrege
len nemen, dut gij gedurende mijne afwezig
heid uiet kuDt ontvluchten."
Hij verliet het huis, doch sloeg niet
dadelijk den weg in naar het dorp, maar
daalde at naar bet strand, waar bij uit de
boot een lange, sterke ketting nam, deze
aan bcord van bet vaartuig door een ring
baalde en met bet andere einde vast maakte
ean een in den grond gedreven paal.
Ongeveer terzelfder tijd begaf Nielson
zieli op weg naar Hinerk's huis. Nadat
Tammo zich den vorigen avor.d van hem
had verwijderd, had hij nu over diens doen
eu laten gedurende zijn verblijf op het eilaud
genoeg vernomen, om zijn verhouding tot
Hinerk te doorzien.
In de w elbekende ravijnachlige verdieping
vau den weg, bijna terzelfder plaatse waar
Hanua en "Willms gezeten hadden, lag Tam
mo achter de boschjes op den loir en
wachtte met van baat fonkelende oogen op
de komst van deu vreemdeling. Zoodra deze
zijn schuilplaats passeerde, stond hij voor
zichtig op en wierp zich, een dolk iD de
vuist geklemd houdende, op den niets kwaads
vermoedende.
Uit het drietal der dames
G. EngelsA. Zwart en C. Loosbroek is
door den Raad der gemeente NOORD—
SOIIARWOUDE tot onderwijzeresse aan
de School voor G. L. O. benoemd Mejuf
frouw G. Engels van Hoogwoud.
NOORDSCHERMER. Met eene meer
derheid van 5 en 6 stemmen heeft het polder
bestuur van den Schermer (groot 4444 hec
taren) de beide ingediende ontwerpen voor
eene gedeeltelijke stoombemaling verworpen.
Ten tinde de windbemaling beter aan haar
doel te doen beantwoorden, is aan het dage-
lijksch bestuur een krediet verleend, groot
f 25,000, tot verhooging der kaden en
uitdieping der vaarten.
Bij een on weder boven
Texel is Maandag de bliksem in den vuur
toren te Cocksdorp geslageD. Het telephoon-
toestel werd gehavend. Er viel een milde
regen, waardoor aau het watergebrek een
einde is gemaakt,
B ij kon. besluit is de heer
B. L. van Albada, arts, benoemd tot offi
cier van gezondheid 2de kl. bij de zee
macht.
Een billijk verzoek. Het
feit, dat het wir.kel-debiet der neringdoen
den te HILVERSUM niet vermeederd is
in verhouding tot het groot aantal, voor
het meerendeel gegoede ingezetenen, welke
zich in die gemeente vooral uit Amster
dam vestigen, heeft de vereeniging „Alge
meen Belang" aldaar doen besluiten, een
ciculaire onder de ingezetenen te versprei
den, waarin zii aandringt op bevordering
der plaatselijke winkelnering.
Waar vde winkeliers in Hilversum al
tijd met vrees hunne artikelen inkoopen en
het niet op zoo ruime schaal durven doen
omdat de nieuwe bewoners hunne voor
malige leveranciers niet kunnen vergeten"
noodigt Algemeen Belang dringend tot me
dewerking uit, „opdat zij daardoor in' de
mogelijkheid gesteld worden een ruimere
keuze in voorraad te hebben en tegen con-
curreerende prijzen van grootere steden te
leveren."
De klacht, dat ingezetenen buiten hun
Maar Nielson was niet do man, die door
een onverwaebten aanval zijn tegenwoordig
heid van goest verloor. Met een baDdige be
weging ontweek hij dGn doodelijken stoot en
greep ziju revolver, walken bij bij zich had
gestoken. Toen Tammo zich voor de tweede
maal op hem wildo werpon, deinsde hij op
het zien vau het vuurwapen ontzet achter
uit.
„De laagbartigste schurkenstreek, welke ik
ooit van een spitsboef gezien heb," klonk het
toornig. „Gij hadt verdiend, dat ik u nu
als een bond voor deu kop schiet
Voorzichtig het schietwapen in 't oog
houdende, eu in machtelooze woede met de
tanden knarsende, week Tammo achterwaats.
„Maak, dat gij wegkomt," ging Nielson
minachtend voort, „wanneer gij niet de
grootste dracht slaag wilt oploopen, hetwelk
ooit door eerlyko visscbersbanden is uitge
deeld geworden. De menscben weten nu, wie
en wat gij zijt, en ik raad u, noch in het
dorp noch ten huize van Peter Hiüerk u
meer te laten zien!"
Men hoorde nu haastige schreden naderen
en Tammo herkende, omziende, Willms, die
zich naar het strandhuis wilde begeven. Zijn
toestand was zeer bedenkelijk geworden en
bij zag in, dat hij zich alleen door een
snellen aftocht zou kunnen redden.
„Dat zult gij mij be'alen 1" riep hij Niel
son dreigend toe, „al zou ik er zelf ook
voor achter de sloten geraken."
Daarna sprong bij in bet boschje eu was
weldra verdwenen.
In dien tijd zat Hinerk in doffe besluite
loosheid in zijn huis, om ten uitvoer te bren
gen, wat bij zich bad voorgenomen. Daar
gleed een schaduw voorbij zijn venster,
„bij zal het zijn," dacht Hinerk.
De deur ging op, doch het was niet Tam
mo, die binnen trad, maar Willms, op den
voet gevolgd door een vreemdeling door
Nielsoo.
Verbaasd bleef de laatste bij het aan
schouwen van den ouden man met het
sneeuwitte haar en baard, bij de deur staan.
„Is dat Peter Hinerk vroeg hij Willms,
en toen deze bevestigend met bet boold
knikte „Ik zou u niet berkend hebben,
Hinerk, gij zijt voor de jaren een grijsaard
geworden. Wat vooreen krachtige, gebruinde
man waart gij indertijd in Culiforuie, toen
wij in de goudmijnen
„Groote God," viel de oude man hem ver
heugd in du rede, „gij zijt hef, NielsoD?"
En zacht liet bij er op volgen: „Kommer
en berouw hebben mij oud gemaakt
„Gij behooft over niets beiouw te gevoe
len, Hicerk," zt de Nielson, hem du hand
reikende, „het is alles zeer natuurlijk gebeurd.
gemeente hun inkoopen doen, wordt niet
alleen te HiWersum gehoord. Bij velen
schijnt nog de meening te bestaan, dat
vreemd beter is dan eigen.
Als alle meer gegoeden hun stadgenoo-
ten wat meer bevoordeelden, zou aan veler
grief een eind komen eu menige gemeen
te er wel bij varen.
Zooals b ij bet uiteengaan
der Tweede Kamer de vorige week is be
paald, zullen de daarvoor reeds aangewe
zen wetsontwerpen in afdeelingen worden
behandeld op Dinsdag 16 Mei, des och
tends 11 uor. Te E3/4 uur zal eene korte
openbare zitting worden gehouden, om de
bedrij isbelasting tegen Woensdag 17 Mei
hall twee aan de orde te stellen.
Door het bedankenvaa jhr
Boree! van Hogelanden voor het lidmaat"
schap van de Tweede Kamer, zou, naar
men verneemt, hiervoor ernstig in aanmer
king komen de beer C. K. de Boer, burge
meester van Assendelt.
Door de dames T. van Ca rn-
pen-Doesburg, W. Drucker, Th. P. B.
Schook-Haver, C. M. Peyllonse-Peyra, J. F.
E. van Duivenbode-Zeiss, A. Rot-Blees en
D. G. Stokvis is aan verscheidene, als voor
uitstrevend bekend staande mannen en
vrouwen in den lande eene circulaire ver
zonden, waarin medewerking wordt gevraagd
voor het oprichten eener vereeniging welke
zich ten doel stelt om, evenals enkele ver-
eenigingen in Engeland, zich te beijveren
voor het kiesrecht der vrouw.
Te TUCHT is een kindje
van een jaar van eenen stoel met het hoofd
iu eenen op het vuur hangende pot met
kokend water gevallen, en aan de bekomen
brandwonden overleden.
B ij enkele veehouders in
het eiland Tholen, o. a. te Oud-Vosmeer,
deed zich het verschijnsel voor dat koeien,
die overigens gezond waren, de kracht
miste om zich staande te houden en als
echte dronkaards op hunne pooten stonden
te waggelen. De veearts wiens hulp werd
ingeroepen, meeude dit verschijusel te
moeten toeschrijven aan het gebruik van
aardappels, die door vele landbouwers als
voedsel aan het rundvee worden gegeven^
En wat den schurk, Tammo, betreft, hij
zal u nu niet meer in den weg komen. Hierop
verhaalde hij, wat er tnsschon hem en Tammo
had plaats gehad.
Hinerk haaide iets ruimer adem, doch
boog verslagen het boold.
„Hij zal op een andere wijze trachten,
mij het leven lastig te maken, mompelde hij,
en nu openlijk uitbazuinen, dat ik een moor
denaar ben."
„Dat zal hg niet, want bij weet even goed
als ik, dat gij er geen zijt."
„Jawel, bet was geen moord," fluisterde
Hinerk, „maar gedood heb ik hem toch."
„Neen, dat hebt gij niet. Olkamp is eerst
twee jaar nadat gij met zijn kind de goud
mijnen ontvluchtet, in San Francisco gestor
ven maar man, wat deert u? Herstel u."
Hij snelde toe en ondersteunde Hinerk,
die bij deze tijding als door een beroerte
getroffen, in zijn stoel viel. Het duurde
eenige minuten, voor hij zich in zooverre
had hersteld, dat bij Nielson een wenk kon
geven, met zijne mededeelingen voort te
gaan. Willms trad insgelijks nader en luis
terde in groote spanning toe.
„Ja, zoo is het," verklaarde Nielsoo, „en
waart gij iu dien nacht niet zoo hals over
kop er van door gegaan, dan hadt gij u er
van kunnen overtuigen, hoe luttel uw kogel
Olkamp letsel bad gedaan. Dat gij hem wer
kelijk voor dood hield, daarop bad Tammo
zijn nietswaardig plan gebouwd. Een paar
weken later was Olkamp weder present op
de wascbplaatsmaar nu eerst koesterde
hij een verschrikkelijkeu haat jegens u, omdat
gij zijn geld en zijn kind met u genomen
hadt, en Tammo versterkte hem daarin.
Beiden waren meer dan ooit onafscheidelijke
vrienden. Kort daarna vertrok ik naar San
Francisco, waar ik een zaak oprichtte, waarin
ik eindelijk een rijk man werd. Toen ont
moette ik op zekeren dag Olkamp weder,
maar in welk een toestandZiek en zonder
een cent op zak lag hij in een barak der
voorstad. Tamraoj bad bem door een echte
schurkenstreek een bowijs van zijn vriendschap
gegeven, door.lat bij deu ongelukkige geheel
bad uitgeplunderd eu met zijd buit er van
door was gogam. Nu, wat valt er nu uog
vtrdur te vertellen. Olkamp stierf, Dadat hu,
door de laatste schurkenstreek vau Tammo
wijzer geworden, een andere meeuing van
u gekregen had. Hij zag iu, hoezeer hij u
onrecht had gedaan en verzocht my, wanneer
ik weder u mocht ontmoeten, in zijn naam
vergiffenis te vragen. Dat gij over zijn dochter
waken zoudt, daarvan was hjj overtuigd,
on ik geloof, dat de gedachte vooral hem
gerust stelde, dat Haoua bi) u iu goedo Lauden
was. Hij serheef toen nog een brief, waarin