Uit en voor de Pers.
Buitenlandse!! Overzicht.
II E C li A n E.
J. Slanke te §eliagcn.
Ïj. A. i*. Schilling.
Hoofdgracht te Nieuwediep.
Gemengd Nieuws.
I 11 <3 en O o s t h o e k van Gro- heeft gemaskt, dezer dagen
ningen bij de Eems en Dollard, zijn meer I is verhuisd,
dan 100 personen vertrokken als landver-
boizers naar Amerika. Velen gaan op aan
beveling van reeds daar aanwezige vrien
den of bekenden.
naar
Hij had gelijk ook. 't Vol
gende verhaal wordt uit Helmond aan de
Limb. Koerier geschreven, 't Zoo, naar asn
het blad wordt verzekerd, dezer dagen op
een der naburige dorpen zijn voorgekomen.
Boer Dries v. d. M. w»s een psar ja
ren sedert gernimen tijd lid van den ge
meenteraad en zelfs wethouder. Door ziek
te, sterfgevallen en tegenspoed vsn aller
lei aard raakt hij deerlijk op 't achterschip,
ja wordt een man die erg sakkelen en
tobben moet om den ouwen knecht te blij
ven. Zijn collega's in den raad zien ook,
dat hij 't hard te verantwoorden heelt en
dat zijn jasje erg kaal is, als hij met hen
aan de groene tafel zit. Zijn sjofele klee
ding doet hen den neus optrekken en men
laat hem vaak een eind ver alleen zitten.
Dit verdriet den tobber niet, die met hsrt
en ziel voor zijn gezin nit is, maar de
belangen der gemeente evenmin uit het oog
verliest. Dit bewijzen zijn bondige redevoe
ringen, die te snede zijn en zijn collega's
vask met bewondering vervullen.
Toch moet hij vallen, want hij is
arm geworden. De zes jaar zijn om en V.
d. M. krijgt door de kuiperijen zijner ambt-
genooten den nederlaag; hij Komt niet eens
in herstemming, 't Valt den man hard,
dat hij oitgeworpen wordt, maar zijn boer
derij, die erg belast is den laatsten tijd,
neemt zijn geheele ik in beslag Daar
sterft plotseling een ongehuwde broer en
laat den armen tobber zijn gebeele ver
mogen na. Dries lost de hypotheek al eD
wjrdt weer een gezeten man. Een afge-
leeld raadslid bedankt en door de edele!
bemoeiingen der raadsleden komt Dries
weer op 't kussen.
Op den bepaalden dag is hij ter zitting,
maar vraagt na de installatie bet woord;
„Hier is Dries, juist gelijk hij vroeger
was, hij is niet wijzer geworden; toen
moest bij er uit, nu er weer in. Zit het
hem hier en meteen neemt hij iets
uit den zak, dat bij op tafel plaatst, opent
en dat blijkt een geldbuil te zijn
„spreek!" zegt hij tot den buidel, want
liet schijnt bij de heeren, dat het verstand
in 't geld zit. Zijt gij stom, geldbuil,
spreek gij dan, raadsleden, waarom zit ik
nu weer bier en moest ik voor een paar
jaar schuiven; ik ben niets wijzer, enkel
wat ouder en zwakker geworden. Maar dit
zeg ik u, ik ben weer door uw toedoen
gekozeD, maar ik bedank met zulke lie
den om te gaan en te werken; schrijf
maar een nieuwe verkiezing uit ik
groet u!' Dries nam stok en buidel, ver
wijderde zich en liet de raadsheeren ver
bluft zitten.
Het was mijnheer zelf.
Bij een firma op de Keizersgracht te AM
STERDAM heeft zich het volgende ver
makelijke geval voorgedaan, dat evenwel
voor den betrapten persoon slecht kan af-
loopen.
Ónder bet personeel is iemand, die
steeds, regen of niet, voorzien is van een
paraplnie, waarover bij al uienigen kwink
slag heeft moeten hooren.
Dezer dagen had men in de parapluie van
den regenschuwe, een partij papiersnippers
gestrooid en het gevolg was, dat hij 's avonds
zijn paraplnie opstekende, zich zeiven heel
aardig bestrooide.
Ditzelfde gebeurde nog eens, eergisteren
avond. Nu dacht de vriend aan wraak. Op
een plank in een kleerkast staan de hoe
den van het personeel, en nu gooide bij
heel ongemerkt in de hoed van den jong-
sten bediende, dien bij verdacht van de
fopperij, een restant waardelnoze stofthee.
Tegen benrstijd stond ieder op, om naar
den handelstempel te gaan en verkneu
terde zich de parapluieman reeds, toen
ook de „jongste" zijn hoed opzette maar
hij bemerkte niets vreemds en zag
hem doodgewoon de deur uilgaan.
Men denke zich echter sijn schrik, toen
de patroon, na zijn lessenaar te hebben
gesloten en zijn tabonret te hebben weg
geschoven, ging vertrekken.
Met eenige drift doei meneer een greep
naar zijn hoed, wipt hem snel op het hoofd,
maar ziet zich in 't zeilde oogenblik over-
stoven door een zwarte massa, die hem,
bijna onkenbaar, doet proesten en niezen.
Dol van woede, treedt meneer na*r
zijn verbaasd personeel, en spoedig blijkt
hem, wie de schuldige is.
De patroon moest zich onimddellijk van
een ander front en boord voorzien en kwam
toen nog tot overmaat van ramp te laat
op de beurs.
Een 25j arige landbouwer
te Koekange sneed zich bij ongeluk met
een mes in den doim. De arm zwol z<x> zeer
op, dat geneeskundige hulp moest worden
ingeroepen. Vrijdiguacht is de man, ten
gevolge van bloedvergiftiging, overleden.
Te LUTJEGAST, pror. Gro
ningen, kreeg een smid tegeD een lichte
ongesteldheid van een geneesheer eenige
poeders. Door een vergissing nam hij ze
alle tegelijk in, met het ongelukkig gevolg,
dat hij eeDige nren later overleed.
Te V i e r 1 i n g s b e e k heeft
zich een geval van nona voorgedaan bij
een dienstmeisje, dat sinds 4 dagen en
nachten onafgebroken doorslaapt zonder
dat het gelakt is, haar wakker te krijgen.
Men schrijft oit LEEUWAR
DEN, dat de bekende schaatsenrijder P
B roinsma, die vcoral als hardrijder bij de
jredstrijdafi van mannen en vrouwen naam
ge
uit
Het gerucht, ais zonde de
moordenaar van Anna Honben, uit Ech-
terbosch zich verdronken hebben, heeft
zich bewaarheid.
Zondag-namiddag is onder Asselt,
meente Swalnen. het lijk van D. S.
de Maas opgevischt.
Uit ANDELST meldt men:
Verleden Zaterdagochtend terwijl de
moeier met eene buurvrouw stond te pra
ten, kroop een knaapje van 5 jaren nit
zijn bedje en ging hij da brandende ka
chel zitten. Hij viel voorover, zijn onder-
kleeren geraakten in brand en eer hem hnlp
kon worden verleend was hij zoodanig met
brandwonden overdekt, dat hij aan de ge
volgen er van is overleden.
Eerst des Zondagsmiddags riep men de
hnlp vari eenen dokter in, en deze ver
klaarde, dat zulke teere deelen waren ge
wond dat hij het ergste vreesde.
De bijgeloovige ouders hebben nog ge
tracht het leven van het kind te redden
door htt te laten „bespreken", zoosls men
dat hier noemt, maar het heeft niet mogen
helpen.
Van „bespreken" gesproken, moeten we
ook nog melding maken van een ernstig
geval van „heheksiug." Men kan niet ge-
looven, dit we hier, ia het hartje van de
Betnwe, op het einde van de negentiende
eeuw nog heksen hebbes, en toch schijnt
het zoo. Een arbeider, dis sinds geruimen
tijd aan «ene lastige ziekte leed, werd ver
voerd naar het ziekenhuis te Arnhem
middelerwijl werd zijn bed schoongemaakt
en daarin vond men iets heel vreemds.
Terstond werd uitgemaakt, dat de man be
hekst was men ging daarom naar eenen
zoogenaam'len heksenziener te NijmegeD,
nu krijgt eene arme vrouw van het
dorp, die velleden een varken aan hem
verkocht, de schuld
Amerika 1 teem van den minister, dat men ten on-natie, zeide bij monde harer afgevaar-
rechte een gewijzigd-Benthamsch stelsel digden kalf. voor de steeds toenemende
heeft genoemd, te vervangen door een wapening van het Duitsche volk.
on;; i\, L-oivar mAt toestemming van den
dat werkelijk zoo heeten mag, waarbij
een gelijk procent wordt geheven, maar
vooraf de inkomens worden verminderd
met een som die afhangt van de grootte
van het inkomen en van de talrijkheid
van het gezin, misschien met de duurte
der plaats van inwoning), hetzelfde stel
sel dat de hoogleeraar in 1886 reeds in
de Vragen de* lijd* heeft behandeld en
dat onlangs is aangenomen voor de ge
meentebelasting te Amsterdam.
Een ontzettende ramp.
Ten huize van den heer J. P Longayroux.
aan den Roerensteiger n°. 41 te RÓ'ITER-
DAM, kwam men gisteren—ochtend tot de
ontdekking van een ontzettende ramp.
Toen men te 6'/s uur de 24-jarige dienst
bode, genaamd Kamer, wilde wekken, be
merkt, men dat zij bewusteloos op haar
bed lag, hetgeen eveneens het geval was
met twee knapen van 16 en 8 jaar, zoons
van den bewoner, die met haar in hetzelf
de vertrek, op de 4e verdieping gelegen,
sliepen. Men dacht aanvankelijk met drie
lijken te doen te hebben.
In het siaapvertrek nam men een sterke gas-
lncht waar. Onmiddellijk werd geneeskun
dige hulp ingeroepen, en twee doctoren
hielden zich geruimen tijd met de be-
wusleloozen bezig, zonder merkbaar te vor
deren. Op hunuen raad paste men voor
durend de bekende voorschriften tot hulp
verleening bij plotselinge ongevallen toe,
teneinde zoo mogelijk het leven op te
wekken. Deze pogingen werden in zoover
re bekroond, dat tegen den middag de
jongste zo' n het bewustzijn herkreeg. Hoe
wel uiterst zwak, bestiat er voor houi geen
oogenblikkelijk levensgevaar.
Erger is het evenwel gesteld met den
oudsten zoon, die, hoewel teekenen van le
ven gevende, te 3 nren gister-nam mid
dag nog niet tot bewustzijn was gekomen;
en nog ernstiger is hel met de dienstbo
de gesteld, zoodat voor h-.ar het gevaar,
dat zij er het leven niet zal afbrengen,
niet gering te achten is.
De ramp wordt, volgens de N. R. Ct.
uan gasontsnappiug toegeschreven. Hoe*el
alles opengebroken en de leiding onderzocht
is, is men echter nog niet tot de ontdek
king kunnen komen, waar het lek zich
bevindt.
Aan het slot van zijn artikel verdedigt
prof. Van Geer den algeheelen afstand
van het personeel der gemeenten, daar
de wel nog niet veroorloofde, maar toch
in het vooruitzicht gestelde gemeentelijke
opcentenheffing op de rijksbelastingen de
ongel jkmatige werking van vermogens-
en bedrijfsbelasting dubbel zon doen ge
voelen, terwijl bovendien de progressie-
schaal zou moeten veranderd worden voor
de verschillende gemeenten, want de pro
gressie die regelmatig is voor het geheel
is dit niet voor de onderdeelen, maar zou
daar gapingen vertoonen.
Op de vraag wat dan het equivalent
zal moeten zijn bij dien afstand van het
personeel, antwoordt prof. van Geer met
een verwijzing naar een andere paragraaf
van het hier behandelde artikel, waarin
hij tracht aan te toonen, dat de opbrengst
der nieuwe belastingen aanmerkelijk
's ministers raming overtreffen zal, ter
wijl hij zoo noodig voor het overige ver
wijst naar het artikel van mr. Treub in
de Vragen de* T ijds van 1891, getiteld
„Staatserfrecht en successiebelasting."
Want de grondslag van het belasting
stelsel der Toekomst zal naar Prof. van
Geer's overtuiging wezen, dat niet de
zwaarste last gelegd wordt op den arbeid
der levenden, maar veeleer op het ver
mogen van hen die bij hun overlijden
geen gezin achterlaten.
De Telegraaf.
13e lledrijl'übelasting.
In het Meinummer van de Vngen de*
Tijd* heeft prof. Van Geer thans ook
de tweede editie vau de bedrijfsbelasting
behandeld.
Hij geeft weer een tabel ter vergelij
king van de percentages, die als belas
ting betaald worden van de inkomens
uit vermogen alleen, uit arbeid, alleen
en half uit vermogen half uit arbeid om
ua te gaan, hoe bij stijging van het in
komen, die procenten opklimmen.
Hij vindt, dat de uitkomsten bij deze
tweede editie gunstiger zijn dan die van
het vroegere ontwerp, maar niettemin is
nog niet aan de eischen der mathemati
sche regelmaat voldaan. „De reeksen
klimmen op en convergeeren," de eerste
tot de grens 5, de tweede tot de grens
3.20, de derde tot de grens 4.10. De
gang van elk tarief is vrij regelmatig.
Doch met het onderling verband is dit
niet het geval." Een vriend had hem
naar aanleiding van zijn vorig attikel
geschreven, hoe hij zich toch zoo warm
maakte voor zaken die niet anders dan
als „inelegantiae mathematicae" zijn te
beschouwen, maar de wiskunstige hoog
leeraar antwoordt hem, dat hij zoodanige
ontsiering van een belastingwet evenmin
dulden kan als een jas die tegen de re
gelen der elegantie strijdt. Zulk lappers-
werk kan naar zijne meening niet wor
den geaccepteerd.
Wat men nu doen moet Prof. van
Geer adviseert om alle verband van de
bedrijfsbelasting met de vermogensbelas
ting te verbreken. „Is die scheiding vol
bracht, dan kan de bedrijfsbelasting als
partieele inkomstenbelasting behoorlijk
tot stand worden gebracht."
Hij raadt asn om het progressieve-sjs-
F*olitiel£e Intriges*.
De Haagsche correspondent van de N.
Gron. Ct. schrijft van de week aan dit
blad
„Eerlang wordt in den hofstaat van
de Koningin een niet onbelangrijke ver
andering en aanvulling tegemoet gezien,
ter vervulling ook van de sterfgevallen,
die in den laatsten tijd onder de hofdig-
nitarissen zijn voorgekomen. Men acht
het zeer waarschijnlijk, dat baron Yan
Hardenbroek van Bergambachten 's-Heer-
aartsberg als grootmeester zal optreden,
ter vervanging van graaf Schimmelpen-
ninck ongetwijfeld zou de keuze zeer
gelukkig zijn; maar er wordt, zegt men,
te dezer zake niet weinig geïntrigeerd,
ook met politieke oogmerken. Er is
in den laatsen tijd in de pers nog al eens
gesproken over de hinderlagen, die van
zekere zijde ten hove aan het ministerie
worden gezet. Welnu, om daarmee te
zekerder te slagen, zou 't vervullen van
het grootmeesterschap der Koningin door
den aanvoerder der hofpartij geen onwel
kom hulpmiddel zijn.
Welke de bedoelingen zijn, die bij deze
intriges voorzitten, laat zich gemak
kelijk gissen. Zoowel de invoering der
vermogensbelasting als de voorgenomen
kiesrecht-uitbreiding hebben in de hoog
adellijke kringen wrevel tegen het kabinet
gewekt en niets schijnt dan ook onbe
proefd te worden gelaten om de Ko
ningin-regentes tegen haar raadslieden
in te nemen. Ik zou u daarvan zelfs
staaltjes kunnen mededeelen, die echter
een te persoonlijk karakter hebben. Het is
dus beter deswege niet al te zeer in
bijzonderheden af te dalen. Doch laat
't u niet verwonderen, wanneer er, ge
heel onverwachts, eens zonderlinge din
gen gebeuren als gevolg van extra-par
lementaire inmenging van zekere hofdig-
nitarissen in den gang der regeerings-
aangelegenheden. (De Telegraafi)
Opmerkelijk, in verband met het bo
venstaande, is een bericht uit Den Haag
aan de Indépendance, waarin ook gewezen
wordt op het verschil van meening, dat
er tusschen het hof en het kabinet be
staat. De zaken worden tegenwoording
alle schriftelijk b handeld en het is reeds
meer dan een maand geleden dat de
koningin-regentes een minister heeft ont
vangen of gesproken.
Zaterdag is voor de Duitsche re
geering een dag van nederlaag.
Nadat eerst het onveranderde regee-
ringsvoorstel tot legeruitbreiding met
nagenoeg algemeene stemmen (alleen de
kleine minderheid der conservatieven on
dersteunde het regeeringsvoorstel) was
verworpen, had de regeering alle hoop
gevestigd op het bemiddelingsvoorstel van
lluene, waaraan de regeering in den loop
der debatten ook hare volledige sympa
thie had geschonken.
Onder de diepste stilte werd daarop
het voorstel-von Huene aan de hoofde
lijke stemming onderworpen.
De uitslag was buitengewoon verras
send en zeker door niemand voorzien.
Met 210 tegen 162 stemmen werd liefeer
ste artikel van het voorstel-von Huene verwor
penterwijl éen afgevaardigde zich van
stemming onthield. De regeering wachtte
toen de behandeling der verdere artike
len niet af; Caprivi stond op en las het
Keizerlijk besluit tot ontbinding van den
Rijksdag voor.
Eu zoo was de beslissing gevallen. De
l)e keizer, met
Bondsraad, antwoordde daarop met de
ontbinding van den Rijksdag.
Toen werd er driemaal Hoch\ geroep
en voor den Keizer, zooals officeel is
voorgeschreven en daarna ging de Rijks
dag. die geen Rijksdag meer was, uitéén.
Dat is een groote teleurstelling voor de
Duitsche regeering en voor den Keizer,
die zoo persoonlijk voor de militaire plan
nen in de bres sprong. Het échec, dat
hij lijdt, doet het inconvenient, hetwelk
er gelegen, is in de te veel persoonlijke
bemoeiingen van een vorst, uitkomen.
Gaat men de stemmen ontleden, dan
z et men, dat de conservatieven, de rijks
partij, de nationaal-liberalen en de Polen
der regeering trouw zijn gebleven. Zij
werden versterkt door zes vrijzinnigen
en elf centrumleden.
Tot de tegenstanders behoorden vier
van Elzas-Lotharingens. Zeven anderen
waren niet opgekomen, terwijl de twaalf
de bij de zitting tegenwoordig was maar
zich van stemming onthield. De zes vrij
zinnigen, die tot de regeering overliepen
zullen echter hun afval moeten boeten.
Hun „partij" zal hen doodeenvoudig ter
zijde zetten en niet meer als candidaten
stellen bij de nieuwe verkiezingen, die
den 15en Juni zullen plaats hebben.
Deze beslissing over de legerwet zal
vooral voor twee partijen belangrijke
gevolgen hebben: voor het Centrum en
voor de Duitsch-vnjzinnige partij. Daar
het verkiezings-parool zal heeten:
vóór of tegen de overdreven militaire
eischen der regeering, ontstaat van zelve
een scheiding tusschen die leden binnen
beide partijen, welke den weg rechts heb
ben willen opgaan, Caprivi achterna,
en die andere, die, traditie en partijpro
gramma getrouw, aan het militairisme
het hoofd boden.
In de Fret*. Ztg. van Zondag geeft
reeds Richter den zes vrijzinnigen afge
vaardigden, die voor het compromis-Hue-
ne stemden, kort en bondig hun afscheid
uit de partij. Wat de herkiezing der zes
afvallige partijgenooten aangaat, zoo ver
neemt het blad dat vijf van de zes niet
zullen solliciteeren om een nieuwe can-
didatuur. Overigens bestaat ook van de
zijde der vrijzinnige-partij niet het voor
nemen een der zes genoemden ergens
candidaat te stellen. Werden, zij herko
zen, dan nog zou voortaan samenwerking
met hen tot de onmogelijkheden behoo-
ren. Maar zelfs gedurende den verkiezings
strijd mag de vrijzinnige partij volgens
Richters orgaan geenerlei twijfel laten
bestaan, dat ten gevolge van het voor-
stel-Huene tusschen haar en de zes be
doelde partijgenooten het tafellaken is
doorsneden
Na de splitsing in de vroegere Deutsch-
Freisinnige partij, nam de rechtervleu
gel voorloopig den naam aan van Frei-
sinnige Vereinigung; de onder Eugen
Richter staande linkervleugel smolt sa
men met de tot nu toe op zichzelve
staande Zuid-Duitsche volkspartij, wel
ker leider de Stuttgarter advocaat Frie-
drich Payer is. Deze vleugel nam voor
loopig den naam aan van Freisinnige
Volkspartei.
Al He niet vrijzinnige bladen oor-
Heelen dat dit uiteenspatten van de
Deutsch Freisinnige partij een zekere
staatkundige beteekenis heefthoe groot
die beteekenis is zal echter eerst
later blijken. De national Zeitung ver
raadt de vreugde der nationaal-liberalen
die met de Freisinnige Vereinigung op
vriendschappelijken voet hopen te komen.
De Vossiscbe Zeitung danst een waren
eierendans tusschen de twee, vroeger I
bijeen behoorende, helftenzij wil noch
links noch rechts letsel doen. Het Ber-
linner Tageblatt is boos over Richter's
fractietirannij, waaraan de niet noodige
splitsing te wijten is. Richter's Freizin-
nige Zeitung bericht dat de voorloopige
vrede tusschen de geseheiden broeders tij
dens de verkiezingen niet zal kunnen
standhouden, indien het Tageblatt voort
gaat met zijne polemiek. Men heeft zich
dus reeds bij de haren,tot groot genoe
gen van de andere partijen. Richter maakt
met bijzondere voldoening bekend dat
Virchow, de groote partij heilige, aan zij
ne, Richters, groep is getrouw gebleven.
Welke houding de „Vrijzinnige ver-
eeniging" in den verkiezingsstrijd zal aan
nemen, zal eerst blijken, wanneer de le
den het eens zullen geworden zijn over
het verkiezingspogram. Dit pogram zal
worden vastgesteld in eene partij-verga
dering, welke dezer dagen te Berlijn
zal worden gehouden.
De heer Eugen Richter was sneller
gereed en vaardigde reeds zijn manifest
tot de Duitsche keizers uit. Dat de strijd
ernstig en hachelijk zal zijn, erkent de
liberale leider zelf, maar niettemin trekt
hij ook nu met dezelfde opgewektheid
als voorheen ten strijde, ofschoon hij na
tuurlijk bij de verdeeldheid onder zijne
partijgenooten den kamp nu niet onder
gunstige voorteekenen kan aanvangen.
Ook maakt Richter een lang pleidooi
openbaar, ter rechtvaardiging van zijn
wensch naar afscheiding. Hij zegt daar
in o. a. Mij persoonlijk zou zonder de
nu plaats gehad hebbende afscheiding el
ke voortzetting der parlementaire en po
litieke werkzaamheid onmogelijk zijn ge
weest, want zonder een vasten steun in
de eigen partij moet ook de beste wil en
het taaiste geduld de taak opgeven in
den z waren strijd, welken wij voortdurend
te strijden hebben tegen de partijen der
rechterzijde eenerzij en de sociaal-de
mocraten anderz ijd s Het zoude inderdaad
mijne krachten te b ven zijn gegaan, een
parlementairen veldtocht zooals in dit
jaar onder de tot nu bestaande hebbende
innerlijke verhoudingen in de partij nog
eens door te maken."
Anders dan bij de vrijzinnigen, hoort
men in het Centrum tot nu geen woord
van eene afscheiding. Van de twaalf le
den dier partij die vóór de regeering heb
ben gestemd, hebben de drie heeren die
tot het bestuur behoorden, hunne bestuurs-
betrekkingen nedergelegd, dewijl zij niet
overeenstemden met de meerderheid. An
ders is hier tot nu niets gebeurd.
.Alle partijen zijn reeds druk aan het
werk met de verkiezingen. De in twee-
en gedeelde vrijzinnigen zijn overeenge
komen zich ten minste bij de verkiezin
gen niet te bestrijden.
De Nord-Deutsche Zeitung deelt mede
dat keizer Wilhelm na de gehou
den parade zich aldus heeft uitgelaten
tot de officieren van den generalen staf:
„Ik heb mij helaas bedrogen in de
hoop, dat de Rijksdag de legerwet zou
aannemen. Ik hoop evenwel, dat de
nieuwe Rijksdag zijne toestemming voor
het ontwerp zal geven. Mocht ook deze
hoop worden teleurgesteld, dan ben ik
voornemens te beproeven, wat in mijn
vermogen is om het gestelde doel te
bereiken, want ik ben te zeer overtuigd
van de noodzakelijkheid om onze strijd
krachten te versterken tot handhaving
den vrede. Ik geloof niet, dat het
van
volk zich zal laten overhalen om tegen
het ontwerp partij te kiezen. Integendeel,
ik weet, dat over deze legerwet over
eenstemming bestaat tusschen de Bonds-
vorsten, het volk en het leger.
Era vroolüle en plffip t®.
wacht allen die SEQUAH'S Prairie Flower
en SEQUAH'S olie als de beste huismid-
dellen erkennen. In het bezit van eene
goede gezondheid, zullen zij de lasten des
levens gemakkelijk dragen en met genoe
gen op 't verledeu terugzien. SEQUAH'S
Prairie Flower werkt als een toovermiddel.
De eerste dosis reeds geeft verlichting eu
allen die lijden aan slechte spijsvertering
of leverziekte behooren er een proef mede te
nemen. SEQUAH'S olie is in gevallen van
rhumatiek, spit en jicht, onschatbaar.
Verkrijgbaar bij
Ons dagelijksch brood.
Welk een menigvuldigheid er ook in
onze voedingsmiddelen bestaat en hoe ver
schillend de smaken ook zijn, ons voor
naamste voedsel blijft het brood. Goed,
voedzaam brood is daarom een der eerste
levensbehoeften van ieder in 't bizonder,
vau het volk in 't algemeen.
Daarvan hangt werkelijk de gezondheids
toestand eo de kracht (zoowel lichame
lijke als geestelijke kracht van een volk
in hoogere mate af, dan algemeen wel ge
dacht wordt.
Daarom is het zeker te verwonderen*
dat wij, die me onze moderne, grondige
wetenschap op ieder gebied het beste en
meest volmaakte trachten op te sporen,
on3 „dadelijksch brood" met een verbazen
de achteloosheid over het hoofd zien.
De gewoonte van onzen tijd, alles naar
den schijn te bfoordeelen, is helaas ook
op het brood in toepassing gebracht; men
verlangt voor alles verscb, wit brood, maar
men vergeet daarbij, dat men het brood
niet voor den vorm eet, doch tot voeding.
Dikwijls hoort men de meening uiten, dat
het witte brood het voedzaamste is. Dit is
echter volstrekt het geval niet.
Sedert eenigen tijd wordt meer en meer
de meening verkondigd, dat het voedzaam
ste deel vau de graanvruchten bij onze
samengestelde meelfabrieken, niet meer in
het meel komt, maar in de zemelen achter
blijft en dat het daarom dwaas is, met
behulp van zulke gecompliceerde machi
nes en inrichtingen het meel zoo fijn te
malen, en het aanwezig blijven van een
enkel zemeltje zoo angstvallig te vermij
den. Tot dusverre werd het meel hoofd
zakelijk gebrek aan kleefstof ten laste ge
legd, nu wijst men er op, dat gebrek
aan mioeraalzouten, vooral phosphorzuur-
zout, dat noodig is voor het vormen der
beenderen, een zwak punt is van ons fijne
meel, welk gebrek zijn voedingkracht zeer
twijfelachtig maakt.
Vooral van bevoegde zijde zijn hierom
trent zeer merkwaardige meeningen pu
bliek geworden, die een beschuldiging in
houden tegen onze moderne meelfabricage
en zeker veel stof tot overdenking geven.
Op het laatste congres van den ,Brit-
schen bond, tot bevordering van de ge
zondheid hield dr. William Wallace, pre
sident van de philosophische vereeniging te
Glasgow, een voordacht over de voedings
waarde van fijn en grof meel, waarbij hij
opmerkte, dat het groote aantal misvormde
kinderen in den omtrek van Glasgow voor
een niet gering deel aan ontoereikende
voeding is toe te schrijven.
Hij gelooft, de oorzaak van het veel
vuldig voorkomen der Engelsche ziekte
(Rachitis) te moeten zoeken in hetgebrek
aan miuerale voedingsstoften.
Een analyse der beenderen van een ge
storven kind, dat aan de Engelsche ziek
te had geleden, bracht aan het licht, dat
»eu al
ware bét ook aoo geweest, ge- j j ualiK-<iire,«u. „a..