E1EEI Nieiws-
AiTEitEitie- Laallonw
Geluk tegen gel.
Zondag 14 Mei 1S93.
37ste Jaargang ITo. 2725.
d
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SUHAOKIV. liaan, D, 4.
Volgorde der premie-keuringen.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
UVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
1 e m e e n t e S c h a g e n.
Bekendmakingen.
POLITIE.
Ter Secretarie alhier, zijn inlichtingen te
komen, omstrent een op 6 Mei jl. in deze
emeente gevonden gouden broche.
Ter Secretarie dezer gemeente worden in-
ichtingen verzocht, omtrent een op 10
'ei jl. verloren langwerpig goti-
en medaillon.
Binnenlandsch Nieuws.
Als het weer blijft, zooals
et nu reeds weken is geweest, zullen aan
ie Langedijk dit jaar zeldzaam vroeg nieu
we wortelen geteeld worden. Tegen het
ïinde dezer maand, deukt men ze reeds
voor den handel te kunnen gebruiken. Pe
prijs van de koolrapen is den geheelen
winter laag geweest, en de vraag er naar
anbeteekenend, de laatste zijn deze week
voor twee gulden van de hand gedaaD.
j.1. Donderdagavond brand
de de boerderij, bewoond door den heer J.
Smit, aan de S'ikkerdijk te WIERINGER-
WAARD, geheel af. Ook de inboedel werd
een prooi der vlammen. Het vee had juist
'smorgens de stallen verlalen. De oorzaak
is onbekend.
Verscheidene personen
hebbeB in den namiddag van Hemelvaarts
dag een zeldzaam natuurverschijnsel waar
genomen. Rechts van de zon n.1. merkten
zij een tweede zon op, die aati den van
den eigenlijken zon afgekeerden rand met
verschillende kleuren prijkte. Dit verschijn
sel heeft veel overeenkomst met de
zoogenaamde bijzonnen' welke dikwijls met
groote pracht in de poolstreken worden waar
genomen. In onze streken beschouwt men
het algemeen als een voorteeken van regen.
De vergadering van het
INederlandsch Paarden-Stamboek, afdee-
ling „Noord-Holland", zal gehouden wor
den op Donderdag, 1 Juni 1893, des
middags 12 ure, bij den heer J. P. Blauw
te SCHAGEN.
FEUILLETON.
2.
Novelle van M. BRÉE.
I.
Tweede beeld.
Onder de punten van beschrijving ko
men voor
Rekening en verantwoording over 1892.
Rekening Provinciale Subsidie. Voorstel
van den Heer P. Z ij 1 m a n s te Haar
lemmermeer, om de laatste alinea van
art. 7 van het huishoudelijk reglement
te laten vervallen. Benoeming .van drie
leden van het Bestuur. Aftredende l$den
zijn, de Heeren: P. B. J. FERF, Jb. ZIJE
Hz. enK. DEL GOURT TOT KRIMPEN.
Voorstel tot wijziging der grenzen van
het Midden- en het Zuidelijk deel der
provincie, dientengevolge art. 6 al. 3 en
4. van het h.-r. te lezen als volgt:
„drie leden in het Middendeel, omvattende
het gedeelte begrensd door het Noor
delijk deel en het Noordzee-kanaal, vanaf
de Noordzee tot de rij brug over dat Ka
naal te Velsen en verder ten noorden
van den Rijksstraatweg tot den ouden
Spaarndammer Zeedijk te Santpoort, ver
volgende dien dijk tot het open haven
front te Amsterdam, benevens al de
plaatsen gelegen henoorden het voormalig
IJ, tot de Noordelijk genoemde grens
„drie leden in het Zuidelijk deel omvat
tende het geheele gedeelte der Provincie
ten Zuiden van de hiervoren genoemde
grens." Op te geven voorstellen ter
opname onder de punten van beschrijving
voorde Algemeene Vergadering der Yer-
eeniging.
Het Bestuur maakt bekend dat de
keuringen voor het toekennen van de
provinciale aanhoudings-premiën aan
hengsten geboren in 1892 en aan merriën
geboren in 1887, 1888, 1889 en 1890
zullen plaats hebbente „KOLHORN",
op Dinsdag, 27 Juni e.k., hij D.
Kist, des voormiddags 10 ure. te „BE
VERWIJK", opW oensdag, 28 Juni
e.k., bij het logement „de Zon", des voor
middags 11 ure; te „HOOFDDORP",
op Donderdag, 29 Juni, e.k., op de
„Markt", des voormiddags 10 ure.
Er zal tevens eene keuring worden
gehouden van merriën, geboren in 1886
of vroeger, met hare veulens geboren in
1893, waarvoor 10 premiën van f 60 en
10 premiën van f 40 uit de Rijksbijdrage
beschikbaar zijn.
Deze merriën moeten in het Stamboek
zijn of worden ingeschreven en in 1893
Een half jaar later. Voor de groote tafel,
welke midden in de kamer staat,en welke over
laden is inet teekenplank, teekeubaak, passer,
translator, en eenige inktschaaltjes, staat Ru-
dolf, bezig schetsen en bouwplannen te ont
werpen maar bet schijnt, dat de schetsen
en bouwplannen veranderen in luchtkastee-
len want bij kijkt meer naar de ramen dan
naar zijn teekenpapier. Misschien, dat zijne
blikken de grens van het venster niet over
schrijden wsnt daar voor een klein tafeltje
zit Sella, gelijk bij haar noemt, of Gisela
Heim, zooals het meisje eigenlijk heet, en
zij schrijft uit een voor haar opengeslagen boek
na. Maar elke vijf minuten springt zij vao
haar stoel af, schuift haar cahier ter zijde en
roept uit: ,A1 dien tijd Hemel hoe verve
lend Dat boud ik niet uit."
En telkenmale legt de teekenaar passer
en potlood terstond Deder en strijkt haar
liefkozend over het hoofd en zegt verma
nend: „Sella, uit liefde voor mijl" waarop
zij bem hartelijk en schelmsch in het gezicht
uitlachten met snel besluit de pen weder in
den inktpot doopt, zelfs iets te diep, zoodat
de kleine vingers ook een goed deel van
het vocht ontvangen.
„En wat krijg ik er voor vroeg daarop
Sella.
De jonge man wilde spreker, doch zij
viel hem onmiddellijk in de rede: „Neen, neen.
Buiten een zoeh, meen ik."
Boe lachte de groote jonge man vsn
pleizier, dat zij zoo goed in zijne oogen kon
lezen. Daarcp vroog hij baar, wat zij dan
wel wenschte.
Dadelijk legde Sella de pen neder en wreef
de inktvlekken van haar vingers „Hm, wacht
eens vooreerst zou ik neep toch niet,
eerst zou ik liever of Lieve hemel,
het is te veel, dat ik zelf niet weet, wat
het eerst." n
„Noem dan maar het een na het ander.
„Dat kan ik niet. Ik zou ook alles, alles
tegelijk wenschen."
„Nu, zeg mij dan maar alles tegelijk."
„Nu ik zou wel willen uitvliegen daar- j
wederom gedekt worden, willen zij voor
eene premie in aanmerking komen.
Vóór de premiekeuringen zal gelegen
heid worden gegeven tot inschrijving van
merriën in het Stamboek.
De aangifte ter mededinging moet
geschieden bij den Secretaris if. Teengs
te Wieringerwaard, acht dagen
voor de Keuringen.
Later aangegeven paarden worden niet
ter mededinging toegelaten.
1. MERRIËN met VEULENS gebo
ren in 1886 of vroeger; 2. HENGSTEN
geboren in 1892. 3. MERRIËN geboren
in 1887 en 1888. 4. MERRIËN geboren
in 1889 en 1890.
De Rekening der Afdeeling over 1892,
beloopt in ontvangsten f 957.01, uitgaven
f 1094.135, sluitende met een nadeelig
saldo f 137.125.
De Rekening Provinciale Subsidie over
1892 bedraagt in ontvangsten f 7150.
en uitgaven 4550.sluitende met een
batig saldo f 2600.
Hiervan moet betaald worden:
Premiën Terschelling f 200.
Texel
100
Wieringen 100.
5 aanhoudingspremiën aan merriën,
Noorderdeel ad. f 100.6 dito aan mer
riën, Noorderdeel ad. f 50.7 dito aan
merriën, Zuiderdeel ad. f 100.8 dito
aan merriën, Zuiderdeel ad. f 50.2
dito aan merriën, Middendeel ad. f 100.
2 dito aan merriën, Middendeel ad.
f 50.— Totaal f 2600.—
Laaghartigen hebben te
Winschoten regenbakken onbruikbaar ge
maakt, door daarin petrolenm te- werpen,
Jammer genoeg, dat de politie de daders
nog niet heeft kunnen vinden.
Eene meeting ten gunste
van de afschaffing van het privaatbezit zal
in Augustus b. s, te Oranjewoud bij Hee
renveen plaats hebben. De meeting zal niet
provinciaal maar nationaal zijn. Extra trei
nen uit alle provinciën zullen worden aan
gevraagd. De afdeeling Heerenveen" van
den Sociaal-Democratischen Rond is belast
met het stellen der tenten, tribunes enz.
op het terrein.
heeD, waar do wereld het schooste is, waar
de menschen het vroolijkst zijn waar
ach, ik kan hot niet in woorden uitdrukken,
wat ik gevoel."
„Maar dat is gemakkelijk te verkrijgen. La
ten «ij een Zondag naar het park gaan, op
de rivier spelevaren, dan in het bosch eten
„Wie wij
„Ja, gij, uw moeder en ik."
„Ach 1"
„Sella, hebt gij mij dan niet lief?"
„Zeker. Maar daarom behoeft tneii juist
nog niet vervelend te zijn. En dan zal ik mij
nog de heele kostelijke week met dat dom
me leeren plagea. Waartoe dient dat?"
Hoe kunt gij dat nog vragen, Sella l"
Rudolf schoof zijn stoel dicht bij deD bare,
nam naast baar plaats en vatte baar hand
„Gij moet leertn, Sella, omdat mijn wijfje
eenmaal meer zijn moet dan de keukenmeid
en huishondster van haren man. Zij moet
mij verstaan kunnen, wanneer ik spreek van
mijn streven eu mijn werken, en zij moet
ook eenmaal geacht worden in den kring,
welke dan de mijne zal zijn." En alsof
nu naar zijne liefdesplannen en schetsen eens
klaps duizenden en nogmaals duizenden han
den begonnen te bouwen, zoo verhief zich het
eene luchtkasteel na het ander voor het gees
tesoog van bet meisje en toen do bouwmeester
zweeg, sloeg zij haar linkerarm om zijn hals
en vatte met de rechter haar pen op.
Derde beeld.
Zondagsrust in de stad, zondags-bedrij
vigheid op het land. 1d de heerlijke scha
duw van het woud zitten Sella, moeder Heim
en Rudolf. Een ledige fiesch en overblijfse
len van eenige lekkernijen op een tafellaken,
hetwelk over bet inos was uitgespreid, ge
tuigden dat er een heerlijke maaltijd was
genuttigd. Nu rustte Sella met onder het hootd
geslagen armen aan den voet van den boom
Zlj slaapt niet, maar bare oogeu springen;
met de vogeltjes wedijverende, van tak tot
tak, en als de gevederde zangers dooreenig
geritsel verschrikt wegvliegen, volgt ben
een diepe zucht van Sella. Rudolf niet
ter van haar afzittende, verslindt de slan
ke, doch tevens ronde vormen met de oogen
en gevoelt zich gelukkig-
Moeder Heim wijdt al haar aandacht aan
haar breikous. En even snel als de pennen
op en neder gaan, breidt zij Diet alleen de
kous, maar ook hare gedachten, die evenals
de vele kousen welke zij voor Sella 's nitzet
in den laatsten tijd re-rds gebreid he6it, steeds
den zelfden vorm bezaten: „Nog een jaar
en eenige weken, dan is Rudolt klaar, krijgt
hij een standpaats, huwt Sella en zij trekt
dan bij de kinderen in. Het kapitaaltje, het
welk zij bezit, krijgt hij dadelijk, dat wil
zeggen, zooveel als daarvan na de aanschaf
fing van Sella's uitzet, nog over blijft. Bij
de kinderen zou zij dan komen inwonen en
zou dan haar pensioen, hetwelk zij als we
duwe van een staatsambtenaar geniet, ge
heel en al besparen, en hen zoo later nog
weer een kapitaaltje nalaten. En zij zal ook
niet zijn, als andere stiefmoeders. Zij wil
slechts niet alleen zijn op baar ouden dag.
Toen Rudolf's blik op de oude vrouw viel,
lachte bij haar toe. Hij wist woord voor
woord precies, wat haar door het hoofd ging.
Zij had immers dikwijls genoeg zoo over
luid gedacht.
Sella begon zich te vervelen. Zij gaapt
en sluit de oogen daar weerklinkt nit de
verte een veelstemmig gezang; zij luistert
er naar, springt op, schudt haar japon te
recht en loopt schielijk naar den oever van
den stroom.
„Sella! Sella klinkt het uit twee mon
den haar na. Maar Sella hoort het niet, ten
minste wil het niet hooren. Zij staat la
chend aan den oever en wuift lachend met
baar zakdoek het bootje toe, waarin de zan
gers gozeten zijn.
Rudolf is haar nagesneld en staat nu met
gefronste wenkbrauwen naast haar; „Maar
SellaWat doet gij vermaande hij zacht.
„Vreemden mannen te wuiven! Dat past
toch niet
„Zij zien mij ter nauwernood en zullen mij
toch niet herkennen."
„En als dat nu wel eens gebeurt
„Nu dat zou dan nog geen ongeluk
zijn," pruilde het meisje.
„Sella l"
„Ach "wat 1 Dat eeuwige schoolmeesteren.
Men zou nooit mogen lachen, nooit vroolijk
zijn. Dadelijk heeft men iel ergerlijks gedaan.
Zulk een leven i» toch wel vervelend En
zij wendde zich knorrig af en liep het bosch
in. Rudolf volgde haar en sprak tot haar op
liefderijken toon van de heiligheid der echte
vrouwelijkheid. Zij hoorde bem kalm aan,
liep toen eensklaps in het dichtst van het
het bosch en riep uitdagend: „Vang roijle
Een oogenblik stond Rudolt beleedigd, doch
terzelfder stond dacht hyzij is nog een
kind en hij snelde haar na.
's Avonds toen zij in ban woning terug
gekeerd en bij elkander in de stille kamer
gezeten waren, kon Rndolf toch een zekere
ongerustheid omtreut het karakter wan het
meisje niet op zijde zetten en zijne misnoegd
heid bleek steeds meer. Eensklaps werden er
twee zachte armen om zijn hals geslagen
Een aardig blijk van jovialiteit gaven
maan lag bij de prijsuitdeeling in het paleis
van Volksvlijt te Amsterdam de leden
der Chorale Caroligienne van Charleroi.
Het bestuur der vreenrging Onderlinge
Oefening, die in den Zondag-namiddag ge
houden internationalen westdrijd een 2den
prijs had behaald, protesteerde er tegen
om de bij dien prijs uitgeloofden geldsom
te deelen met de Belgischen zangers. De
jiresident der Chorale had bij het verne
men, dat een vereeniging tegen de uit
spraak der jury had gereclameerd, het geld
ter beschikking van de armen van Amster
dam gesteld, zoo die Vereeniging protest
bleef aanteekenen. Dit was echter niet het
geval. De Voorzitter der feestgevende ver
eeniging had onze zangers reeds overtuigd
dat zij dwaalden, eu dezen hadilen hun
oppositie onmiddellijk laten varen. De Bel
gische vereeniging deed echter toch afsfand
van het geld ten behoeve der armen, slechts
verzoekende het zakje, waarin het geweest
was, als souvenir te mogen medenemen.
Het spteekt vanzelf dat deze loyale han
delwijze met warme toejuichingen werd
beloond. Echo.
Amsterdamsch aCapella-
koor. In tegenstelling met het bericht, dat
na de eerstvolgende rondreis, het Amster
damsch a Capella-koor nit elkauder zou
gaan, wordt thans gemeld, dat vau de ontbin
ding van het koor geen sprake is.
Behalve de concertreis in het laatst dezer
maand door het noorden des lands, waarbij
achl steden zullen bezocht worden, liggen
nog meer zulke reizen in het vooruitzicht
voor het aanstaande zomerseizoen. Ook is
het zoo goed als zeker, dat het koor zich
in het najaar opnieuw zal laten hooren te
Berlijn en in eenige groote plaatsen van
Oostenrijk, waartoe reeds zeer aannemenlij-
ke aanbiedingen zijn ontvangen.
iDezer dagen werd de poli
tie te ENSCHEDE des avonds gewaar
schuwd, dat een net gekleed Duitscher,
P. S., instrumentmaker te Rotterdam, ver
schillende personen lastig viel door zich
schuldig te maken aau bedelarij. S. werd
in verzekerde bewaring genomen, nadat de
politie zich had overtuigd, dat hij ruim
f 130.bij zich had en op reis was naar
Leipzig, waar zijn moeder woonde.
een flluweelen wangetje vleide zich tegen de
zijne en zijn geheele zon van geluk en le
vensvreugd scheen weder helder als te voren.
Vierde beeld.
Een jong man, wiens langa haar, zijden
wambuis en breede slappe hoed den kuns
tenaar teekenen, treedt bij Rudolf binnen.
„Max! Gij?!"
„Ja ik in levende lijve. Of eigenlijk
nog in verjongder vorm als scholier."
„Zjjt gij op de kunst-academie?"
„Ja zoo gelukkig ben ik. Het heeft
echter moeite genoeg gekost, er te komen."
„Het verheagt mij zeer, oude vriend!"
Rudolf schudde den vriend zijner jeugd en
landsman hartelijk de hand en bracht hem
bjj moeder Heim, om hem zijn geluk te
toonen. Hij stelde hem voor:
„Max Schreiner, mijn eenige vriend, schil
der met een groot talent en de vroolijkste
kerel ter wereld, die altijd een nieuwe streek
weet."
Sella lachte. „Dat is heerlijk. Wanneorgij
slechts bij hem ia de leer wildet gaan, Ru
dolf."
„Gij vroeg Max en floot een lustig wijsje.
Eu nu begon een reeks van prett'gj da
gen. Zelfs Rudolf lachte meer dan vroeger
en was opgeruimder, want Sella was harte
lijker dan ooit. En toen zijn tijd steeds meer
beperkt en zijn werk veelvuldiger werd, hoa
dichter hij bij het examen kwam,en bij uit de an
dere kamer Sella hartelijk hoorde lachen om
de grappen van zijn vrieud, verheugde hij
zich daarover. Hij was niet jaloerscb. Zijn
eerlijk hart kon aan niets kwaads denken,
hij vertrouwde zijn beminde en zijn vriend,
die aan hem en zijn overleden ouders zooveel
dank verschuldigd was, omdat dezen het deD
armen buurjongen mogelijk gemaakt hadden,
de kunstenaars-loopbaan te volgen. Dat Sel
la zich gaarne met Max onderhield, vond bij
zeer natuurlijk, hij deed het zelf toch ook
en had bepaald behoefte aan diens omgang;
want tegenover hem kon hij immers zijn hart
ontlasten en hem waut hij vertrouwde
hem, ook datgene mededeelen, wat hjj tot
nu zelfs voor Sella geheim had gehouden
zijne groote Sociaal-hervormings-idetën wel
ke geheel auders waren dan de tegecwoor-
digen, en metwelke hij eerst voor den dag
wilde komen, als hjj ze voor zich aan cri-
tiek bad getoest. Maar 'an, wanneer hy
door zijne maatschappelijke postitie invloed
verworven had, wilde met zijne grondstellin
gen en plannen voor den dag komen, welke
nu nog sluimerden op deu bodem zijner schrijf
tafel. En hun ontwaken zou zijn het ontwaken
van heel deD proletariërsstand meende bij.
Den volgenden morgen bij het openma
ken der cel bleek het, dat 8. des nachts
niet lui was geweest. Zijn lakens had hij
in kleine stukjes getrokken en op elkaar
gelegd en eveneens alles wat in de cel aan
houtwerk was in kleine stukjes gemaakt.
Op de vraag, waarom hij dit gedaan had,
kreeg men alleen ten antwoord, dat hij werk
wilde hebben. Het bleek dan ook
spoedig bij dit onderzoek, dat 8.
aau verstandsverbijstering lijdende
is. Hij is door de politie aau de overheid
te Gronau afgeltverd, om verder naar zijn
moeder te worden overgebracht.
E en jeugdige schipper is
in Den Haag in den afgeloopen nacht n
een hevig lijden gestorven tengevolge van
een nootlottige vergissing, welke hij voor
een paar weken beging, door geest van
zout te drinken, meenende dat het wa
ter was.
Nuhet turfstrooisel f6 per
duizend kilogram kost en de strooprijzen
in evenredigheid vrij wsi hooger zijn, komt.
in het Westerkwartier van Groningen het
turfstrooisel ter sprake, en zijn dienaan
gaande aldaar reeds proeven genomen op
zware klei-, kriek- of knipgronden.
De vraag of er door het veen ook planten
kunnen worden overgebracht, die voor dn
klei nadeelig zijn, schijnt ontkennend to
worden beantwoord.
Wanneer van den landbouw zelf vraag komt
naar het turfstrooisel, is de toekomst van
d« fabrieken, die deze stof verwerken, vrij
wel verzekerd.
Te Groningen zal voor den
eersten keer eene groote protest-meeting
gehouden worden tegen de kermis. Deze
vergaderi ig zal tijdens de kermis op 15 Mei
worden gehouden. Als sprekers zullen op
treden de heeren Brummelk&mp, Monlijn
en Vliegenthurt; allen predikanten aldaar.
Te TIEL is naar men aan
de N. R. Ct. schrijft een duel op han
den. In de sociëteit heeft iemand de heer
V. W., commandant der schutterij, bij eencn
woordentwist eenen klap in het aangezicht
toegediend. Pogingen om de zaak in der
uiiune te schikken zijn afgestuit. Het duel
zou reeds geregeld zijn geweest, indien
niet beidt partijen, naar men zegt, geheel
Max luisterde met onverschillige kalmto
naar de idealist, doch liet zich niet bs-
keeren. „Ik heb reeds een ander ideaal
de kunst," zeide hij, „en dat staat lijnrecht
tegenover het uwe."
„Hoezoo
„Gij predikt gelijkheid van alle menschen,
en daar het gemakkelijker is af te dalen dau
zich op te heffen, zoo zouden dus alle men
schen proletariërs moeten worden,indien uwo
ideeën werkelijkheid zullen worden. Wij
kunstenaars gevoelen onze waardigheid meer
dau anderen, uit den aard der zaak zijn wy
dus de ware aristocraten."
Tevergeefs schudde Rudolf het hoofd eu
te vergeefs was het ook dat hij het dwaze
van Maxredeneering uiteen zetten wilde,
Max' geheele karakter was te oppervlakkig,
niet ernstig genoeg, om hem te volgen, en
hij lachtte slechts, wanneer Rudolf zeide
„Dat is sophisterij, beste Max. Ik geef
u toe, dat de kunst hoog staat, maar hoo
ger nog dan zij, staat bet menschdom als
zoodanig. Ea ten opzichte van het mensch
dom bestaat er ia den staat maar één recht,
evenals elk mensch hetzeltde recht heeft op
licht en lucht, op deu dag en den nacht;
de kunstenaar mag kunstenaar blijven, do
arbeider, arbeider en de veldheer, veldheer
maar als medemenschen moeten zij op
dezelfde trap staau."
„Utopie"
„Meent gij? En ik zeg u, de natuur wil
het zoo wij hebben onze cultuur niet be
grepen."
„De na'uur? Nu, Rudolf, aauschouwt do
boomen en de planten. Zijn die allen het
zelfde? Even mooi? Even nuttig? Ruiken
ze allen even heerlijk Bestaat er dan geen
waardeloos onkruid?4
„Neen, want dat wij bet zoo noemen, be-
teekent alleen, dat de mensch in zijn een
zijdigheid veel veronachtzaamt. Wanneer wij
het wilde verplegen, opkweeken en fatsoe
neeren, wie met welk een schoon gewas er
dan nog van werd, welke ongektnde schoon
heid het zou ten toon spreiden. Of meent
gij. dat de oer-moeder der roos ook niet
eenmaal slechts onkruid was
Of ook Max telkenmale wanneer hij op Ru-
dolfs betoogen geen antwoord meer wist,
met een scherts of een grapje afbrak e i
wegliep Rudolt geveelde zieb door zulk)
gesprekken steeds gesterkt en begaf zich da t
weder frisch aan zijne studie.
WORDT VERVOLGD.