Alieicci Nieivi-,
Aimisilie- LuHiiv
Gel tegen gel.
Donderdag 3 Juni 1893.
37ste Jaargang üTo. 2732.
d
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: 8CH AOEUT, liaan, D, 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
AD\ ERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel me er 5 c
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
FEUILLETON.
Novelle van M. BRÉE.
Binnenlandsch Nieuws.
Wieringerwaard: Onze kermis is
gewoonlijk niet van zooveel belang, dat er een
verslag aan moet worden gewijd. Nu ons ech
ter van verschillende zijden werd gevraagd,
hoe het gezelschap, onder directie van den
heer Strooberis bevallen, komen wij gaarne
RAMT.
De INHOUD van het Geillnstreerd Zon
dagsblad van No. 24 is als volgt
Prins George Victor van Waldeck-Pyr-
nr.ont (met 2 portretten). In den Tun
nel, geïllustreerde novelle naar het Engelsch.
Maria Stuart, met illustratie. De
driekhoeksmeting bij de damesmode, met
illustratie. Gladstone en de Home-Rule-
Bill, met 3 illustraties. De instorting van
den Domtoren te Berlijn, met illustratie
De Burgemeester van Brussel, Buis,
met portret. Overtreders der Zondags
rust of de verboden hengelarij, met 6 illu
straties. De wereldtentoonstelling te
Cbicago met portret en illustratie.Anec-
doten. Vegetarianisme. Hoe een rei
ziger vaak oordeelt. Een woord van
Jozef II. Menschenkennis, met illustra
tie. Oplossing der prijsraadsels XL\ A.
en XL'VI, A. Een Terzijde". De
Prijswinners der Raadsels XXXIX enXI.
Een koelbloedig antwoord. Domheid,
met illustratie. Zijn eigen overlijden
aankondigen. Drie nieuwe prijsvragen.
Groote prijswedstrijd. Bergbestijgers.
Schaak rubriek, Mededeelingen.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestunr
der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter
kennis van de ingezetenen dier gemeente,
dat het kohier van het Patentrecht over
het vierde kwartaal van het dienstjaar
1892/93 op den 29 Mei 1.1. door den
Heer Provincialen Inspecteur in de Pro
vincie Noord-Hollaud is executoir verklaard
en op heden aan den Heer Ontvauger der
directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is ovtrgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heef', wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijner, aanslag behoorlijk achtte
geven, ten einde alle gerechtelijke vervol
gingen welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 1 Joni 1893
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
C. H. BEELS.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
POLITIE
Ter Secretarie dezer gemeente worden
inlichtingen verzocht omtrent een op de
markt van 1 Jnni j.l.vermist wit melli-
schaap, gemerkt met een blauwe streep
op den kop en een roode streep op het
rechter oor.
PATENTEN.
De Burgemeester van Schagen brengt
ter algemeene kennis, dat de patenten, san-
gevraagd in de maanden Februari, Maart
en April, dienstjaar 1892/93, éde kwartaal
ter gemeentesecretarie door belanghebbenden
kunnen worden afgehaald vanaf Zaterdag
den 3 Juni toten met Vrijdag 9 Juni a. s.,
des voormiddags van 9 tot 12 ure, de in
vallende Zondag uitgezonderd.
Schagen, den 2 Juni 1893.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
9.
IV.
Het Hoofd van het Plaatselijk bestuur
der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter
kennis van de ingezetenen dier gemeeute,
dat de kohieren No. 5 en 6 voor de belas
ting op het Personeel voor het dienstjaar
1892/93 op den lsten dezer door den
heer Provincialen Inspecteur in de Provin
cie Noord-Holland is executoir verklaard
en op heden aan den heer Ontvanger der
directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, ten einde alle gerechtelijke vervol
gingen welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 5 Juni 1893.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd.
C. H. BEELS.
Station Dresden! Max Schreiner verliet den
waggon niet met zooveel baast als vroeger.
Met schroom en angst begaf hij zich naar
het Dresdener museum, waarheen hij twee
weken geleden zijn laatste, zijn beste schil
derij had gezonden,
Zij was er niet.
aZij hebben het zeker nog niet opgehan
gen", zeide hij tot zichzelven, om zich te
troosten, doch geloofde er niet veel van.
Aarzelend vroeg hij naar de „Loreley" en bij
beefde over lijn geheele lichaam, toen hij
hoorde, dat de schilderij zoowel als de naam
van den schilder bier volslagen onbekend
waren. Hij had eigenlijk ook g6en ander
antwoord verwacht.
Weder io den trein. Hij dringt zich zoo
veel mogelijk in een hoek en tracht zijne
gedachten tot elkaar in verband te houden.
Hij drukt beide vuisten tegen zijne slapen.
Nu wilde hij nog te Frankfort een onder
zoek instellen en dan Ja, wat dan? Wat
dan?
De deur van den coupé werd opengerukt
en een jongen wierp een handvol couranten
op de bank. Werktuigelijk greep Schreiner
een conrant en begon er in te lezen. Aan
bevelingen van hotels, verscheidene adverten-
tiën en prijslijsten. Hij bestudeerde ze allen
met ijver, alleen maar om aan zijne gedach
ten een geregelden gang to geven. Daar wa
ren anecdoten en nieuwtjes. Hij las en be
greep nauwelijks wat hij las. Maar wat was dat
nu? Wat las bij daai? Een nieuwtje uit Ber
lijn, over een onbekenden schilder, die de
wereld rondreisde, om de schilderijen, welke
volgens zijne ziekelijke verbeelding in de
verschillende musea moesten hangen, te zoe
ken, natuurlijk te vergeefs.
Max Schreiner schreeuwde het uit. Doch
toen hij zag, toe de blikkeD zijner mederei
zigers op htm gevestigd bleven, begon hij
te lachen bij dwong zich daartoe niet
hij moest hartelijk lachen om dien geheel
onbekenden schilder", over d en .Kalenden
schilder", die nooit een schilderij gemaakt
had eo nu de wereld rondreisde.
De andere rezigers grepen nu ook naar
de overige couranten, welke op de bank la
gen. Zij wilden zien wal voor aardigs
er in stond.
Maar Schreiner drukte zich nog dieper in
zijn hoek en sloot de oogen. Hij pijnigdo
sijn geheugen, en vroeg zich zeiven af of
hij werkelijk ten slotte niet slechts van zijne
schilderijen had gedroomd of hij eigenlijk
wel eens een schilder was. Gedroomd of nog
erger inbeelding en waanzin. Het is toch
gemakkelijk, krankzinnig te worden.
Maar neen. Hij heette immers toch Max
Schreiner. Hij bad ook thuis een atelier.
Maar dat was ledig En zijne schilderijen?
.Frankfort! Uitstappen!"
Hij keok den conducteur vragend aan.
Daarna viel het hem in, dat bij op reis was
naar Frankfort en steog dus langzaam uit.
.Bestaat er hier in de stad een kunst-aca
demie?" vroeg hij op straat aan een man.
.Zeker!4 antwoordde deze en gaf bem de
richting aaD, welke hij had in te slaan. Hij
giDg langzaam verder hij kon niet anders,
zijne beenen waren zoo zwaar als lood. Daar
was hij bij bet gebouw. Lang aarzelde hjj
binnen te treden. Daarna dwong hij zich
zeiven met onverschillig gelaat de zalen te
doorloopen en voor de vreemde schilde
rijen te blijven staan. Zij mochten bet anders
zien dat hij de .gekke" schilder was, die
te vergeefs zijn schilderijen zocht. Ginds en
hier. Ja, hier ook, waar hij enkele dagen ge
leden nog zijn schilderij „de Parzen" waan
de. O, nu geloofde hij het niet meer.
Of zou misschien de schilderij daar in deD
hoek? Neen dat stelde heel iets an
ders voor.
Daar stond hij nu weder op straat. De
menigte ging hem Toorbij en wanneer deze
of gene hem toevallig in het gelaat keek
spitste hij zijne lippen als om ie fluiten, op
dat hij er toch maar onverschillig zon uit
zien.
Masr wat nu, naar hois? Noen, nog niet.
Hij bad immers nog zijn .droom4 in Mun-
cbeo. Pst! Hij verschrikte of iemaod dat
misschien geboord en in hem den .gekken"
schilder herkend zou hebben?
Voort, voort,
Sedert verscheidere nren bad Schreiner
om de nieuwe Pinacotheek in Muncben rond
gedoold. Er binnen gaan? Neen dat deed
bij tot geen prijs. Eindel.k kreeg bij een
goede gedachte. Hij riep een bestt lier aan
en droeg hem op n8ar binnen te gaan en te
vragen naar de schilderij van .e<n xekereD
Schreiner. De schilderij htelfe Een droom.4
De beslalier bleef niet lang weg.
.Niets, niets! Niet waar?' rnp Schreiner
hem toe.
.Niets," antwocjddo de besteller, .zulk
ttn schilderij bestaat er niet."
met een enkel woord op de kermis terng. Wat
het genoemde gezelschap betreft, dit heeft
o. i. uitstekend voldaan. Gir.gen wij over een
der artisten uitwijden, dan zouden wij het ge
heele program moeten volgen; want het gezel
schap bestond uitsluitend uit artisten in den
waren zin van het woord. Het was werkelijk
een avond vol kunstgenot. De beer Stroober
heeft zeker bij allen den indruk achtergelaten,
dat het hem niet genoeg is, een avond te vul
len, dat hij niet gekomen is met de gedachte,
.mijn gezelschap treedt van avond in «en
klein plaatsje op."
Drie carousels, waaronder een stoom-draai-
molen is voor een dorpskermis meer dan te
veel, zoo niet voor de jeugd, dan toch voor de
ondernemers. Wij betwijfelen dan ook, of wij
op een volgende kermis weer drie draaimolens
zullen vinden.Tegen zooveel concurrentie kan
onze van ouds gerenommeerde Krap niet op.
De glasblazerij welke weinig bezoek heeft
gehad, verdiende toch werkelijk bezocht te
worden. Mocht deze tent eerstdaags op een
plaatsin de nabijheid verschijnen,dan bove
len wij haar gaarne iu de goede gunst van het
publiek aan.
Zaterdag den 3en dezer werd
te WINKEL de door de afdeeling Winkel
van Volksonderwijs gestichte inrichting voor
handenarbeid geopend in het daarvoor
gereedgemaakte gebouw van den heer R.
Vries. Het aantal leerlingen, waarmede de
lessen een aanvaug namen, bedraagt 51, n.1.
42 jongens en 9 meisjes.
V r ij d a g 11. strandde te ME-
DEMBL1K bij het havenhoofd het vaartuig
van schipper K. te Hoorn, beladen met
eene speelgoederenkraam. In korten tijd
sloeg het scheepje in stukken. De beman
ning kon zich redden, daar het zeer on
diep is. Het vaartuig schijnt niet verze
kerd te zijn, zoodat de eigenaar, die nog
wel eeuen Enkhuizer loods had medege
nomen, eene belangrijke schade lijdt.
Omtrent de uitkomsten
met verschillende kunstmeststoffen op de
rijksproefvelden toebehoorende, aan
den heer J. L. T. Groneman, te Wie
ringerwaard en gelegen aan den Zwinweg
in den Anna-Paulownapolder kan voor begin
Juni het volgende gezegd worden. Het
proefveld voor 1893 werd in den hersft
Schreiner bekrachtigde het. .Natuurlijk,
dat bestaat er niet4 en hij ging heen, was
niet eens meer verrast hij was zelfs bi
zonder kalm, daar bij het ook niet anders
verwacht had. Werkelijk, hij was kalm. Hij
bleef voor de aanplakborden staan en be
studeerde de vertrekuren der treinen. Met
den nachttrein die 's midddags vau hier
vertrok, wilde hij naar zijn woonplaats terug,
dat kwam bem uitstekend gelegen.
Hij ging naar zijn hotel eu liet zijn ba
gage Daar het station brengen. Naar huis!
Iu het koffiehuis, hetwelk de kunstenaars
als stamgasten bezochten, zateu eenige schil
ders om de groote, ronde ta'el.
.Hebt gij gehoord, dat Schreiner reeds te
rug is?' vroeg er een.
.Ja zeker," bromde Martin. „Hjj is ziek,
niemand wordt bij hem toegelaten. Hij heeft
het zeker op reis te druk aangelegd. Geld
bad hij in overvloed.4
.Dat is het niet,4 bracht Meders in het
midden. .Hjj moet het zich vreeseljjk aan
trekken, dat zijne schilderijen in de musea
op de onmogelijkste plaatsen hangen, zoodat
men ze ternauwernood opmerkt."
,Nu, wat heeft hij dan wel gedacht,"
zeide Martin lachendeudd, .dat men ze in
extra daartoe ingerichte kabinetjes zou ten
toonstellcn, evenals de Sixtynsche of de Hol-
beinsche?4
.Dat alles is bezijden de waarheid!4 riep
de bloDde jongeling uit en voegde sr la
chend aan toe: .Zoek de vrouw! Kennis
making op reis met een wonderschoon meis
je een ongelukkige liefde.4
.Nu, wij zulleo het wel hooren!"
Schreiner was werkelijk ziek geweest. Zoer
ziek. Hij lag een geheele week terneder,
zonder pijn wel is waar, zonder koorts en
zonder eenigerlei ziekteverschijnsel, maar
toch was hij ziek, Het was hem geweest
als een, die een bevigen slag voor het hoofd
bad ontvangen en half bewusteloos en half
dioomeod, omgevallen was niet wetende
wat hem overkomen was. Tot eindelijk zijn
bewustzijn ten volle was teruggekeerd. En
met de herinnering komt dan ook de toorn
tegen de oorzaak dier pijnen en die toorn is
dan het beste geneesmiddel.
Toorn,maar tegen wienPAlle adressen, welke
bem in der tijd waren opgegeven, waren nn ge
bit ken valsch te zijLen de personen die bi] bem
gewei st waren kon bij niet meer uitvin
nen, ook al omdat tij valsche namen hadden
opgegeven. Maar waartoe toch dat alles?
Wat wilde die onbekende of wat wilden die
oi bekenden met zijne schilderijen, welk* zij
toch in ieder geval rijk betaald hadden? Ze
bemest met eeo mengsel van Kaïniet en
Tbomas-phosphaat. Daarop hadden in het
voorjaar drie verschillende bovenbemestin-
gen met Chili-Salpeter plaats, teneinde
door vergelijkende prosven de werking Je-
zer kunstmest na te gaan. Daar er op de
verschillende deelen geen onderscheid tus-
schen het gewas is waar te nemen, kan men
de resultaten voor'93 onvoldoende noemen.
De aanhoudende droogte heeft eene vol-
voldoende oplossing en doordringing tot de
wortelvezels verhinderd. Het proefveld
van 1892 is hoogst interressant in zijne
gevolgen. In den herfst van 1891 werden
van de 4 deelen respectievelijk 3 bemest
met Thomas-pbosphaat, stalmest en Super-
phosphait, terwijl één deel onbemest bleef.
In 1892 werden op al deze deelen sui
kerbieten verbouwd. Nn groeit ergarstop.
Het met Thomasposphaat bemeste munt
verre boven de andere deelen uit. De
halm is krachtig, het land gelijkmatig, ter
wijl een gezonde gloed hst geheel teekent.
De garst kwam op dit deel bij gelijktij
dige uitzaaiing veertien dagen eerder op,
terwijl het door een krachtigen groei
weinig last van de insecten had. Wanueer
de oogst aan dezen gunstigen toestand be
antwoordt, dan spoort dit onderdeel krach
tig aan tot eene bemesting met Thomas-
phosphaat. De bieten-opbrengst in 1892
getuigde ook voor een bemesting met ge
noemde kunstmest. Ook op het proefveld
van 1891, waarop men achtereenvolgens,
bieten, haver en garst uitzaaide en dat ge
deeltelijk met Tomas-phosphaat werd be
mest, onderscheidt deze bemesting zich
hoogst gunstig in bare nawerking.
Daar ook in andere deelen des lands
gunstige uitkomsten door bemesting met
Thomas-slakkenmeel zijn verkregen, hopen
wij spoedig in de gelegenheid te zijn ons
van hare werking op het weiland te kun
nen overtuigen, ten einde als dan tot eene
nadere beschrijving van deza hulpmeststof
te kunneu overgaan.
Meldden we vcor een paar weken,
dat aan den LANGEDIJK het beplanten
der gereed gemaakte koolakkers spoedig in
vollen gang zon zijn, nu is voor de school
jeugd aldaar de ve.'rtiendaagsche vacantie
aangevangen, waarin de kinderen ouderen
onder een vreemden naam in de wereld bren'
gen, nisschien om een dor talent een groo-
t-sn naam te vorschaffen? Wat had dan dit
geheimzinnige spel te beteekenen? Honderd
maal op eendig vroeg bij dit zich at, zonder
er evenwel een antwoord op te weten.
Trots zijn spoedige herstelling was hij toch
niet weder de oude geworden, ofschoon er
nu twee weken verstreken waren sedert hij
van de noodlottige reis was teruggekeerd.
Hj gevoelde dat in zijn gemoed iets in
wanorde was geraakt; zijn scheppingskracht
was verlamd en hij gevoeld* zulk een afkeer
voor penseel en palet, dat bij ze niet wilde zien.
Het was te vergeefs, dat hij zichzelf aan
raadde, een nieuw schilderstuk op te zetten,
de oude weder to schilderen, en zijn roem
en naam aldus te herstellen hij kon er
niet toe komen.
In deze stemming ontving hij nu op ze
keren morgen een brief met den volgenden
korten inhoud:
.Gij zocht naar den tegenwoordigen be
zitter uwer schilderijen deze zal zich bin
nen enkele dagen persoonlijk aan u komen
voorstellen."
Geen onderteekening het schrift was
hem onbend eeu nieuw raadsel. Hij zou
evenwol niet lang op de oplossing behoeven
te wachten.
Daags daarna, tegen den avond, werd er
aan de deur geklopt en eeD groot, breed
geschouderd persoon trad binnen.
Schreiner wilde licht aansteken. De bin-
nengetredene echter zeide: .Niet
noodig mijnheer, wat wij elkaar te zeggen
hebben dat kan in de schemering evengoed
gebeuren."
Hoewei verbaasd daarover, zag Schreiner
om niet laf te schijnen, van zijn voornemen
af en bood den vreemdeling een stoel aan.
Deze ging met den rug naar bet venster
zitten, zoodat zijn gelaat in de sobaduw viel.
,lk schreef u zeide hij.
„Ik heb uw brief ontvaugen", antwoordde
Schreiner, in de grootste spanning verkee-
rende over hetgeen nu zon kunnen volgen.
,Ik ben de ko.oper en eigenaar nwer
schilderyen en kom u vrsgen, met welk doel
gij een onderzoek instcldet naar de plaats
waar zich uwe schilderijen bevinden?" vroeg
de vreemdeling.
„Gij vraagt dat neg? Weet gij dan niet,
dat men bij het sluiten vsn den koop be
dongen heelt; men deelde mij mede, dat zij
in de voornaamste museums kwamen? En
nu
„Bedrogen?" do vreemdeling herhaalde het
kalm. „Hebt gij dat daD gemaakt tot een voor
waarde by den verkoop?"
op de akkers met het aangeven van kool-
planten kunnen helpen. Door de voortdu
rende droogte verwacht men aan den
LANGEDIJK dit jaar een zeer ongnnsli-
gen uienteelt. Met het rooien en verzen
den der aardappelen enwortelen is reeds een
aanvang gemaakt. Wat water zou voor
den algemeenen t restand voor den LAN
GEDIJK natuurlijk als overal elders van
veel belang zijn.
Maandag ochtend ia te
NIEUW E-PEKELA een man van 78
jaar door den bliksem gedood, terwijl hij
van het land kwam.
Vanrijkswegeiseen proef
genomen met inenting van jonge varkens
tegen de vlekziekte en wel in de gemeen
ten Wonseradeel en Bolsward, door de hee-
ren vervangende districts-veeartsen Buij-
terse te Harlingen en Pol te Witmarsem,
onder toezicht van den district—veearti den
den heer H. Staa. Aan 660 biggen werd
de kunstbewerking verricht.
Te Gemonde (N.-B.) is door
den houthandelaar A. de Yreom een eik
geveld, waarvan de schors alleen een ge
wicht had van 1940 halve kilogr.
Op den Catharijnesingel, nabij het
Sterrdbosch te Utrecht ontmoette 's avonas
een heer van middelbaren leeftijd een net
gekleed, ongeveer 22-jarig juffertje, dat er
zeer opgewonden uitzag en hem, op zijn
vraag wat er aan scheelde, met tranen in
de oogen mededeelde, dat zij even te vo
ren bijna door de stoomtram was overreden
en daarvan zoo was geschrikt, dat zij
niet verder kon gaan.
Medelijden met het meisje hebbende,
bood hij haar den arm en geleide haar
uaar een in de nabijheid staande bank,
waarop hij haar deed plaats nemen.
Na daar eenige oogenblikken te hebben
vertoefd, verklaarde de juffrouw zich we
der voldoende hersteld, om haar weg te
kunnen vervolgen, bedankte hem in goed
gukozen woorden voor zijn hulpvaardig
heid en verwijderde zich, waatna zij weldra
uit het gezicht was verdwenen.
Intusschen wachtte den hulpvaardigen
heer een minder aangename verrassing.
„Dat niet maar
„Zoudt gij een hoogeren prijs gevriagd
hebben, wanneer gj hadt geloofd dat ztj niet
voor de musea bestemd waren?"
„Dat ook niet maar toch heeft men
jegens mij niet eerlijk gehandeld. Juist daar
om, omdat ik mijne schilderijen tot denzelfden
prijs gegeven zou hebben, heb ik het r*cht
te vragen waarom men met mij dit zonderlinge
spel heeft gedreven?" zeide Schreiner zoer
opgewonden.
„Het recht hebt gij ongetwijfeld," ant
woordde de onbekende, uiterlijk oogonschijn-
1 ijk kalm, ofschoon een beven zijner stom
verried, dat hij inwendig niet zoo kalm was.
,En welk antwoord krijg ik?"
„Geen"
Schreiner sprong op. „Zyt gij gekomen,
om mij dat te zoggen? Meer dan ooit ver
moed ik nn een schelmstreek achter de ge
heele zaak. En ik dwing u mij te antwoor
den, want niet alleen mijne schilderjjen
maar ook mijn roem heb ik u
verkocht."
„En wanneer het nu jnist uw roem was,
welke ik wilde hebben? Wanneer het mij niet
voldoende was, uwe schilderijen maar ook
u, uw naam aan de vergetelheid prijs te ge
ven?"
„Waarom dat? Waarom?" riep Schreiner
uit, stak eensklaps een lucifer aan en ODt-
stak de vlak bij hem bevindende gaspit.
De onbekende was opgestaan en stond nu
voor den schilder.
Schreiner keek hem aan en
als hij hem nu begon ta herkennen,
vergrootten zich zijne oogen, zijne mond open
de zich en hij slaakte den uitroep: „RudollI"
Franke mat bem met een blik vol haat. Hij
moest zich geweld aandoen, om zijne ont
roering meester te blijven. Maar zijn stem
kloDk luid en hard, als hij zeide: „Max
Schreiner! Vraagt gij nog waarom?4
Verpletterd bcog de schilder het hoofd.
Op deze onimoeting was hjj het allerminste
voorbereid en hij zocht naar iets, om tegen
te leunen, terwijl Franke voortging
«Gelooft gij, dat uw snoode daai onver
golden en met de vergetelheid begraven blé
ven zou ?4
„Ik heb als onervaren jong man gedwaald,
een speelbal mijner lichtzinnigheid, van mijn
hartstocht. Ook heb ik het willen goed ma
ken 4
«Werkelijk? O, gij edel mensch!4
De snijdende toon in Frank's woorden
prikkelde den trots van den schilder. Hij
hief het hoofd wtder op en zeide«Gg
echter hebt als man op rijperen leeftijd en
met veeljarige berekening als een duivel