Gemengd Nieuw s. PLAATSELIJK NIEUWS. dacht trok nn den heer F. Ferwerda, alhier. Deze liet den jongen bij zich ko men en toonde hem een hontsneewerk, voorstellende raiter te paard, een aalmoes uitreikende aan een bedelaar, met de vraag, of hij in staat zon zijn, dit stuk na te snijden. Met een stuk pruimenhout zette zich de knaap aan den arbeid. Al had hij nooit teekeneu geleerd, toch werd het model, na rnwe bewerking van het stuk hout, daarop in schets uitgeteekeud, en na eeni- ge dagen was het werk zoo goed geslaagd, dat het namaaksel bet model overtrof en met scherpzinnigheid fouten in het model waren vermeden, waarop nooit iemands aandacht was gevallen. Thans begreep de heer F., dat in den knaap iets buitengewoons sluimerde. Ofschoon de rader er op stond, dat de jongen, ondanks diens tegenzin in dit beroep, schipper zou worden, wist da heer F. die steun vond bij moeder, hem het dwaze van zijn voor nemen onder het oog ie brengen, en den volgende dag, 2 Januari 1880, ging de knaap met zijn jongste kunstwerk op reis naar Amsterdam, Door de bemiddeling van de bh. Ten Cate, toen doopsgezind predikant te Drach ten, die zich steeds ten zeerste voor deu knaap had geïnteresseerd en van ds. De Koo en dr. Pel te Amsterdam, vroeger woon achtig te Drachten, kwam de jonge Pan der in de hoofdstad in aanraking met de voorstanders en beschermers der kunst en geen veertien dagen later ontvingen de ou ders bericht, dat anderen de zorg voor den knaap op zich hadden genomen. Welk succes dezo vaa bun werk hebben gehad en hoe de jonge Pander ondanks eene ziekte, die hem in de laatste jaren tot langdurige werkloosheid dwong, de ver wachtingen, die men vau hem koesterde, niet teleurgesteld beeft, is genoeg bekend. liet rapport is opgesteld door dr. J. W. Chr. Goethart, te Hoorn, en dr. J, Rit- zema Bos, te Wageningen. Allereerst doet het de middelen aan de hand, om de die ren te bestrijden met prof. Loeffl-r's mui zen-bacillen, bereid door dr. Gotthart. Voorts bevat het eene beschrijving vin het gebruik van phosphorpap. Verder spoort het de landbouwers aan om deze proeven te nemen en doet de voorschriften aan de hand, die daarbij moeten in acht genomen worden. Hen, die genegen zijn, een dezer proeven te nemen, wordt verzocht zich te wenden tot dr. Gosthart te HOORN, liefst met opgaaf van eenige bijzonderheden. Zondag 23 Juli 1893 zal er te PURMERENI) een Zangersfeest plaats vinden van deu N.-Holl. Zangersbond, waar aan door elf aangesloten vereenigingen zal worden deelgenomen. Het pr<granima voor dit feest is als volgt saamgesteld: 'smiddags ten 12 aar worden de zangers feestelijk ontvangen en door Purmerender Mannenkoor een welkomstlied gezongen; Ou zskeren dag dronk hij thee bij de vrouw van den admiraal van B., een nuf fige dame, die bijzoader op de vormen gesteld vas. Bij die gelegenheid gebruikte hij als suikertang zijn duim en voorvin ger, om zich van klontjes sniker bij zijn thee te bedienen. Da vrouw van den hui ze, die dit gezien had en hair ongema- nierden gast een lesje wilde geven, beval den knecht de suiker, die nog over wis weg te gooien. Door het gebaar, waarmede zij dit beduidde, begreep de gezant het bevel en uit da verbaasd-*, gezichten van de an dere ainwezigen blaak hem, dit hij zich niet bedrogen had. Intusschen zette hij het gesprek met zija gastvrouw voort, alsof hij niets ge merkt bad, en dronk op zijn gemak zijn kopje leeg. Niet zoodra had hij dit gedaan, of hij schoif met al de waardigheid van een man van hoogen rang het venster open en smeet het lijn porseleinen kopje er uit. Daarop wendde hij zich met de groot ste bedaarheid, alsof er niets bijzonders gebeurd was, tot zijn van toorn bevende s namiddags: van l1/, lot 3 uur Matinee." il _:i l i r» j j vt»astrrouw en zeide g ïmlacnend: _Ls wii- op het Doeleplein, te geven door ae Mu- s up(. -i_j rx 5 rn de u de moeite maar besparen van net ziek der infanterie onder Directie van den *-r r r nt p\nV* O i i j noop nw knecht tti doen, Wiüt Heer Mann te LEIDEN; tan 3 tot 4 uur: Openbare uitvoering van eenige koornum mers door 250 Zangers. 's nam: ten 5 uur Volksconcert op de Kaasmarkt en 's avonds ten 8 nor: Concert in de Doele, met medewerking van alle aangesloten vereenigingen; daarna Réunie in het lokaal »Nut en Genoegen". Droogte.-Aan de HOORN SC HE Cronyk' is het volgende ontleend: In 't jaar 1540 was 't zoo'n heete, dro ge zomer als men niet veel gezien heeft, dies de rivieren en slooten weinig water hadden en de beesten veel leden bij gebrek aan drinken a's van voeder, dat door de droogte niet veel wies. De levensmiddelen stegen zeer in prijs, duizende mnizen vra ten het land kaal, zoodat de nood hoog steeg. In 1556 vielen zeer weinig regens, zoo in Holland, West-Friesland, Gelderland, ja overal; zoodat dit geheele jaar door de ellende zeer groot was. In 1601 was de zomer uitermate droog en het gras was zoo weinig, dat de beest ten op vele plaatsen vergingen en er weinig boter en kaas gemaakt werd. In 1612 bleef de droogte lot 26 Juni aanhouden, daar op dien dag een vreese- lijke storm vele ongelukken veroorzaakte. Ook in 1621. was de zomer drcog; in 't najaar stierven tengevolge daarvan vele menschen aan onderscheidene soorten van ■iekten. De nitslagran denzang- wedstrijd te GRONINGEN, Zondag gehou den, is als volgt: Eerste afdeeling. Voor onbekroonde ver eenigingen (zes deelnemende vereenigingen): le prijs (verg. zilv. med. en f 100) met 4 tegen één stem aan .Oefening en uitspan ning.' van Bovenkarspel 2e prijs (zilv. med en f 50) met 3 legen 2 stemmen aan Or- phóon, te Amsterdam, en de 3e prijs (zilv. med.) 4 tegen één, aan Advendo, van Zwolle. Tweede afdeeling: Reeds bekroonde ver eenigingen (diie deelnemende vereenigin gen). I prijs (gouden medaille en f 300) met algemeer.e stemmen aan .Zangen Vriend schap,' te Haarlem; 2e prijs (verg. zilv. med en f 100) met algemeene stemmen aan jNij- meega Mannenkoor'; 3e prijs (zilv. med. en t 50) aan f De Vereenigde Zaogers' van Amsterdam. De liedertafel Zaanland? Mannenkoor te Koog aan de ZAAN, heeft eenen nationalen kwartetwedstrijd uitge schreven tegen Zondag 10 September, ter gelegenheid van het 12*^-jarig bestaan der liedertafel. Leden der jury zullen'zijn, da heereu: Frans Coenen, Dan. de Lange, Joh. M. Messchaert, W. Robert en J. J. M. Sicking. Te 's BOSCH is Je dienst- bode van aene bakker in de Ververstraat gisteren nacht met brandwonden overdekt naar bet gasthuis gebracht. Zij was ouder het naaien in slaap gevallen, en door de lamp hadden btre kleederen vlam gevat. I n de gemeente OUD DO R P doen zich onder enkele koeien gevallen voor van bloedurine. Uit verschillende gemeen- ten in ons land komen berichten over voor gekomen gevallen van cholera nostra»soms met doodelijken afloop. I n een der Friesche dorpen miste het hoofd der school in den laatsten tijd op school kinderen uit een gezin, die vroeger geiegeld school kwamen. Hij ging naar den vader om de oorzaak van deze afwezigheid te vernemen, die antwoordde: ,Zij blijven thuis, omdat gij mij niet hebt uitgenoodigd op de bruiloft, toen nw doch ter tronwde." De heer F. W. J. B o k h o u t le HOORN is benoemd tot assistent aan aan het Rij ks-landbouw-proefstation al daar. De ramp te Washington. Het oude Fordtheater te Washington, dat Vrijdag is ingestort, was al sinds eenigen tijd bouwvallig gebleken. Een commissie, die het onderzocht, bevond het onveilig en drong er op aan, dat het afgebroken zon worden. Men bleef het niettemin maar gebruiken er waren, nog altijd re- Vanwege de Nederland- sche Phvto—pathologische (plantenziekte- kundige) Vereeniging is eene circulaire ▼«spreid, waarin proefnemingen tot bc- atrijding van veldmuizen Worden aai ge raden. geeringsbureelen in gevestigd en in den laatsten tijd was het geva«r nog ver meerderd door een bezending zware archie ven betreffende militaire pensioenen, en het graven van een kelder onder een der mu ren van het gebouw, voor machines der electrische verlichting. Zoo is Vrijdag het gebonw als een kaartenhuis ingestort - de bovenverdieping het eerst en de 300 ambtenaren, die ef aan het werk waren, wer den onder het puin bedolven. Eeaige werklieden,die boven bezig waren en het gevaar bemerkten door het schud den van het gebouw, sprongen uit de ven sters, maarzij werden bijna allen door hun val gedood. Men begon onmiddellijk met wegruimen van het puin, om de slachtoffers te zoeken. Arbeiders en militaren hielpen bij dit treu rige werk. Men vorderde slechts langzaam De gewonden werden naar het Emergency- hospitaal gebracht, waar men ondanks de vele geneeskundigen, van alle kanten toe gesneld, geen handen genoeg had om hen te helpen. Het vinden van den dooden en gewonden gaf aanleiding tot hartroerende tooueelen Verscheidene menschen, die in de verminkte lichamen hun verwanten herkenden, wer den krankzinnig van smart. Zatermiddag had men 6-3 dooden te voorschijn gebracht en er lagen er toen nog velen onder het puin. Het aantal ge wonden is nog niet met zekerheid bekend. De chel van de bureelen, de heer A. C Shunt, is onder de dooden. Buitenmuren van het gebouw zijn blij ven staan. De vloeren en tusschcnmuren zijn ingestort. Een der beambten, die op de tweede verdieping was, detlde een dag blad verslag gever zijn indruk van het vreeschelijk oogenblik mee. Hij hoorde een geweld op de bovenverdieping, alsof daar iets zwaar viel, en toen hij opkeek, zag hij met schrik, dat de zoldering naar beneden kwam eerst met een langzame en slingerende beweging, later zeer anel. De beweging kwam van den voorkant. Het dourde nog een oogenblik voor de zoldering op de les senaara viel en op de beambten, die daar aan zaten en geen begrip hadden van wat er gebeurde. Van dat korte oogenblik maakte hij ge bruik om zijn collega's te waarschuwen en met verscbeidenen van hen naar den achterkant van het gebouw te vluchten vanwaar zij zich wisten te rsdden Eenige seconden na hnn vlucht viel de zoldering met vervaarlijk geweld neder en door den vloer heen op degenen, die beneden waren. Onder de helpers der slachtoffers heeft aich een jonge neger, Basil Lockwood, on derscheiden. Hij ging voorbij het gebouw op het oogenblik van het instorten en toen de wolk van stof wat weggetrokken was, zag hij beambten, die aan de vensters van de derde verdieping hingen, boven den pas ontstanen afgrond. Hij haalde een ladder, klom op een naVurige telegraafpaal, heesch de ladder mede op en met groote krachtsinspanning, waarbij zijn leren herhaalde malen in gevaar was wist hij het eene eind vau den ladder vast te maken aan den telegraafpaal en hel andere eind te laten sieanen onder een der vensters van het vernielde gebouw. Langs dien weg konden 15 beambten veilig beneden komen. Nu begreep zij 'twel. De markies van St. Simon, een zonderling, die niettegenstaande zijn yourname afkomst, zich maar geen fijne manieren kon eigen maken, woonde een tijdlang als gezant te Kopenhagen, waar hij in de aanzienlijkste gezelschappen verkeeide, hoewel zijn onge geneerdheid hem dikwijls onaangenaamhc- den berokkende. de u de moeite maar besparen van door uw knecht te laten doen; want mijn vingers de suiker reeds zoo veront reinigd hebben, wat mo3t din niet het kopje door mijne lippen bezoedeld zijn!" Gezondheid op 't Platte- land. Men verwondert zieh wel eens, zegt Henri De Parvillie, dat op 't Platteland zoo dikwijls besmettelijke ziekten heer- schen Toch is niets zoo verklaarbaar. Ner gens worden de meest elementaire wetten der bygiène minder nageleefd dan op het dorp. Daar hebt ge de met boomen beplante plaats, daarnaast den mesthoop en op eeni ge meters afstand den put, waaruil het water voor dsgelijksch gebruik wordt ge haald. En men verwondert zich over de verwoestingen door typhus etc. aangericht. De microben gaan dood bedaard naar het water van den pnt en de boeren krijgen dien rbouillon de cultare' naar binnen. Het is waar, de boer heeft voortreffelijke lacht tot zijn beschikking, maar het water is doorgaans afschuwelijk. Hij wordt ziek door het water, ook al bedient hij zich daarvan, wat meestal het geval is, met de meest mogelijke bescheidenheid. Hij heeft voortreffelijke lucht tot zijn beschikking, zeide ik. Is dat echter wel heelemaal juist? Ja, op het veld, buiten. Maar in huis, inde hut? In de stad zetten we deuren en ramen zooveel mogelijk op;n, op het dorp schijnt men bang voor de ucht te zijn. Alles potdicht. Zelden ziet men bij een boer de rainen wijd open. Om het bed reusachtige gordijnen; in de ïoeken boopen afval, melk die zoor wordt, spijzen die rotten, stof, kippen etc. die komen en gaan en sporen achterlaten, enz. enz. Yoeg nog hierbij, dat het er dikwijls vochtig is door gebreken in den bouw, door te veel boomen of door bosschen in de na- jijheid, zoodat de hnt kan worden en dik wijls wordt een kweekplaats voor rheuma< tiek. En de zindelijkheid en de wasch? Dat wasschen van vuil linnen yen familie' in water, dat bijna niet wordt ververscht, is waarlijk een misdrijf fde lèse-bygiène'. De moeilijkheid is water te krijgen, water uit gezonde patten en goede bronnen maar het meuschenleven is wel eenige offers waard. Voor alle» moet er water zijn op iet land; later kan men weelderig ingerich te scholen bouwen. tusschen het latwerk van een hik vastge raakt, dat zij niet kon lis konen. Haastig snelde biarop een varken toe om den weer- looz-.n vogel te verslinden. Op het angstig gekakel der kip viel de haan zéó woedend op het varken aan, dat het zijn buit haas tig moest laten varen. Maar iLarmade werd de zaak niet afgedaan. De krachtige haan vervolgde het varken w d een kwartier lang en takelde h-t met vleugels en snavel zoo erbarmelijk toe, dat het roofzieke dier drui pend van bloed in zijn hok moest worden gebracht. Blaren aan de voeten. Nijpende schoenen of la-irz'.n hebben so as, vooral als men veel geliop9i heeft en een lasiigen weg heeft gehad, blaren aan de voeten tengevolge. Om daar spoedig van af te wezen, wrijft men de voeten met bran dewijn in, welke met eenig kaarsvet ver mengd is. Men neemt n.!. een aangestoken kaars en laat eenig vet bij het vocht drui pen, waarna men hst met elkaar vermengd. Dit moet men dadelijk bij thuiskomst doen. Des anderen daags 's morgens zal men zoo goed als genezen zijn. Het blauwe oog van Mrs. Langtry. Drie weken geleden overleed te San Francisco de millionair mt. Abing- don, die gedurende zijn verblijf te Londen tot de vurigste bewonderaars behoorde van de naar het schijnt meer door schoonheid dan door talent uitmuntende actrice mrs Langtry. Mr Abinhdon, wiens liefdebetuigin gen niet onverhoord bleven, bracht daarvoor rijke offers aan den sportzin der artiste, die er een eigen stal met renpaarden op na houdt. Hij had echter vermoeden, dat hij niet de eenige uitverkorene der dame was en daarover ontstak hij in ijverzucht. Op zekeren avond kwam het tot een »scètie'; de twist ging in handtastelijkheden over en Je Amerikaansche Othello gaf de schoo- ne actrice een slag in het aangezicht. Een week lang moest mrs L~ngtry haar kamer honden wegens een blaauw oog. Natuur lijk was de vriendschap met den klap ge ëindigd. Mr Abingdon keerde naar San Francisco terug en leefde nog slechts voor de paardensport. Ongeveer drie weken geleden stierf de rijke min. Toen zijn testament werd geo pend, vond men daarin als eerste zinsnede: Ik vernaak aan mra Lingtry als boe te voor het blaiuwe oog, dat ik hair eens in een vlaag van jaloezie heb geslagen, een jiarlijksche lijfrente vau 750.000 frc." Mrs Langtry heeft de grootmoedigheid ge had met gratie deze boete te aanvaarden. -Men herinnert zich de uitdrukking indertijd gebezigd ter ken schetsing van de Amsterdamsche vroed schap: 12 allen, 12 mallen en 12 niemen dallen. Deze qualifleatie is in .ieder geval beter dan die welke wij dezer dagen lazen van 't bestuur eener naamlooze vennootschap: lletstillendergolven door zeepwater. Een gewichtig feit voor zeevaren den is onlangs bekend geworden. Gelijk men weet, heelt men in de laatste tijden het overoud bekende middel trachten toe te passen, olie op golven te doen vloeien ten einde ze te doen bedaren. Wetenschap pelijke onderzoekingen brachten aan 't licht dat van de verschillende oliesoorten, petro leum bijua geen uitwerking heeft, de spijs oliën slecht werken en lampolie, lijnolie en terpentijnolie goede uitwerking geven. Ook vischtraan werkt, al naar de soort, met goeden uitsl.g. Maar boven het gebruik van elke oliesoort staat eene oplossing van groene zeep in water, zells bij de sterkste verdunning (één deel zeep op 1000 deeleii water is het voordeeligst.) Nu is het ge bruik dezer zeepoplossing iets grooter dan olie, wegens zijne vermengdbaarheid met het zeewater, maar daarvoor is de uitwer king dan ook sterker en zekerder. De proef is gemakkelijk te nemen. Vroeg rijpe aardappels. Een eigenaardig en toch zeer eenvoudig middel bestsat er, om zeer vroeg nieuwe aardappelen te kunnen eten. Dit middel bestaat in bet volgende: Als men voor 't eerst naar den tuin gaat om nieuwe aardappelen te rooien, dan blijkt het dat de knol nog eenigszins week is en de schil er nog los om zit. Toch neemt men deze knollen, liefst de dikste en beware ze op eene droge plaats, om het volgende voorjaar als poters te dienen. En als men in 't voorjaar deze nieuwe soort poters bouwt, zal het weldra blijken dat ze de andere vroegrijpe aardappels een heel eind vooruit zijn. Als men in denzelfden grond op deuzelf- den tijd dezelfde soort aardappels bouwt doch waarvan de poters voor 't eene ge deelte gewone en voor 't andere deel nieu we zijn, dan zal meu ontwaren, dat de laat ste aardappels wel drie weken eerder kun nen gegeten worden. De haan bleef het varken de baas. De onderwijzer van een dorp in de na bijheid van Koningsbergen, in Pruisen, was onlangs in de gelegenheid een g<- vecht waar te nemen tusschen een va; km en een haan. Een kip was Zoj v. st „De eene heltt der leden is tot niets, de andere tot alles in staat." Op kamers: Mijnheer heeft juist de juffrouw geroepen. Mijnheer: juffrouw, die sancise en die leverworst zijn tot de helft verminderd se dert gisteren. Juffr.: Ik veezeker n, mijnheer, dat er geen menseh op uw kamers is geweest, se dert u er gisteren zat. Mijnheer (nadenkend): Heeft u ook een kat, juffrouw? Ja wel, mijnheer. O, dat zal htt dan zijn. Maar, juffrouw, wil u dan zoo goed zijn aan 't stomme dier te zeggen of hij, als hij in't vervolg nog eens iets nuttigt, zijn tanden gebruiken wil en in geen geval een mes? I n dezen tijd van 'tjaar zijn citroenen voor ons lichaam van groote waar de. Wannier men iederen morgen het sap van een halve citroen inneemt, zal men na een week reeds de goede werking daar van ondervinden. Teruggekaatst. Hij: Ik kan me niet begrijpen hoe een meisje een man kan huwen, dien zij slechts veertien dagen kent. Zij: En ik kan me niet begrijpen, hoe tan meisje een man kan huwen, dien zij langsr kent. Snhagen 17 Juni 1893. Algemeenevergadering der Onderwij- ten en Onderwijzeresten in het arrondisaement Helder op Maandag 12 Juni, in het lokaal van den heerBlauio'. De Toorzitter, de heer Buchner opende de vergade ring met te verklaren, dat hij deze taak wel met de zelfde opgewektheid als vroeger volbrengt, maar dat hij niet kan ontveinzen, dit nu met gemengde gevoe lens te doen. Drie trouwe leden toch worden in deze vergadering gemistde heeren Van Amstel van O u d e-N i e d o rp Remden van den Helder en Huis van W i e- ringen. In de kracht des levens zijn zij weggeno men en zij laten eene leegte achter, die vooral door den voorzitter zeer, zeer wordt gevoeld. Met recht kan van de afgestorvenen gezegd worden dat zij geen vijanden hadden. Wordt deze uitspraak dikwijls geen lofspraak genoemd, voor genoemde hee ren is er dit wel eene. Door den adel van hnn karak ter door hunne humaniteit en hunne hulpvaardigheid voelde ieder zich tot hen aangetrokken. Ia dankbare herinnering zullen ze dan ook blijven voortleven, daar van hield voorzitter zich overtuigd. Maar moeat voor zitter drie trouwe leden missen, andere zijn er voor in de plaats gekomen, van wie hij verwacht, dat zij met hunne beste krachten zullen medewerken tot het welslagen onzer vergaderingen, die zich altijd geken merkt hebben door den hoogst gepasten toon die bij de debatten immer heeft voorgezeten. Hen heette hij in de eerste plaats van harte welkom. Hiermede de vergadering openende, werd het woord gegeven aan den Secretaris ter lezing van de notulen welke onder dankzegging van den voorzitter aan den Secretaris voor zijn uitstekend verslag, bij daverend applaus werden goedgekeurd. Voorzitter deelde nu mede dat door de reaeering wederom 75 gulden beschik baar was gesteld tot «ankoop vau boeken voor de ar- roudesoementsbibüotheek en gaf op welke boeken in het loopende jaar waren aangekocht. Door den Secre taris weid op eene kleine vergissing van den drukker der progiamma's gewezen en een boekje ter inzage neergelegd, getiteld s ,l)e landbouw ia Nederland" door de Beste. Schagen werd wederom op voorstel des voorzitters als plaats der vergadering in 1891 aangewezen, terwijl de heer Visser bij acclamatie werd herkozen als lid van het bestaat. De bespreking van: .Welke waarde heeft het onderwijs in Handenarbeid voor de Volks school?" werd ingeleid door den heer Th Boep van Schagen, die bij de beantwoording van die vraag eerst meende 'te moeten verklaren, wat hij door handenar beid verstond. Velen toch, zeide de spreker, beschou wen de benamingen huisvlijt en handenarbeid als twee namen voor dezelfde zaak. Daardoor heeft het begrip ingang gevonden, dat men onder handenarbeid het vervaardigen van voorwerpen van algemeen huishoudelijk nut moet verstaan. Deze opvatting is misschien voor een deel te wijten aan den grondlegger van dit onderwijs in Demarken, Von aanton Klaaswiens redevoeringen en geschriften het vestigen eener bepaalde industrie in de armere streken van Duitschland tot gevolg hadden. Ook de richting, door volgers van den heer Ham, die in 1881 kinderarbeid in Nederland invoerde, aan dit onderwijs gegeven, droeg tot het vestigen der boven genoemde meeuing veel bij. Handenarbeid is geen voor- bereiding van het eene of andere ambacht. De ontwik- keling der verstandelijke en ïedelijke eigenschappen van den leerling door handenarbeid verhoogen, ziedaar het doel van dit vak. Naast het theoretisch onderwijs in de school ook een practisch onderwijs te stellen is zeer wenschelijk, meende spreker. En nu de waarde van handenarbeid? Spreker ging in het breede na, welke groote voordeelen er door het geven van han denarbeid op de lagere school behaald kunnen worden. Het waarnemingsvermogen wordt bij handenarbeid op gewekt Door de stoffelijke aanschouwing worden be grippen aangebracht, die later tot oordeelen en besluiten znllen leiden het onderscheiden van kleuren, het lee- ren kennen van lichamen, het nauwgezet handelen, het streven voor orde, spsarzaamheid, tevredenheid, enz al die deugden en voordeelen worden ten sterkste aangekweekt door handarbeid. Het schoonheidsgevoel wordt in hooge mate opge wekt en dat is vooral op het platteland van veel belang. Handenarbeid geeft gelegenheid tot zien, denr ken en spreken en wat misschien van nog hooger waarde is tot zelf doen, het is een machtige facto- tot ontwikkeling der zinnen. Het ontwikkelt de ver- mogens, die in de hand schuilen en kwoekt orde, net heid en accuratesse. Het moedigt de lust tot zelfwerk zaamheid aan en is daarom een voorbereiding voor het leven voor den een eene aangename en gewenschte afleiding voor den ander. In 1882, vervolgt spreker, na eene aanhaling uit het rapport der maatschappij tot Nut van 't Algemeen te hebben voorgelezen, in 1882 werd het onderwijs in handenarbeid als opvoedingsmiddel op alle kweek- en volksscholen in Frankrijk ingevoerd. Ook in Engeland, Rusland, Zwitserland, Spanje cn Italië worden sterke stroomingen tot de invoering van handenarbeid op de volksscholen waargenomen. Met te verwijzen naar een paar geschriften, die belangstellenden geheel op de hoogte van het vak kunnen brengen, eindigde de heer Roep zijne belangrijke rede. Een luid applaus getuigde van de ingenomenheid der vergadering met het gesprokene. Van de gelegenheid tot debat werd een zeer rnim gebruik gemaakt. De heer Wijker wenschte evenmin als de heer Greidanus een nieuw leervak op de leer. roosters der openbare scholen te zien staan. Er zijn al genoeg vakken meende de heer Greidanus. Op zijne vraag of de meisjea ook aan het handwerk- onderwijs moesten deelnemen, antwoorde de heer Roep dat voorloopig de jongens handenarbeid zonden kunnen leeren inden tijd waarin de meisjes onderwijs in de nuttige handwerken ontvangen. De heer Meijer Drees wenschte handenarbeid dood te zwijgen. Hoe meer er over gesproken wordt, hoe eerder het als kieuw leervak zou worden ingevoerd. En er zijn reeds genoeg vakken. Welk een reorganisatie zou er in ons oDderwijs moeten plaats grijpen bij de invoering van een vak als handenarbeid. Wat zon het veel geld kosten I De heeren Gazan en Bakker zouden handenarbeid juiat gaarne zien ingevoerd als nieuw leervak. Zij achtten de bezwaren niet zoo onoverkomelijk groot en wenschten het leeren van sommige andere minder beteckenende zaken dan maar achterwege te laten. Ook de heeren Van Heerikhuizen en Stad spraken in dien geest, de eerste er vooral op wijzende, hoe weinig er tegenwoordig in de school aan de ontwikkeling van de hand wordt gedaan, en hoe gewenscht handenarbeid in anderen vakken, als rekenen b. v. ingrijpt. De haer Bergman verklaarde zich tegen invoering. Er is nog zooveel nuttigs te leeren, behalve handen arbeid, dat hij vreesde, over eenigen tijd er weer wat nieuws, dansen b. v. bij te zullen zien komen. Ook de heer Kloeke mengde zich in het debat. Hjj had den inleider hooren zeggen, dat handenarbeid uithuizigheid zon bestrijden. Nn, op de straten leeren de jongens veel verkeerds. Als er nu in de groote steden lokalen werden geopend, waar na den schooltijd gelegenheid was, zich te oefenen in handenarbeid, dan meende de heer Kloeke, zou veel kwaads voorkomen worden. Op de scholen zelf handenarbeid invoeren, daar zon spreker tegen zijn. De vakken, die worden onderwezen, kunnen niet gemist worden; wel kunnen de onderwijzer in vele dingen practischer worden. Hij wenschte eene motie voor te stellen, opdat men zou weten, wat d e meerderheid in de vergadering over het al of niet invoeren van handenarbeid als leervak op de lagere school zon wenschen. Nadat eenige heeren hunne bezwaren tegen de motie hadden geuit, de heer Van Heerikhuizen had voorge steld de stemming over de motie een jaar uit te stellen en nadat voorstanders der motie, vooral de heer Klerk, hunnne gevoelens hadden medegedeeld, werd met 57 tegen 32 stemmen de motie Kloake aangenomen, welke als volgt luidt De vergadering, gehoord de inleiding en de debatten is van oordeel, dat onderwijs in den handenarbeid nuttig is, maar handenarbeid niet onder de leervakken voor de lagere school kan worden opgenomen, omdat er eer behoefte aan inkrimping dan aan uitbreiding van leervakken is." In zijn woord van dank aan den inleider van het vraagstuk en aan de heeren, die aan het debat haddea deelgenomen, wees de voorzitter er op toe, uit die debatten weer is gebleken, hoe belangrijk tegenwoordig het vraagstuk is. Er wordt zelfs bij de hooge regeering over gedacht handenarbeid als oproedings middel op de rijksopvoedingsgestichten in te voeren. Hierop gaf de heer Biichner het woord aan den heer A.Blad van Ha re nka rsp el, om in te leldenhet volgende pnnt: „belasting naar draagkracht", een beginsel ook toe te passen op de lagere school. Spreker begon met te verklaren, dat zijn onderwerp een wel wat zonderlingen titel draagt. De voorzitter had de bedoeling ervan dan ook eenigszins verduidelijkt door de toevoeging: een beginsel, ook toe passen op de lagere school." Reeds meermalen, vervolgde spreker, als er sprake van was, een nieuw leervak op de lagere school ia te voeren, is bij mij de gedachte opgerezen: 't Is of de lagere school een pakjesd ragende ezel i», waar men alles maar op laadt." En waarlijk, zij heeft er wel eenige overeenkomst mee; ik wil daar om die beide eens met elkander vergelijken. In zeker land had iemand van den staat het nitsluitend recht verkregen, om pakken en pakjes te vervoeren en deed zijn best om den dienst zoo volmaakt mogelijk te regelen. Hij kocht een groot aantal ezels, die hij in verschillende plaatsen des lands stationneerde en stelde een even groot aantal ezeldrijvers aan. In 't belang der lastdieren bepaalde hij 't aantal pakjes, dat elk mocht worden opgelegd, en 't gewicht, dat deze pakjes samen mochten hebben. Alle ezels kregen een gelijke vracht te dragen; alle kregen een nagenoeg even langen weg af te leggen en moesten dat dan ook in een bepaalden, voor allen ongeveer gelijken tijd, doen. De ondernemer meende dat, doch hij had enkele omstandigheden uit het oog verloren: le niet alle ezels waren even sterk 2e de wegen, hoewel alle even lang, waren niet alle even goed begaanbaar; 3e de ondernemer beging de fout, de sterkste lastdieren te gebruiken in de meest bevolkte streken, waar in deu regel ook de best onderhonden wegen waren." Het zon ons te ver voeren, de geestige vergelijkingen die spreker naar aanleiding van een der drie opge noemde punten maakte tusschen de pakjesdragende ezels en de lagere scholen, neer te schrijven. Ook het veidere gedeelte zijner rede, die wij zoo gaarne in haar geheel zouden willen plaatsen als de ruimte het toeliet, viel zeer in den smaak van het aandachtig luisterend auditorium en toen spreker zijne inleiding had geëindigd en de voorzitter hem voor zjjne boeiende rede dankzegde, gaven de vergaderden door een daverend handgeklap hunne instemming met des voorzitters woorden te kennen. Na de pauze trad Z'.r eerste spreker op de heei Ij. van der Ploej: ter inleiding van pont 7b: „de noodzakelijkheid vaa kliiue scholen". .Spreker begoa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2