Nitiij- ll Zondag 2 Juli 1893. 37ste Jaargang Mo. 2739. L MARKTBERICHT Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden A DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: 8CHAÖÜS, Laan, I), 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post fA3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel me er 5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Aan belangstel lenden maken wij bekend, dat wij, daartoe uit- genoodigd, voortaan aan alle Abonnés, door wie dit ver langd wordt, g r a t i s, des Donderdags, bet per e x t r a n u m m e r zullen doen toekomen. de Red. Gemeente S c h a g e n. ii e k e n d in a kI u gr e n. roode koralen armband met gou den slot. NATIONALE MILITIE. Betaling Schoolgelden. JACHT. Binnenlandsch Nieuws. In declassicale vergadering De politieke koopman op de markt te Beverwijk. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden in lichtingen verzocht omtrent een op 25 Juni 1893 verloren Ter Secretarie dezer gemeente worden in lichtingen verzocht omtrent een op 29 Jnni 1893 verloren gouden Manchetknoop. ■■■■caMBaaHUDna Do Burgemeester van Schaged, daartoe de noodige aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter algemeene kennis, dat tegen den llen Augustus a.s. tot den werkelijken dienst wordt opgeroepen: de verlofganger der lichting 1890 Willem Yisser, behooren- de tot het 7e regiment Infanterie, welke ver lofganger op genoemden datum bij zijn korps te Amsterdam present zal moeten zijn vóór des namiddags 4 are. Schagen, 27 Juni 1893. De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. Betrokkouen worden herinnerd dat de maan' delijks verschuldigde schoolgelden vóór den 5en van elke maand ten kantore van den gemeenteontvanger moeten worden vcldaan, bij gebreke waarvan men zich bloot stelt aan vervolging. Schagen, den 30 Juni 1893. Burgemeester en Wethouders: C. H. BEELS, de Secretaris, DENIJS. FEUILLETON. Roman van Curt Hoffmeister. (Yertalingsrecht verzekerd.) YI „Was de eigenares dezer oorringen zelve bij u vroeg Wolfgang den pandhnishouder. „Zij heeft in eigen persoon mij dit din getje gebracht," bevestigde deze, „het was do eerste maal, dat ik haar zag. Haar broeder ken ik reeds langdie heeft het eene huisraad na het andere aan mij ver kocht." Wolfgang was besloten, het sieraad te koopen, den lichtzinnigen jongen man op te zoeken en te zien, of hij door diens tusschen- homst niet iets voor zijn zuster zou kunnen doen. „Ik ben niet ongenegen, mijnheer Nathan- son, met u zaken te doen," zeide hij, „doch ik stel tot voorwaarde, dat gij mij naam en woonplaats van den jongen man noemt. Ik zou wel eeu paar woorden met dezen over zijne omstandigheden willen spreken." „Heden morgen zeide ik reeds tot mij- zelven, toen mijnheer de baron mij de groote eer bewees, Mozes Nathanson, zeide ik tot mijzelven gij hebt gevonden dan engel, die het arme schoone meisje uit haren nood zal redden. Waarom zou ik mijnheer den baron niet zeggen, hoe zij beet en waar zij woont met baren broeder, dien lichtzinnigen knaap Schrijf het adres voor mij op, mijnbeer Nathansou," antwoordde Wolfgang, terwijl hij schrijfgereedschap voorzette, „en noem mij den prijs der oorringen. De koopman noemde den prijs, waarbij bij den baron met een onderzoekenden, bereke nenden blik uit zijne kleine, schitterende oo- gen aanzag, To.o deze opstond, om naar z jn cassette te gaan, schreef Nathanson het adres met veel omslag. Wolfgang betaalde hom do gevraagde som uit. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis het navolgende: Do Com ssaris der koningin in Noord- Holland, gezien hot besluit van gedeputeer de Staten dier provincie van 14 dezer no. 63 Gelet op artikel 11 der wet van 13 Juni 1857, Staatsblad no 87 Brengt ter kennis van belanghebbenden dat de jacht op waterwild in dit gewest zal worden geopend in den kring begrepen bin nen den Westfrieschen omringdijk, in de gemeente Petten, in de gemeente C a 1- 1 a n t s o o g, alsmede in hst gedeelte van don polder bet Koegras, gelegen onder de gemeente Helder, op Zaterdag 15 Juli 1893 mat zonsopgangop het eiland Texel, met nitzondering van den polder E ij e r- land, op Vrijdag 1 September 1893 met zonsopgangen in do overige deelen der provincie, dus ook in den polder E ij e r 1 a n d op Texel, op Dinsdag 1 Augustus 1893 met zonsopgang. En zal dit besluit in het provinciaal Blad worden geplaatst en in elke gemeente van Noor d-H o 11 a n d w orden aangeplakt. Haarlem, den 2lsten Juni 1893. Ds Commissaris der Koningin voornoemd, (get.) SCHORER. Do Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. Dank z ij de welwillendheid van zoovelen is j. 1. Woensdag aan 148 schoolkinderen van BARSINGERHORN een aangenaam feestje bereid ter belooning voor getrouw school bezoek. Iu 28 rijtuigen werd een tocht gemaakt over Dirksborn en Warmenhuizen naar Schoorl en vandaar weder terug over Bur- gerbrug, Sint Maartensbrug en Schagen. Als altijd had het bezoek aan 't duin voor de kleineD wel de grootste wa-.rde, ofschoon ook de verpozing in de lokalen van Klos te Dirksborn en Zwarthof te Sint Maartensbrug ben zeer welkom was. Bijna alle kinderen ontvingen na hunne terugkomst in de school nog een prijs bo vendien, zoodat er 's avonds vreugde was over den weg en vergenoegdheid in huis bij meeuig gezin. De heer S. Spaans Dz., g y m n a- siast te AMSTERDAM, heeft woensdag 1.1. met gunstig gevolg zijn eind-txamen af gelegd'. De prijs der bloemkool steeg 28 Juni te BOVENfKARSPEL (Sta tion) f 15 en f 15.15 per 100 stuks, een gevolg van den aankoop voor Belgische re kening. De qualiteit is uitmuntend, maar de bloem nog klein. Uit de voordracht van het drietal damesNo. 1 C. M. Adelink te Wormerveer, 2 E. A. Broekman te Am sterdam en 3 J. M. Smit te Enkhuizen, is Woensdag door uen Raad .der gemeente OUDCARSPEL tot onderwijzeresse aan de school voor G. L. O., bij meerderheid van stemmen benoemd, Mej C. M. Adelink. Bedanktvoorhetberoepbij de Ned. Herv. Gemeente te DOKKUM Ds. H. van der Hoeven predikant te Noord schermer. Gedurende de maand Juni hadden op het hulppostkjDtoor te WAR MENHUIZEN, in zake de Rijkspostspaar bank plaats: 21 inlagen tot een bedrag van f 148.75; 4 terugbetalingen tot een be drag van f 401.36. De reder ij kerskamer B il- derdjk te ALKMAAR zal haar 25-jarig bestaan vieren met het houden van eenen tooueelwedstrijd,, waaraan hoogsteus 5 ka mers zullen kunnen deelnemen. De prij zen zijn eene gouden medaille met f 200, eene verguld zilveren medaille met f 100 en eene zilveren medaille met f 25. Aan melding vóór 7 Augustus. Opgevoerd moeten worden een tooneelspel of een treurspel nnar keuze, benevens een blij spel buiten mededingiug, alles in de Ne- derlandsehe taal. te ALKMAAR gehouden, zijn de volgende benoemingen gedaan: tot lid van het pro vinciaal kerkbestuur van Noordholland: ds. A. W. van Kluyve, Schagen; tot secundus, na het bedanken van ds. Calkoen, ds. J. E. L. Boonacker, Oterieek; tot assessor van het classicaal bestuur, in plaats van ds. A. C. H. Calkoen, Nieuwe Niedorp, die als zoodanig heeft bedankt, ds. A. G. Pareau, Auna Paulowna; tot secundus ds. P. Jen- tink, Rijp; tot quaestor ds. G. E. Bron, Helder; tot secundus H. van der Hoeven, Noord-Schermer; tot leden ds. J. F. L. Boonacker, Oterieek, ds. A. J. Adriani, Warmenhuizen en P. Iramink, Bergen; tot secundi; ds. W. Beekhuis, Helder; ds. J. H. Mühring, Valkoog; tot secundus van ds. J. D. 0. Koch, Zuid-Zijpe, ds. Kniphuizeu, Oudorp; 'tot secundus van den heer Jb. Blom, ouderling, de heer W. Warriuk, ouderling, Rijp, Aan de gewone jaarlijk- sche zomerkeuring van hengsten en mer ries, van wege het Ned. Paardenstam boek, afd. Noordholland, te BEVEBWIJK gehouden, namen 38 paarden deel, waarvan 18 nog niet iu het Stamboek waren opge „God vergeldo het mijnheer den baron dui zend maal!" zeide Nathanson dankbaar alsof hem eeu weldaad bewezen word en streek glimlachend het gdd op. Hij maakte zich gereed, heen te gaan. „Wanneer mijnheer de baron nog iets be geert", zeide hij op vragendon toon „Jon ge voorname heeren zijn dikwijls liefhebbers van oudhedon, daar heb ik bijvoorbeeld," be gon bij op de vingers te tellen, „een echte damascenerkling, die nog dateert uit don tijd van Timur, een oud-grieksche vaas vau het eiland Melos „Goed, goed, mijnheer Nathanson," viel de baron hem lachend in de rede, „zal eensklaps de geest der antieken over mij vaardig worden, dan kom ik u eenige citaten uit uw catologus verzoeken. Voor het oogenblik houd ik mij te veel bezig met het tegenwoordige." Nog eenmaal maakte Mozes een diepe buiging. Daarna was hij verdwenen Wolfgang strekte de hand uit, naar het door Nathanson beschreven briefje. Straat en huisnummer in een voorstad naron daarop aangegeven. De naam van broeder en zuster luidde Rettberg. Den volgenden morgen be gaf de baron zich naar het aangeduidde huis, in de ver algelegen voorstad. Het trapvenster zag uit op een zoogenaamd binnenplaatsje. Op do trap stoeiden een paar haveloos gekleedo kinderen, op een der gan- g-n van het huis waren twee buurvrouwen met elkaar geducht aan het kijven. Op de vierde verdieping stiet de baron op een vrouw, die naar het getwist beneden haar scheen te luisteren. Op zijn vraag, óf mijnheer Rettberg bier wooDde, bracht zij hem Daar een der op den gang uitkomende deuren. Op haar kloppen volgde geen ant woord. De deur was evenwel niet gesloten en WolfgaDg werd door de vrouw in de ka mer gelaten. Niemand bevond er zich in. „Mijnheer Itettberg zal uitgegaan zijn", zeide ue vrouw waarschijnlijk de portier ster „maar de juffrouw zij ging naar de deur en klopte. „Mejuffrouw Rettberg," riep zij uit, „et is iemand voor u." Met een beleefd knikje tegen den voor namen bezoeker, verwijderde de vrouw zich en liet dezen alleen. De kamer was behoeftig gemeubileerd, maar overal heerschte de grootst mogelijke zindelijkheid, en het ontbrak ook niet aan allerlei kleine sieraden, gelijk eeu bekwame vrouwehand ze aanbrengt, om zelfs het eenvou digste woonvertrek te versieren. Op eon tafel, bij het venster, stond een schilderkast; daarnaast lagen eenige halfvol tooide, zeer goed geteekende landschappen. Nu werd er eene andere deur geopend en uit een zijkamer trad een jonge dame binnen, wier uiterlijk volkomen beantwoordde aan de vleiende beschildering van Nathansou. Het blonde haar, hetwelk in zware lokken om haar hals golfde, straalde in bet zon licht als zuiver goud. Uit het fijn besneden gelaat schitterdenonder donkere wenkbrauwen twee zachte, hemelsblauwe oogen, wier zwarte zijden wimpers aan den blik iets smeltends gaven, Over het edele, bleeke gelaat, ag een waas van kommer. Hare slanke gestalte was inderdaad eene schoone verschijning. Zij boog zich voor Wolfgang en vroeg met een angstigen blik „Gij wenscht mijn broeder te spreken Ik geloof, dat bij spoedig komen zal. Wilt gij niet plaats uemen Met deze woorden wees zij naar een stoel. „Mischien is bet beier, dat ik later terug kom," zeide de baron; „ik vrees dut ik u stoor." Hot jonge meisje keek met besluiteloos, verlegen ge'aat hem aao. „In der daad, mijnheer," antwoordde zij na een korte pauze, „ik weet nietik zou u gaarne zeggen Wel is waar, zal mijn broeder boos worden, wanneer ik u zeg, wat ik deuk, maar toch WolfgaDg was over deze geheimzinnige woorden niet weinig verbaasd. „Mejuffrouw, ik verzoek u er om, spreek openhartig," zeide bij aanmoedigend. „Goed dan, mijnheer?" begon zij ernstig, „ik wilde u zeggen, dat ik er de voorkeur aaD zou geven, wanneer gij eerst op mijn broeder wacht." nomen en eerst aan keuring werden onder worpen, alvorens ingeschreven te kunnen worden. 7 Stuks werden voor die inschrij ving afgewezen. Toegelaten werden: „Wit voet", 7 jarige zwarte merrie, van J. Kos ter Jr., te Beeinster; „Stephanes", 3 jarige zwarte hengst, van H. Haas, te Beemster; ^Madame", 4 jarige bruine merrie, van A. Troost, te IJpolder; „Nim", öjarige brui ne merrie, van B. Biesheuvel, te IJpolder; „Olga", 8jarige donkerbruine merrie, van K. del Court, teYelsen; „Marie", 12jarige donkerbruine merrie, van v. Kleef, te Lim- men; „Miet", 9jarige donkerbruine merrie, van Schram, te Buiksloot; //Jonge Mie", 6 jarige donkerbruine merrie, van W. Wou denberg, tc IJpolder; „Trui*, 9 jarige don kerbruine merrie, van P. Barendregt, te Wijkermeer; „Marie", 3 jarige zwart bruine merrie, vau H. J. van Gulpen, Spaarndam- merpolder; „Cbristien", 3 jarige stekelhari ge bles, van denzelfde. Yoor merries met venlen boven 6 jaren werden premies van f60 toegekend aan H. Schoo, te Yelsen en J. Koster te Beemster. Voor 1 jarige hengsten f 100 aan W. van Woudenberg, te IJpolder, met „De jouge Prins" eu J. Schoen, te Houtrakpol- der. Yoor 5- en 6-jarige merries f100 aan A. Troost, te IJpolder, met „Cato* en W. van Woudenberg met „Jonge Mie.* Yoor 3 en4jarige merries f 50 aan C. Prins, te Spaarndammerpoldcr, met „Mietje* en P. Bareudiegt, te Wijkermeer, met „de Roos." De keuiiogscommissie bestond uit YlS- heeren: D. Schoen, Purmerend, C. Oudijk, Waddingsveen, J. M. Billroth, Hoorn en W. Teengs, Wieringerwaard. Vanwege het Rijk was aan deze commissie, toegevoegd de eerste luitenant de Mandt. Koopt Burg'renschaar, Koopt mij ne waar; 'k Heb heden twee artikels maar; De eerste keer Had ik er meer; Kies uit betgeen ik presenteer: Borret en Martinet; Beiden zeer net. Ge zoekt naar kleur Zoo ik bespeur; Voor weken had ik kust en keur. 'k Heb rood noch groen, Wil het dus doen Met blauw en zwart, 't kleedt met fatsoen „Het schijnt mij toch toe, mejuffrouw, Rettberg," merkte de baron lachend op, „dat gij met betrekking tot m jn porsoon in eene dwaling verkeert." „Zjt gij dau niet mijnheer van Quinna?" vroeg de dame. „O neen mijn naam is Van Staren." „Mijnbeer do baron van Sturen!" riep zij levendig uit, en de bedeesde ernst van haar wezen veranderde in blijde verrassing. „O, dan zijt gij de heer, die mijnheer Nathanson de oorringen afkocht." Zj bloosde terwijl zij dit zeide. „Het is zoo," zeide de baron. „Door mijnbeer Nathanson vernam ik ook uw en uw broeders lot, waardoor het verklaarbaar wordt, dat gij u van dat familie-aandenken ontdeedt." „Maar mijnheer Nathanson had dat niet mogen zeggen," antwoordde zij, de schoone oogaa ter neder slaande. „Hjj antwoordde alleen op mijns vragen. Ik kwam hierheen niot met het voornemen, mij in uw vertrouwen in te dringen, doch alleen, om met uw broeder te spreken en te zien, of ik iets voor hem doen kan. „Maar na, dat ik bier ben, zou het mij toch interesseeren, te vernemen, wie dia mijnheer von Qninna is, voor wien gij mij in den beginne hield. Ik hoop, dat ik door deze nieuwsgierige vraag niet tc ver ga „Volstrekt niet, mijnheer de baron," ant woordde zij, nogmaals blozende, „wanneer gij wist, wat gij gelaan hebt, toon gij die oorringen kocht, dan zoudt gij ge voelen, dat gij bet recht tot die vraag bezit. Ik ken mijnheer von Quinna niet, maar ik weet, dat bij en zijne vrienden medeplichtig zijn aan Edmuud's lichtzinnig leven. Omge- I ven door zulke noodlottige invloeden, is Edmund, helaas, ik moet het bekennen 1 dieper en dieper gezonken. Ik ben door hem bijna straatarm geworden en met die bril- iauten oorringen heb ik mijn laatste hulp middel opgeofferd." „Ik beb de oorringen bij mij," zeide de baron, die met belangstelling geluisterd had. „Gij kunt dus wel begrijpen, mejuffrouw Rettberg, dat het bjj den koop daarvan, niet j mijn plan was, ze te bezitten, doch alleen Borret en Martinet, Beiden zeer net. 'k Heb zwart mijn vrind, Met blauwe tint, En blauw, zooals je nergens vindt. Wat hoor ik daar Dezelfde waar Maar zwart is toch geen blauw, dat 's klaar: Borret en Martinet Beiden zeer net. De qualiteit Mijn beste meid, 'tis extra waar van onzen tijd. Van waar ik kom? Ik reis alom, 'k Verkocht voorheen in 't Hertogdom; Borret en Martinet, Beiden zeer net. Dit blauw is vast, Dus opgepast, In 't dragen hebt ge nimmer last; Doch ook dit zwart Baart u geen smart. Het is in 't zwart een klonr&part. Borret en Martinet Beiden zeer net. Koop dan mijn waar, Gij Burg'renschaar; 'k Heb heden twee artikels maar; Voor Liberaal Eu Clericaal Heb ik een extra modestaai: Borret en Martinet Beiden "zeer B- Een man te HUIZEN was drie weken getrouwd, toen hij op het kantoor tan den ambtenaar van den burgerlijken stand aanklopte en trouwerie me kon gaf de echtgenoot den ambtenaar op, geitje bi de kop te duivelke, jong! wat ik oi De man keek raar op aan 't verstand bracht, dat men daar wel aan elkaar bindt, doch niet losstrengell! Op de veemarkt te Leeu- warden zijn in de buizen der waterleiding standpijpen aangebracht, en wordt daar op de marktdagen aan de marktbezoekers eu aan de aanwezige runderen van gemeente wege kosteloos drinkwater verstrekt. Tijdens de raad der ge meente KAMPEN, eergisteren zijne gewo ne zitting had, werd het raadslid de heer G. H. Dwars, terwijl hij het woord voerde zei„of meneer de outvegen.* Als reden vau drie weken aan dat hij dacht „'n en- hebben, maar 't is 'n zeg." toen men hem om eenige hulp te verstrekken. Ik kan mij zeer goed voorstellen, dat gij slechts noode van dit sieraad scheiddet, en ik verzoek u daarom, het weder terug te nemen." Hij baalde het verzegelde etui uit zijn bostzak te voorschijn en bood dit het jonge meisje aan. Zj trad beslist achteruit, doch ook niet zonder een blik van blijdschap. „Ea, mijnheer de baron," antwoordde zij. „ik kan het sieraad niet terug nemen tenminste vau van „Van een vreemd, wilt gij zeggen," vol tooide Wolfgang don zin. „Maar ik ben er van overtuigd, dat deze hinderpaal zal weg vallen, wanneer gij mij verder leert kennen—" „O, dan zon ik misschien anders gevoelen," antwoordde do dame. „Ach, men ontmoet in het leven zoo zelden een deelnemend hart 1* „Nu, bewijs mij, dat gij zulk een deelno- mend hart niet van u wjst, mejuffrouw Rett berg, eu neem dit sierraad terug. Ik kan er uists mede beginnen en mis het geld niet, hetwelk ik er voor uitgegeven heb. Wat mg bierheen bracht, was de begeerte, uw broe- nur van nat te zjn; moge mijg eerste bezoek evenwel zijn doel gemist hebben of niet, in elk geval verzoek ik u, m j tenminste als uw vriend te willen beschouwen, mejuffrouw Rettberg." „Als zoodanig hebt gij in der daad gehan deld, mijnheer de baron!" antwoordde zij, terwijl haar de tranen in de oogen traden. „Nu goed," zeida Wolfgang,en daarom geeft gij mg het bewijs, dat gij mj als vriend be schouwt, door deze oorringen te. ug te nemen; ik weet er niets made te begionen." Nog voor hij uitgesproken had, naderden op den ging voetstappen van eeu man. „Mjja broeder Edmund!" zeide het jonge meisje torwijl zij luisterde, en Wolfgang maak te van dit oogenblik gebruik, haar hat etui iu de hand te drukken. Iu het volgende oogenblik werd de deur geopend en ten zeer felterig gekleed heer van ruim derlig jaar, op den voet gevolgd door een ander, trad binnen. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1