Donderdag 6 Juli 1893.
MARKTBERICHT
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEA, liaan, 19, 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f£3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel ir eer 5
Groote letters worden naar piaatsruimte berekend.
Aan belangstel
lenden maken wij
bekend, dat wij, daartoe uit-
genoodigd, voortaan aan alle
Abonnés, door wie dit ver
langd wordt, gratis, des
Donderdags, bet
per extranu m m e r zullen
doen toekomen.
de Red.
Gemeente S c h a g e n.
Bekendmakingen.
Betaling Schoolgelden.
JACHT,
FEUILLETON.
Vergadering van den Raad der
gemeente S c h a g e n, op VRIJDAG 7
JULI 1893, des voormiddagsten 10ure.
Punten van behandeling:
Ingekomen Stukken.
Adres Hoofd der School, om ont
slag als zoodanig, wegens benoeming
te Haarlem.
Reclames Hoofdelijken Omslag.
Binnenlandsch Nieuws.
AliBim N i e n w s-
ovbiü Jdai^aiiu are UJ mi
AMtii- k LuMlil
Betrokkenen worden herinnerd dat de maan'
delijks verschuldigde schoolgelden vóór
den 5en van elke maand ten kantore
van den gemeenteontvanger moeten worden
vddaaD, bij gebreke waarvan men zich bloot
stelt aan vervolging.
Schagen, den 30 Juni 1893.
Burgemeester en Wethifoders:
C. H. BEELS,
de Secretaris,
DENIJS.
1893 met zonsopgangop het eiland Texel,
met nitzonderiog van den polder E ij e r-
1 a o d, op Vrijdag 1 September 1893 met
zonsopgangen in de overige deelen der
provincie, dus ook in den polder E ij e r 1 a n d
op Texel, op Dinsdag t Augustus 1893
met zonsopgang.
En zal dit besluit in bet provinciaal Blad
worden geplaatst en in elke gemeente van
Noor d-H o 11 a n d worden aangeplakt.
Haarlem, den 21sten Juni 1893.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) SCHORER.
De Burgemeester voornoemd,
O. H. BEKLS.
De Burgemeester van Schagen brengt ter
algemeene kennis het navolgende:
De Comissaris der koningin in Noord-
Holland, gezien het besluit van gedeputeer
de Staten dier provincie van 14 dezer no. 63
Gelet op artikel 11 der wet van 13 Jani
1857, Staatsblad no. 87
Brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de jaebt op waterwild in dit gewest zal
worden geopend in den kring begrepen bin
nen den Westfrieschen omringd ijk, in de
gemeente Petten, in de gemeente C a 1-
1 a n t s o o g, alsmede in het gedeelte van
den polder bet Koegras, gelegen onder
de gemeente Helder, op Zaterdag 15 Juli
l
b
cha.
liefh
was
get"'
d
I
h
ti
m
P<
ec
ket
da i
Roman van Curt Hoffmeister.
(Vertalingsrecht verzekerd.)
7 VI
„Gij woont vervloekt hoog, Rettberg,'
zelde met door den neus klinkende stem de
heer die met Rettberg was binnengetreden,
„de duivel hale dat trappenloopen. Boe! Boe!"
Evenals iemand, die de woning binnen
treedt van menscben, die tot een onderge
schikte klasse in de maatschappij behooren,
bleef bij, den boed op bet hoofd houdende,
een paar oogenblikken in de open deur
staan, en gaf zich den tijd, eens uit te
blazen, zonder zich te bekommeren om de
personen, die zich in het vortrek bevonden.
Eindelijk trad bij binnen.
„Zeker ééht beb ik het genoegen
voor mij te zien, mejuffrouw Rettberg,
ceb de zuster van mijn vriend
zeide hij, zich tot het jonge meisje wendendo
en eene onverschillige houding aannemende.
Hij sloeg geen acht op den baron, hoofdza
kelijk wel, omdat zijn oog nog verblind was
door het heldere zonlicht in de kamer, nadat
hij van uit den donkeren gang was binnen
gekomen.
„Mijn naam is von Quinna," ging hij,
zich tot mejuffrouw Rettberg wendende,
voort.Tegelijk zette hij zijn lorgnet op enslaak-
te een luid „Ah van aangename verrassing,
daar hem nu eerst de oogen open gingen
voor de schoone verschijning van bet jonge
meisje. Het meisje naderde baron von Stu
ren, als zocht zij bij hem bescherming tegen
de beleedigend onbescheiden blikken van
den voornamen gek. Nu eerst scheen deze
de tegenwoordigheid van Wolfgang op te
merken. Hij mat den hem onbekenden jon
gen baron van het hoofd tot de voeten, en
hoe langer hij hem aanstaarde, des te sterker
fronste hij het voorhoofd.
„He Rettbergl Wat moet d»t bettekenen?"
jriep hij zijn vriend toe, terwijl hij op den
baron wees.
Edmond was langzaam naderbijgetreden.
Had mijnheer von Quinna zooeven een ver
moeienis voorgewend, om te toonen, boe
weinig hij gewoon was, bezoeken af te leg
gen in zulke hoog gelegen woningen, zoo
scheen Rettberg, voor wien Let klimmen
naar de vierde verdieping toch wel eeu ge
woonte was, toch ioderdaad daarvan ver
moeid. Zijn gezicht was bleek, zijn borst
hijgde, hij hgde de band er teg*n alsof hij
Zaterdag I Juli 1.1. hield de Raad der
gemeente WIERINGERWAARD tene bui
tengewone vergadering.
Alle leden waren tegenwoordig.
Nadat de notulen der vorige vergaderiug
waren gelezen en goedgekeurd, deelde Voorz.
mede, dat B. en W. in een volgende zit
ting verslag hoopten te kunnen uitbrengen
inzako de instelling van een bezoldigde
brandweer, alsmede van de invoering van
het tonnenstelsel.
Ingekomen was een verzoek van den
heer J. Bakker 3z. om ontslag uit zijne
betrekking van gemeente—ontvanger.
Ingevolge voorstel B. en W. werd be
sloten dat ontslag te verleenen en te be
schouwen als op 1 Juli te zijn ingegaan;
terwijl aan B. en W. wordt opgedragen in
den dienst te voorzien, totdat een opvolger
is benoemd.
Ter fine van reclames op den hoofde
lijken, Omslag ging de raad in comité.
De vergadering heropend zijnde, werd
gelezen bet proces-verbaal der op 29 Juni
er pijn gevoelde. Iutusschen was hij een
weinig hersteld. Toen hij nu, door Quinna's
vraag er opmerkzaam op was gemaakt, den
vreemden bezooker nader opnam, deinsde
hij eensklaps een schrede achteruit.
„Vervloekt 1" prevelde hij.
Niet minder groot, al was ze dan ook
van geheel anderen aard, was de verbazing
van Wolfgang, want hij herkende in den
broeder van het jonge meisje den gewezen
assessor von Malten. Doch uit kieschheid
tegenover Rettbergs beklagenswaardige zus
ter liet bij niets van de herkenniug merken.
„Mijnheer Rettberg," zeide hij tot dezen
op minzamen toon, „ik kwam bierheen, om
met u eenigo woorden te spreken over uwe
zakendaar ik evenwel zie, dat gij door
een ander reeds in beslag genomen zijt, zoo,
wil ik een gunstiger gelegenheid kiezen."
„En wie ééh, wie zijt g|j dan
mijnheer?" mengde zich nu mijnheer von
Quinua in het gesprek, terwijl hij vlak voor
Wolfgang ging staan.
„Ik zou niet weten," gaf deze minachtend
ten antwoord, „waarom ik uwe vraag zou
beantwoorden; ik ken u niet eu gevoel vol
strekt geen begeerte naar eene kennismaking
met u."
„Mijn naam is von Quinna, mijnheer,"
riep de ander uit.
„Ik beb geen zaken met mijobeer von
Quinna," antwoordde de baron, „maar alleen
met mijnheer Rettberg."
„Maar ik ben de vriend van mijnheer
Rettberg," zeide Quinna bits.
„Het doet mij inderdaad leed, zulks te
hooren," antwoordde de baron kalm, „want
na sl hetgeen ik zie, schijnt die vriendschap
mij voor bem volstrekt niet gunstig toe."
„Mijnheer I* riep de ander woedend nit,
„nu sta ik er op, dat gij mij uw naam
kaartje geeft. Ik moet voldoening hebben,
mijnheer ééh ik moet voldoening
hebben
Bet jonge meisje wilde zich tusschen de
twistenden plaatsen.
„Wees onbevreesd, mijn wacrde juffrouw,
zeide Wolfgang glimlachend „Mijnheer,"
wendde hij zich nu weder tot Quinna, „ik
geef nooit mjjn kaartje aan lieden, die ik
niet ken. Wanneer gij de man zijt, .voor
wien ik u houd, dan zult gij zoodanige vol
doening krijgen, als met een rijzweep ge
geven kan worden. Wanneer gij zulk een
persoon niet zijt en dit tot mijne tevreden
heid kont bewijzen, dan zal ik mjj óf bij u
verontschuldigen óf u op elke wijze, naar
gij het verlangt, voldoening geven. En na,
ga uit den weg, mijnbeer, anders zon ik mij
kannen laten vervoeren, u de deur uit te
werpen."
1.1. gehouden kasvertiticalie, waaruit bleek,
dat het aanwezig zijnde saldo f 2596.50"
beliep.
Omtrent h:t in een vorige, vergadering
door den heer J. L.T. 'Groneman, gedane
voorstel ter verkrijging van een tweede
postbestelling voor de buitenwijken der
gemeente, werd medegedeeld dat van den
inspecteur der posterijen bericht was
ontvangen, dat aan het verzoek niet kan
worden tegemoet gekomen, omdat het aan
tal te bestellen brieven bij onderzoek ge
bleken was te gering te zijn. Daarentegen
was aan den directeur-Generaal bij het
postwezen voorgesteld, op de hoeken van
den Kruisweg brievenbussen te plaatsen.
Ten slotte werden B. en W. gemachtigd
eene vervolging in te stellen tegen keD,
die alsnog hunne hondenbelasting niet
hadden voldaan. En hiermede was deze
vergadering geëindigd.
Van vertrouwbare zijde vernemen wij
dat do heer W. Teengs werd benoemd tot
waarnemend gemeente-ontvanger.
Van de door het Nederlandsche
Paardenstamboek den 27sten te
KOLHORN gehouden keuringen, ter toe
kenning van Rijks- en provinciale bijdragen,
was de uitslag als volgt: Merriën met veu
lens. Beschikbaar 3 premiën ad f60 en 3
ad f 40. Merriën van J. Breebaart Kz.,
Winkel, dezelfde, idem, G. Brands en wed.
S. Grin, Wieringerwaard, K. Breebaart Kz.,
Winkel, dezelfde, idem. Hengsten, geb. in
1892. Beschinbaar 2 premiën »d f100.
Hengsten van H. Wsiboer, Tj. Druif, J.
Breebaart Kz., H. Waiboer, J. breebaart
Kz. Co., allen te Winkel en J. Sleutel,
Barsingerhorn. Merriën, geb. 1887 en 88
Beschikbaar 4 premien ad f 100. Merriën
van H. Waiboer, Winkel, D. A. Schenk
Co., Winkel,R. D. Kaap, Wieringerwaard,
V. J. Bakker, Wieringerwaard, A. Schenk,
Barsingerhorn, Jb. Groot, Anna-Paulowna,
D. R. KaaD, Wierinwaard, A, J. T. Geert-
sema, B.rsiuge' hom, wed. K. J. Kaan,
Wieringerwaarc J. Posch, Berkhout. Mer
riën, geb. in iu89 en '90. Beschikbaar 3
premiën ad f 50 en 1 ad f 40. Merriën
van: H. Waiboer, Winkel, D. R Kaan, Wie
ringerwaard, J. Breebaart Kz., Winkel, P.
Waiboer, Zijpe, J. Breebaart Kz. Co.,
Winkel, O. Schaap, Winkel, D. R. Kaan,
Wieringerwtard, M. Haringbuizen, Nieuwe
Niedorp, J. A. Waiboer, Wieringerwaard,
J. Breebaart Kz., Winkel. Van de dertien
aangeboden merriën werden 7 in het
Stamboek ingeschreven. De keuring te
HOOFDDORP, welke bepaald was op
Donderdag 29 Juni, is uitgesteld tot
Donderdag 6 Juli.
De Raad der gemeente ZIJ
PE hield Dinsdag 1.1. zijn gswone maan-
delijksche vergadering. De heer G. Paarl-
berg was afwezig.
De notulen der vorige vergadering wer
den gelezen en goedgekeurd, waarna door
Voorz. werd medegedeeld, dat ter voorzie
ning der vacature eener ouderwijzere! aan
de school te Burgerbrug, op het tweetal
waren geplaatst:
1. Mej. D. J. Beenen va*1 Drunen
(N. Br.)
2. Mej. Rauh van Amersfoort.
Met algemeene itemmen werd benoemd
Mej. Beenen. Daartoe heeft zeker ook me
degewerkt de mededeeling van deD voorz.
dat mej. Rauh veel kans had, te Beemster
benoemd te worden.
Hierna werd gelezen een rekest van
den heer J. W. Hulseboom, onderwijzer
aan de O. L. school aan het Zand, die
ingevolge de militie-wit gedurende eeuige
weken onder de wapens moet komen, ten
teneinde san die verplichting te kun. m
voldoen, verlof vraagt van 11 Augs. e.K.
14 Sopt. d. a. v.
B. en W* adviseeren, dit verlof toe te
staan, onder voorwaarde dat adresant
Hulseboom bij schriftelijke volmacht er in
toestemt, dat voor zijne rekeniug, door de
gemeente voor dien verloftijd een plaats
vervanger wordt aangesteld, mits geen hoo-
ger honorarium genietende dan adressant.
De heer Nobel kan zich met het voor
stel van B. en W., om te trachten zoolang
een plaatsvervanger te bekomen, vereenigen;
doch vraagt, «at B. en W. voornemens zijn,
indien het niet gelukt een plaatsvervanger
te vinden. Zal dan aan Hulseboom zijn
wedde over dien verloftijd ook uitbetaald
worden of niet?
Yootz. zegt: misschien dat te dien op-
Met groote beweeglijkheid maakte mijn
heer von Quinna voor den baron plaats, wiens
vrij stevige lichaamsbouw van gtëvenredigde
sprier kracht getuigde.
„Mijnheer Rettberg," zeide nu Wolfgang
tot deze: „ik heb u nog iets te zeggen, en
als hst u gelegen komt, mij hedenavond te
bezoeken, dan zal mij dit zeer aangenaam
zijn. Mijn naam is von Sturen," voegde bjj er
aan toe en noemde toen ook zijn hotol. Hij
wist behendig den onbevangen toon te trei
len, als Btoud hij voor de eerste maal tegen
over den jongen losbol, «n ten slotte geloof
de ook Rettberg dat de baron in 1 am den
assessor von Milten niet had erkend; in ieder
ge»al had hij zjjn zelfvertrouwen terug ge
kregen.
„Mejuffrouw Rettberg," zeide de baron,
afscheid nemend, „ik zal een ander maal
de vrijheid nemen, u mijne opwaebtiog te
maken."
Mijnbeer von Quinna had al dien tijd een
verbluft gezicht gezet.
„En nu, Rettberg," zeide hij, nadat da ba
ron zich verwijderd had, als ware er niets
voorgevallen, „stel mij nu in optima forma
aan uw zuster voor."
„Ik moet elke voorstelling afwijzen," ant
woordde de jonge dame, terwijl zij zich te
rugtrok; „ik gevoel volstrekt geen roeping,
mijnheer van Quinua, do kennismaking met
u voort te zetten, en daar ik dit aan mijn
broeder reeds gezegd heb, zoo had hij
bij mij deze verlegenheid kunnen besparen."
Met een koele buiging van bet hoofd
ging zij naar de andere kamer en sloot de
deur achter zich af.
Mijnheer von Quinua's kleiue gestalte
scheen zich uit te rekken; terwijl hij met
bevreemding nu eens zijn blik wierp op zjjn
vriend, dan weer op de deur, achter welke
diens zuster verdwenen was.
„Zeg eens, Rettberg", vroeg hij op stren
gen toon, als wilde hij hem voor bet gebeur
de aaosprakelijk stellen, „wat moet dat alles
bettekenen? En wat wilde die onbeschaam
de kerel bij uw zuster?"
„Dat hoop ik zelf eerst te vernemenant
woordde Rettberg verdrietig. „Ik ken hem
niet het zal het beste zijn, wanneer gij mij
nu met nrjn zuster alleen laat, Quinna. Ik
zal 't haar wel spoedig aan het verstand bren
gen. Over eon uur kunt gij mij aantreffen
in het café Bauer."
„Goed", zeide de ander; „en vergeet niet
Rettberg," voegde hij op zachten, dreigenden
tooner aan toe, ,dat gij volkomen in mijno
band zijt! Hebt gij mij verstaan?" Hierop
verliet Lij, zonder te groeten, de woning.
Toen het geluid zijner stappen was uitge
storven, klopte Edmuud behoedzaam tegen
de deur der kamer zij: er zustor.
Meianie!" riep hij, .Meianie; hij is weg. Kom
er uit en praat eens een verstandig woord."
Woenende kwam Melanio uit haar kamer.
„O, Edmund," zeide zij verwijtend, „het
verwondert mij, dat gij u niet schaamt, mij
in zulk een positie gebracht te hebben."
„Onzin, meisje, onzin," zeide Edmund la
chende, „Zeg mij nu eerst, hoe komt die
barou von Sturen hier? En wat wil hij van
mij?"
„Hij wil u helpen, Edmund," zeide Meia
nie in wier oogen nieuwe hoop straalde, „de
oude Nathansou vau wien hij de oorringen
kocht; had hem van u verhaald, en de baron
zocht, u op om n zijn hulp aan te bioden."
„De duivel zal dien ouden Nathanson ha
len dat hij mij menschen op den bals schuift
naar wie ik niet verlang," riep Eduard. „Er
is maar een persoon, die mij van mijn on
dergang kan redden, en die zijt gij.
„Door mijn eigen oudergang moet ik u
rodden," antwoordde Meianie verwijtend, „aan
dien mijobeer vou Qninna wilt gij raj ver-
kaopen. Maak niet dat ik mijzelve verach
ten moet. Ga en verlaat mij." „Is dat uw
laatste woord?' vroeg Edmund, terwijl eeu
onheilspellende gloed in zijn oog blonk, „moet
ik met dit bescheid mijn vriend Quinna opzoe
ken, die mij* voegde hij er aan toe, zijn
zuster in bet oor fluisterende „in het
tuchthuis kan brengen?"
Meianie werd doodsbleek en viel op een
stoel neder. Zij vermoedde reeds lang,
dat haar broeder zich op gevaarlijke wegen
bevonl, van welke haar zwakke vrouwen
hand hem niet vermocht terug te houden.
Zij kon hem niet volgen op zijne verborgen
paden; maar zij wist, dat hij, den geheeien
nacht uitblijvend, zich overgaf aan genie
tingen, welke bij uit haar karig voorziene
beurs niet kon bekostigenzij had dikwijls
personen bij hem gezien, wier ongustig voor
komen en verloopon gelaatstrekken niet veel
goeds beloofden.
„Is uw schuld dan zoo ontzettend vroeg
Meianie aarzelend en na eon lange pauze.
Hij beet zich op de lippeu en zweeg. Zij
kende dit teeken maar al te good, om te
weten, dat alle overredingskunsten, om hem
een bekentenis te ontlokken, op zijne stijf
hoofdigheid schipbreuk zoudoa lijden.
„Melanien 1" zeide hij neerslachtig, „denk
aan onze overleden ouders, die ous beiden
innig lief hadden, denk aan onze gelukkige
jeugd en stel u dan nw broeder voor in
het boevenpak 1 O, Meianie, gij hadt mij kun
nen redden, nog voor het zoover met mij
kwam wel ben ik eei ige jaren ouder dan
gij, maar bij u vrouwen is het verstand op
de jarcL vooiuit, en meisjes vau uweu leet-
Buav-uc scuuoEe taieD op schrijien.
zichte een der raadsleden eenig voorste
heeft. B. en W. zijn wel genegen in dat
geval de wedde aan adressant uil te keeren.
Dj heer Biersteker wilde de behandeling
van dit rekest liever tot de volgende zit
ting verdagen; dan is het nog vroeg genoeg;
„Dat niet," zegt Voorz., „dat punt moet
nu afgehandeld worden.*
De heer Nobel vindt, dat als de voor
waarde zoo leslist wordt gesteld, voor den
heer Hulseboom feitelijk geen keus over
blijft. Hij moet dat verlof hebben en B.
en W. moeten hem dat verlof ook geven;
hier valt das niets te kiezen.
De heer Kruijer meeat dat als adressant
zich met het voorstel van B. en W. niet te
vreden kan stellen, hij dan volkomen vrij
heid heeft, voor zijne betrekking te bedan
ken.
»Het blijft hetzelfde", merkt de
heer Francis op, „of Hulseboom, een
plaatsvervanger stelt, dan of hij geen
uitbetaling van wedde krijgt.'
De heer Nobel meent dat de Riad zoo'n
onbillijkeu eisch niet mag stellen.
Voorz. ziet er niets onbillijks in. Het
geschiedt in het belang van het onderwijs.
Do heer Nobel vindt tegen de zaak zelve,
een tij Gelijken plaatsvervanger te benoemen,
geen bezwaar; maar de knellende voor
waarde keurt hij af.
De heer Kruijer wil het geld van adr.
inhouden, als hij geen plaatsvervanger
stelt.
„Hoe ging het vroeger," vraagt de heer
Biersteker.
De heer Francis meent dat de gemeente
verplicht is dien eisch te stellen.
Overgaande tot stemming over het voor
stel van B. en W. verklaren de heeren
Kruijer, ZeemanBierstekerFrancisSchuijt.
de Wit en Hulst zich er vóór. Tegen ste
men de heeren van Beusekom, Waiboer
Nobel.
Werd nu gelezen een brief van H.
Ged. Staten in zake de Verordening
het onderwijs. H. H. Ged. Staten verkla
ren dat het besluit van den Zijper Raad,
waarbij hij art. 2 van de Verordening wij
zigt, in strijd is met de wef.
Op advies van B. en W* besloot de
Raad de beslissing van den Minister iu te
roepen.
tijd hebben tienmaal meer inzicht en ver
stand dan jonge mannen van mijne jaren.
Gij hadt zorgvuldiger over mij moeten wa
ken, gij hadt mij niet zoo mijn vrijen wil
mosten laten; gij wist, dat ik sedert mijn
jongensjaren een noodlottigo begeerte bad
tot lichtzinnigheid. Maar gij waart te zwak
jegens mij. Melanio! tracht ten minste nu
aan mij goed te maken, wat gij vroeger ver
zuimd hebt, rod don naam onzer ouders
voor oateering en schande
Hij wist, dat deze juist gerichte peil het
zusterhart onverbiddelijk zou treffen. Meia
nie had, terwijl hij sprak, het aangezicht in
beide handen begraven eu nog een langa
poos beefde haar lichaam onder hevig snik
ken. Daarna werd zijp;'kalmer, droogde haar
tranen en zeide op beslisten toon „Welaan,
Edmnnd, ik zal u redden; ik wil mijn toekomst,
mijn levensgeluk aan dien schurk ketenen,
die in staat is verraad te plegen jegens zijn
vriend maar alleen als zijne echt-
genoote."
Op Edmnnds gelaat spiegelde zich de
bitterste ontgoocheling af.
„Dat zal niet gaan, Meianie," zeide hij op
kouden toon.
„En waarom niet?"
„Omdat hij reeds gehuwd is."
O, afschuwelijk,'1 riep het meisje ontzet uit
„Dus niet alleen mijzelvo moet ik onteeren
doordat ik mij ten speelbal geef aan een
woesteling maar ik moet ook nog een
andere ongolnkkige vrouw, die mij nooit
eenig leed deed, helpen bedriegen 1 O, wee
over u, laaghartige! Waag bet nimmer we
der, u op het verledeue te beroepen, de
hei liga herinneringen door zulk een schan
delijk voorstel te bezoedelenNog een en
kel woord daar over en ik verlaat u in bet-
zalfde oogenblik en wij zijn voor altijd ge
scheiden
Met rassche schreden keerde zij naar haar
kamer terug.
„Meianie!" riep Edmund haar na.
Maar zij luisterde er niet naar.
Meianie 1 Laat mij u nog eea enkel woord
zeggen."
Geen antwoord.
„Dan mag zij het van hem zelf hooron'1
stamelde hij, greep zijn hoed en snelde voort.
De vrouw, welke op deze verdieping de
rol van portierster vervulde, werd, kort na
dat zij Rettberg de trap had zien afstormen
uit haar donimeliug opgeschrikt door een
Juffen slag Maar dat was in Rettber's
woning
Zij snelde daarheen, opende do deer en
vond Meianie bewusteloos op den grond lig
gen.
WORDT VERVOLGD.
"j. *".mi
rcnig. van J. JJignum,
60 j. Fitter Zander, 55 jr. ecblg. van G. llartog.
Debora kingma, 52 j. ichtg. van 13. Looij.