L a n d b o u w.
3
Dinsdagavond werd de ten zoeten droom opgeschrikt Tindt
gendarme Rixdorf te AMSTERDAM in dit licht onaangenaam, en geeft zich na-
een huis geroepen, waar de arbeider R. zijn
vrouw en kinderen vermoorden wilde. Toen
de beambte verscheen, had R. zijn huis
gezin onder vreeselijke bedreigingen op
straat gedreven, ten einde met een in het
huis wonende vrouw B. te kannen samen
wonen. Die vrouw bevond zich reeds in de
woning van R. bij de komst van den gen-
tuurlijk alle moeite om dit vermeerderde
licht hetgeen bewerkt wat het Land-
bouw-comité verzuimde - te «tuiten, en
zoo nog den vaderlandschen landbouw te
schaden. Is dit nn alles wat een landbouw-
comité vermag f Dan ware het beter dat
het nimmer geboren ware; gsilarieer-
de ambtenaren die weinig of niets uit-
veel redeneeren is
w.'l met practisch
darme, die R. wilde overhaleu zijn huis- voeren, hebben wij reeds te veel
gezin weder binnen te laten,
schenbeide komen en werd
Zij wilde tus-
door den
nu
De voorzitter, mr. Sickesz, spreekt ver
der van onwaarheden in de brochure, z >u-
gendarme op straat gezet, waarbij de vrouw Ier dit aan te duiden, en zegt ook: dit
van R. met een lamp bijlichtte.
Plotseling vloog vrouw B. op haar me
dedingster toe en sloeg haar de lamp uit
de hand. Hierdoor ontplofte de lamp en
in een oogwenk stond het portaal in brand.
Terwijl men de vlammen trachtte te blus-
schen, begaf B. zich naar haar, een trap
hoog er gelegen woning, greep een groote
kan met petroleum en wierp die van boven
af in de vlammen. De ontsteltenis ond-r
uit dit nieuwe voeder eene goudmijn voor
ien landbouw kan voortvloeien maat hon
den, mijnheer Sickeszjuist hetgeen n
laar zegt is eene grove onwaarheid waar
leest n dit? hiertegen moet ik met allen
ernst protesteereu en a verzoeken beter te
lezen.
Hij (de heer Bertsls) poseert zich ook
niet als de groote man die een nieuw
voeder heeft uitgevonden, zooals n zegt,
de bewoners van de bovenste verdiepingen maar wel als de groote man die een nieuw
die zich den weg afgesneden zagen door de
plotseling aanwakkerende vlammen was
onbeschrijfelijk. Het gelukte echter het vour
te blnsschen voor dat de brandweer kwam.
Vrouw B. en haar miniaar werden slechts
met moeite tegen de woede der volksme
nigte beschermd. Het paar had alles in
gereedheid gebracht tot een veitrek naar
Amerika.
Zondag-nacht omstreeks
drie nor meende de koster der Oosterkerk
te ZWOLLE onraad te bespeuren in het
kerkgeboow. Hij riep daarop de hulp in
van de politie aan de Diezerspoort die naar
het politiebureau en het wacht-huisje aan
de Sassenpoort telefoneerde, waarop naarT
de Zw. Ct. mededeelt, in een oogeublik een
zevental agenten bijeen waren.
Toen men werkelijk beweging in de kerk
hoorde, ging men er op los. Men alaagde
er echter niet in den inbreker te rangen.
Het bleek dat het een groote vleermuis
was, die in de kerk rondvloog en vruchte
loos poogde er uit te komen.
Vr ij dagnamiddag, onge-
veer half zeven werd men aan den POLS-
BROEKENDAM plotseling opgeschrikt
door een eigenaardig natuurrerschijn-
sel. Een dof gesuis liet zich met toenemen
de kracht in de met zwarte en geelgeran-
de wolken bezette lacht hooren, en wel
dra vertoonde een windhoos zich in al
hare grilligheid en kracht. Den eeraten aan
•lag ondernam ze op eene schuur, wat de
ze kwam te staan op een verlies van wel
300 pannen; daarna werd eene houtmijt
aangevallen en kon men zien, hoe de tal
houten tegen den wind in door de lucht
vlogen, om na tal van dolle buitelingen en
zwenkingen weer den grond te bereiken.
Over de Bcnscbopsche wetering in de rich
ting van het znid-oosten getrokken, dwar
relde al heel gauw eene massa hooi in
wilde vlucht door de lucht. Vruchtboomen
werden ontkroond of uit elkander geslagen
een zelfs met wortel en al uit den grond
gerokt en in het water gesmakt.
In een boomgaardje van de wed. B. zag
men eenen vruchten regen (wel 4 HL. werd
later opgeraapt) en het afgevallen fruit voer
de een wilden heksendans nit. Bij den vee
houder V. werden de vastgespijkerde plan
ken van eene brug losgerukt en her- en-
derwaarts geslingerd, terwijl bet water daar
in den omtrek omhoog spatte, boven de
laDgs de elooten staande knotwilgen nit.
In al die verwarring zocht eene koe hare
toevlucht in eene sloot, en een varken dat
ook heelemaal de kluts kwijt raakte, volg
de haar hierin na. Gelukkig dat eindelijk
de hoos het vlakke veld bereikte, waar
ze te midden van eene hevige regen bui
verdween. {Ut. D,)
landbonwstelsel heeft opgespoord en in
praktijk gebracht, hetgeen den vaderland-
schan landbouw uit zijnen vervallen toe
stand zal opbeuren en voor ondergang be-
hoelen. Het zal u blijken dat nw reaitoe-
stel niet sterk genoeg is om dezen achter-
nitgang te bestendigen.
Het zoogenaamde Bertels krachtvoeder
is het eerst door hem op eene geheel oor
spronkelijke wijze verbouwd en nog door
geen ander voor wintervoedsel geconser
veerdeene nieuwe plant nit de handge
maakt heeft hij nog niet 11
De boekengeleerdheid die de heer Rein-
ders verkondigde is prachtig, men gelooft
zeker dat hij nimmer Ulretti heeft zien
groeien nit de boeken moet hij dan toch
ook gezien hebben dat deze plant een krach-
tigen, onden kalkhoudenden bodem ver
langt, en wanneer nu de BertelsplaDt zelfs
op afgegraven schralen heidegrond nog we
lig tiert zells zonder mest dan is
dit toch wel niet hetzelfde, meent hij
Zoudt gij dit ook niet denken, mijnheer
Bultman, gij die zoo voorbarig waart het
zaad, waarvan gij het bestaan zelfs niet
vermoedt voor 24 ets per K. G. uit
te veilen als men wikken voor zandgrond
aanbood voor f 60 de 100 K. G. voor
dezen prijs zijn ze thans zelfs nog niet te
koop dan zoudt gij bepaald weer zeg
gen de wikken kosten slechts f 15 de
100 K. G.; natuurlijk is bij zoo een spe
cialiteit alle zaad met denzelfden dagelijk-
«chen naam hetzelfdeHoe lichtvaardig
oordeelt gij toch, mijnheer Bultman, wat
eene onhebbelijkheid Het kan hem eoli-
ter slechts aangenaam zijn wanneer de
heer Bultman gelijk had.
Zooals ge in de couranten gezien zult
hebben zijn de kosten der brochure bijna
gedekt, eu is zij daarom voortaan voor
landbonwmaatschsppijeu bij minstens 25
stuks, voor 25 cts,perexemplaarverkrijgbaar;
ik beloof u echter, wanneer ik eens weder
wat te adverteeren heb, u die dit voor
De landbouwer vei langt geen aalmoes,
maar veel practisch onderricht en zaaizaad
hiervan liadt tf»j u reeds kunnen overtuigen
alsook dat de behoefte a3n veevoeder groot
is, zoaals het comité in algemeene termen
heeft uitgedrukt. Met
niet te helpen, mair
werken
Thms is door de firma Berte s k Co.
reeds meer dan 20.000 KG. zaaizaad, dat
gfO'jteu ie;ls op bovengenoemde stoppelvel
den, die anders dit j <ar niets meer had-
den opgeleverd is uitgezaaid, eu waar
van uien eenen oogst mag verwachten van
pl. in. 30,000 K.G. groenvoeder van elke
40 KG zaaiziad; is das van 20,000 KG.
zaaizaad 15,000 ton groenvoeder, is gelijk
in voedingswaarde aan 5000 ton best hooi
En wanneer wij nu de ton of 1000 KG.
hooi op slechts f 40 rekenen, dan bedraagt
hetgeen hierdoor verkregen is pl m. f 20.000
Gij moet het wel met mij eens zijn
dat dit daadzakelijk werken meer waarde
heeft din uwe afkeurende woorden nadeel
kunnen berokkenen en geloof dan ook dat
het Laudbouw-comité zich bij deze gele
genheid vrijwel zelf veroordeeld heeft. Som
mige landbouw-afdeelingen hebben reeds
een afkeurend oordeel uitgesproken en er
zullen er ongetwijfeld nog wel meerdere
volgen!
Wanneer een landbonw-comité bij eene
crisis als thans niets doet, en ter elfder
ure opgeschrikt, ve»l praat, en dan door
de overrompeling in haast te veel zegt,
hetgeen het niet kan verantwoorden, en eene
afwachtende houding aanneemt tot het
kalf verdronken is, wat mag men daarvan
in gewone omstandigheden verwachten Ik
laat dit gaarne ter beantwoordig over aan
de landbouw-afdeelingen.
Leden der landbonw-afdeelingen, die
afkeurend oordeel hierover uitspre-
eeu
ktn,
dags
zal ik gaarne Donderdag 's namid-
te 2 uren afwachten.
(was get.) Bertels.
gen of oudsten bij haar inwonenden
zoon,
en de aanslagen in de grondbelasting
wegens onverdeelde onroerende goederen
ook gelden voor den mede-eigenaar, wiens
naam niet bij den aanslag in het kohier
is vermeld, mits zijn aandeel m den
aanslag ten minste één gulden bedraagt.
111. Art, 5. Ten aanzien van hen
die niet vallen onder het vorige artikel,
acht deze wet het bezit van het ia art.
3 geuoemle kenteeken aanwezig bij hem
die voor het opmaken der jaarljjks vast
te stellen kiezerslijsten van zijn verlan
gen om daarop geplaatst te worden door
een door hem onderteekende aanvraag
doet bljjken,en
a. hetzij door het afleggen van een
examen heeft voldaan aan de eischen
door eene wet of eeo Koninklijk besluit
gesteld voor de benoembaarheid tot eenig
ambt voor de vervulling van eenige be
trekking, of voor de uitoefening van
eenig beroep of bedrijf.
b. hetzij sedert een jaar den eigen
dom met het recht van vrije beschikking
heeft van ten minste f 100 (nominaal)
ingeschreven in éen van de Grootboeken
der Nationale Schuld, of van ten minste
f50, ingelegd in de Rijkspostspaarbank
of in een andere spaarbank, die aan de
door de wet te stellen eischen voldoet;
c. hetzij als hoofd van een gezin of
als afzonderlijk levend persoon in den zin
der krachtens wettelijk voorschrift aange
legde en bijgehouden bevolkingsregisters,
krachtens persoonlijk of zakelijk recht of
ambtsbetrekking, sedert een jaar, zonder
wdgena wanbetaling van huurpenningen
tot ontruiming te zijn veroordeeld, ter
bewoning in gebruik heeft een woning
waarvan de werkelijke buur, met of zon
der bijbehoorenden grond, ten minste be
draagt:
Het Tad. legt er o a. nadruk op, hoe
de Minister zelf een aanknoopingspunt
voor het gemeen overleg scheen aan te
wi'zeu in zijn verklaring, dat, in den
eisch van bet ingeschreven zijn op het
bevolkingsregister een positief bewijs lag,
grondwettelijk onaantastbaar en ook ma
terieel van beteekenis als aantoonende,
dat men gedurende zekeren tijd een wo
ning had binnen de gemeente. Op de
teokenen van ontkenning van verschil
lende zijden, hield de Min. dit blijkbaar
opzettelijk vol, waarbij hij liet doorsche
meren te erkennen, dat een betere rege
ling van het bevolkingsregister noodig
6
was.
van 200.000 zielen en daarboven f 2.
76.000 tot beneden 200.000 ziel., 1.75 I
20.000 75.000 „„l.öOl
10.000 20.000 1.25
in de overige gemeenten 1.I
Men schrijft uit Barneveld: aan deA. R. Ct.
Door den beer B. H. Bertels» van het
landgoed De Biezen is het vogende ant
woord aan het Nederlandsch Laudbouw-
comité te 's Gravenhage gezonden.
Met verbazing en afkeuring werd het
verslag uwer vergadering door vele land
bouw-afdeelingen vernomen, welke dan ook
openlijk in afkeurenden zin uitspraak heb
ben gedaan
Dat de heer Broekema, directeur der
rijkslandbouwschool te Wageniogen, het
nog voor Bertels-landbouwstelsel opnam,
kon misschien wel niet goed anders, en
men gelooft dan ook algemeen dat hier
wederom is geoordeeld door der zake min
der kundigen, en dat het zwarte jaloezie-
duiveltje den heereu parten speelt.
Het schijnt de heeren nog niet recht
duidelijk te zijn dat voor Berlels-landbouw-
stelsei niet genoeg reclame gemaakt kan
wordeD, opdat het spoedig ingang vinde en
daardoor de ondergang van den landbouw
voornamelijk der hooge zandgronden
worde voorkomen.
Wanneer iemand door vela proeven te
nemen een stelsel heeft opgespoord hetgeen
eene directe en afdoende verbetering in
het landbouwbedrijf moet brengen, dan
schrijft hij in het vnnr daarvan misschien
voor eenen leek hoogdravend, ja bijna dol
zinnig
te de groote waarde eener zoo belangrijke
ontdekking belangrijk
le maatschappij uit
In andere landen zon
dergelijke feiten direct practische
een paar centen kunt doen om tarief
zal aanvragen
Den beer Reinders moet hij verder op-
merkan dat hij reeds voor ruim 2 jaren
bemerkte en verkondigde dat alle planten
stikstof uit de lucht .opnemen en dat dit
feit thans is onderzocht geworden en beves
tigd door professor Frank uit Berlijn en
prof. Liebscher uit GöUingen gij zult dus
uw blaadje weer moeten omkeeren. O die
theorie zonder practijk
Hetgeen hij das nieuw noemde is ook
nieuw, zoowel het voeder als de pers En
daarom neemt hij van zijne brochure geen
enkel woord terug.
En al willen nu ook al de zoogenaamde
autoriteiten hieraan te kort doen nit
welke raden dan ook de tijd zal leeren
dat zij dit niet vermochten en dat miju
landbouw-systeem meer waarde heeft en
reeds voor dit jaar, dan gij allen te zamen
ooit zoudt hebben bewerkt
Een afkeurenden zin van dergelijke
knndige mannen rekent hij zich tot eene
eer I
Dat de firma Bertels en Co., expediteurs
en importeurs van vreemde zaaizaden
vleeschvoedermeel enz. te Amsterdam, dit
zaad verkoopt, ia eene verschijning, zegt
verder de heer Reinders in het Landbouw
weekblad, die een indruk geeft, welke,
velen wellicht minder aangenaam is. Wel
heb ik van mijn leven 1 Wat eene ambte
naarsdeftigheid! Zon de heer Reiuders mis
schien daarvan brood willen bakken? Wij
kannen toch niet allemaal ambtenaren zijn
13e Wik en Weegloonen.
Wat de kwestie der ff ik- en weegloo
nen betreft, kunnen wjj belangstellende
Lezers mededeelen, dat de Minister (Tak)
aan de betrokken gemeente-bestu
ren heeft geschreven, dat het Koninklijk
Besluit niet te handhaven im, maar
dat hij bereid is voor een korte termijn,
bijv. voox twee jaren eene uitzonderings
wet bij de Tweede Kamer in te dienen,
die de wik- en weegloonem op 60 cen
ten per 100 kilogram bepaalt.
Wij beschouwen het als eengroote
triomf dat de Minister het Kon. Be
sluit niet wil handhaven.
Mr. W v. cl. Kuay
contra Tak's Kieswet.
I
Gelijk wij in een onzer vorige num
mers opmerkten, is het voor ons, kie
zers in het noordelijk deel van het Hoofd
kiesdistrict Alkmaar, ten zeerste
zaak, na te gaan, hetgeen door onzen af
gevaardigde, den heer Mr. W. v. d.
Kaay, ter zake der kieswetuitbrei
ding in de zittingen der Tweede Kamer
gesproken en hoe door hem ge
stemd wordt.
Wat de heer v. d. Kaag bij de Alge
meene bespreking dier voorstellen reeds
heeft gezegd, beeft ons en ongetwijfeld
verreweg het grootste deel der Kiezers
van dit gewest, bevreemd, ver
baasd, teleurgesteld.
Doch niet alleen wij, maar een groot
deel der Liberale Afgevaardigden heeft
zich verbaasd over de houding van onzen
Afgevaardigde, v. d. Kaagzoowel als
over den Groningschen afgevaardigde, van
Houten.
Wij duchten geen tegenspraak met te
beweren, dat in de oogen van ulle
vooruitstrevende Liberalen, de
heeren v. d. Kaag en van Routen en nie
mand andersde oorzaak zijnvan
den treurigen toestan d,w aar
inde Liberale Partij op het oogen-
blik verkeert.
Inderdaadde Afgevaardigde van
Alkmaardat is de heer v. d. Kaag, zal
voor een groot deel de verantwoordelijk-1 onzer belangstellende Lezers daarvoor,
want ons inziens is deze kwestie
ere
a>
cs
cs
13
cw-
p
of een vaartuig van minstens 40 ton.
Voorts zouden onder de uitgesloteru-n
van het kiesrecht vermeld moeten worden:
a. die in het burgelijk jaar, vooraf
gaande aan de vaststelling der kiezerslijs
ten van een instelling van weldadigheid
of van een gemeentebestuur onderstand
hebben genoten;
b. die hun aanslag in eenige der in
art. 4 bedoelde belastingen niet hebben
voldaan."
Waar ons Ministerie tracht de kies
bevoegdheid van de belasting los te ma
ken, zoekt de heer v. d. Kaag de uit
breiding binnen de grenzen onzer grond
wet te beperken door afhankelijk
stelling van kapitaal-bezit.
De heer v. d. Kaag werkt derhalve
ons Ministerie tegen in zake de uitbrei
ding van het kiesrecht, en dat is het
juist, wat ons, zijne kiezers, terecht, met
misnoegdheid vervult, bij ons het ver
moeden doet rijzen, dat wij in 1891, in
de dagen der candidaatstelling on ver
kiezing van den heer v. d. Kaag,ziya mis
leid, bij den neus genomen.
Wij wijzen er met nadruk op, dat het
feit der tegenwerking voor ons in de
houding van den heer v. d. Kaag het
struikelblok is.
Dat is in strijd met hetgeen in '91
werd beloofd en geëischt.
Of den Afgevaardigde dan een man
daat- impératief in den zak werd
gestoken
Volstrekt niet, maar er werd door ons
een program vastgesteld en hij, die
onze candidaat wilde zijn, moest dat
program onderschrijven of be
danken voor de eer door ons tot can
didaat te worden geproclameerd.
In een volgend nummer hopen wij,
aan de hand der verslagen over de
kiesbeweging 1891, aan te toonen, dat
wij op goede gronden ons teleurgesteld
voelen over des heeren v. d. Kaags op
treden tegenover ons Ministerie, inzake
de kieswet.
Wij vragen de welwillende aandacht
heid moeten dragen, wanneer de Kies
wet van het Ministerie Tak v e r w o r
pen wordt.
De „Handelingen" der Tweede Kamer
liggen er tot bewijs. Maar niet alleen
t, - j, de „Handelingen", ook het amendement.
mijnheer Remders 1 vanwaar zonden dan lngedi,nd door de heerenvan dei-
kl An i J JM
inziens is ueze Kwestie van
het grootste gewicht voor de vaststelling
en afbakening onzer houding tegenover
den Afgevaardigde, bij verdere politieke
aanraking.
die allen betaald moeten worden maar ik
begrijp vrij wel dat gij daaraan niet heb
gedacht 1 Ik moet n zeggen dat it het
eerder zon houden met landbouw, indnstriet
en handel, die wat voortbrengen, dan met
ambtenaren: de capaciteiten en uitdrukkin
gen dezer laatste zijn velen soms wellicht
minder aaDgenaam!
Wel eene prachtige gelegeuheid was er
niet voor het Landbouw—comité om nu
eens te toonen dat zoo'n college noadig is
en nattig kan zijn; hadden daar practische
mannen aan het roer gezeten, dan waren
zij dadelijk naar Barneveld gestoomd om
zich van een en ander te overtuigen, om
Kaay, v. Houten en de
ileanfoi't getuigt,naar onze meening,
Minister Tak's verde
diging-.
Eenstemmig is heel de pers in haar
lof over den schoonen vorm van Tak's
tegen onzen Afgevaardigde. Dat amende- rede ter verdediging van kiesrecht-ontwern
ment luidt aldusom na art. 2 in te 1-4 C/7
De Standaard schrijft over minister
drie nieuwe artikelen, luiden- Tak's verdediging der kieswet
»Zoo kloek en krachtig, zoo helder
Art. 3. Deze Wet houdt voor ken- en logisch en zulk een onwrikbare over-
teeken van geschiktheid en maatschap- tuiging weerspiegelend was dit pleidooi
pelyken welstand het voorzien in eigen dat er naar algemeen oordeel een oo-o'
de
1
teeken
„Hier ware dan zegt het f ad.
gelijk wij ook reeds vroeger opmerkten,
een aanknoopingspunt te vinden voor
hen, die staan op den woningseisch, zon
der zoover te gaan, dat zij een belast
bare woning vorderen. Het was alsof de
minister eenerzijds de voelhorens uitstak
naar de heeren Mackay en Scbaepman
(ook in andere deelen van zijn betoog
was dit trouwens merkbaar), anderzijds
naar de heeren Roëll en Mees, die niet
een zoo beslist vijandige houding hebben
aangenomen a's de andere aankondigers
van amendementen ter linkerzijde."
Dit vermoeden van het Vad. wordt
nog beslister uitgesproken in het Ka
mer-overzicht van het lldbl. Daar lieet
het
„Intusschei heeft de Minister reeds
gezegd, dat het voorkomen op de bevol
kingsregisters vrij wel op hetzelfde neer
kwam, althans hetzelfde bedoelde als het
hebben eener woning. Als wij dit ge
deelte der rede begrepen hebben, dan
werd het net uitgeworpen in de richting
van het huismanskiesrecht der anti-re
volutionairen, doch afdoende is hierom
trent natuurlijk nog niet te oordeelen."
En om dezen climax te voltooien, volgt
hier eenzelfde uitspraak van het Centrum
waar men leest
„Tegemoetkomend toonde de Minister
zich voor de heeren Roëll en Mees aan
den eenen en voor de heeren Mackay
en Schaepman aan den anderen kant,
wijl het voorkomen op de bevolkingsre
gisters samenvalt met het hebben van
een woning. Ook de Regeering wil niets
liever dan bedelaars en landloopers we
ren en neigt dus merkbaar tot het huis
manskiesrecht."
De lelegraaf zegt van dit gedeelte van
's Minister rede
»Na den Minister gehoord te hebben
kan men kwalijk ontkennen, dat reeds
alleen het voorkomen op de bevolkings
registers vooral wanneer die overeen
komstig de door den Minister aangeduide
beginselen verbeterd en nieuw ingericht
worden als bewijsmiddel van den wel
stand aan al de grondwettelijke eischen
voldoet. Terecht vestigde de Minister daar
op bijzonder de aandacht, en terecht ver
klaarde hij zich bereid om (mocht dit
verlangd worden) door de redactiewijzing
van art. 4 van het eerste wetvoorstel
duidelijk te doen uitkomen,dat hier gedacht
moet worden aan het bezit gedurende
minstens drie maanden van een woning,
welk bezit eener bij het openbaar gezag
bekende woning (op zichzelf reeds een
noodzakelijk element van welstand !)alleen
aanleiding kan geven tot de plaatsing op
de bevolkingsregisters."
Hier spreekt zich dus een vrij alge
meene overtuiging uit, dat er op dit punt
voor onze antirevolutionaire beginselen
nog een goeden slag te slaan is.
"Wat nu overigens de spil zal zijn,
waar de verdere kieswet-behandeling om
draaien zal dat acht het Ilbl. nog niet
met groote zekerheid te zeggen.
„De groote vraag blijft nl. wat de mi
nister als de kern van het voorstel be
schouwt. Neemt hij als zoodanig aan de
bepaling van art. 4 al. 1:
„Deze wet houdt voor kenteeken van
maatschappelij ken welstand het voorzien
in eigen onderhoud en dat van het huis
gezin," dan behoeft aan eene schikking
met de meerderheid der Kamer niet ge
wanhoopt te worden. Blijft hij daarente
gen even absoluut vasthouden aan de
hoofdzakelijk negatieve wijze van bewijs
voering van dit „kenteeken," gelijk die
in zijn ontwerp voorkomt, dan zouden
demoeielijkheden grooter kunnen zijn. Zoo
is de positie ook nagenoeg geformuleerd
door den heer van Houten."
De N. Rott. Ct. is nog vrij vaag in
haar oordeel over de beteekenis van Tak's
rede.
„Dat de verk'aring van den Minister
zegt zij voorts de j gevoelens uit
drukt van het geheele Kabinet, scheen
aang duid te worden door de aanwezig-
op dien van bui
eigen
huisge- plaats
D 1 mm. 1 efen e" anaer ,ie oiertmgen, om laatstverloopen dienstjaar in de grondbe-
maar is de taal zelf wel bij mach- 'e zlen *at °aet veree"de krachten §edaaQ lasting tot een bedrag van ten minste
kan worden. Het comité had dan desnoods of aadefe
onderhoud en in dat van het
zin.
11. Art. 4. Deze wet acht het bezit
van het in het vorige artikel genoemde
kenteeken aanwezig bij hem, die over het teekenis
houd
lasting tot
éen gulden
ijk voor de gehee- de zaden kunnen verstrekken om opgrou- ^belasting, uitgezonderd het recht
te drukken? den waarvan de landbouwer meent dit jaar Tan t k mefc dieQ
m de regeering bij nlets ?eer te k,un°en 00gster. °F verstande, dat
M. A n A (T AM A n tl I-IA Ir a .„f A ..Ia -AA A-
mannen
tarwe, haver en boekweitstoppels enz, nog de aan'slao.
r. 1 I fl n ftArrlflA *r n r.A fr A A a., 1*
hebben afgevaardigd tot een grondig onder- TO'doende voedsel voor al het vee te kun- (]e directe belasting
zoek, en den uitvinder hulde brengen; en nen verbouwen; de landbouwers konden zich baar
hier nauwelijks heeft hij een enkelen "licht" j dan hier gratis aanschouwelijk op de hoogte 1 die ^anminderjarige kinderen weirens
stiaal laten schijnen, n.1. hoe de voeder- slel en Van grondOcwerking van persen of goederen, waarvan hun vader het vrucht
1 1ii i*m rnnnprvpprpn van rrrnnn vskkwIran,l.-.I Kai «avrv 'iului-
der getrouwde vrouw in
geldt voor
nood voor dezen «inter nog gemakkelijk
is te bezwaren, ol uwe vergadering uit
conserveeren van groenvoeder, opdat
goe.t naar alle eischen geschiedt.
hei
genot heeft, voor hun vader
die eener weduwe voor haar
eeni-
algemeen oordeel een eere-
aan moet worden ingeruimd in
onze parlementaire jaarboeken.
Doch minder overeenstemming valt er
te constateeren, waar het geldt de be
en de strekking van den in-
der rede. Daarover loopen de
meeningen uiteen, al naar het standpunt
dat men tegenover het ontwerp van den
Minister inneemt.
Hoofdzaak in deze beschouwingen is
natuurlijk de vraag0p welke punten
wil de Minister nu eenige toeschietelijk
heid toonen en overleg plegen En dan
zijn de meeste bladen het hierover vrij
wel eens, dat de Minister zich nog het
toesehietelijkst toonde naar de zijde
de heeren Mackay en Schaepman,
Roëll en Mees.
heid van alle Ministers,
tenlandsche zaken na, die zich op dit
punt herhaalde malen beslissend uitgela
ten heeft."
De Amsterdammer betoogt, dat de op
positie bij alle sterkte in woordenpraal
zwak staat.
Aan wat Tak zeide naar aanleiding
van 'I horbecke's Narede, geeft het blad
deze beteekenis
„M. a. w. zoo wilde o. i. de heer Tak
zeggenHet besluit tot Kamer-ontbin-
ding bij verwerping van de wet is niet
in mijn bezit. Het is mogelijk dat een
partij de wet weet te doen verwerpen,
zich met het gezag van de Kroon zal
beproeven te dekken, en met deze zich
zal stellen tegenover het volk. Maar
zelfs die mogelijkheid zal de Regeering
niet verleiden water in den wijn te doen
van op het stuk van beginsel en strek
en j king der wet. De Regeering laat de ver-
antwoordelijkheid voor de verwerping,