Aimttitifr- L M flewepraletnooÈl. Donderdag 7 September 1893. 37ste Jaargang No. 2758. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: §IBAGKH, Laan, 1> 4. per post f 3.60. Prijs per jaar f 3.Franco Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer fiets Groote letters worden naar piaatsruimte berekend. De INHOUD van het Geïllustreerd Zondagsblad No. 87 is als volgt: Een executie in Spanje, met illustratie.) Toekomst-modes, met acht illustraties.) Het kompas der dieren. Eeu koel stoven. De Eerste, eene novelle. De onkwetsbare Fakir, met illustratie Wedrennen op het tooneel, {met twee illu straties.) Wie niet sterk is moet slim zijn, {met zes illustraties.) Anecdoten. Een Ruitergevecht, {met illustratief) Op tisch bedrog {met zes afbeeldingen.) Heerlijk vergeten, {met illustratie.) Een voordeelige woning. Eiffeltoren van een triktrakspel, {met illustratief) Oplossing Prijsraadsel LVIII. De Prijswinner van Prijsraadsel LY. Eeu voorzichtig diplo maat. Ondankbaarheid jegens een dier. Goed bedoeld, {met illustratie.) Een kunstkenner, {met illustratief) Nieuw Prijsraadsel LXII. Eene nieuwe aan wending van papier. Goud en ijzer. Schaakrubriek. Mededeelingen. Gemeente 8 c h a g e n. llehendmakin^cn. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een op de markt van 31 Ang. 1893 vermiste zwart-bonte vaars, gemerkt met 2 knipjes op den rechtervoor- bout. Binnenlandsch Nieuws. De Yereeniging Vrije Liefdadigheid te WIERINGERWAARD, heeft besloten 1000 of meer afgedankte spoorwegleggers aan te kropen, om die in den a. s. winter door werkeloozen te laten verwerken. Wij plaat sen dit bericht te eerder, omdat wij niet alleen het streven der veieeniging ten volle toejuichen, maar ook op deze richting de oogen van H. H. commissieleden in onze plaats wenschen te vestigen. Vergadering van den RAAD der ge meente Wieringerwaard, gehouden op Dinsdag 5 September 1893, de» morgens 10 ure. Aanwezig alle leden. FEUILLETON. Roman van Curt Hoffmeister. (Vertaling8recht verzekerd.) XXYII Het waa nog geheel donker, toen Melanie uit haar gevangenis verlost werd. Hare be vrijdster was een boerenmeisje, welks gelaat bijna geheel verborgen was onder een wol len doek. Deze vrouw wenkte Melanie met de hand haar te volgen, en voerde haar zon der te spreken door alle mogelijke en on mogelijke Btegen mede zoodat bet Melanie onmogelijk was, den weg terug te vinden. Het begon reeds te schemeren, toen zij het midden der stad bereikten. Melanie's be vrijdster beduidde haar, welken weg zij volgen moest, keerde zich om en verdween om den eersten den besten hoek. Den haar aangeduiden weg volgende, kwam Melanie op de marktplaats, waarop vele lo gementen zich bevonden. Uit een daarvan kwam een met vier paarden bespannen rijtuig. Boven de deur prijkte het opschrift: „Kof- fiehuis en posthuis." Melanie ging naar dit buis toe, en bereikte het juist, toen een moisje met een helder witten boezelaar voor, en die den postwagen had nageoogd, naar binnen wilde gaan. „Kunt gjj mij wellioht ook zeggen," zoo wendde Jdelanie z<eh tot het meisje, .wan neer de post vertrekt, die naar Oöllnitz gaat .Dan hebt gij liefst nog 10 uur tijd, me juffrouw," antwoordde het meisje vriendelijk, .Wilt gijniet in de wachtkamer komen?" Of hebt gij liever een kamer alleen Molanie nam den laatsten voorslag gaarne aan en ging naar de haar aangewezen ka mer. .Wilt gij soms ook koffie?" vroeg het meisje baar. Melanie vroeg om koffie en eenig eten cn begon, hadat het meisje zich verwijderd had, haar lokken een weinig in orde te brengen. Na een kwartier kwam het bestelde, wat Melanie zich voortreffelijk liet smaken. On der het eten, voelde zij in den zak harer ja pon, en een oogenblik blijft zij stokstijf bit ten, zij ontdekte, dat zij geen geld bij zich had. Zij herinnerde zich nn duidelijk, dat zij op haar reis naar Göllnitz, deportemonuaie in Laar mantelzak gestoken had. Ce gedachte Na opening der vergadering, wordt over gegaan tot installatie der nieuw benoemde raadsleden, de heeren J. L. T. Groneman V. Bakker Jz. en J. Schenkdie de gebruike lijke eeden aflegden en daarna zitting namen. Vervolgens worden de notulen der vori ge vergadering gelezen en goedgekeurd. Aan de orde was nu het benoemen van 2 wethouders, in plaats van de aftredende leden, de heeren: V. Bakker Jz. en Jb. Zijp. Gekozen werden de beide aftredende leden, ieder met zes stemmen. Door beide heeren werd de benoeming aangenomen. Hierna ging men over tot het benoe men van een Ambtenaar van den Burger lijken stand; herbenoemd werd met zes stemmen, het aftredende lid, de heer F. Bakker Js. Hierna giug de raad in comité. Na opheffing der geheime zitting was aan de orde, hel vaststellen der jaarwedde der onderwijzeres. Vooizitter deelt mede, dat de tegen woordige jaarwedde is f 550, maar dat f 20 gratificatie was toegezegd voor het meer uren lts geven; dit besluit was door Ge deputeerde Staten echter niet goedgekeurd, voodat B. en W. nu voorstellen de jaar wedde met f 50 te verhoogen en alzoo op f 600 te stellen. Hiertoe werd met algemeene stemmen besloten. Geen der heeren meer het woord ver langende, sluit de voorzitter de vergadering. Aan de j.1. Zondag te WIERIN GERWAARD gehouden harddraverij werd deelgenomen door 15 paarden. De prijzen werden gewonnen door Marie, eigenaar en berijder de heer C. Waiboer Az., de eerste premie door Emma eigenaar en berijder de heer A. Sleutel Dz., de tweede premie door Jantje eigenaar de heer R. D. Kaanberijder de heer Jb. Zijp Hzde derde premie door Model, eigenaar de heer P. D. Schenk be rijder de beer J. Jimmink. Prijs en premie bestonden in contanten. Tot Wethouder der ge- meente HEER-HUGOWAARD is her benoemd de heer J. Swaag. Voor de feestelijke ope- niQg der cadettenschool te ALKMAAR, op So dezer, is het navolgende program- □u baar schuld niet te kunnen betalen, eu geen geld te hebben voor haar reis naar Göllnitz, maakte haar zeer benauwd. Daar het hare gewoonte was, hare ringen al tijd at te leggen wanneer zij zich terruste be gaf, zag zij zich geheel ontbloot van eenig middel om zich geld te ver schaffen. Melanie trok aan de schel, en vroeg het binnenkomende meisje of zij mevrouw mocht spreken. .Mevrouw slaapt nog," antwoordde het meisje, .erwas hier gisteravond een diner, zoodoende is het laat geworden, maar mijn heer is reeds wakker." .Ik wilde liever mevrouw spreken," ant woordde Melanie, na eenig nadenken. .Goed, ik zal n waarschuwen, zoodra zij op is." Kwartier op kwartier verliep, en eindelijk verscheen de met smart gewachte en toch gevreesde vrouw. Het was een groote, kor- pulente, zeer goed gekleede vijftiger, die een zeer goeden en geestigen indrok maakte. .Waarmede kan ik u van dienst zijn vroeg de dame, nadat zij het meisje nieuwsgierig van het hoofd tot de voeten had opgenomen. Melanie bad zich voorgenomen, vrij uit te sprekeu, maar ODaanks haar voornemen, klonk haar stem schuchter en aarzelend, toen zij vertilde, dat zij tegen haar wil hier in de stad gekomen was, en haar portemonnaie per abuis kad achtergelaten. „Ik bevind mij in een hachelijken toestand," besloot zij, „want ik moet met de eerste de besto post naar Göllnitz terugkeeren, waar ik bij mijn heer Feszner logeer. Zoudt gij mij bet reia- gtld niet willen voorschieten, ik zal het h da delijk als ik thuis kom, terug zenden. Het ergste is, ik heb niets bij mij, om u in on derpand te geven." De dame had, onderwijl zij Melanie aan hoorde, den mond vast geslottn en liet niet anders hooren dan „Zoo, zoo „Uit principe leen ik niemand geld, juf frouw," zeide zij, .overigens wanneer men op reis gaat, steekt men toch zijn portemon naie in den zak." Er bleef voor Melanie niet anders over, dan alles te vertellen, dat er 's nachts bij mijnbeer Feszner was ingekrok n, en dat de dieven Laar. uit vrees dat zij ken zou ver raden hadden meegenomen, en aan een plaats waar zij niemand kende, hadden neergezet. „Zoo, zoo 1" luidde niet zeer troostrijk het antwoord der vrouw, die de vreemde geschiedenis niet Lest kon gelooven ,Nu ik zal ma vastgesteld: 12 uur. lo. Opening der feestviering; 2o. groote duivenvlucht, vanwege de daar bestaande vereeniging De Postduif; 3o. ringrijden en sleuteltreklen door ongehuw de paren, met paarden, aangespannen voor tweewielige rijtuigen en om pnjs en premie houtjesrapen door kinderen tan 10 12 jaar, jongens en meisjes om prijs en premie. 11/s nur. lo. Zakloopen voor mannen boven 20 jaar, voor vrouwen boren 18 jaar, voor jongens hoven 16 jaar, om prijs en premie in contanten2o. hardloopen met hindernissen voor mannen boven 20 jaar en voor vrouwen boven 20 jaar, om prijs en premie. 4 uur. Tobbenspel voor mannen boven 20 jaar, otn prijs en premie. 9 uur. Groot schitterend vuurwerk. Het stedelijk muziekkorps, onder directie van den heer J. M. Otto, zal gedurende de feestelijkheden zich doen hooreD. Het feest wordt besloten met een bal. Te WIE RINGEN is opge richt eene kiesvereeniging tut bevordering der vrijzinninge beginselen, ook bij ver kiezingen van leden der Tweede Kamer en der Provinciale Staten. Zondag 10 Sept. zal te HOORN des namiddags op het Doelen plein van wege de afdeeling Hoorn van den sociaal—democratischen bond eene open lucht-mei ting worden gehoudeu. Als spre kers zijn, uitgenoodigd Domela Nieuwtnhuis en Fortuiu. Onder begunstiging van het heerlijkste zomerweder had Maandag 1.1. te MEDEMBLIK de 1ste harddrave rij van paarden, aangespannen voor twee wielige rijtuigen, plaats, voorafgegaan door een wedstrijd in het schoonrijden. 21 liefhebbers hadden zich voor den laatsten wedstrijd aangemeld. De jury kende de prijzen toe aan de navolgende heeren C. Broers te Benningbroek lsten prijs f25. - J.jGroot te Sijbecarspel 2den prijs f10. Jb. Wit te Twisk 3den prijs 5. Aan de harddraverij namen 12 paarden deel. Fe bruine Liesruin »Willem III", eigenaar de heer C. Broers, en berijder C. Broers van Benningbroek, won den prijs van f 125. »Marianne", bruine merrie, eigenaar de heer A. T. Witteveen te Rauwerd, pikeur S. Wittevren, de eerste premie van f 40 en „Vroolijk*, bruine ruin van den heer Jb. Koopman teWerversboof,berijder de heer C. Broers, de tweede premie van f 25. Te GROOTEBROEK is Maandag-ochtend uit eene sloot het 'rijk je gevonden van een pasgeboren kind. Ee ne zeventienjarige dienstbode heeft bekend het kind in het water te hebben gewor pen. De justitie van Alkmaar was giste ren-middag ter plaatse tot nader onderzoek. Na gehouden rekening en verantwoording van de rederijkerskamer Oefening kweekt Kennis' le BARSINGER- HORN, is gebleken, dat het batig saldo van de laatstgehouden tooneelvoorstelling ten behoeve van het Sint-Nicolaasfonds voor kinderen van minvermogenden aldaar, be draagt de som van f 7.12®. Zaterdag is te UTRECHT het eerste geval van cholera asiatica voor gekomen bij den aardappelhandelaar L., wo nende aan de ZanJbrug aldaar. Zaterdag morgen is hij ongesteld geworden en gis terenmorgen om haltvijf overleden. Als een waarschuwing zij eropgewrzen schrijft het Utr. Dbldat de aangetaste water had gedronken uit de singelgracht. Twee meisjes uitHARLIN- GEN, dochters van een visscher, zijn naar Amerika vertrokken, om onder de Mor monen worden opgenomen. Vooraf zijn ze te Amsterdam onderwezen in de Engelsche taal en in de beginselen van het Mormoonsch even met mijn man er over spreken." Er lag eerder een bedreiging, dan eeD vertroosting in haro woorden. Toen de dame in de wachtkamer kwam, vond zij haar man in druk gesprek met een voornaam er uitziend heer, die staande een kop koffie dronk. „Voor aebt uur is de politie-commissaris niet op zijn kantoor," zeiddo de hotelier „Zoolang zult gij geduld moeten hebben. Denk eens vrouw," zoo wendde bij zich tot zijn vrouw, „dezen nacht is er ingebroken op bet landgoed Göllnitz de dieven hebben den oude Fiszuer zevenduizend gulden en „God beware me," riep de vrouw uit, „Dan is bet dan toch waar, wat mij die jonge dame op no 27 vertelde. Zij zeide mij, dat de dieven haar met zich genomen had den. -" „Meegenomen?" viel baar heftig do vreem de heer in de rede „Een jonge dame Waar is zij Hoe ziet zij er nit „Zij is hier in buis," antwoordde de waar din, „ik wilde baar niet gelooven. Zij ziet er anders bee'1 onschuldig uit, met haar fijn gezichtje en met haar goudblond haar, maar „Geen twijfel meer, bet is jnflrouw Ritt- berg," riep de vreemdeling. „Ik moet de juffrouw dadelyk spreken. Breng mij bij baar." De jonge dame van no. 27 was door de ze omstandigheden, in de oogen der dame zeer in aanzien gerezen. „Ik zal haar vragen," antwoordde zij, of de juffrouw u op dit uur wil ontvangen, en mag ik uw naam weten „Mijn naam ia Maitland," was het onge duldig antwoord. „Twjjfel maar niet, óe juffrouw zal mij wel ontvangen." Hij volgde de dame de trappen op. De ze opende de deur van no. 27 zoo wijd, dat slechts haar persoon er door kon, en Mait land buiten blijven moest. „Wanneer gij juffrouw Rettberg zjjt. is daar een heer die u spreken wil. Hg noemt zich Maitland." Melanie's gelaat verried duidelijk, dat baar dit bezoek niet aangenaam was, maar tijd tot antwoorden werd baar niet gelaten, de denr werd opengiduwd, de dame op zijdo geschoven, en Maitlard liep cp het jon ge meisje toe. „Hce prijs ik bet gelukkig toeval, dat mij u hier deid ontdekken!" r;<p bij, en er was zooveel werkelijke vreugde cp zijn gelastte zien, dat let Melanie niet mogelijk was tare band niet tce te steken. Daar de dame de kamer verlaten had, zoo di i kie hij zijne lippen op Melanie's hand.Zij Men meldt uit AMSTER DAM. Omstreeks half zes Maandagavond ont stond er op de derde verdieping vau per ceel do. 65 aan de Da Costa kade een tamelijk ernstige brand door een ongeluk met eon petroleum-toestel. De dienstbcde zou de pap voor een klein kind gereed ma ken, bleef met hare kleeren aan het toe stel haken, en wierp het om. Onmiddellijk verbreidden de vlammen zich zoo snel dat de bewoners, een diamantslijper met zijn gezin, de woning in allerijl moesten verla ten. De brandweer spoedig ter plaatse, werk te met een aantal slangen en had moei wilde bare hand terng trekken, maar bij hield haar stevig vast. „O, Melanie" zeide hij, haar naar de sofa geleidend, .wat heb ik sedert beden nacht, om uwentwille geleden." De jonge dame bloosde en sidderde toen zij gevoelde dat bet oogenblik der beproe ving daar was. „Melanie, dierbare Melanie, het kan u niet verborgen gebleven zijn, dat ik u lief heb, met eene liefde zooals ik nog nooit voor een vronw gevoeld heb. Gij zult over mij kun nen gebieden; ik wil de slaaf uwer wenscben zijn. Laat ons voreenigd door het leven gaan, niet door koude wettelijke banden, maar door die edelen, sterke band der liefde, die van die zoogenaamde ceremoniën en gewoon ten Diet weten wil! Ik leg mijn vermo gen, mijn leveD, mij zelf aan uwe vooten neder. Uit een wensch en hij zal oogenblik- kelijk vervuld worden. Neen geliefde, stoot mij niet terug; laat u mij toch eenmaal aan het hart drukken, dat voor u alleen klopt.' Maar terwijl bij met wassende opge wondenheid sprak, week Melanio terug. Hoe zeer hij ook trachtte zijn woorden zoo aanlok kelijk mogelijk te maken, Melanie verstond bem zeer goed, en zij zag nu, dat alles waar was wat men haar van Maitland verteld had. te den voortgang vau het vuur te stuiten, dat zich aan het dak van het belendend perecel ging mededeelen. Door de bijl in de daksparren te zetten, gelukte het haar evenwel in weinig tijds het vuur tot de wo ning, waar de brand was ontstaan, en den daarboven gelegen zolder te beperkeD, en hem eindelijk geheel te dooven. De ver brande inboedel was verzekerd. Op de tweede verdieping van het per ceel lag eene dochter de» huizes, zwaar ziek te bed. Door schrik overmand, verliet zij in dezen gevaarlijken toestand, het bed, om zich op straat te begeven. Door hare huisgenooten werd zij bij eenen bloedver want in de buurt onder dak gebracht. Vergadering van denRaad der gemeente Barsingerhorn, gehouden op Dinsdag 5 September 1893, voorm. 10 ureD. Tegenwoordig de heeren: G. Smit, G. BeersJ. Blaauboer, D. Raat, J. Hoekstra, en W. Rossendie tevens het voorzitters schap waarneemt. Allereerst gaat men over tot de beëedi- ging der herkozen raadsleden, de heeren BlaauboerHoekstra eu Beers. Nadut zij de vereischte eeden hebben afgelegd, worden zij door den voorzitter geluk gcwenscht, waarna zij zitting ne men. Alsnu worden de notulen der vorige vergadering gelezen eo goedgekeurd. Aan de orde wordt gesteld de benoe ming van twee wethouders ter vervaügiDg van de beeren W. Rossen eD J. Blaauboer, van welke de eerste door zijne aftreding als zoodanig en de tweede door zijne af treding als raadslid, ophoudt als wethou der te fungeeren. Na de stemming blijkt dat beide Hee ren bij een eerste stemming 5 stemmen hebben verkregen, terwijl één briefje in blanco was ingeleverd. Thans gaat men over tot het benoemen van ambtenaien van den burgelijken stand. Als zoodanig worden opnieuw benoemd ,de heeren: Rossen en Hoekstra. Aangeboden wordt de begrooting dezer gemeente voor 1894 met de daarbij be- boorende stukken. De voorzitter benoemt hierop tot leden der commissie, belast met het voorloopig onderzoek dezer begrooting, de heeren Zij stond voor hem en rag hem aan met een blik, waarin haat en aischnw te lezen stonden. „O, ik weet wat u zoo ongenaakbaar maakt" riep MaitLnd uit. „Gij hebt dtn baron von Sturen lief. De adelyko titel streelt uwe hoogmoedigheid. Was mij ten deel gevallen wat mij van nature toekomt, dan Hij lachte woest. „Kijk maar voor u," siste hg, „eer gij mijne aanbiedingen afwijst, bedenk dan wel, dat bet lot van uw broeder, ja dat ook uw lot in mijne handen is. Uw naam waarop gij zoo trotsch zijt. Waag het mij te troticeren, zoo zal de wereld lachen en zeggen: ze waa Maitland'a liefje, maar hij was baar spoedig moede, en heeft haar weer weggejaagd. Uw lot en dat uws broeders ia in mijne banden!" „Mijn lot, mijn naam in uwe hand?" riep Melanie. „Ik kan bet wel begrijpen, dat het lot mijn broeders in nw hand is, maar over myn Eaam hebt gij geen macht. Gij zoudt de wereld een lengen vertellen, dat ik Let liefje van een man geweest was ,dien ik haat en veracht." Zij had Let hoofd hcog opgericht, hare ocgen schoten vlammen, en Maitland had baar, al gold al deze toorn en verachting hem, er nog liever om. „Melanie," antwoordde hjj half schertsend half er ernstig, „wanneer gij mij tiotaeeren wilt, moet ik u doen opmerken, dat ik niet zonder grond dreig. Herinnert gij n niet meer, wat gij mij gisterenavond hebt geant woord? Het luidde: „Ik sta elk uur, naar gij verkiest, tot uw dienst." Melanie scheeB een paar oogenblikkeu sprakeloos vau verrassing, toch toekende ha re houding niet de minste beweging van schrik of vrees. „Gij zijt een duivel!" riep ze. „Maar ik spot met al uwe duivelsehe kunsten. Mijn weerzin voor uw daden is zoo groot, als mijn haat en verachting. Al vielt gij mij morgen te voet en beleed mg uw liefde e»en rein en heilig, als zij nu valsch eu logen- aebtig is, zoo werd ik liever een bedelar es, ik zou u met evenveel verachting van mij afstooten als nu." Moedig liep zij Maitland voorbij en trok aao de bel. Ter zelfder oogenblik opende de dame de deur. Haar vol en blozend gelaat, was vuurrood van verontwaardiging; zij scheen van toorn gezwolle te zijn, gelijk een kal- kocnsche haan. „Gij zult in mjjn huis niet Lnger beschimpt en beleedigd worden, lieve juffrouw!" riep zij uit, op Melanie toesnellende. „Vergeef mjj, dat ik buiten geluisterd heb, maar toen ik u den naam van dezen beer noemde, nam uw ge laat (cn no toornige uitdrukking aan, en die heer trad dadelijk zoo brutaal binnen, dat ik bij mij zeil dacht, het kan geen kwaad, wanneer ik in de nabijheid blijf. Hij zal u niet langer beleedigen." Melanie brak in tranen loa, en de dame die inderdaad een goede vrouw was, nam het heftig bewogen me<sje bij de hand en zeide, teiwijl zij zachtjes het haar van Melanie streelde, op moederlijken toon: „Wies mcar ka m min kind. Gij zjjt een eerlijk, deugdzaam meisje cn verdient, dat men u in bescherming neemt. Mijn man zal u de reiskosten voorschieten cn Daar Göllnizt bren gen, opdat u onderweg geen leed overkome. En gij minheer," wendde zij zich hef tig tot Maitland", gij zult goed doen, met dit huis cogenblikkelijk te verlaten, anders laat ik n de tiop afgooien. Verstaat gij mg?" „Jnffiouw Retttergl" zeide Maitland op kalmen teon en zonder de dame met een bilk te verwaardigen, „wij zullen elkander wederzien, wanneer gij tot andere gedachten gekomen zjjL* „Nooit", riep Melanie, „nooit!" Zonder een woord te zeggen verliet Mait land de kamer. WORDT VER VOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1