Aimttitifr- L
M
flewepraletnooÈl.
Donderdag 7 September 1893.
37ste Jaargang No. 2758.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: §IBAGKH, Laan, 1> 4.
per post f 3.60.
Prijs per jaar f 3.Franco
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer fiets
Groote letters worden naar piaatsruimte berekend.
De INHOUD van het Geïllustreerd
Zondagsblad No. 87 is als volgt:
Een executie in Spanje, met illustratie.)
Toekomst-modes, met acht illustraties.)
Het kompas der dieren. Eeu koel
stoven. De Eerste, eene novelle. De
onkwetsbare Fakir, met illustratie
Wedrennen op het tooneel, {met twee illu
straties.) Wie niet sterk is moet slim zijn,
{met zes illustraties.) Anecdoten.
Een Ruitergevecht, {met illustratief) Op
tisch bedrog {met zes afbeeldingen.)
Heerlijk vergeten, {met illustratie.) Een
voordeelige woning. Eiffeltoren van een
triktrakspel, {met illustratief) Oplossing
Prijsraadsel LVIII. De Prijswinner van
Prijsraadsel LY. Eeu voorzichtig diplo
maat. Ondankbaarheid jegens een dier.
Goed bedoeld, {met illustratie.) Een
kunstkenner, {met illustratief) Nieuw
Prijsraadsel LXII. Eene nieuwe aan
wending van papier. Goud en ijzer.
Schaakrubriek. Mededeelingen.
Gemeente 8 c h a g e n.
llehendmakin^cn.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente worden
inlichtingen verzocht omtrent een op de
markt van 31 Ang. 1893 vermiste
zwart-bonte vaars,
gemerkt met 2 knipjes op den rechtervoor-
bout.
Binnenlandsch Nieuws.
De Yereeniging Vrije Liefdadigheid
te WIERINGERWAARD, heeft besloten
1000 of meer afgedankte spoorwegleggers
aan te kropen, om die in den a. s. winter door
werkeloozen te laten verwerken. Wij plaat
sen dit bericht te eerder, omdat wij niet
alleen het streven der veieeniging ten volle
toejuichen, maar ook op deze richting de oogen
van H. H. commissieleden in onze plaats
wenschen te vestigen.
Vergadering van den RAAD der ge
meente Wieringerwaard, gehouden op
Dinsdag 5 September 1893, de» morgens
10 ure.
Aanwezig alle leden.
FEUILLETON.
Roman van Curt Hoffmeister.
(Vertaling8recht verzekerd.)
XXYII
Het waa nog geheel donker, toen Melanie
uit haar gevangenis verlost werd. Hare be
vrijdster was een boerenmeisje, welks gelaat
bijna geheel verborgen was onder een wol
len doek. Deze vrouw wenkte Melanie met
de hand haar te volgen, en voerde haar zon
der te spreken door alle mogelijke en on
mogelijke Btegen mede zoodat bet Melanie
onmogelijk was, den weg terug te vinden.
Het begon reeds te schemeren, toen zij
het midden der stad bereikten. Melanie's be
vrijdster beduidde haar, welken weg zij volgen
moest, keerde zich om en verdween om den
eersten den besten hoek.
Den haar aangeduiden weg volgende, kwam
Melanie op de marktplaats, waarop vele lo
gementen zich bevonden. Uit een daarvan
kwam een met vier paarden bespannen rijtuig.
Boven de deur prijkte het opschrift: „Kof-
fiehuis en posthuis." Melanie ging naar dit
buis toe, en bereikte het juist, toen een
moisje met een helder witten boezelaar voor,
en die den postwagen had nageoogd, naar
binnen wilde gaan.
„Kunt gjj mij wellioht ook zeggen," zoo
wendde Jdelanie z<eh tot het meisje, .wan
neer de post vertrekt, die naar Oöllnitz gaat
.Dan hebt gij liefst nog 10 uur tijd, me
juffrouw," antwoordde het meisje vriendelijk,
.Wilt gijniet in de wachtkamer komen?"
Of hebt gij liever een kamer alleen
Molanie nam den laatsten voorslag gaarne
aan en ging naar de haar aangewezen ka
mer.
.Wilt gij soms ook koffie?" vroeg het
meisje baar.
Melanie vroeg om koffie en eenig eten cn
begon, hadat het meisje zich verwijderd had,
haar lokken een weinig in orde te brengen.
Na een kwartier kwam het bestelde, wat
Melanie zich voortreffelijk liet smaken. On
der het eten, voelde zij in den zak harer ja
pon, en een oogenblik blijft zij stokstijf bit
ten, zij ontdekte, dat zij geen geld bij zich
had.
Zij herinnerde zich nn duidelijk, dat zij
op haar reis naar Göllnitz, deportemonuaie
in Laar mantelzak gestoken had. Ce gedachte
Na opening der vergadering, wordt over
gegaan tot installatie der nieuw benoemde
raadsleden, de heeren J. L. T. Groneman
V. Bakker Jz. en J. Schenkdie de gebruike
lijke eeden aflegden en daarna zitting namen.
Vervolgens worden de notulen der vori
ge vergadering gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde was nu het benoemen van
2 wethouders, in plaats van de aftredende
leden, de heeren: V. Bakker Jz. en Jb. Zijp.
Gekozen werden de beide aftredende leden,
ieder met zes stemmen. Door beide heeren
werd de benoeming aangenomen.
Hierna ging men over tot het benoe
men van een Ambtenaar van den Burger
lijken stand; herbenoemd werd met zes
stemmen, het aftredende lid, de heer F.
Bakker Js.
Hierna giug de raad in comité.
Na opheffing der geheime zitting was
aan de orde, hel vaststellen der jaarwedde
der onderwijzeres.
Vooizitter deelt mede, dat de tegen
woordige jaarwedde is f 550, maar dat f 20
gratificatie was toegezegd voor het meer
uren lts geven; dit besluit was door Ge
deputeerde Staten echter niet goedgekeurd,
voodat B. en W. nu voorstellen de jaar
wedde met f 50 te verhoogen en alzoo op
f 600 te stellen.
Hiertoe werd met algemeene stemmen
besloten.
Geen der heeren meer het woord ver
langende, sluit de voorzitter de vergadering.
Aan de j.1. Zondag te WIERIN
GERWAARD gehouden harddraverij werd
deelgenomen door 15 paarden.
De prijzen werden gewonnen door
Marie, eigenaar en berijder de heer
C. Waiboer Az., de eerste premie door
Emma eigenaar en berijder de heer A.
Sleutel Dz., de tweede premie door Jantje
eigenaar de heer R. D. Kaanberijder de
heer Jb. Zijp Hzde derde premie door
Model, eigenaar de heer P. D. Schenk be
rijder de beer J. Jimmink. Prijs en premie
bestonden in contanten.
Tot Wethouder der ge-
meente HEER-HUGOWAARD is her
benoemd de heer J. Swaag.
Voor de feestelijke ope-
niQg der cadettenschool te ALKMAAR,
op So dezer, is het navolgende program-
□u baar schuld niet te kunnen betalen, eu
geen geld te hebben voor haar reis naar
Göllnitz, maakte haar zeer benauwd.
Daar het hare gewoonte was, hare ringen al
tijd at te leggen wanneer zij zich terruste be
gaf, zag zij zich geheel ontbloot
van eenig middel om zich geld te ver
schaffen.
Melanie trok aan de schel, en vroeg het
binnenkomende meisje of zij mevrouw mocht
spreken.
.Mevrouw slaapt nog," antwoordde het
meisje, .erwas hier gisteravond een diner,
zoodoende is het laat geworden, maar mijn
heer is reeds wakker."
.Ik wilde liever mevrouw spreken," ant
woordde Melanie, na eenig nadenken.
.Goed, ik zal n waarschuwen, zoodra zij
op is."
Kwartier op kwartier verliep, en eindelijk
verscheen de met smart gewachte en toch
gevreesde vrouw. Het was een groote, kor-
pulente, zeer goed gekleede vijftiger, die een
zeer goeden en geestigen indrok maakte.
.Waarmede kan ik u van dienst zijn
vroeg de dame, nadat zij het meisje
nieuwsgierig van het hoofd tot de voeten had
opgenomen.
Melanie bad zich voorgenomen, vrij uit
te sprekeu, maar ODaanks haar voornemen,
klonk haar stem schuchter en aarzelend, toen
zij vertilde, dat zij tegen haar wil hier in
de stad gekomen was, en haar portemonnaie
per abuis kad achtergelaten. „Ik bevind mij
in een hachelijken toestand," besloot zij,
„want ik moet met de eerste de besto post
naar Göllnitz terugkeeren, waar ik bij mijn
heer Feszner logeer. Zoudt gij mij bet reia-
gtld niet willen voorschieten, ik zal het h da
delijk als ik thuis kom, terug zenden. Het
ergste is, ik heb niets bij mij, om u in on
derpand te geven."
De dame had, onderwijl zij Melanie aan
hoorde, den mond vast geslottn en liet niet
anders hooren dan „Zoo, zoo
„Uit principe leen ik niemand geld, juf
frouw," zeide zij, .overigens wanneer men
op reis gaat, steekt men toch zijn portemon
naie in den zak."
Er bleef voor Melanie niet anders over,
dan alles te vertellen, dat er 's nachts bij
mijnbeer Feszner was ingekrok n, en dat de
dieven Laar. uit vrees dat zij ken zou ver
raden hadden meegenomen, en aan een plaats
waar zij niemand kende, hadden neergezet.
„Zoo, zoo 1" luidde niet zeer troostrijk het
antwoord der vrouw, die de vreemde
geschiedenis niet Lest kon gelooven ,Nu ik zal
ma vastgesteld:
12 uur. lo. Opening der feestviering;
2o. groote duivenvlucht, vanwege de daar
bestaande vereeniging De Postduif; 3o.
ringrijden en sleuteltreklen door ongehuw
de paren, met paarden, aangespannen voor
tweewielige rijtuigen en om pnjs en premie
houtjesrapen door kinderen tan 10 12
jaar, jongens en meisjes om prijs en premie.
11/s nur. lo. Zakloopen voor mannen
boven 20 jaar, voor vrouwen boren 18 jaar,
voor jongens hoven 16 jaar, om prijs en
premie in contanten2o. hardloopen met
hindernissen voor mannen boven 20 jaar
en voor vrouwen boven 20 jaar, om prijs
en premie.
4 uur. Tobbenspel voor mannen boven
20 jaar, otn prijs en premie.
9 uur. Groot schitterend vuurwerk. Het
stedelijk muziekkorps, onder directie van
den heer J. M. Otto, zal gedurende de
feestelijkheden zich doen hooreD.
Het feest wordt besloten met een bal.
Te WIE RINGEN is opge
richt eene kiesvereeniging tut bevordering
der vrijzinninge beginselen, ook bij ver
kiezingen van leden der Tweede Kamer
en der Provinciale Staten.
Zondag 10 Sept. zal te
HOORN des namiddags op het Doelen
plein van wege de afdeeling Hoorn van
den sociaal—democratischen bond eene open
lucht-mei ting worden gehoudeu. Als spre
kers zijn, uitgenoodigd Domela Nieuwtnhuis
en Fortuiu.
Onder begunstiging van
het heerlijkste zomerweder had Maandag
1.1. te MEDEMBLIK de 1ste harddrave
rij van paarden, aangespannen voor twee
wielige rijtuigen, plaats, voorafgegaan door
een wedstrijd in het schoonrijden.
21 liefhebbers hadden zich voor den
laatsten wedstrijd aangemeld.
De jury kende de prijzen toe aan de
navolgende heeren
C. Broers te Benningbroek lsten prijs f25.
- J.jGroot te Sijbecarspel 2den prijs f10.
Jb. Wit te Twisk 3den prijs 5.
Aan de harddraverij namen 12 paarden
deel. Fe bruine Liesruin »Willem III",
eigenaar de heer C. Broers, en berijder C.
Broers van Benningbroek, won den prijs
van f 125. »Marianne", bruine merrie,
eigenaar de heer A. T. Witteveen te Rauwerd,
pikeur S. Wittevren, de eerste premie van
f 40 en „Vroolijk*, bruine ruin van den
heer Jb. Koopman teWerversboof,berijder de
heer C. Broers, de tweede premie van f 25.
Te GROOTEBROEK is
Maandag-ochtend uit eene sloot het 'rijk
je gevonden van een pasgeboren kind. Ee
ne zeventienjarige dienstbode heeft bekend
het kind in het water te hebben gewor
pen. De justitie van Alkmaar was giste
ren-middag ter plaatse tot nader onderzoek.
Na gehouden rekening en
verantwoording van de rederijkerskamer
Oefening kweekt Kennis' le BARSINGER-
HORN, is gebleken, dat het batig saldo
van de laatstgehouden tooneelvoorstelling ten
behoeve van het Sint-Nicolaasfonds voor
kinderen van minvermogenden aldaar, be
draagt de som van f 7.12®.
Zaterdag is te UTRECHT
het eerste geval van cholera asiatica voor
gekomen bij den aardappelhandelaar L., wo
nende aan de ZanJbrug aldaar. Zaterdag
morgen is hij ongesteld geworden en gis
terenmorgen om haltvijf overleden.
Als een waarschuwing zij eropgewrzen
schrijft het Utr. Dbldat de aangetaste
water had gedronken uit de singelgracht.
Twee meisjes uitHARLIN-
GEN, dochters van een visscher, zijn naar
Amerika vertrokken, om onder de Mor
monen worden opgenomen. Vooraf zijn ze
te Amsterdam onderwezen in de Engelsche
taal en in de beginselen van het Mormoonsch
even met mijn man er over spreken."
Er lag eerder een bedreiging, dan eeD
vertroosting in haro woorden.
Toen de dame in de wachtkamer kwam,
vond zij haar man in druk gesprek met een
voornaam er uitziend heer, die staande een
kop koffie dronk.
„Voor aebt uur is de politie-commissaris
niet op zijn kantoor," zeiddo de hotelier
„Zoolang zult gij geduld moeten hebben.
Denk eens vrouw," zoo wendde bij zich tot
zijn vrouw, „dezen nacht is er ingebroken op
bet landgoed Göllnitz de dieven hebben den
oude Fiszuer zevenduizend gulden en
„God beware me," riep de vrouw uit,
„Dan is bet dan toch waar, wat mij die
jonge dame op no 27 vertelde. Zij zeide mij,
dat de dieven haar met zich genomen had
den. -"
„Meegenomen?" viel baar heftig do vreem
de heer in de rede „Een jonge dame Waar
is zij Hoe ziet zij er nit
„Zij is hier in buis," antwoordde de waar
din, „ik wilde baar niet gelooven. Zij ziet
er anders bee'1 onschuldig uit, met haar fijn
gezichtje en met haar goudblond haar, maar
„Geen twijfel meer, bet is jnflrouw Ritt-
berg," riep de vreemdeling. „Ik moet de
juffrouw dadelyk spreken. Breng mij bij baar."
De jonge dame van no. 27 was door de
ze omstandigheden, in de oogen der dame
zeer in aanzien gerezen. „Ik zal haar
vragen," antwoordde zij, of de juffrouw
u op dit uur wil ontvangen, en mag ik uw
naam weten
„Mijn naam ia Maitland," was het onge
duldig antwoord. „Twjjfel maar niet, óe
juffrouw zal mij wel ontvangen."
Hij volgde de dame de trappen op. De
ze opende de deur van no. 27 zoo wijd, dat
slechts haar persoon er door kon, en Mait
land buiten blijven moest.
„Wanneer gij juffrouw Rettberg zjjt. is
daar een heer die u spreken wil. Hg noemt
zich Maitland."
Melanie's gelaat verried duidelijk, dat
baar dit bezoek niet aangenaam was, maar
tijd tot antwoorden werd baar niet gelaten,
de denr werd opengiduwd, de dame op
zijdo geschoven, en Maitlard liep cp het jon
ge meisje toe.
„Hce prijs ik bet gelukkig toeval, dat mij
u hier deid ontdekken!" r;<p bij, en er was
zooveel werkelijke vreugde cp zijn gelastte
zien, dat let Melanie niet mogelijk was tare
band niet tce te steken.
Daar de dame de kamer verlaten had,
zoo di i kie hij zijne lippen op Melanie's hand.Zij
Men meldt uit AMSTER
DAM.
Omstreeks half zes Maandagavond ont
stond er op de derde verdieping vau per
ceel do. 65 aan de Da Costa kade een
tamelijk ernstige brand door een ongeluk
met eon petroleum-toestel. De dienstbcde
zou de pap voor een klein kind gereed ma
ken, bleef met hare kleeren aan het toe
stel haken, en wierp het om. Onmiddellijk
verbreidden de vlammen zich zoo snel dat
de bewoners, een diamantslijper met zijn
gezin, de woning in allerijl moesten verla
ten. De brandweer spoedig ter plaatse, werk
te met een aantal slangen en had moei
wilde bare hand terng trekken, maar bij
hield haar stevig vast. „O, Melanie" zeide hij,
haar naar de sofa geleidend, .wat heb ik
sedert beden nacht, om uwentwille geleden."
De jonge dame bloosde en sidderde toen
zij gevoelde dat bet oogenblik der beproe
ving daar was.
„Melanie, dierbare Melanie, het kan u niet
verborgen gebleven zijn, dat ik u lief heb,
met eene liefde zooals ik nog nooit voor een
vronw gevoeld heb. Gij zult over mij kun
nen gebieden; ik wil de slaaf uwer wenscben
zijn. Laat ons voreenigd door het leven gaan,
niet door koude wettelijke banden, maar
door die edelen, sterke band der liefde, die
van die zoogenaamde ceremoniën en gewoon
ten Diet weten wil! Ik leg mijn vermo
gen, mijn leveD, mij zelf aan uwe vooten
neder. Uit een wensch en hij zal oogenblik-
kelijk vervuld worden. Neen geliefde, stoot
mij niet terug; laat u mij toch eenmaal aan
het hart drukken, dat voor u alleen klopt.'
Maar terwijl bij met wassende opge
wondenheid sprak, week Melanio terug. Hoe
zeer hij ook trachtte zijn woorden zoo aanlok
kelijk mogelijk te maken, Melanie verstond
bem zeer goed, en zij zag nu, dat alles waar
was wat men haar van Maitland verteld had.
te den voortgang vau het vuur te stuiten,
dat zich aan het dak van het belendend
perecel ging mededeelen. Door de bijl in
de daksparren te zetten, gelukte het haar
evenwel in weinig tijds het vuur tot de wo
ning, waar de brand was ontstaan, en den
daarboven gelegen zolder te beperkeD, en
hem eindelijk geheel te dooven. De ver
brande inboedel was verzekerd.
Op de tweede verdieping van het per
ceel lag eene dochter de» huizes, zwaar ziek
te bed. Door schrik overmand, verliet zij
in dezen gevaarlijken toestand, het bed,
om zich op straat te begeven. Door hare
huisgenooten werd zij bij eenen bloedver
want in de buurt onder dak gebracht.
Vergadering van denRaad
der gemeente Barsingerhorn, gehouden
op Dinsdag 5 September 1893, voorm.
10 ureD.
Tegenwoordig de heeren: G. Smit, G.
BeersJ. Blaauboer, D. Raat, J. Hoekstra,
en W. Rossendie tevens het voorzitters
schap waarneemt.
Allereerst gaat men over tot de beëedi-
ging der herkozen raadsleden, de heeren
BlaauboerHoekstra eu Beers.
Nadut zij de vereischte eeden hebben
afgelegd, worden zij door den voorzitter
geluk gcwenscht, waarna zij zitting ne
men.
Alsnu worden de notulen der vorige
vergadering gelezen eo goedgekeurd.
Aan de orde wordt gesteld de benoe
ming van twee wethouders ter vervaügiDg
van de beeren W. Rossen eD J. Blaauboer,
van welke de eerste door zijne aftreding
als zoodanig en de tweede door zijne af
treding als raadslid, ophoudt als wethou
der te fungeeren.
Na de stemming blijkt dat beide Hee
ren bij een eerste stemming 5 stemmen
hebben verkregen, terwijl één briefje in
blanco was ingeleverd.
Thans gaat men over tot het benoemen
van ambtenaien van den burgelijken stand.
Als zoodanig worden opnieuw benoemd
,de heeren: Rossen en Hoekstra.
Aangeboden wordt de begrooting dezer
gemeente voor 1894 met de daarbij be-
boorende stukken.
De voorzitter benoemt hierop tot leden
der commissie, belast met het voorloopig
onderzoek dezer begrooting, de heeren
Zij stond voor hem en rag hem aan met een
blik, waarin haat en aischnw te lezen stonden.
„O, ik weet wat u zoo ongenaakbaar maakt"
riep MaitLnd uit. „Gij hebt dtn baron von
Sturen lief. De adelyko titel streelt uwe
hoogmoedigheid. Was mij ten deel gevallen
wat mij van nature toekomt, dan Hij
lachte woest. „Kijk maar voor u," siste hg,
„eer gij mijne aanbiedingen afwijst, bedenk
dan wel, dat bet lot van uw broeder, ja dat
ook uw lot in mijne handen is. Uw naam
waarop gij zoo trotsch zijt. Waag het mij
te troticeren, zoo zal de wereld lachen en
zeggen: ze waa Maitland'a liefje, maar hij
was baar spoedig moede, en heeft haar weer
weggejaagd. Uw lot en dat uws broeders ia
in mijne banden!"
„Mijn lot, mijn naam in uwe hand?" riep
Melanie. „Ik kan bet wel begrijpen, dat het
lot mijn broeders in nw hand is, maar over
myn Eaam hebt gij geen macht. Gij zoudt
de wereld een lengen vertellen, dat ik Let
liefje van een man geweest was ,dien ik haat en
veracht."
Zij had Let hoofd hcog opgericht, hare
ocgen schoten vlammen, en Maitland had
baar, al gold al deze toorn en verachting
hem, er nog liever om.
„Melanie," antwoordde hjj half schertsend
half er ernstig, „wanneer gij mij tiotaeeren
wilt, moet ik u doen opmerken, dat ik niet
zonder grond dreig. Herinnert gij n niet
meer, wat gij mij gisterenavond hebt geant
woord? Het luidde: „Ik sta elk uur, naar
gij verkiest, tot uw dienst."
Melanie scheeB een paar oogenblikkeu
sprakeloos vau verrassing, toch toekende ha
re houding niet de minste beweging van
schrik of vrees.
„Gij zijt een duivel!" riep ze. „Maar ik
spot met al uwe duivelsehe kunsten. Mijn
weerzin voor uw daden is zoo groot, als
mijn haat en verachting. Al vielt gij mij
morgen te voet en beleed mg uw liefde e»en
rein en heilig, als zij nu valsch eu logen-
aebtig is, zoo werd ik liever een bedelar
es, ik zou u met evenveel verachting van
mij afstooten als nu."
Moedig liep zij Maitland voorbij en trok
aao de bel.
Ter zelfder oogenblik opende de dame
de deur. Haar vol en blozend gelaat, was
vuurrood van verontwaardiging; zij scheen
van toorn gezwolle te zijn, gelijk een kal-
kocnsche haan.
„Gij zult in mjjn huis niet Lnger beschimpt
en beleedigd worden, lieve juffrouw!" riep
zij uit, op Melanie toesnellende. „Vergeef mjj,
dat ik buiten geluisterd heb, maar toen ik u den
naam van dezen beer noemde, nam uw ge
laat (cn no toornige uitdrukking aan, en
die heer trad dadelijk zoo brutaal binnen,
dat ik bij mij zeil dacht, het kan geen kwaad,
wanneer ik in de nabijheid blijf. Hij zal u
niet langer beleedigen."
Melanie brak in tranen loa, en de dame
die inderdaad een goede vrouw was,
nam het heftig bewogen me<sje bij de hand
en zeide, teiwijl zij zachtjes het haar van
Melanie streelde, op moederlijken toon: „Wies
mcar ka m min kind. Gij zjjt een eerlijk,
deugdzaam meisje cn verdient, dat men u
in bescherming neemt. Mijn man zal u de
reiskosten voorschieten cn Daar Göllnizt bren
gen, opdat u onderweg geen leed overkome.
En gij minheer," wendde zij zich hef
tig tot Maitland", gij zult goed doen, met dit
huis cogenblikkelijk te verlaten, anders laat ik
n de tiop afgooien. Verstaat gij mg?"
„Jnffiouw Retttergl" zeide Maitland op
kalmen teon en zonder de dame met een
bilk te verwaardigen, „wij zullen elkander
wederzien, wanneer gij tot andere gedachten
gekomen zjjL*
„Nooit", riep Melanie, „nooit!"
Zonder een woord te zeggen verliet Mait
land de kamer. WORDT VER VOLGD.