Zondag 17 September 1893.
37ste Jaargang Uo. 27S1.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: §CHAOE]l, Laan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post £^3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer öct»
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente S c h a g e n.
Bekendmakingen.
nationaleIiilitie.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
J
61 NitlIS
MAAIT.
Ainrteiliü- k LullnvIliL
POLITIE.
Gevonden
2 loten van de Woerden-
sche paardenloterij.
Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter
Secretarie.
Ter Secretarie zijn inlichtingen te beko
men omtrent een op 1 Sept. 1893 in een
koffiehuis alhier achtergelaten
JAS.
Burgemeester en Wethouders der Gemeen
te SCHAGEN, brengen, ter voldoening aan
de derde alinea van Art. 26 der Wet op de
Nationalo Militie van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), ter kennisse van
de belanghebbenden, dat het overeenkomstig
Art. 25 dier Wet afgesloten Inschrijvings-
Register van 1893, voor de lichting 1894,
met de daaruit opgemaakte alpbabetiscbe
naamlijst, op heden ter Secretarie der Ge
meente voor een ieder ter lezing is neder-
gelegd tot en met den 20en dezer maand
van des morgens 9 tot des namiddags 4
ure.
SCHAGEN, den 12 September 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Wetb.
De Secretaris,
DENIJS.
Naar menonsuitvertrouw-
bare bron mededeelt ,zal de Fancy Fair
ten voordeele der vereeniging Liefdadig
heid naar Vermogen, te WIERINGER-
WAARD, plaats hebben op Zondag 22
October 1893, in een nader aan te dui
den lokaal en zullen de geschenken voor
dat doel eenige dagen te voren van huis
worden afgehaald.
Met het oog op het goede doel en op
den nood der tijden, zal het wel niet over
bodig zijn, belangstellenden vooral met
drang op te roepen, aan "deze zoo nuttig
werkende vereeniging hunne medewerking
te verleenen.
1)0 wopm hit noodlot
Roman van Curt Hoffmeister.
(Vertalingsrecht verzekerd.)
XXX
De zon was ondergegaan. Van uit bet zuiden
kwam een dikke zwarte lucht opzetten. Wie
op dit uur nog onderweg was, die bad re
den, zich ongerust te maken over die saam-
gepakte wolken; maar de ruiter, die den een
zamen landweg afging, bekommerde zich daar
niet om.
Het anders glimlachende en vroolijke ge
laat van Wolfgang, dien wij bier op zijn treu
rige tehuisreis wedervinden, was bleek en
bekommerd; zijn verloren hoop en zijn innige
smart hadden hem in weinige uren oogen-
schijnlijk jaren doen verouderen.
Altijd reed hij verder de eenzaamheid in
en telkens werd de duisternis dichter en
dichter. Lange en hevige windstooten lioten
zich hooren. De wolken kwamen met snellen
vaart nader. De bliksem flikkerde en verlicht
te het landschap fel, de daaropvolgende don
derslagen deden den grond dreunen en de
regen viel bij stroomen neder. De ruiter
moest somwijlen halt houden, om zich een
weinig te orienteeren, en dan schuddo bij
het hoofd, en meer en meer begon hij te begrij-
pendat hij, in gedachten verzonken,een zijweg
ingeslagen bad.
Daar dook eensklaps in het violetkleurig
licht van een bliksemflits dicht bij den straat
weg een laDg laag gebouw op. Zooveel Wolf
gang in de vluchtige verlichting kon onder
scheiden, was het een soort schuur, welke
met de open zijde naar den straatweg lag.
Hij steeg van het paard en bracht het onder
het dak dier schuur in veiligheid. Eensklaps
werd er aan het andere einde der schuur
een deur geopend en zag Wolfgang den don
keren omtrek van een menschelijke gedaante.
„Zijt gij het, Paul riep de onbekende.
Wolfgang liep op de geatalte toe. Voorbem
stond een oude, ruim zeventig-jarige vrouw
met sneeuwwit baar en armoedig, maar zin
delijk gekleed. Zij hield een flesch, waarop
een kaars brandde, in de hand.
„Het is Paul niet," zeide Wolfgang, tsr-
wijl hij de verschrikt Rchteruit wijkende
vrouw in baar woning volgde, „ik heb met
mijn paard slechts hier beschutting gezocht
tegen het onweder."
De oude vrouw staarde hem geruiraen
tijd sprakeloos in 't gelaat en monsterde hem
C. Blaauboer te WIERIN-
GERWAARD, die onlangs met gunstig
gevolg examen heeft afgelegd als leerling
machinist voor de Kweekschool van Machi
nisten te Amsterdam, heeft, als bijdrage in
de kosten van studie, de milde gift ont
vangen van II. M. de Koningin f 100 en
van H. M. de Koningin-Regentes f 50.
Was in het begin vandeze
week de handel in kool aan den LAN-
GEDIJK vrij vlug, het einde dezer week
bracht daarin eenige verandering. Er werd
minder omgezet tegen lager prijzen. Yoor
goede roode kool werd hoogstens f 5 be
steed, bloemkool gold van f3 14.
Veel bloemkool is er niet meer en wat
er nog is, heeft evenals alle koolsoorten,
dit jaar zeer veel te lijden gehad van de
zoogenaamde luiten, die zich in 1893 door
de voortdurende droogte in ongekende hoe
veelheid vertoonden. Wel heeft de late
kool Van deze plaag minder te lijden ge
had dan de vroege, doch flink van stuk
is ze toch niet geworden.
Woensdagmiddag ten vijf ure vertrok
het stoomschip Ada van Rolland van
Nieuwe Diep naar Texel. Op de reede in
de nabijheid van II. M. S. S. Genua ge
komen, verscheen olotseling een marine
sloep, bemand met 13 personen, van ach
ter genoemde oorlogsbodemdaar de al-
stand te gering was, kon eene aanvaring
niet uitblijven, niettegenstaande alle po
gingen. De sloep kwam recht voor den
boeg der Ada van Holland en sloeg om,
waardoor alle opvarenden te water geraak
ten en met den sterken stroom afdreven.
Door het flink optreden van den gezag
voerder en verdere equipage der Ada van
Holland, slaagden dezen er in, de geheele
bemanning der sloep te redden.
Aan de op Woensdag jl. ge-
bouden kolfwedstrijd te KOLHORN,
namen 28 heeren deel, waarvan twintig
waren opgekomen, uit de gemeenten. Z.Scbar-
woude, N. Niedorp, Winkel, Barsingerhorn
en Schagen. De overigen waren ingezete
nen. Er werd punten gekolfd. Over het
algemeen werd er slecht geslagen. Eenmaal
zelfs moest eene Serie van 2 genoteerd
worden. Een viertal deelnemers braken
toen van het hoofd tot de voeten.
„Neen, neen,* zeide zij als toch zich zelve,
„het is er geen van henzij kunnen wel de
kleeren van een voornaam man aantrekken,
maar zij zien er toch nooit als deze nit.
Neen, neen, het is geen spion."
In dit oogcnblik werd de deur geopend
en een man van buitengewone grootte trad
binnen. Met donkeren blik mat hij Wolf
gang-
„Wie zijt gij en wat wilt gij hier vroeg
hij op dreigenden toon.
„Ik zoek slechts een onderkomen tegen
den regen," antwoordde Wolfgang, „ik wilde
naar Villahof en ben van den weg ge
raakt."
„Naar Villahof?' riep nu de oude vrouw
uit en kwam vlak voor Wolfgang staan om
hem nog eens goed aan te zien. „Dan zijt
gij zeker een zoon van baron von Sturen
Ja, ja, gij gelijkt sprekend op hemook
hebt gij iets van uw moeder, maar gij ge-
ljjkt meer op uw vader."
„Gij hebt dus mijne ouders gekend vroeg
Wolfgang.
„Ja, ik kende beiden goed maar bet is
nu al ruim twintig jaar geleden, dat ik ze
voor het laatste zag. Leven uwe ouders
nog
„Neen, zij zijn beiden dood."
Van het gelaat van den reusacbtigen man
was, terwijl hij naar het gesprek luisterde,
de dreigende uitdrukking verdwenen.
„Gij herinnert u zeker mij niet meer, mijn
heer de baron vroeg hij. „Wjj hebben
elkaar laatst ergens ontmoet."
„Dat was in de achterkamer hij Mozes
Nathanson," zeide Wolfgang, die du den
man herkende, „en wanneer mijn geheugen
mij niet bedriegt, dan is uw naam RölliDg."
De reus legde veelbeteekeuend zijn vinger
op den mond.
„Ik vertrouw u volkomen, mijnheer de
baron," zeide hij, „want ik ken zekere per
sonen, jegens wie gij zeer edel gehandeld
hebt. Maar ik bid u, verraad aan niemand,
dat gij mij hier gezien hebt. De speurhon
den zijn mij op de hielen wegens een on-
beduidenden streek, welken ik voor «enigen
tijd uithaalde, en ik denk daarom een reis
over den oceaaD te maken.
„Wees er van verzekerd, dat ik niet den
verrader zal spelen," autwoordde W olfgang,
die zich eenig flauw begrip scheen te vorm-
men omtrent het beroep van dezen man.
„Ik wil er niet naar vragen, mijnheer Röl-
fiDg, wat of gij misdreven hebt, maar ik kan
niet nalaten mijn leedwezen uit te drukken,
dat gij zulke gevaarlijke wegen bewandelt.
Uw persoon boezemt mij belang in, ik ge-
hunne partij tijdens de derde Serie op.
De algemeeae totalen waren laag. 600/°
bleef beneden de 90 punten. Slechts een
achttal kwam boven de 100. Aangaande
de prijswinners en de prijzen het volgen
de
Prijs f 13, den beer Jb. Bakker te Winkel
(Groet) met 121 punten; le. Premie f 7.50
den beer G. Blaauboer te Kolhorn (Waard)
met 115 punten; 2e. Premie f 5. den heer
A. Kist te Zuid Scharwoude met 112 punten;
Serieprijs f 2.50, den heer A. Slotemaker te
Barsingerhorn, met 47 punteD.
Men schrijft uit AMSTER
DAM
De algemeene tentoonstelling der Hol-
landsche Maatschappij van landbouw, die
van Donderdag 14 tot Woensdag 20 dezer
te Amsterdam wordt gehouden, belooft zeer
belangwekkend te zijn. Het terrein achter
het Museum biedt eene uitstekende gele
genheid aan voor eene dergelijke expositie.
De ruimte geeft gelegenheid, het tentoon
gestelde zoo voordeelig mogelijk te plaat
sen en alles zijn waarde te geven. Groote
gebouwen voor de gelegenheid opgetrok
ken en bekappingen zijn over de terreinen
verdeeld en met name vóór het tentoon
stellingsgebouw van tuinbouwvooitbrengse-
len werd een groot gazon gespaard, dat
men thans bezig is tot een bloemtuin te
herscheppen, waarin ook de muziektent ge
plaatst is. Een der merkwaardigste nfdee-
Iingen der tentoonstelling zal ongetwijfeld
die der werkhuizen zijndorschwerktui-
gen, door stoom en paarden gedreven, pe-
troleummoloren (in 15 soorten), wanmo
lens enz., werktuigen voor de boter- en
kaasbereiding. Verscheidene werktuigen zul
len in beweging zijn. Ook trekken de aan
dacht inzendingen van rijtuigen, boerenwa
gens enz maar een lust voor kenner en
leek is de rijke verzameling ooft, waarbij
voor ons klimaat zeldzaam schoone drui
ven van den kouden grond, die in het
hoofdgebouw, dat zeer karakteristiek met
aan onzen landbouw ontleende gewassen
versierd is, zijn tentoongesteld.
- Onder de bekroonden op de
tentoonstelling te AMSTERDAM, der Holl.
Maatschappij van Landbouw, komen o. a.
voor:
voel sympathie voor u, en daarom valt het
mij zwaar u bij de verlorenen der maat
schappij te moeten tellen. Wanneer uw
vlucht u gelakt, en gij aan de andere zijde
des oceaans gekomen zijt, begin dan ook een
beter leven."
„Ik dank u voor uwe goede meening om
trent mij, heer baron," antwoordde Rolling,
„maar die zoogenaamde goedingerichte maat
schappij belet iemand beter te worden. Ge
loof mij, wat de grootste helft van ons in
het ongeluk stort, is gebrek aan hoop, wat
een zooals ik wederom tot een eerlijk man
zou knnnen maken, wordt ons ontnomen,
wij hebben nu eenmaal een misstap begaan, en
men belet ons den weg der ondeugd te ver
laten. Ik heb van u eenige aanmoediging
ontvangen en wanneer ik er ditmaal geluk
kig doorkom, zoo zal ik al bet mogelijke
doen, uw welgemeenden raad op te volgen."
„Ik hoop het voor u, beer Rolling, ik
geloof dat uw inborst goed en edel is. Doch
het onweder is bedaard, dos kan ik mijn
weg nu wederom voortzetten."
„Dan zal ik u zoover geleiden, tot gij
Villahof alleen vinden kunt," antwoordde
Rolling, „want ik ken hier alle mogelijke we
gen en paden."
De baron nam het aanbod aan. Hij wensch-
te de oude vrouw vriendelijk goeden nacht
en haalde zijn paard, dat hem door Rolling
werd afgenomen en aan den teugel wegge
leid werd, daar de doorweekte weg niet
berijdbaar was.
De elementen buiten, hadden uitgewoed;
de regen had zoo goed als opgehouden.
Terwijl de beide mannen zwijgend naast
elkander voortschreden, betrenrdo de baron
het, dat de eerbied voor de wet hem ver
bood, ook maar in het minste de vlucht te
bevorderen van een man, bij wien hij een
neiging tot berouw meende te bespeuren.
Maar bij dacht er over na of hjj niet op een
andere wijze iets voor hem kan doen.
„Mijnheer de baron", zeide Röling onder
weg, „ik weet dat gij in betrekking staat
tot een jongen man, Rettberg geheeten. Naar
bet schijnt, is hij niet meer in Berlijn. Weet
gij misschien toevallig hoe het hem gaat?"
„Hij logeert tegenwoordig bij den grond
eigenaar Festner in Göllnitz," antwoordde
de baron.
„Ha!" riep Rolling uit, terwijl hij zich voor
het boold sloeg, „dan is het de knaap die mij
verraden heeft! Wat Lad bij anders met dien
ouden schurk te doen?"
„Voor zoover ik weet." antwoordo Wolf
gang, „heeft Rettberg met den eigenaar van
Göllnitz een zaak ean de hand; er ia na-
meljjk sprake van eene aanzienlijke erfenis,
Karweizaad.le pr. J. Breebaart Kzn., Winkel.
Kanariezaad. le pr. O. Schaap, Winkel; 2e
pr. J. Breebaart Kzn., Winkel.
Wit mosterdzaad, le pr. D. Rezelman, An
na Paulowna.
Winterkoolzaad. 2e pr. J. Breebaart Kzn.
Winkel.
Boter, niet bereid in Rijnland of Deltland.
2e pr. A. Koorn, Hoogwoud.
Roode engelsche wintertarwe, le pr, O.
Schaap, Winkel.
Witte zeeuwsche wintertarwe, geteeld op
klei- of zavelgronden, le pr. J. Breebaart Kz.,
Winkel; 2e pr. O. Schaap, Winkel.
Witte engelsche tarwe, geteeld op klei-of
zavelgronden, le pr. J. Breebaart Kz. Winkel.
Chevaliergerst. le pr. J. Breebaart Kzn.,
Winkel; 2e pr. O. Schaap, Winkel.
Korte haver, le pr. J. Breebaart Kz., Winkel-
Deensche Propsteier haver, geteeld op klei.
of zavelgronden, le pr. J. Breebaart Kzn
Winkel.
Haver, hierboven niet gevraagd, le pr. O.
Schaap, Winkel,
Kleine groene of blauwe erwten. Je pr. O.
Schaap, Winkel.
Vale Erwten of capucjjners. 2e pr. O. Schaap,
Winkel.
Paardenboonen. le pr. J. Breebaart Kzn.,
Winkel.
Collectieve inzending van akkerbouwge
wassen var. landbouwers zelf gekweekt, le
pr. J. Breebaart Kzn., Winkel.
Vijf stuks Noord-Holl. Edammer (kleine
kaas), gemaakt in Mei of Juni 1893. le pr.
A. Eriks, Petten.
V(jf stuks Noordhollandsche Edammer
(kleine kaas), gemaakt na 1 Augustus 1893.
le pr. H, Waiboer Jbzn., Wieringerwaard; 2e
pr. C. Mosk, Schagerbrug.
Vflf stuks Noordhollandsche (Edammer)
kaas, het meest geschikt voor export, lepr.
A. Donker Pzn., Wogmeer, gem. Obdam; 2e
pr. K. Tensen Hzn. Schellinkhout; 3e pr. A.
Koorn, Hoogwoud.
V(jf stuks Noordhollandsche (Edammer)
kaas, gemaakt in eene fabriek, le pr. H.
Harp, Barsingerhorn 2e pr. A. Eriks, Petten;
3e pr. Kaasfabriek Bamestraz te Beemster.
Vijf stuks middelbare Noordhollandsche
(Edammer) kaas, in 1893 gemaakt, elk van
ongeveer 5 kilogram. 2e pr. gem. in Aug.
A. Eriks, Petten.
Vijf stuks commissiekaas, in 1893 gemaakt
elk van ongeveer 4 kilogram, le pr. gem. in
Aug. A. Eriks, Petten: 3e pr. C. Mosk, Scha
gerbrug.
Vijf stuks komünde Edammer kleine kaas,
gem. in Mei of Juni 1893, van ongeveer 2
kilogram. 3e pr. C. Zijp Azn.,Lambertschaag.
Drie stuks zoetemelksche Goudsche kaas,
in 1893 gewrongen, elk niet lichter dan 5
kilogram. 2e pr. gem. in Aug. A. Eriks, Petten.
Tweewielige rijtuigen. 2e pr. Jac Met, Heer
Hugowaard.
aan welke da gewezen adrokaatden jongen
man wil helpen."
Rolling scheen gerust gesteld. „Dan mag
Rettberg zich wel in acht nemen," merkte
hij op. „Ook mij heeft de oude halsafsnijder
eens aan een erfenis willen helpen. Het ein
de van het lied was, dat bij mij in de diep
ste ellende stortte. Alles, wat ik geworden
ben, heeft hij alleen op het geweten. Doch
ik wil die treurige geschiedenis niet aanroe
ren het maakt mij altijd razend!"
Eindelijk kwamen de wandelaars aan den
rijweg. „Dat is uw weg, mijnheer de baron,"
zeide Rolling staanblijvende. „Wanneer
gij dien volgt, dan komt gij bij een beek,
waarover een brug ligt; daarachter splitst de
weg zieb. Gij behoeft slechts links om te
slaan, dan komt gij aan Villahof."
„Ik dank u," zeide Wolfgang. „Doch nog
een woord, mijnheer Rolling. Ik vermoed
dat de oude vrouw, die ik bij u gezien heb,
nwe moeder is."
„Ja, mij heer de baron. Zij is teruggeko
men van daar, waar ik in mijn geluk wil gaan
beproeven, en nadat wij elkaar reeds lang
voor dood hadden gehouden, vonden wij el
kaar terug in het rampzaligste oogenblik,
toen ik voor mjjn vervolgers moest vluchten.
Maar zij wilde mij in het gevaar niet ver
laten en bee't mij naar een schuilplaats ver
gezeld, waar ik oogenblikkelijk voor vervol
ging meen zeker te zijn."
„Voor u zeiven, mijnheer Rolling kan ik
helaas niets doen," antwoordde Wolfgang,
„maar uwe moeder bied ik een gastvrij dak
aan op mijn landgoed. In de nabijheid van
Villahof heb ik een ledig huisje staan, het
welk ik voor haar bewoonbaar zal laten ma
ken. Daar kan zij blijven, zoolaug zij leeft.
Ik zal dadelijk de noodige bevelen geven;
wanneer nw moeder zich morgen op Villa
hof aanmeldt, zal zij haar nieuwe woning ge
reed vinden."
Rolling antwoordde niets. Hij drukte den
baron slechts zwijgend de hand. Daarop
scheidden zij.
XXXI.
Wolfgang besteeg zijn paard en reed lang
zaam op de hem aangewezen straat verder.
Een oer Da zonsopgang, bereikte bij Villa
hof. Nadat de rjjknecht hem het paard afge
nomen had, ging Wolfgang naar de eerste de
beste kamer en wierp zich daar op een stoel.
Zijn oude dienaar Hartwig was hem ge
volgd, en bemerkte met schrik de holle oogen
en bleeke wangen zijns meesters.
„Ik viees, genadige heer," zeide hjj zeer
bezorgd, „dat gij den geheelen nacht
niet te bed zijt geweest; zou het niet
goed zijn indien u een paar uur ging liggen?"
Boerenwagens, melkwagens, karren, gier-
karren enz. 2e pr. Jac Met, Heer Hugowaard.
HOORN, 13 September. Voor
de verkiezing ran esn lid der Provinciale
Staten van Noord—Holland zijn uitgebracht
1392 stemmen. Herstemming tusschen de
heeren Kool (lib.) met 477 en Zuurbier
(r.-k.) met 486 stemmen. De heer Zim-
merman (lib.) had 409 stemmen.
Na de plechtige opening
van de zitting der Staten-Generaal op a.
s. Dinsdag zal de Eerste Kamer des mid
dags te SVj ure eene openbare vergadering
houden.
Ook de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal zal a. s. Dinsdag eene vergadering
houden, te 3 nre 'snamiddags.
Maandag zou te Arnemui-
den een weduwnaar van 72 jaar met een
meisje van 28 lentes in het huwelijk tre
den. Alles was voor de plechtigheid in ge
reedheid, doch de man werd door zijne
kinderen uit het vorig huwelijk genood
zaakt van het huwelijk at te zien. Hij deed
dit en liet, wat zeker elders nog nooit
ward vertoond, den omroeper in de gemezn-
te dat besluit en de redenen, die er toe ge
leid haddrn, verkondigen.
„Het Ee rlijk Woord eens
Werkmanszoons».
Gelria schrijft
De bekende dichter van de Friescho
Volkspartij PI. te A. heeft in het Friesch
Volksblad weder een kind van zijn muze
het licht laten zien; verzen die trots den
verouderden vorm, en de lang niet onbe
rispelijke fractuur, trots menig rijmelaars
vlekje zelfs, toch een kracht, en een warm
te van gevoel ademen, dat wij er door
worden getroffen. Er leeft in dien een
voudige, wiens begrip van mooi een heel
ander is dan het onze, een forsch, diep
levan, waarbij het altijd de moeite waard
is, een oogenblik te blijven stilstaan. Wij
nemen eenige coupletten uit zijn gedicht
over:
Aan Mevrouw
Niet tegen U, Mevrouwniet tegen uw
lief kind
Is onze wrok gericht, maar d' aangeklee-
de apen,
„Ik kan toch niet slapen," antwoordde
Wolfgang. „Geef mij koffie."
De oude man bracht koffie en dekte zorg
vuldig de tafel voor het ontbijt. Hij wist
honderd kleine zaken te vinden om maar in
de kamer te blgven en zijn heer telkens ang
stig in het gelaat te zien.
Dit zwijgende aanzien, was Wolfgang in
zijn tegenwoordige stemming onuitstaanbaar.
„Laat mij alleen!" gebood hg strengende
oude man gehoorzaamde.
Toen deze het vertrek verlaten had, stond
Wolfgang van zijn stoel op en liep met
haastige schreden het vertrek op en neder.
„Het zal niet gebeuren," mompelde hij voor
zich heon. „Ik zal mij in de wereld be
geven; ik zal handelen, alsof zij mij nog be
lang inboezemt. Vriendelijke rust en huise
lijk geluk is mij ontzegd; zoo zal ik werk,
verstrooiing, genot zoeken.
Wolfgang wierp zich op een stoel neder,
gebruikte iets van hef ontbijt, opdat men het
niet onaangeroerd zou vinden en belde dan
wederom den ouden dienaar.
„Gij moet mg nu vergezellen, Hartwig."
zeide de baron, zijn hoed grijpend, „wij zul
len naar het berkenhnisje wandelen." Heer
en dienaar liepen het park door en sloegen
nadat zij dit verlaten hadden, een breed pad
in, hetwelk langs een beek liep, en naar
oen afgelegen dal leiddo. Bij den ingang van
dit dal stond een ateenen gebouwtje, inwelks
onmiddellijke nabijheid zich een berkenbosch
bevond, waaraan het huisje zijn naam ontleen
de. Voor het huis lag een kleine moestuin,
daarachter een heuvel dicht met gras be
groeid, en verder, een uitgestrekt bosch.
Het alleenstaande huisje, dat in zijn front
slechts drie vensters had, beheorde nog tot
Villahof.De baron nam de beide kamers en dein
het beneden gedeelte van bet gebouw gelegen
keuken in oogenschouw, en overtuigde zich,
dat alies in goede orde was.
„Ik heb een oude vrouw beloofd," wendde
hij zich tot Hartwig, „dat zij het huisje mag
bewonen. Zorg er voor, dat men uit het slot
de noodige meubelen en benoodigdheden hier
brengt om het bewoonbaar te maken. Waar
schijnlijk zal de vrouw beden nog komen.Ove
rigens kent gij haar wel, want zij heeft mijn
ouders goed gekend. Zij heet Rolling."
De oude staarde zijn gebieder een poos
aan.
„Vrouw Rolling?" riep hjj. „De weduwe
van den dorpsmid Doch neen, dat is
onmogelijk. De weduwe verdween voor
twintig jaar naar Amerika, en het heette, dat
zij daar gestorven was.'
„Van An.cnka bomt deze, en dus zal het
gcitcht van laar dood wel verzonnen zjjn."