Zondag 17 September 1893. 37ste Jaargang Uo. 27S1. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: §CHAOE]l, Laan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post £^3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer öct» Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente S c h a g e n. Bekendmakingen. nationaleIiilitie. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. J 61 NitlIS MAAIT. Ainrteiliü- k LullnvIliL POLITIE. Gevonden 2 loten van de Woerden- sche paardenloterij. Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Secretarie. Ter Secretarie zijn inlichtingen te beko men omtrent een op 1 Sept. 1893 in een koffiehuis alhier achtergelaten JAS. Burgemeester en Wethouders der Gemeen te SCHAGEN, brengen, ter voldoening aan de derde alinea van Art. 26 der Wet op de Nationalo Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), ter kennisse van de belanghebbenden, dat het overeenkomstig Art. 25 dier Wet afgesloten Inschrijvings- Register van 1893, voor de lichting 1894, met de daaruit opgemaakte alpbabetiscbe naamlijst, op heden ter Secretarie der Ge meente voor een ieder ter lezing is neder- gelegd tot en met den 20en dezer maand van des morgens 9 tot des namiddags 4 ure. SCHAGEN, den 12 September 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. A. HAZEU, Wetb. De Secretaris, DENIJS. Naar menonsuitvertrouw- bare bron mededeelt ,zal de Fancy Fair ten voordeele der vereeniging Liefdadig heid naar Vermogen, te WIERINGER- WAARD, plaats hebben op Zondag 22 October 1893, in een nader aan te dui den lokaal en zullen de geschenken voor dat doel eenige dagen te voren van huis worden afgehaald. Met het oog op het goede doel en op den nood der tijden, zal het wel niet over bodig zijn, belangstellenden vooral met drang op te roepen, aan "deze zoo nuttig werkende vereeniging hunne medewerking te verleenen. 1)0 wopm hit noodlot Roman van Curt Hoffmeister. (Vertalingsrecht verzekerd.) XXX De zon was ondergegaan. Van uit bet zuiden kwam een dikke zwarte lucht opzetten. Wie op dit uur nog onderweg was, die bad re den, zich ongerust te maken over die saam- gepakte wolken; maar de ruiter, die den een zamen landweg afging, bekommerde zich daar niet om. Het anders glimlachende en vroolijke ge laat van Wolfgang, dien wij bier op zijn treu rige tehuisreis wedervinden, was bleek en bekommerd; zijn verloren hoop en zijn innige smart hadden hem in weinige uren oogen- schijnlijk jaren doen verouderen. Altijd reed hij verder de eenzaamheid in en telkens werd de duisternis dichter en dichter. Lange en hevige windstooten lioten zich hooren. De wolken kwamen met snellen vaart nader. De bliksem flikkerde en verlicht te het landschap fel, de daaropvolgende don derslagen deden den grond dreunen en de regen viel bij stroomen neder. De ruiter moest somwijlen halt houden, om zich een weinig te orienteeren, en dan schuddo bij het hoofd, en meer en meer begon hij te begrij- pendat hij, in gedachten verzonken,een zijweg ingeslagen bad. Daar dook eensklaps in het violetkleurig licht van een bliksemflits dicht bij den straat weg een laDg laag gebouw op. Zooveel Wolf gang in de vluchtige verlichting kon onder scheiden, was het een soort schuur, welke met de open zijde naar den straatweg lag. Hij steeg van het paard en bracht het onder het dak dier schuur in veiligheid. Eensklaps werd er aan het andere einde der schuur een deur geopend en zag Wolfgang den don keren omtrek van een menschelijke gedaante. „Zijt gij het, Paul riep de onbekende. Wolfgang liep op de geatalte toe. Voorbem stond een oude, ruim zeventig-jarige vrouw met sneeuwwit baar en armoedig, maar zin delijk gekleed. Zij hield een flesch, waarop een kaars brandde, in de hand. „Het is Paul niet," zeide Wolfgang, tsr- wijl hij de verschrikt Rchteruit wijkende vrouw in baar woning volgde, „ik heb met mijn paard slechts hier beschutting gezocht tegen het onweder." De oude vrouw staarde hem geruiraen tijd sprakeloos in 't gelaat en monsterde hem C. Blaauboer te WIERIN- GERWAARD, die onlangs met gunstig gevolg examen heeft afgelegd als leerling machinist voor de Kweekschool van Machi nisten te Amsterdam, heeft, als bijdrage in de kosten van studie, de milde gift ont vangen van II. M. de Koningin f 100 en van H. M. de Koningin-Regentes f 50. Was in het begin vandeze week de handel in kool aan den LAN- GEDIJK vrij vlug, het einde dezer week bracht daarin eenige verandering. Er werd minder omgezet tegen lager prijzen. Yoor goede roode kool werd hoogstens f 5 be steed, bloemkool gold van f3 14. Veel bloemkool is er niet meer en wat er nog is, heeft evenals alle koolsoorten, dit jaar zeer veel te lijden gehad van de zoogenaamde luiten, die zich in 1893 door de voortdurende droogte in ongekende hoe veelheid vertoonden. Wel heeft de late kool Van deze plaag minder te lijden ge had dan de vroege, doch flink van stuk is ze toch niet geworden. Woensdagmiddag ten vijf ure vertrok het stoomschip Ada van Rolland van Nieuwe Diep naar Texel. Op de reede in de nabijheid van II. M. S. S. Genua ge komen, verscheen olotseling een marine sloep, bemand met 13 personen, van ach ter genoemde oorlogsbodemdaar de al- stand te gering was, kon eene aanvaring niet uitblijven, niettegenstaande alle po gingen. De sloep kwam recht voor den boeg der Ada van Holland en sloeg om, waardoor alle opvarenden te water geraak ten en met den sterken stroom afdreven. Door het flink optreden van den gezag voerder en verdere equipage der Ada van Holland, slaagden dezen er in, de geheele bemanning der sloep te redden. Aan de op Woensdag jl. ge- bouden kolfwedstrijd te KOLHORN, namen 28 heeren deel, waarvan twintig waren opgekomen, uit de gemeenten. Z.Scbar- woude, N. Niedorp, Winkel, Barsingerhorn en Schagen. De overigen waren ingezete nen. Er werd punten gekolfd. Over het algemeen werd er slecht geslagen. Eenmaal zelfs moest eene Serie van 2 genoteerd worden. Een viertal deelnemers braken toen van het hoofd tot de voeten. „Neen, neen,* zeide zij als toch zich zelve, „het is er geen van henzij kunnen wel de kleeren van een voornaam man aantrekken, maar zij zien er toch nooit als deze nit. Neen, neen, het is geen spion." In dit oogcnblik werd de deur geopend en een man van buitengewone grootte trad binnen. Met donkeren blik mat hij Wolf gang- „Wie zijt gij en wat wilt gij hier vroeg hij op dreigenden toon. „Ik zoek slechts een onderkomen tegen den regen," antwoordde Wolfgang, „ik wilde naar Villahof en ben van den weg ge raakt." „Naar Villahof?' riep nu de oude vrouw uit en kwam vlak voor Wolfgang staan om hem nog eens goed aan te zien. „Dan zijt gij zeker een zoon van baron von Sturen Ja, ja, gij gelijkt sprekend op hemook hebt gij iets van uw moeder, maar gij ge- ljjkt meer op uw vader." „Gij hebt dus mijne ouders gekend vroeg Wolfgang. „Ja, ik kende beiden goed maar bet is nu al ruim twintig jaar geleden, dat ik ze voor het laatste zag. Leven uwe ouders nog „Neen, zij zijn beiden dood." Van het gelaat van den reusacbtigen man was, terwijl hij naar het gesprek luisterde, de dreigende uitdrukking verdwenen. „Gij herinnert u zeker mij niet meer, mijn heer de baron vroeg hij. „Wjj hebben elkaar laatst ergens ontmoet." „Dat was in de achterkamer hij Mozes Nathanson," zeide Wolfgang, die du den man herkende, „en wanneer mijn geheugen mij niet bedriegt, dan is uw naam RölliDg." De reus legde veelbeteekeuend zijn vinger op den mond. „Ik vertrouw u volkomen, mijnheer de baron," zeide hij, „want ik ken zekere per sonen, jegens wie gij zeer edel gehandeld hebt. Maar ik bid u, verraad aan niemand, dat gij mij hier gezien hebt. De speurhon den zijn mij op de hielen wegens een on- beduidenden streek, welken ik voor «enigen tijd uithaalde, en ik denk daarom een reis over den oceaaD te maken. „Wees er van verzekerd, dat ik niet den verrader zal spelen," autwoordde W olfgang, die zich eenig flauw begrip scheen te vorm- men omtrent het beroep van dezen man. „Ik wil er niet naar vragen, mijnheer Röl- fiDg, wat of gij misdreven hebt, maar ik kan niet nalaten mijn leedwezen uit te drukken, dat gij zulke gevaarlijke wegen bewandelt. Uw persoon boezemt mij belang in, ik ge- hunne partij tijdens de derde Serie op. De algemeeae totalen waren laag. 600/° bleef beneden de 90 punten. Slechts een achttal kwam boven de 100. Aangaande de prijswinners en de prijzen het volgen de Prijs f 13, den beer Jb. Bakker te Winkel (Groet) met 121 punten; le. Premie f 7.50 den beer G. Blaauboer te Kolhorn (Waard) met 115 punten; 2e. Premie f 5. den heer A. Kist te Zuid Scharwoude met 112 punten; Serieprijs f 2.50, den heer A. Slotemaker te Barsingerhorn, met 47 punteD. Men schrijft uit AMSTER DAM De algemeene tentoonstelling der Hol- landsche Maatschappij van landbouw, die van Donderdag 14 tot Woensdag 20 dezer te Amsterdam wordt gehouden, belooft zeer belangwekkend te zijn. Het terrein achter het Museum biedt eene uitstekende gele genheid aan voor eene dergelijke expositie. De ruimte geeft gelegenheid, het tentoon gestelde zoo voordeelig mogelijk te plaat sen en alles zijn waarde te geven. Groote gebouwen voor de gelegenheid opgetrok ken en bekappingen zijn over de terreinen verdeeld en met name vóór het tentoon stellingsgebouw van tuinbouwvooitbrengse- len werd een groot gazon gespaard, dat men thans bezig is tot een bloemtuin te herscheppen, waarin ook de muziektent ge plaatst is. Een der merkwaardigste nfdee- Iingen der tentoonstelling zal ongetwijfeld die der werkhuizen zijndorschwerktui- gen, door stoom en paarden gedreven, pe- troleummoloren (in 15 soorten), wanmo lens enz., werktuigen voor de boter- en kaasbereiding. Verscheidene werktuigen zul len in beweging zijn. Ook trekken de aan dacht inzendingen van rijtuigen, boerenwa gens enz maar een lust voor kenner en leek is de rijke verzameling ooft, waarbij voor ons klimaat zeldzaam schoone drui ven van den kouden grond, die in het hoofdgebouw, dat zeer karakteristiek met aan onzen landbouw ontleende gewassen versierd is, zijn tentoongesteld. - Onder de bekroonden op de tentoonstelling te AMSTERDAM, der Holl. Maatschappij van Landbouw, komen o. a. voor: voel sympathie voor u, en daarom valt het mij zwaar u bij de verlorenen der maat schappij te moeten tellen. Wanneer uw vlucht u gelakt, en gij aan de andere zijde des oceaans gekomen zijt, begin dan ook een beter leven." „Ik dank u voor uwe goede meening om trent mij, heer baron," antwoordde Rolling, „maar die zoogenaamde goedingerichte maat schappij belet iemand beter te worden. Ge loof mij, wat de grootste helft van ons in het ongeluk stort, is gebrek aan hoop, wat een zooals ik wederom tot een eerlijk man zou knnnen maken, wordt ons ontnomen, wij hebben nu eenmaal een misstap begaan, en men belet ons den weg der ondeugd te ver laten. Ik heb van u eenige aanmoediging ontvangen en wanneer ik er ditmaal geluk kig doorkom, zoo zal ik al bet mogelijke doen, uw welgemeenden raad op te volgen." „Ik hoop het voor u, beer Rolling, ik geloof dat uw inborst goed en edel is. Doch het onweder is bedaard, dos kan ik mijn weg nu wederom voortzetten." „Dan zal ik u zoover geleiden, tot gij Villahof alleen vinden kunt," antwoordde Rolling, „want ik ken hier alle mogelijke we gen en paden." De baron nam het aanbod aan. Hij wensch- te de oude vrouw vriendelijk goeden nacht en haalde zijn paard, dat hem door Rolling werd afgenomen en aan den teugel wegge leid werd, daar de doorweekte weg niet berijdbaar was. De elementen buiten, hadden uitgewoed; de regen had zoo goed als opgehouden. Terwijl de beide mannen zwijgend naast elkander voortschreden, betrenrdo de baron het, dat de eerbied voor de wet hem ver bood, ook maar in het minste de vlucht te bevorderen van een man, bij wien hij een neiging tot berouw meende te bespeuren. Maar bij dacht er over na of hjj niet op een andere wijze iets voor hem kan doen. „Mijnheer de baron", zeide Röling onder weg, „ik weet dat gij in betrekking staat tot een jongen man, Rettberg geheeten. Naar bet schijnt, is hij niet meer in Berlijn. Weet gij misschien toevallig hoe het hem gaat?" „Hij logeert tegenwoordig bij den grond eigenaar Festner in Göllnitz," antwoordde de baron. „Ha!" riep Rolling uit, terwijl hij zich voor het boold sloeg, „dan is het de knaap die mij verraden heeft! Wat Lad bij anders met dien ouden schurk te doen?" „Voor zoover ik weet." antwoordo Wolf gang, „heeft Rettberg met den eigenaar van Göllnitz een zaak ean de hand; er ia na- meljjk sprake van eene aanzienlijke erfenis, Karweizaad.le pr. J. Breebaart Kzn., Winkel. Kanariezaad. le pr. O. Schaap, Winkel; 2e pr. J. Breebaart Kzn., Winkel. Wit mosterdzaad, le pr. D. Rezelman, An na Paulowna. Winterkoolzaad. 2e pr. J. Breebaart Kzn. Winkel. Boter, niet bereid in Rijnland of Deltland. 2e pr. A. Koorn, Hoogwoud. Roode engelsche wintertarwe, le pr, O. Schaap, Winkel. Witte zeeuwsche wintertarwe, geteeld op klei- of zavelgronden, le pr. J. Breebaart Kz., Winkel; 2e pr. O. Schaap, Winkel. Witte engelsche tarwe, geteeld op klei-of zavelgronden, le pr. J. Breebaart Kz. Winkel. Chevaliergerst. le pr. J. Breebaart Kzn., Winkel; 2e pr. O. Schaap, Winkel. Korte haver, le pr. J. Breebaart Kz., Winkel- Deensche Propsteier haver, geteeld op klei. of zavelgronden, le pr. J. Breebaart Kzn Winkel. Haver, hierboven niet gevraagd, le pr. O. Schaap, Winkel, Kleine groene of blauwe erwten. Je pr. O. Schaap, Winkel. Vale Erwten of capucjjners. 2e pr. O. Schaap, Winkel. Paardenboonen. le pr. J. Breebaart Kzn., Winkel. Collectieve inzending van akkerbouwge wassen var. landbouwers zelf gekweekt, le pr. J. Breebaart Kzn., Winkel. Vijf stuks Noord-Holl. Edammer (kleine kaas), gemaakt in Mei of Juni 1893. le pr. A. Eriks, Petten. V(jf stuks Noordhollandsche Edammer (kleine kaas), gemaakt na 1 Augustus 1893. le pr. H, Waiboer Jbzn., Wieringerwaard; 2e pr. C. Mosk, Schagerbrug. Vflf stuks Noordhollandsche (Edammer) kaas, het meest geschikt voor export, lepr. A. Donker Pzn., Wogmeer, gem. Obdam; 2e pr. K. Tensen Hzn. Schellinkhout; 3e pr. A. Koorn, Hoogwoud. V(jf stuks Noordhollandsche (Edammer) kaas, gemaakt in eene fabriek, le pr. H. Harp, Barsingerhorn 2e pr. A. Eriks, Petten; 3e pr. Kaasfabriek Bamestraz te Beemster. Vijf stuks middelbare Noordhollandsche (Edammer) kaas, in 1893 gemaakt, elk van ongeveer 5 kilogram. 2e pr. gem. in Aug. A. Eriks, Petten. Vijf stuks commissiekaas, in 1893 gemaakt elk van ongeveer 4 kilogram, le pr. gem. in Aug. A. Eriks, Petten: 3e pr. C. Mosk, Scha gerbrug. Vijf stuks komünde Edammer kleine kaas, gem. in Mei of Juni 1893, van ongeveer 2 kilogram. 3e pr. C. Zijp Azn.,Lambertschaag. Drie stuks zoetemelksche Goudsche kaas, in 1893 gewrongen, elk niet lichter dan 5 kilogram. 2e pr. gem. in Aug. A. Eriks, Petten. Tweewielige rijtuigen. 2e pr. Jac Met, Heer Hugowaard. aan welke da gewezen adrokaatden jongen man wil helpen." Rolling scheen gerust gesteld. „Dan mag Rettberg zich wel in acht nemen," merkte hij op. „Ook mij heeft de oude halsafsnijder eens aan een erfenis willen helpen. Het ein de van het lied was, dat bij mij in de diep ste ellende stortte. Alles, wat ik geworden ben, heeft hij alleen op het geweten. Doch ik wil die treurige geschiedenis niet aanroe ren het maakt mij altijd razend!" Eindelijk kwamen de wandelaars aan den rijweg. „Dat is uw weg, mijnheer de baron," zeide Rolling staanblijvende. „Wanneer gij dien volgt, dan komt gij bij een beek, waarover een brug ligt; daarachter splitst de weg zieb. Gij behoeft slechts links om te slaan, dan komt gij aan Villahof." „Ik dank u," zeide Wolfgang. „Doch nog een woord, mijnheer Rolling. Ik vermoed dat de oude vrouw, die ik bij u gezien heb, nwe moeder is." „Ja, mij heer de baron. Zij is teruggeko men van daar, waar ik in mijn geluk wil gaan beproeven, en nadat wij elkaar reeds lang voor dood hadden gehouden, vonden wij el kaar terug in het rampzaligste oogenblik, toen ik voor mjjn vervolgers moest vluchten. Maar zij wilde mij in het gevaar niet ver laten en bee't mij naar een schuilplaats ver gezeld, waar ik oogenblikkelijk voor vervol ging meen zeker te zijn." „Voor u zeiven, mijnheer Rolling kan ik helaas niets doen," antwoordde Wolfgang, „maar uwe moeder bied ik een gastvrij dak aan op mijn landgoed. In de nabijheid van Villahof heb ik een ledig huisje staan, het welk ik voor haar bewoonbaar zal laten ma ken. Daar kan zij blijven, zoolaug zij leeft. Ik zal dadelijk de noodige bevelen geven; wanneer nw moeder zich morgen op Villa hof aanmeldt, zal zij haar nieuwe woning ge reed vinden." Rolling antwoordde niets. Hij drukte den baron slechts zwijgend de hand. Daarop scheidden zij. XXXI. Wolfgang besteeg zijn paard en reed lang zaam op de hem aangewezen straat verder. Een oer Da zonsopgang, bereikte bij Villa hof. Nadat de rjjknecht hem het paard afge nomen had, ging Wolfgang naar de eerste de beste kamer en wierp zich daar op een stoel. Zijn oude dienaar Hartwig was hem ge volgd, en bemerkte met schrik de holle oogen en bleeke wangen zijns meesters. „Ik viees, genadige heer," zeide hjj zeer bezorgd, „dat gij den geheelen nacht niet te bed zijt geweest; zou het niet goed zijn indien u een paar uur ging liggen?" Boerenwagens, melkwagens, karren, gier- karren enz. 2e pr. Jac Met, Heer Hugowaard. HOORN, 13 September. Voor de verkiezing ran esn lid der Provinciale Staten van Noord—Holland zijn uitgebracht 1392 stemmen. Herstemming tusschen de heeren Kool (lib.) met 477 en Zuurbier (r.-k.) met 486 stemmen. De heer Zim- merman (lib.) had 409 stemmen. Na de plechtige opening van de zitting der Staten-Generaal op a. s. Dinsdag zal de Eerste Kamer des mid dags te SVj ure eene openbare vergadering houden. Ook de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal zal a. s. Dinsdag eene vergadering houden, te 3 nre 'snamiddags. Maandag zou te Arnemui- den een weduwnaar van 72 jaar met een meisje van 28 lentes in het huwelijk tre den. Alles was voor de plechtigheid in ge reedheid, doch de man werd door zijne kinderen uit het vorig huwelijk genood zaakt van het huwelijk at te zien. Hij deed dit en liet, wat zeker elders nog nooit ward vertoond, den omroeper in de gemezn- te dat besluit en de redenen, die er toe ge leid haddrn, verkondigen. „Het Ee rlijk Woord eens Werkmanszoons». Gelria schrijft De bekende dichter van de Friescho Volkspartij PI. te A. heeft in het Friesch Volksblad weder een kind van zijn muze het licht laten zien; verzen die trots den verouderden vorm, en de lang niet onbe rispelijke fractuur, trots menig rijmelaars vlekje zelfs, toch een kracht, en een warm te van gevoel ademen, dat wij er door worden getroffen. Er leeft in dien een voudige, wiens begrip van mooi een heel ander is dan het onze, een forsch, diep levan, waarbij het altijd de moeite waard is, een oogenblik te blijven stilstaan. Wij nemen eenige coupletten uit zijn gedicht over: Aan Mevrouw Niet tegen U, Mevrouwniet tegen uw lief kind Is onze wrok gericht, maar d' aangeklee- de apen, „Ik kan toch niet slapen," antwoordde Wolfgang. „Geef mij koffie." De oude man bracht koffie en dekte zorg vuldig de tafel voor het ontbijt. Hij wist honderd kleine zaken te vinden om maar in de kamer te blgven en zijn heer telkens ang stig in het gelaat te zien. Dit zwijgende aanzien, was Wolfgang in zijn tegenwoordige stemming onuitstaanbaar. „Laat mij alleen!" gebood hg strengende oude man gehoorzaamde. Toen deze het vertrek verlaten had, stond Wolfgang van zijn stoel op en liep met haastige schreden het vertrek op en neder. „Het zal niet gebeuren," mompelde hij voor zich heon. „Ik zal mij in de wereld be geven; ik zal handelen, alsof zij mij nog be lang inboezemt. Vriendelijke rust en huise lijk geluk is mij ontzegd; zoo zal ik werk, verstrooiing, genot zoeken. Wolfgang wierp zich op een stoel neder, gebruikte iets van hef ontbijt, opdat men het niet onaangeroerd zou vinden en belde dan wederom den ouden dienaar. „Gij moet mg nu vergezellen, Hartwig." zeide de baron, zijn hoed grijpend, „wij zul len naar het berkenhnisje wandelen." Heer en dienaar liepen het park door en sloegen nadat zij dit verlaten hadden, een breed pad in, hetwelk langs een beek liep, en naar oen afgelegen dal leiddo. Bij den ingang van dit dal stond een ateenen gebouwtje, inwelks onmiddellijke nabijheid zich een berkenbosch bevond, waaraan het huisje zijn naam ontleen de. Voor het huis lag een kleine moestuin, daarachter een heuvel dicht met gras be groeid, en verder, een uitgestrekt bosch. Het alleenstaande huisje, dat in zijn front slechts drie vensters had, beheorde nog tot Villahof.De baron nam de beide kamers en dein het beneden gedeelte van bet gebouw gelegen keuken in oogenschouw, en overtuigde zich, dat alies in goede orde was. „Ik heb een oude vrouw beloofd," wendde hij zich tot Hartwig, „dat zij het huisje mag bewonen. Zorg er voor, dat men uit het slot de noodige meubelen en benoodigdheden hier brengt om het bewoonbaar te maken. Waar schijnlijk zal de vrouw beden nog komen.Ove rigens kent gij haar wel, want zij heeft mijn ouders goed gekend. Zij heet Rolling." De oude staarde zijn gebieder een poos aan. „Vrouw Rolling?" riep hjj. „De weduwe van den dorpsmid Doch neen, dat is onmogelijk. De weduwe verdween voor twintig jaar naar Amerika, en het heette, dat zij daar gestorven was.' „Van An.cnka bomt deze, en dus zal het gcitcht van laar dood wel verzonnen zjjn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1