Cholera.
Uit en voor de Pers.
Gemenffd Nieuws.
Exodus 20 17.
Eerst kijkt Marinus, want bij was natuur
lijk de schrijver van den brief, erg schuin
dat zijn brief in verkeerde handen ie ge-
raakt, maar zijn „soldatenhart* wijst hem
toch zijn plicht aan. Geloodst door de be
schermende buurdame komt hij boven bij
de niet door hem bedoelde Geertje en vindt
de echtelieden in erg gespannen toestand
aan tafel zitten.
Na een kort militair saluut neemt de
marinier aldus het woord:
„Hoor eens, menschen, ik wil niet, d&t
jelui averij krijgt door dat voddige pampier-
tje, dat hier niet terecht is ik heb de jut
uooit aangeklampt, maar bedoelde het meis
je, waarmede ik geëngageerd ben."
Door de flinke taal van den militair
werd de jonge man zoo overtuigd, d-»t
hij zijn vrouwtje hartelijk kuste en dcu
militair een borrel aanbood, welke door
deze, als extra—oorlam niet werd versmaad.
Echo.
Te ROTTERDAM zijn in de ver-
loopen 24 uren een persoon aangeven
als lijdende aan Aziatische cholera en als
daaraan overleden geen, terwijl e e n ljj-
der is hersteld, zoodat zes personen in
behandeling blijven.
Yerder kwamen voor: te KRALIN
GEN, een nieuwgeval; 'e Oude Maas, een
gemeente bij Dubbelman, vermoedelijk één
geva'; te 's Ilage één gevalDe lijder te
L'itwellingerga, een schipper, is overleden.
In het Sophiaziekenhuis te ZWOL-
LE werd opgenomen een schipper, die
lijdende was aan hevige cholerine. Hij is
spoedig overleden. Voor alle zekerheid
werd hij in het ziokenhuis geïsoleerd en
is zijn beddegoed en toebehooren gedes-
bc3lRS I infecteerd.
De overledene had, zooals de meeste
schippers,de gewoonte het gracht- of pomp-
meegedeeld, omdat er naai onze opvatti°g
weinig overeenkomst bestond tusschen dien
perversen wreedaard en onzen sluwen op
lichter.
Thans komt echter datzelfde gerucht tot
ons uit den koker, die het in ieder geval
waard maakt om vermeld te worden. De
schriftelijke overleggingen tusschen onze
politie en de Engeïsche zooden het boven'
bedoeld vermoeden reeds tot groote waar
schijnlijkheid hebben gebracht. Er zonden
onder de bagage van De Jong behalve de
vermelde melische boeken ook medische
operatie-werktuigen zijn gevonden, waarvan
zooals men weet „the Ripper» zich bij zijn
moorden placht te bedienen. Aanvankelijk
hechtte de justitie hieraan weinig waarde
in de meening, dat ze slechts dienden, en
evenals de geneeskundige boeken, om zij
ne voorgewende qualiteit van dokter aanne
melijk te maken.
Men schrijft uit Amsterdam aan de N.
Rott. Ct.
Met iederen dag bijna komen nieuwe
bijzonderheden uit het veelbewogen le
ven van Hendrik de Jong aan den
dag.
Zoo heeft zich thans weder een dienst
meisje bij de recherche vervoegd om me
de te deelen, dat De Jong ongeveer een
jaar geleden veel bij hare moeder, die te
Utrecht woont, aan huis kwam en deze
op een goeden dag een fleschje onder dea
neus hield, met het gevolg, dat de vrouw
het bewustzijn verloor en bij baar ontwa
ken uit die verdooving esn huisvriend plus
eene som van f 800 verdwenen
▼ond.
De Jong, zich voor dokter uitgevende,
had haar vroeger reedt eens een kistje
met medicijnen ten geschenke gegeven. Op
dit kistje heeft de recherche
8ele&d-
Voorts is de politie nog een dames-
hoed in handen gevallen, welke De Jong wajer ongekookt te drinken.
Ie gelde moet hebben gemaakt reeds vóór
hij Sarah Juett en Marie Schmidt leer Je
kennen. Van welke vrouw deze hoed af
komstig was, ligt nog in het duis-
ter.
Onder het dagelijksche verhoor begint
De Jong zich met den dag kalmer te ge
dragen meermalen zegt hij, dat de beide
vermiste vrouwen wel binnen enkele da
gen van zich zullen doen hooren en men
hem dan zal moeten vrijlaten. Telkens
wanneer de denr opengaat om een nieuwen
getuige binnen te laten, verschrikt hij ech
ter en wacht in zenuwachtige spar.ningaf,
met wien men hem weder Z3l confrontee-
ren.
Ilerkeut hij den persoon, dan herkrijgt
hij weldra zijne gewone kalmte en schertst
hij zelfs wel met hem. Op dergelijke wij
ze, gedroeg hij zich bijvoorbeeld ook te
genover de vrouw, aan wie hij te Arnhem
de kleederen van Sara Juett verkocht.
Deze wilde evenwel van zijn gemeenzamen
toon niets weten en gaf min of meer te
kennen, dat De Jong ook haar eenmaal
bijna geworgd had, in eene zijner wreed
aardige buieD.
Een vrouwtje in verden
king.
Op een der drukke grachten van Am
sterdam woont een familie die dezer dagen
een vreemde ontmoeting had.
Een brievenbesteller bracht een brief,
geadresseerd aan (den waren naam
zullen wij natuurlijk niet noemen) Geertje
Janssen.
De brief was nn op naam van de vrouw
gezet, maar daar ze pas kort was getrouwd,
kon die brief door iemand afgezonden zijn
die met haar huwelijk nog niet was bekend
geworden.
Ze nam den brief dus aan en haastte
zich naar boven, waar manlief heel gezel
lig aan de theetafel zat.
De brief werd opengemaakt, maar al
dadelijk zag manlief, dat er iets aan ha
perde, daar de brief, hoewel zeer kort ge
steld, begon met:
„Dierbaar beminde Geert
Ook de korte inhoud gaf te kennen,
dat een aanbidder van Geertje, Marinus
geteekend, haar op een zeker tijdstip
weuschte te spreken.
Manlief zette ongeveer een gezicht als
iemand, die door een onhandig tandmee
ster gepijnigd wordt, en hoewel zijn vrouw
tje betuigde nimmer een Marinus te heb
ben gekend, ging hij toch minder prettig
gestemd naar zijn avondkantoor.
Daar zat de jonge vrouw en toevallig
een bezoek krijgende van een buurjuffer,
vertelde ze met teanen als tniten het ge
val en betuigde hare onschuld.
Deze dame die nog al wat men noemt
„haar op de tanden" beeft, besloot haar
te helpen. Ze las het korte briefje door
en herkende aan den stijl, ze had
er kaas van gegeten, een militair of
een zeeman.
's Avonds boodschappen doende, zag ze
voor een grooten naaiwinkel, door een be
kenden costumier gehouden, in een per
ceel eenige huizen verder, voor de denr
staan een kranig korporaal van de Mari
niers, in teeder onderhoud met een van
de naaimeisjes. Daar schiet plotseling iets
door het brein,
Neem me niet kwalijk, meneer, maar
mag ik even wat aan de juffrouw vrageu?'
„Ala je ganw nit mijn vaarwater raakt?
Jx' ia het korte antwooid van den mari
nier.
„Heet u misschien Geertje Janssen
vraagt ze stil aan de juffrouw.
Het antwoord lnidt toestemmend en na
tuurlijk is het paartje spoedig op de hoog
te vau de verwikkeling, die een nadeeligen
invloed dreigt te veroorzaken op de har- den, en wel
ij hof on-zachter. Zoo kunnen die verkleurde kippen
vatief-Kberele bezwaar - en dienst doen van een weerglas
gelijk werkt, de jongeren begunstigen
J v 1. 1 oiomhllfl we
de ouderen lichter van de stembus we
rend, het Roomsch-antirevoluhonai-
iVtP7 WfLlTT*
NocHan de eene, noch de andere
bedenking is, dunkt ons, waarde te hec
ten. Wat de tweede betreft, kan men
antwoorden, dat elk kenteeken ongel ij
werkt, daar het den een opneemt, den
ander uitsluit. Men zou op juist denzeli-
bezwaar kunnen maken te'
't voorzien in eigen
I >e Liberale partij en
liet Kiesrecht.
Onder dit motto gaf Het Vaderland
een viertal artikels, die ter wille van
hun rijken inhoud, jverdienen onder de
aandacht onzer Lezers gebracht te wor
den.
In het laatste dier artikels breekt de
Redactie van Het Vaderland een lans
voor de schrijfproef en schrijft:
Ook voor de schrijfproef zij het ons
vergund een lans te breken, of liever
voor het kenteeken van geschiktheid,
waarvan de aanwezigheid door de schrijf
proef wordt bewezen. Waarom niet lie
ver, merkte het Dagblad op, gevraagd
naar 't bewijs van genoten onderwijs
De opmerking van het conservatieve blad
is inderdaad zoo kwaad niet en blijft
geheel binnen den gedachtengang van het
ontwerp
Het bewijs te eischen, dat voldoend
lager onderwijs is genoten, ware alles
zins verdedigbaar, indien het maar niet
practisch onuitvoerbaar ware. Op zich
zelf toch is het juist gezien het mini
mum van kundigheden, dat ieders deel
kan en moet zijn, te vorderen voor de
uitoefening van het kiesrecht. Maar men
zou den eisch eerst kunnen stellen voor
hen, die thans nog 'op de schoolbanken
zitten, omdat men eerst hen in de ge
legenheid kan stellen een bewijs van
voldoend genoten onderwijs te erlangen.
En volkomen billijk zou het stelsel eerst
weiken, als het onderwijs zoo georgani
seerd is en aan getrouw schoolbezoek,
met of zonder leerplicht, zoo de hand
wordt gehouden, dat niemand een ver
ontschuldiging kan vinden om zijn kin
deren van geregeld onderwijs verstoken
te laten.
Ma.tr in de gegeven omstandigheden
is de eisch van te kunnen lezen en schrij
ven een surrogaat, waarmee we ons be-
helpen moeten, omdat het betere onbe
reikbaar is. Wie kan lezen en schrijven
geeft daarmede althans eenige aanwijzing,
dat hij onderwijs heeft genoten, eenige
aanwijzing, dat hij in staat is kennis te
nemen van hetgeen over de publieke zaak
wordt geschreven, terwijl de verplich
te aanvraag strekt om te bewijzen, dat
verwerven der kiesbevoegdheid op prijs
wordt gesteld en dat dus eenig besef
bestaat van de beteekenis van het kies
recht. Tegen de juistheid dezer bij uit
nemendheid liberale gedachte is niet veel
ingebracht, al bleek het ook gemakke
lijk de practische uitvoering, waarbij
men smadelijk van de schrijfproef ge
waagt, belachelijk te maken.
Ook hierom lacht dit kenteeken ons
toe omdat de invoering daarvan vanzelf
bij de voortschrijdende volksontwikkeling
tot uitbreiding van kiesbevoegdheid leidt.
Het schrikbeeld van den heer Rutgers,
dat men langs dien weg algemeen stem
recht verkrijgt,zoodra maar iedereen schrij
ven kan, dat is het juist wat aanlokt.
En als aan anderen kant wordt beweerd,
dat er zijn, die niet schrijven kunnen en
die toch eerder kiesrecht verdienen te
erlangen dan velen, die deze kunst wel
den grond
gen den eisch van
onderhoud, die ook voor jongeren g»
makkelijker na te komen is dan voor
ouden van dagen. Maar bovendien, wie
eenmaal de schrjjfkunst machtig is ge
weest, kan zich, al is hij wat oud en
stram, wel zooveel oefenon, dat hij een
aanvraag schrijven kan. En gelakt hem
dat niet, dan' is zijn schrijfkunst wel
nooit veel bijzonders geweest. Nog min
der geld voor ons de bedenking, dat
velen zullen weigeren de schrijfproef af
te legden. Met hen, wier belangstelling
zoo gering is, dat zij liever hun recht
willen verbeurmi, dan zich aan een eisch
der wet te onderwerpen, die hun een
kleine moeite oplegt, welke zij door een
geheel misplaatst gevoel van trots ver
nederend achten, behoeft de wetgever
niei te rekenen. Overigens is onze vries
niet groot, dat die geheel-onthouders
in hun stelsel zouden blijven volharden,
als de ondervinding hun de wrange vruch
ten daarvan zou doen proeven.
Verschillende amendementen zoeken
de schrijfproef te elimineeren door
eenig kenteeken aan te nemen, dat ge
schiktheid en welstand beide bewijst.
Dit is een vinding der „eerlijke" Grond
wetsuitleggers, die op deze manier for
meel met de Grondwet en regie zien te
komen. Intusschen wordt feitelijk in dit
stelsel een zekere mate van welstand
aangenomen als bewijs van geschiktheid
tevens, wordt met elke aanwijzing van
intellectueele geschiktheid gebroken en
werdt het Grondwetsartikel opgevat als
had het alleen aan zekere gegoedheid het
kiesrecht willen binden. 1 Dat zulk een
stelsel meer aan den geest der Grond
wet en aan de vrijzinnige beginselen ge
trouw en principieel beter verdedigbaar
is dan dat der Regeering weigeren wij
vooralsnog aan te nemen.
Voorzichtigheid.
Een rijke edelmoedige Amerikaan, op
een Zondag een godsdienstoefening bij wo
nende van kleurlingen, was zoo ingeno
men met de eenvoudige toespraak van den
predikant en de houding der hoorders, dat
hij een biljet van vijf dollars in het zak-
tje whrp, toen het voor de gewone col
lecte rondging. Zulk een bijdrage scheen
de diakens met verbazing te vervallen en
een hunner vertrouwde fluisterend het feit
van de ongewone gift den predikant toe,
die opstond en tot de kudde zeide
Geliefde broeder» en zusters in den Heere,
de collecte heeft de aanzienlijke som van
16 dollars en 59 cent opgebracht, a's ten
minste het biljet van vijf dollars, door
door dien blanken heer gegeven, niet valscli
2. Houdt uwe kinderen bezig. Laat
"hen spelen of werkei, maar nooit ledig-
loopen,
3. Maken u.ve kinderen wat drukte,
verbiedt hen niet.
4. Ontvangt gij bezoek, laat uwe
der zich dan elders vermaken.
5. Prijst of berispt uw kinderen
in tegenwoordigheid van vreemden.
6. Vordert onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid van nwe kinderen, maar maakt
het hua niet lastig; verbiedt en be
veelt alleen, wanneer het nnodzakelijk
kin-
met
1 Een noodzakelijke consequentie
schijnt, dat de uitoefening van het kies
recht dan zoo behoort geregeld te wor
den, dat persoonlijke invulling van het
stembiljet niet langer vereischt is. Ook
al een verfraaiing der Regeeringsvoor-
dracht
huismiddel.
gevallen een nut-
Het zout als
Kookzout is in vele
tig huismiddel. In spiritus brandewijn of
geest van salmiak, verwijdert het vet
vlekken. Wil men aarden of glazen va
ten snel afkoelen, dan zette men ze in
koud zoutwater. Een theelepel vol zout
in de peer van een petroleumlamp ge
strooid verhoogt de lichtkracht der pe
troleum. Om voorwerpen van messing te
poetsen, bedient men zich van met azijn
bevochtigd zout. Zwsrt laken blijft
zijn kleur behoudeu en krimt niet, wan
neer het in zoutwater gewasschen wordt.
Stroomatten en korven, ook gevlochten
stoelzittingen, zien er als Dieuw uit, na
dat ze roet zoutwater afgeborsteld zijn.
Om roestvlekken weg te krijgen,
laat men zout in citroensap onder de in
werking van de zonnewarmts oplossen en
wrijft daarmee de vlekken weg. Tapijten
blijven hun frissche kleuren behouden,
wanneer men ze vóór het vegen, met voch
tig zout bestrooit, of ze, na het kloppen
met lappen afwischt, die in zout water
vochtig gemaakt zijn. Hieruit ziet men,
dat het zout in het huishoudeu volstrekt
niet alleen dient, om spijzen tn kruiden.
Bier is veel minder scha
delijk dan jenever. Maar de stevige bier
drinkers, die beweren dat bier tevens voed
sel is, verspillen toch veel geld voor wei
nig voedsel. Prof. Strümpell van ErlaDgen
heeft de vorige week in het congres der
Duitsche natuurkundigen medegedeeld, dat
een arbeider in Beieren die dagelijksch 4
liter bier drinkt, daarin slechts 240 gram
koolhydraat en 32 gram eiwit ontvangt. Al»
hij voor hetzelfde geld (60 centen) brood
koopt worden hem daarin 2000 gram kool
hydraat en 250 gram verteerbaar biwit aan
geboden. Nog ruimer zijn de voedingsstof
fen voor dezelfde geldswaarde in boonen
en aardappelen aanwezig. De voeding der
bevolking zou dus wel wat beter zijn als
men het geld dat nu aan bier wordt be
steed, grootendeels voor brood, boonen en
aardappelen uitgaf. Maar brood is droog
en bier niet.
Kippen als barometer
Men verhaalt dat jaren geleden op een ten
toonstelling van pluimgedierte eenige inge
zonden kippen de bijzondere aandacht trok
ken wegens haar wonderbaarlijke kieuren-
maehtig zijn, dan wordt eenvoudig de pracht. Na een flinke regenbui wasdie kleu
renpracht echter verdwenen. De spotvogelk
die ze had ingezonden, had de veeren kun st-
matig gekleurd
Nu heeft een Duitsch geleerde, dr. Sauer-
mann, ontdekt, da', men de veeren van
vogels kan laten verkleuren door het toe-
dienen o. a. van Cayennepeper. Witte kip-
In hoofdzaak laat men overigens prac- pen werden dan vuurrood
onloochenbare waarheid uitgesproken, dat
een onfeilbaar juiste grenslijn tusschen
bevoegden en onbevoegden niet te trekken
is. Maar onfeilbaar is het dat de Jan Dop's,
om den vriend van den heer Rutgers tat
type te nemen, een kleine minderheid
uitmaken.
■■voornamelijk deze, dat het
monie in het huisgezin van haar bunrjaf- velen uitsluit, die er voor bedanken de
pu r ie kleur
tische bezwaren tegen het kenteeken gel- heeft de eigenschap van lichter of donker
trouw.
der te worden naarmate de weergesteldheid
is. Bij droog weder rs het rood schel, bii
schrijfproef at te leggen het conser- j vochtig en kond weder wordt het allengs
is.
Te B r n n, i n O o s t e n r ij k, h a d
in den vroegen morgen vac een dag der
vorige week een vreeselijk onheil plaats
De zeventigjarige juffrouw Marie Bodek
begaf zich "naar een binnenplaats achter
het huis, dat zij bewoonde, om water uit
den regenbak te halen. J wee grooss hon
den, aan den eigenaar der woning ze
kere Herbothofer toebehoorend en die
's nachts rondloopen, vielen op de oude
viouw aa i, wierpen haar op den grond en
scheurden haar de kleederen van het lijf.
Haar zoon, die hnlpgeioep hoorde en zsg
in welk een benarden toestand zijn moeder
verkeerde, snelde haar te hulp. Die hulp
kwam echter helaas reeds te laat, want
de ondieren hadden de oude vreuw reeds
verscheidene gevaarlijke beten toegeuracht
en haar stukken vleesch van het boven
lijf gerokt. Toen de honden den jongen
man ontwaarden, vielen zij op hem aan
en beten hem op geweldige wijze. Eerst
na groote moeite slaagde men er in, de
londen aan ketenen te leggen. Een genees
heer verleende de gekwetsten de eerste
hnlp; de arme julffrouw Bodek was echter
reeds stervende, toen zij in het hospitaal
werd opgenomen. De beide monsters wer
den onverbiddelijk doodgeschoten en't is zon
de en jamme dat dit niet reeds vioeger
is geschied, vóór zij in staat waren twee
menschen zoo toe te takelen, dat het een
het leven kost, terwijl Je ander wellicht
zijn gcheelen leven gebrekkig blijft.
Onlangs kwain de meest
gewaardeerde kinder-docter te Presburg
van een bezoek tehuis, dst hij aan een
aan diphteritis lijdend kind h*d gebracht.
Eer hij nog tijd had gehad om zich te ver-
kleeden en te ontsmetten, snelde zijn zoon
tje op hem toe en omhelsde en knstte hem,
hoe hij er zich ook tegen trachtte te ver
zetten. Twee dagen later werd het kind
ziek 3an de moordende kwaal, die het ook
teu grave sleepte.
De ongelukkige vader werd door dit ver
lies krankzinnig; hij verviel tot een toe
stand van razernij en stierf, voortdurend
roepende: „lk heb mijn kind gedood1*
De beklagenswaardige, die Bökh heette, werd
onder aleemeene en ongeveinsde blijken van
diepe deelneming ter aarde besteld.
Gesnapt.
Aan het station te RUINERWOLD is
door den inspecteur van dolitie van Mep-
pel en den gemeente-veldwachter Split van
Zwartsluis zekere W. 8. in arest genomen.
Hij was voornemens naar Groningen en
verder naar het buitenland te vertrekken
maar is thans verdacht van diefstal en
oplichterij, te Meppel in verzekerde bewa
ring gebracht.
Voor een week of zes had hij zijn intrek
genomen bij den winkelier L. te Meppel
met wien hij op reis had kennis gemaakt
en bij wien hij,hoewel voorgevende studentin
deletteren te Utrecht te zijn,zijn intrek nam,
zeggeude dat hij zeer gevoegelijk kost en inwo
ning kou genieten, daar hij toch slechts een
paar maal in de week te Utrecht behoefde te
zijn. Toen hij eenige dagen gehuisvest
was, miste de winkelier een som van pl.
m. f 550. De „student" verzocht echter
geen aangifte te doen bij de politie, hij
hield niet van die drukte en zou de scha
de wel voor zijn rekening nemen. Op lis
tige wijze wist hij, in plaats van het ver
miste te vergoeden, vau de familie L. nog
eenig geld te leenen bovendien.
De laatste dagen bevond S. zich te Zwart
sluis, waar hij zich bij een achtenswaar
dige familie had weten in te dringen. Een
anoyme brief en slechte geruchten omtrent
zijn persoon waren oorzaak dat hem de
deur werd gewezen. In de
gerde men hem een onderkomen
hij dien nacht te Zwartsluis
ven Den volgenden ochtend vertrok hij
met de eerste boot naar Meppel en moet
daar van zijn huisbaas weer geld hebben
weten los te krijgen en keerde toen per
boot naar Zwartsluis terug.
Hij huurde daar een rijtuig, om zich weer
naarMeppel te laten brenger,maar gaf den koet
sieronderweg last naar het station Ruiner-
wold te rijden. De burgemeester van Zwart
sluis, die hem even voor zijn vertrek naar
aanleiding van zijn zonderlinge handelwijze
en van de vreemde geruchten in verhoor
hadden genomen, achtte bet raadzaam de
politie te Meppel met het verblijf van S.
in kennis te stellen, hetgeen, xoosls boven
vermeld, tot zijne arrestatie leidde.
W. S. blijkt een oude bekende van de
justitie tezijn.
Tien geboden voor ou
de».
1. Gij zult nwe kinderen zelf opvoe
den. Wie zijn kinderen goed opvoeden
wil, moet boven hen staan, dat is, hij
moet in 't oog der kinderen de
macht zijn.
is.
7. Blijft steeds consequent en paart
onverbiddelijke standvastigheid en streng
heid aan liefderijke zachtheid.
8. Kinderen zijn geen speelgoed. Zij
zijn in zekeren zin wel de hoofdpersoon
in huis, maar laat hen daf nooit mer-
ken.
9. Hebt uwe kiuderen lief. Zij be
merken dat zeer goed met woeker geven
zij uw liefde terug; weest
nooit onverschillig omtrent hen
met woeker geven zij later uw onver
schilligheid terug.
10. Nogmaals„hebt uwe kinderen
lief."
Weer eendomme weddenschap.
Uit het Hongaarsche plaatsje Gutor
wordt melding gemaakt van een onzinni
ge weddenschap, die een matroos het
leven koste. Deze man, Daniël Vaszluhacz,
die op zijn ijzersterke msag vertrouwde,
vertelde aan zijn kameraads, dat er eigen
lijk geen cholera-epidemie in het land
bestond en hij bood, om dat beweren
te bevestigen, aan twee honderd pruimen
op te eten en, als hij pijn in zijn maag
mocht voelen, die met drie liters bier
weg te spoelen Er werd een wedden
schap aangegaan. Daniël zou honderd si
garen krijgen, als hij het kunststuk klaar
speelde. Onze maat at werkelijk de prui
men op, dronk het bier en rookte daarop
zegevierend een van de gewonnen sigaar
tjes.
Twee uren later moest een dokter ge
haald worden en in den morgen van den
volgenden dag stierf Daniël onder ver
schijnselen, die op cholera wezen. De man
liet onder anderennegen-en-
negentig sigaren na.
In de Hongaarsche ge
meente Gërömböly kon men de laatste
maanden dagelijks in een met wilde rozen
begroeid prieël nabij het kerkhof een ma
ger jong meisje vsn 17 jaar zien zitten,
dat daar den geheelen dag bleef zonder
spijs of drank, met het gelaat naar den
hemel gekeerd, woorden tusschen de lippen
prevelend, 's Avonds keerde zij met slee
penden tred naar huis terug. Julia Paulo-
vitz, zoo heette bet meisje, zeide dat daar
in het prieël de Heilige Maagd aan haar
verscheen.
Zondag was het de dag der „openbarin-
logementen wei-
a, zoodat
bleet omzwer-
was
gen." Honderden vromen, van heinde en
verre gekomen, kwamen dan naar de plaats
waar de geïnspireerde jonkvrouw het haar
door Maria toevertrouwde aan de menigte
openbaarde. De moeder van het meisje liet
haar stil haar gang gaan, want zij deed
geen slechte zaken met de „heilige* schu
ren en zolders van de sluwe boerin wer
den rijkelijk gevuld met de gaven der ge-
loovige bedevaartgangers. Ook mocht de gees
telijkheid er niet in slagen de bedrogeneu tot
andere gedachten te brengen.
Op den lOen 1.1. gebeurde er echter
iets bijzonders. Toen de op dien dag bij
zonder talrijke schare bedevaartgangers voor
het prieël aankwamen, zagen zij hun „hei
lige" in een doodshemd ïn haar lijkkist lig
gen. Diep bedroefd zat de moeder naast de
„doode" en vertelde aan allen, dat Maria
haar dochter bevolen had te sterven om
op den derden dag na haar dood, als zij
met den Heiland had gesproken, weer op
te staan.
Nu steeg de extase der menigte ten
top en de geestelijken der verschillende ge
zindten besloten voor goed een einde aan
deze comedie te maken.
Zij ontboden den rechter uit het nabu
rige Miskolcz, begaven zich naar bet be
wust prieël en lieten zich hier alles door
de moeder vertellen.
„Dat Julia gestorven is, is treurig
zeide de notaris maar het ergste is,
dat haar lijk, daar zij zoo plotseling zon
der geneeskundige hulp gehad te hebben
gestorven is, door den dokter, die spoe
dig zal komen, ontleed moet worden,"
Nauwelijks had de notaris deze laatste
woorden gesproken, of de overledene sprong
op, angstig roepend: „Niet ontleden, ik
zal dadelijk opstaan."
„En met ons medegaan,riep de gen
darme, die juist met den rechter ter plaat
se verscheen. En te midden van de alge-
meene ontsteltenis greep hij de bedriegster
vast, die naar het algemeene ziekenhuis
te Miskolcz werd gebracht, waar zij haar
straf verbeidt.
Is avond en het weer is slecht,
De lucht is dicht betrokken;
Tot wandelen kan zulk weer
Niet iedereen verlokken.
weg
Maar toch zie ik daar langs den
Een flinken kerel loopen
wat kan zoo'n man toch in dit weer
Tot uitgaan nu nog nopan?
Ha l 'k Zie het al, wie dat het is;
Het is een ongetrouwde,
Wien 't Jonggezellen leven vast
Tot dusver nog niet rouwde.
Waar gaat het hoen, mijn goede vrind
Naar 't woonhuis van uw vader?
Maar dat staat niet langs dezen weg
Dat is een beetje nader.