PLAATSELIJK NIEUWS.
Mijn Schagen.
iisra-szojsriDEM.
M arktberichten.
aan de nitnoodigipg zijner «gentel», die al
les in gereedheid brachten voor conc.rteu.
Hij moest zich gtweid aaudocn, w.nt
de beden zijner moeder schokten hem diep.
,,Je vertrekt, mijn Hans? Wanneer zie
ik u weder? Misschien Timmer..."
„Toch, moeder toch antwoordde hij
verstrooid en in zichzelven gekeerd. „Wie
weet, misschien kom ik vroeger t<=r«g, dan
n verwacht
De zomer was voorbijgegaan, ook de
herfst met storm en zonneschijn en afwisse
lende luimen van goed-en kwaadwilligheid
was geweken en had ten slotte voor de
plotseling intredende» winter plaats ge
maakt.
In het kleine huisje zag het er treurig
uit. De oude vrouw was weder ziek. Met iede-
ren vezel harer ziel hing zij aan haar zoon
en met een onschuldige afwerende bewe
ging had hij haar verlaten. Nu naderde
het nieuwe ja»r, de kerstboomen stonden
weder van hun tooi beroofd in den tuin.
En plotseling werd aan de deur van het
kleine hoisje geklopt, en Hans Handel trad
binnen en viel, als in den zomer, voor zijn
moeder op de knieën.
„Paar ben ik wederAlvorens ik voor
langeren tijd vertrek, wilde ik u nog een
maal zien."
Intusschen had Specia weder naar haar
viool gegrepen en gespeeld. Steeds luisterde
de oude vrouw toe, en haar hart beefde
bij de tonen. Het meisje bespeelde het
instrument als een meester. Altijd schoo-
ner werd het. Dikwijls ontlokte zij de
viool melodieëa die het hart van de oude
vrouw tot in zijn geheimsten schuilhoeken
schokten. En zij hield zich onledig met te
denken aan Hans en dan weder aan het
meisje. Zij beminde het thans, omdat zij
dat hoogschatte wat haar zoon hoogschat
te. Zij liet ook niet na, naar de bovenbu
ren te vragen, ofschoon zij niets liet blij
ken, van hetgeen er in haar hart om
ging.
„Zij speelde zoo den geheelen dag, schoon
en heerlijk, Hans totdat plotseling alles
verstomde. Sedert weken hoor ik haar niet
meer zingen en spelen. Het is stilgeworden
boven, zoo stil als bet graf."
Hij zeide niets. De volgenden dag
Nieuwjaarsdag stond hijjin zijn kamer,
toen herinnerde hij zich die woorden zijner
moeder en zij grepen hem geweldig aan.
Na de melodie „Waak op mijn harten
zingl» speelde hij een oud Nieuwjaars
vers
„Wij gaan daarheen en wandelen
Van 'i eene jaar in 't andere.
Wij leven en wij sterven
Van 'toude naar het nieuwe!"
En nogmaals bewoog zich de strijkstok
over de snaren, totdat plotseling, toen hij
midden in ophield, dezelfde melodie bo
ven hem klonk, ja, daar inzette, waar hij
was geëindigd en zoo zuiver, en sierlijk
stroomden de tonen uit het instrumeut,
dat de tranen hem bijna in de oogen
kwameu.
„Ah, ah, Specia, mijn Specia..." riep
hij opgewonden, wierp de viuol weg en
zonk luisterend in den stoel.
Maar nu werd het boven stil, doch na
eenige oogen blik ken hoorde hij, dat ie
mand de trap afkwam en de schreden
naar zijn kamer richtte.
Hans sprong op. Zij was 'tZijn ge
voel ztide het hem, hij wilde haar te
gemoet ijlen. Daar werd de deur geopend
en Specia stond voor hem, met de viool
in haar hand.
Zij beefde over het geheele lichaam,
de vleugels van baar scberpgeteekenden
neus trilden en zij strekte de handen uit.
„U, u, Specia Eu speelde je niet
boven?" riep Hiindel overgelukkig.
Zij knielde echter bij hem neder en
fluisterde deemoedig
„O, vergeef me en hier is de viool.
Toen ge weg gingt, greep ik weder naar
mijn beste vriedin, maar zij gaf mij niet
hetgeen ik zocht. Ik verlangde naar
anders geheel andere daar
Haar stem weigerde baar den dienst.
Hij echter richtte haar omstuimig op.
„Specia fluisterde hij.
Toen viel zij hem, zonder een woord
te spreken, om den hals en haar zachte
lippen drukten zich op de zijne.
Daar binnen in de andere kamer, zat
de oude vrouw. Ze scheen plotseling be
ter. Het nieuwe jaar had haar alles, alles
gebracht, waarnaar haar hart verlaug-
de Zondaqsbld. KI. Ct.
Een elfjarige jongen, die
Zaterdag bij Blackburn in Engeland, uit
ging om kastanjes te zoeken, liep door
een weide, wasr een stier graasde. Het
beest nam hem op zijn horens, wierp hem
her-en derwaarts en eindelijk over een heg
in het kreupelhout. Daar werd s' avonds
de arme jongen met gescheurde kleederen
en de beenderen gebroken, gevonden. Hij
stierf kort daarna.
Het was inden tijd, dat ie-
dereen den mond vol had van de proeven
van Kafft, Eding3 en geheel Weeuen van
Diets anders sprak dan van hypnose, sug
gestie, magnetisme, telepathie, clairvoy^nce
enz. Toen zat in de villa van den beken
de WeeDer advocaat dr. S. in Neuwaldegg
een klein maar uitgehztn gezelschap bij-
eeD, in verwachting van groote diugeu. Dr.
S. had reeds voor eenige dagen beloofdaan
zijne kennissen een jong meisje vcor te
stellen die reeds verbzende proeven h;d
afgelegd als somroabule. Nu was het hoog
geroemde medium daar, en in greote sp-n-
ning Zkgeu allee, gelcovigin ei oupe oovi-
gen, de komende wonderen tegenioi t. Met
medium, een zwak, bleek dametje ven 18
ja*», T>ra op e-n s'j-1 plaats; dr. S. trad
voor h at en maakte bekende bewegingen.
Na weinige seconden WjS zij ingeslapen.
Nu kwamen de proeven. De wijzers van
een horloge werden verzet, het horloge het
meisje op de borst gelegdzij wist nauw
keurig te zeggen, weiken tijd de wijzer»
aangaven. Zij zag nauwkeurig hoeveel en
wiens phr.tographiëu een der gasten in zijn
gesloten medaillon had, zij wist de meest
gehume g.meurteniss-n uit het leven van
dez"ii of gbueri te vertellen. Mt n stoud stom
vau verbazing.
„Mag ik ook eeue vraag tot het medium
lichten vroeg eene stem op den achter
grond.
„Zeker," luidde het aDtwoord.
De vrager trad naar vor-n.
Het was tden heer B., bankier en de
man eener schoone jonge vrouw, die op dit
oogeublik voor eeu kuur iu Franzensbad
was.
„Knot u mij ook zeggen," wendde hij
zich tot het medium, „wat mijne vrouw op
dit oogeublik doet
De diepe ernst, die op alle gezichten
stoud, maakte nu eensklaps een spottend
lachje, want men wist algemeen, dat de
heer B. vrecselijk jaloersch was, hoezeer hij
dat ook zocht te verbergen.
Eene pauze.
„Ik zie haar," begon hel medium zacht.
„Wat doet zij
„Zij zit op eeu fauteuil in hare ka
mer
„Is zij alleen
„Neen er is iemand bij haar.»
„Wie?" „Dat kan niet duidelijk
zien.
Eene pauze.
„Zij spreekt tot hem.» Wat zegt
ze
„Je bent een beste vent." - Zoo?
„Hij ligt aan hare voeten, nu staat hij op.,
hij zit op haren schoot.»
Den heer B. stond het angstzweet op
het voorhoofd. Dr. S. trad naar voren en
zeide „ik zal het medium wekkeu, ik weet
niet, of het haar niet schaadt, zoolang
„Neen, neen bracht de heer B. met
moeite uit, „nog maar een oogenblik
Het begon den ander, n gasten zonderling
moede te worden.
„Verder! wat nu drong de heer B.
aan.
„Zij streelt zijn haar zij kust hem
„Eeu verfoeilijke leugen," donderde de
heer B.
„Kalm, bedaard 1* riepen dejanderen bem
toe.
Het meeïuin vervolgde: Nu grijpt zij
naar de schaal die op tafel staal zij geeft
hem een stuk suiker hij lekt haar de
hand
„Nero!" riep de heer B. uit en schate
rend gelach steeg op in de kamer. De som
nambule ontwaakte. De heer B. sloop ter
zijde en wischte zich het zweet van het
voorhoofd. Het was hem opeens wonder
lijk licht te moede.
Paderewsky. Naast Chopin
is Paderewsky een ster der eerste grootte
aan den Poolschen muzikalen hemel.
Van concerten, die hem honderd gul
den opbrachten, is Paderewsky in drie ja
ren opgeklommen tot avonden, die hem
twaalfduizend gulden opleveren. Dit is te
meer opmerkelijk, daar hij alle kunstgrepen
versmaadt, waardoor bero emde virtuozen,
Liszt zelfs niet uitgezonderd, meermalen
getiacht hebben toejuiching en succes te
verwerven. Men weet bijv. dat Mozart in
zijn jeugd somtijds in het 'publiek stukken
speelde op een piano, waarvan de toetsen met
een dotk bedekt waren. De sensatiestukken
van Liszt werden dermate gezocht dat de uit
gevers hem van de eene stad naar de andere
nareisden, om de kopij er van machtig te wor
den. Tot zijne verontschuldiging kan echter
ingebracht worden, dat ook geen kunste
naar zooveel moeite gegeven heeftom te
vens de beste muziek populair te maken.
Hij speelde bijv. op de Weener concer
ten de symphouieëu van Beethoven, die
door geen enkel orkest naar den eisch wer
den uitgevoerd op zoo meesterlijke wijze,
dat de muziekkenners naLiszt's bezielende
voordracht moesten erkennen eerst daardoor
Beethoven's genie iu zijne ware grootheid
te hebben gewaardeerd.
Ook in dit opzicht zal Paderewsky zijn
grooten voorganger niet navolgen. Niet om
dat het hem zou ontbreken aan de gave,
om aau de piano het effect van een geheel
orkest te ontlokkeD, want juist die bezit
hij iu hooge mate; maar omdat het orkest
vau onze dagen zooveel hooger staat dan
voorheen en nu niet meer als vcór vijftig
jaar geleden te Weeuen de uegende symp-
honie van Schubert behoeft ter zijde te leg
gen sis volkomen onuitvoerbaar.
Paderewsky toont vooral zijn kracht in
de heerlijke arrangementen vau Liszt bij
liederen en operamelodiiën. Hij toont zich
daarin de evenknie vau dien uieesUrwant
even als Liszt zijn genie toonde in het op
vatten van de denkbeelden der groote com
ponisten en in het overzetten hunner or
keststukken in pianomuziek, zoo excelleert
Paderewsky in het geniaal weergeven dier
kunstwerken. Zooals Liszt zijn gelukkigste
oogenblikken had in zijne bewerkingen vsn
Magyaarsche meloditën met hare dweep
zieke motieven van Aziatische zigauneis,
waarin het natuurvolk zijn vreugde en leed
ongekunsteld weergeeft, zoo getft Pade
rewsky die verrukkelijke Horgaarsche volks
muziek weer op eene wijze, die den toe
hoorder het geheele zigeunerleven doet ge
voelen en aanschouwen. Ook iu f'e techniek
bekoelt hij voor Liszt niet te wijkeD, maar
overtreft hem zelfs in zijne fijne toonnusn-
ccerii gen.
P..denwsty hitft eerst tp i m.-lreiks der-
tigjarigcu ltiliijd eene algemeene beroemd
heid verworven. In dit opzicht verschilt
zijn loopbaau veel vau die van Liszt, die
reeds als knaap de lieveling was van ge
heel Europa. Op zijn zestiende jaar had
hij reeds f 50,000 verdiend. Thans is Pa
derewsky evenwel terdege op weg, om zoo
wel iu de kunst als in het meer stoffelijke
een hoog standpunt te bereiken.
Een akelig bloedbad. Het
dorp Burlingham (New-York), gelegen
aan den voel der Shawangunk-bergen, is
letterlijk in oproer gebracht, door een se
rie van ontzettende misdaden, waarvan de
daderes een jong vronw zou zijn.
P»ul Hallidsy, landbouwer van beroep
en sedert eenigen tijd weduwnaar, had
zich onlangs met een joDge vrouw, die als
dienstbode bij hem was gekomen, voor de
tweede maal in den echt begeven. Wei
nig tijds 1 .ter werd het huis van Halliday
door een hevigen brand in de asch ge
legd en kwam een zoon uit het eerste
huwelijk in de vlammen om. De vrouw
van Hallidsy werd aangehouden onder de
zware beschuldiging zelve den brand te
hebben aangestoken en daarna werd zij
naar de gevangenis van het district Oran
je overgebracht. Maar zij s'aigde er in
zich voor krankzinnig te doen doorgaan,
met het gevolg, dat zij naar een gesticht
werd overgebracht en kort daarna als her
steld ontslagen, naar, haar man terug
keerde.
Maar nu gebeurde het dat Halliday
eensklaps op-geheimzinnige wijze verdween,
zonder dat men iets meer van hem hoorde,
terwijl zijn vrouw niets anders beweerde,
dan dat hij te Bloomingburg was gaan
werken, welke bewering geheel bezijden
de waarheid werd bevonden. De vrouw vau
Halliday werd onder bewaking gesteld en
toen Let uitlekte, dat zij aan haar buren
een middel had gevraagd om bloedvlekken
weg te maken, werd zij in verzekerde be
waring gesteld, terwijl een huiszoeking
werd gelast. Men ontdekte toen in de
schuur onder een hoop hooi, de lijken
van twee vrouwen, die respectievelijk 45
en 20 jaar oud bleken te zijn. Zij kon
den ongeveer 4 dagen geleden vermoord
zijn geworden beide lijken toonden aan,
dat de dood het gevolg was van een aan
tal revolverschoten, terwijl dat van de oud
ste der vrouwen niet minder dan 8 kogel-
wonden vertoonde'
Een nauwkeurig onderzoek is ingesteld
en geen enkel middel zal gespaard wor
den om dit somber geheim te ontsluieren.
Tot heden was het echter onmogelijk de
identiteit der beide lijken vast te stellen.
In het huis var. Halliday vond men een
bed, letterlijk gedrenkt iu het bloed en
waarvan de matras door verscheidene ko
gels was doorboord. Men maakte er uit
op dat beide vrouwen in haar slaap ver
moord zijn. De geneesheeren, die de lijken
schouwden, zijn van meening dat de vrou
wen niet terzelfder tijd zijn vermoord.
Volgens hen was de oudste al acht da
gen dood en de jongste drie of hoogtens
vier dagen. Ondanks de ijverigste naspo
ringen is het niet mogelijk geweest het
spoor van Halliday te ontdekken. M.-.ar
in een oven bij het huis vond men een
hoopje reeds verkalkte beenderen, waaruit
wordt besloten, dat de vrouw, na haar
man vermoord te hebben, zijn lijk in den
oven heeft verbrand.
De beenderen zijn zorgvuldig bij elkaar
gezocht en de geneesheeren zullen moeten
oordeelen of zij behoord hebben aan een
man, dan wel aan een of ander dier.
Wat de vrouw van Halliday betreft,
steeds meer en meer verdenkt men baar
al deze misdaden gepleegd te hebben en
men ia zeer bevreesd dat het opgewonden
volk de lycbwet op haar zal toepassen.
Vau het oogenblik harer arrestatie af, si
muleert zij waanzin, wat haar zoo gelukte,
toen zij drie jaar geleden het huis vau
haar man in brand stak eu zij willens en
wetens oorzaak was, dal een harer stief
zoons in de vlammen omkwam. Men be
weert, dat zij een zigeunerin is van oor
sprong. Zeker is bet dat het niet moge
lijk is geweest tot heden een enkel woord,
een enkele verklaring uit haar te krijgen.
Wanneer men haar ondervraagt simu
leert zij een aanval van waanzin. Men
heeft ze willen fotogiafeeren maar het is
niet gelukt.
Eeu voortgezet onderzoek in de woning
von Halliday deed het lijk van den man
vinden, ongeveer 5 duim onder den grond
verborgen.
Zijn lijk vertoonde een kogelwonde in
de hartstreek. Het lichaam was in verge
vorderden staat van ontbinding en het is
dus zeer waarschijnlijk, dat juffrouw Hal
liday haar man vermoord heeft vóór Mar-
garet Mac Quillan en haar dochter, de
beide vrouwen wier lijken onder het hooi
gevonden werden. Halliday behoorde tot
het groots leger der Republiek en hij is
den ook met militaire honneurs begranu.
Het is zoo goed als zeker, al legtjutfrruw
Halliday geen enkele verklaring af dat zij
de drie misdaden gepleegd heeft. Maar
het is onmogelijk op het oogenblik de re
den aan te geven, die haar tot het plegen
dier misdaden heeft geleid.
De ontaarde vrouw is zwaar geboeid en
ouder sterk geleide naar de gevangenis
van Montecello (Sullivan) overgebracht.
Dat had h ij vanzijn goed-
doen. Een bejaard dokter te Londen, die
van zijn renten leeft, bracht gewoonlijk
den winter te Rome door en hield dan
steeds iu hetzelfde logement verblijf. Een
jong Italinansch kellner verzocht hem daar
eens, hem een betrekking in Engeland te
wi len bi zorgen, daar hij gaarne wat meer
in de wereld wilde vooruitkomen. De goed
hartige, oude heer gaf zich veel mueile en
kreeg werkelijk den jong»n man in de stad
Liverpool geplaatst. Men was zeer tevre
den over de jongen Italiaan en alles ging
uitmuntend, tot hij op zekeren dag dood
uit een kanaal werd opgehaald.
De wakkere dokter deelde per brief het
trenrig bericht aen de ouders mede en
staarde hun de eigendommen van den
jorrgen en diens verdiende loon.
Het antwoord, dat de oude m n kreeg,
had hij zeker niet verwacht; „dat hij hun
zoon had vermoord.' Zij zouden wraak ne
men, zoodra de Engelsche heer weder naar
Rome kwam. Deze had reeds toebereidse
len voor zijn reis gemaakt, maar vond
het na toch voorzichtiger, om eerst san
zijn oode bekende, den logementhouder,
te vragen, wat deze hem zou raden te
doen. De logementhouder was eerlijk man
genoeg, om de reis naar Rome bepaald af
te radeD, daar de bloedverwanten van den
jongenman zeker hun bedreiging zouden
ten uitvoer brengen.
De goede dokter is daar zijn adres
bekend is thans heel bevreesd, dat de
eene of andere Italiaan hem te Londen zal
komen opzoeken, om hem naar hel leven
te staan.
De Spaansche anarchist
Pallus heeft den laatsten dag en nacht
voor zijn terechtstelling voortdurend ge
sproken over de anarchie. Hij uitte den
wensch naar een burgelijke begrafenis
en vroeg den prefect te verhinderen,
dat de politie-agenten de arbeiders mis
handelen, daar zij de eerste slachtoffers
der aanstaande revolutie zouden zijn. Hij
weigerde eiken kerkelijken bijstand.
Pa lias was ontroerd toen bij zijD drie
kinderen tot afscheid omhelsde maar hijbe-
rispte zijn vrouw en zijn moeder, die hem
smeekten te biechten, verklarend dat zij
zeer goed wisten, dat hij atheïst was.
Hoewel het beven zijner handen en
het trillen zijner oogharen zijn ontroe
ring bewezen, legde hij in de laatste
oogenblikken het grootste cynisme aan
den dag. Bij het verlaten zijner cel zong
hij een anarchistisch lied. Hij weiger
de te knielen gedurende bet voorlezen
van zijn vonnis, dat hij teekende met de
verzekering dat de anarchisten hem zou
den wreken.
Hij stribbelde tegen om de kapel bin
nen te gaanop de aanmaningen der
almoexeniers en der priesters antwoord
de hij, dat hij niet geloofde in God. Hij
verzocht zelf „vuur" te mogen comman-
deeren.
Treurige toestanden.
De dienstbode Anna Böhm, te Seifers-
au, in Siberie, een mooi, een-en-twin-
tig-jarig meisje, beviel eenigen tijd gele
den van een kind en was met 't arme
wurm in bittere ellende geraakt, want
de vader van het kind, die bij de hout
vesterij werkzaam is, weigerde bepaald
eenige ondersteuning te geven en de
bloedverwanten van bet meisje, dat haar
betrekking bad verloren, hadden zelf
aan 't noodigste gebrek. In haar ver
twijfeling besloot de ongelukkige jonge
moeder zichzelve en haar kind van veer
tien weken van kant te maken, waardoor
zij te gelijkertijd aan eene bestraffing
wegens diefstal van levensmiddelen en
kleedingstukken wi'de ontkomen. Op eene
of andere wijze wist Anna aan een re
volver te komen, verpletterde door een
schot den schedel van haar kindje en
joeg zich zelve een kogel in het hoofd.
Men bracht de diep beklagenswaardige
vrouw en het lijkje naar een hospitaal.
Er bestaat niet de minste lioop, dat de
zelfmoordenares in het leven zal kunnen
blijven. De ellendeling, die mede schuld
had aan deze wandaad, wordt terecht
door zijn medeburgers diep veracht.
De Wielerwedstrijd, uitgeschre
ven door de Schager Wielrijdersclub, had
Zondag 8 October plaats. 12 rijders na
men aan den wedstrijd deel en dit getal
zou zeer zeker verre overschreden zijn,
zoo niet op denzelfden datum, de wed
strijden te Purmerend waren uitgeschre
ven geworden, woordoor eenige rijders,
die reeds toezegging gedaan hadden,
niet waren opgekomen.
De le prijs werd gewonnen door den
heer A. B. Vlug, van Utrecht, de twee
de en derde prijs, door de heeren, I).
Rozendaalen C. Igeszbeiden van Hoorn.
De prijzen bestonden in kunstvoorwer
pen.
Een talrijk pnbliek was opgekomen,
om dezen interressanten en voor de mees
ten nog nieuwen kampstrijd te aanschou
wen. Na afloop van den wedstrijd, wer
den de' prijzen uitgereikt ten locale van
den heer Blauw, alwaar door den
Yoorzitter, den heer Soep, den overwin
naars in 't bijzonder en allen aanzitten-
den in 't algemeeu eenige hartelijke
woorden toegesproken werden,en hun „tot
weerziens te Barsingerhorn" werd toege
roepen.
Onze voormaligeplaats-
genoot, de Heer J. Borstlap, staat me
de op het zestal voor kapelmeester bij
het regement infanterie te Leiden.
34 sollicitanten hadden zich voor de
ze betrekking aangegeven.
Maandag 9 Oct. '93 LI. werd
onderhands aanbesteed het bouwen van
een stal, achter het perceel „Zte Mo
riaan* op de Marktplaats alhier, toebe-
hoorende aan de heeren Dorbech en Wa
genaar, en bewoond door G. Mooij.
Ingeschreven was door de heeren
C. Visser "d. f074.
C. N. Vlaming f 596.
Voorman 1595.
en D. Kramer f 549.
aan welken laatste het werk is gegund.
Het getal 15, door onze
Gemeenteraad gesteld om den avondschool
te doen doorgaan, is niet bereikt. Slechts
zeven leerlingen meldden zich voor de
lessen aan. Als men uit vele kleinere
gemeenten leest dat de lessen met 25 en
meer werden geopend, dan pleit dit niet
voor de belangstelling in het onderwijs
van vele ingezetenen. Of zijn de kinderen
bij 't verlaten der school volleerd?
Yan vertrouwbare zijde
wordt ons een politiek nieuwtje medege
deeld, dat eigenlijk niet publiek had mo
gen worden, want men had de pers er
vriendschappelijk buiten gehouden. Toch
lekte het uit.
Zondagavond 1.1. werd ten lokale van
den heer Blauw door een zevental radi
calen uit Schagen en omliggende gemeen
ten, doch binnen het Hoofdkiesdistrict
Alkmaar, eene vergadering gehouden met
het doel: maatregelen te treffen om de al-
gemeene samenwerking van de ra
dicalen. in dit district te bewerken.
De heer Stoel van Alkmaar belastte
zich, naar men ons mededeelde, met de
leiding dezer vergadering.
Van uit Schagen was alleen de heer
terLinde i aanwezig. Dat bevreemdt wel iets
als men hoort, dat van de 8 k 9 leden,
welke de Radicale club in onze gemeen
te telt, de overigen niet waren uitge-
noodigd, ja van de vergadering zelfs niets
hebben geweten.
Yan uit Nieuwe Niedorp woonde de
heer J. Visser deze vergadering bij.
Wijze; Te-re-re-boem-di-je.
Aan West-Friesland's Noorderrand,
Midden in het beste land,
Dat men in Noord-Holland vindt,.
Ligt mijn Schagen, wel bemind!
Mjj is geen plaats op aard
Meor dan mijn Schagen waard,
Wat ik ook roemen zal:
Mfln Schagen bovenal!
Prijkt het niet mot houtgewas,
Beter is het sappig gras,
Dat in wilde overdaad,
Op de vette weiden staat.
Mij is geen plaats op aard, enz.
Handel en een druk vertier
Brengen onze welvaart hier;
Trots op Vrijheid, wars van dwang
Blijft een Schager levenslang.
Mg is geen plaats op aard, enz.
Levenslustig, onvervaard,
Is een Schager naar den aard,
Vol beleid in tegenspoed,
Zuinig als het wezen moet.
Mij is geen plaats op aard, enz.
Was er nu nog kapitaal
Voor het lang gewenscht Kanaal,
Ieder Schager was tevreê
En zong lustig met ons meê:
Mij is geen plaats op aard enz.
MAGNUS.
Geachte Q.
Ik meende het zoo goed, mijnheer Q.
In eenvoudige taal wilde ik de inenschen
wijzen op ondeugden, nadeelig voor hun
ne beurzen, voor hunne gezondheid, voor
hun gezin. Dat mijne rijmen U naar de
Societe.it hebben gedreaen, dit ge uw gezin,
enkel om het lezen van een slecht ge
schreven versje, van Uwe dichterlijke tegen
woordigheid hebt verstoken, ik zou er
het verder schrijven om kunnen laten, ah
die daad ook niet haar goede zijde
had.
Uwe tegewoordigheid toch in de Sociëteit
ten voorbeeld daar van matigheid en in
getogenheid, Uw bekende afkeer vau
„eelverkussers", de huiselijke trek op Uw
gelaat en me dunkt, op het gezicht
vau al deze deugden, die van II uitstralen,
keert iedere „onverlaat», als van den
donder getroffen, op den goeden weg te
rug en maakt allengs mijn rijmen gansch
overbodig.
Ik zal dus nog een pcosje voortgaan, U
te dwingen, naar de Sociëteit te vluchten,
en merk ik dau, dat daar, om zoo te zeggen,
bijna niemand meer komt dan Gij, ge
lauwerde dichtervorst, dan beschouw ik
mijne taak als afgedaan en begint de
Uwe:
Voer met minder talenten begiftigden
stervelingen heerlijke zangen te dichten,
die hen niet naar de Sociteit ja-
Hoorn, 1 Oct, 18d3. Aangevoerd.
5
9
12
H. L. Rogge
Tarwe
19 i
Qarst
Haver
WitteErwten
Groene dito
Grauwe dito
Vale dito
t a
6.50 a 8.~
4 25 a 5.-
3.75 a 4.25
9.50 a 11—
9.50 a 12—
13.— a 16.50
6.50 a 14 50
Bruine booucn 8.75 a 10.
tc.Ictooi-.cn a
Wittebooneu
Paardenb.
Karweizaad
Mosterdzaad
8 Paarden
Koeien
4 Kalveren
275 Schapen
210 Lammeren
54Yarkens
Zeugen
110 Biggen
Kip-Eieren per 100
10.75 a 12 50
6.- a 6.50
16.- a -.-
22.50 a
75.— a 150.—
0
8.— a 15—
14— a 25,-.
11— a 17—
12— a 22—
a
5.a 9.
5— a
1225 kopppn boter 72' a 75 cents per kop
A I h tn n a r 7 Oct. 1693. Aangeroerd:
10 Paarden f 70.a 230.
27 Koeien 80— a 250.—