Bran dwiarbo rg-Ma atschap pij,
DE JONG COMPi
lei,
I
Burgerlijke Stand.
Gemeente Schagen.
ONDERLINGE
gevestigd te Amsterdam,
J .Winkel teSchagen,Laanü4,
de leden gewogen en geneeskundig on
derzocht worden.
Het publiek stelt levendig belang in de
ze proefduizenden bezoeken de arbeiders
woning en bespreken den bouw, de in
richting, de kleeding en de maaltijden. [1
dollar (2.50; 1 Amer. Cent f 0.02°.]
De man met het Bouqnet.
Een oude Geschiedenis.
In den tijd van onze geschiedenis, kon
men op de promenaden van de stadXXX
een bejaard man zien wandelen. Er lag
kommer op zijn gelaat, dat een
contrast vormde met zijne fijne kleeding.
De laatste was wel niet naar de nieuwste
mode, maar toch elegant, zoo ook de hooge,
grijze hoed, die zijn hoofd dekte en zijn
diep ingezonken oogen beschaduwde. Hij
droeg steeds een klein bouqnet in het knoops
gat, kunstig en fraai saamgesteld. Dit bou-
quet heeft eene geschiedenis, die tegelijk
de geschiedenis van den man is.
Baron XXX wss u'* eei1 ou^ aanzienlijk
geslacht gesproten, hoewel niet rijk. Maar
hij was een vlot en levenslustig man, zeer
welkom in de hooge kringen. Zijn harts
tocht was bet spel en dat zou zijn bederf
worden.
Op zekeren middag had hij in de club
eene groote som gewonnen: Men benijdde
hem dit geluk en plaagde hem met de be
kende spreuk gelukkig in het spel, on
gelukkig in de liefde.' Opgewonden door
het spel en den wijn, wedde hij in een
onbedacht oogenblik, dat hij ook geluk in
de liefde zou hebbeD. Een jong meisje had
juist zijn aandacht getrokken de zedige
dochter van een bloemist, bij wien hij
tusschenbeide iets kocht. Aan dit meisje
dacht de baron, toen hij zijne weddingschap
aanging. Nadat hij het gewonnen geld in
zijne portefeuille had geborgen, ging hij
nair den bloemenwinkel, waar hij het meis
je alleen aantrof. Maar zijne onstuimige
liefdebekentenis, zijn opgewonden gedrag,
joeg het joDge ding op de vlucht. De
weigering van het meisje deed hem juist
in zijn plan volharden.
Nu kwam de vader van het meisje en
diens verstoordheid dreigde het schandaal
nog grooter te maken. Op de scherpe aan
merking van den vader, dat hij de eer
van zijn huis zou weten te bewaren,
den baron tegelijkertijd verzoekende den
winkel te verlaten, antwoordde de voorna
me Don Juan, met eene verachtelijke hand
beweging, waarbij hij nog zijne portefeuille
uithaalde en op de tafel legde met de woor
den
„Deze is de prijs!" Maar de bloemist
bleet weigeren, in weerwil van het aandrin
gen van den baron, die groote indruk hoop
te te maken door zijn geld. Hij verklaarde,
dat hij het geld niet terug zou nemen,
waarop de ander droog antwoordde, dat hij
het dan aan de armenkas zou geven.
Toen de baron de winkel verlaten had,
zoo arm als hij 's morgens was, maar met
eene ervariug rijker, keerde hij naar zijn
Club terug en begon opnieuw te spelen.
Hij won eerst en het geluk diende hem
ook nog een tijd lang maar keerde hem
toen den rug toe. Hij verloor groote som
men en had eindelijk zooveel schuld, dat
hij geen kans zag om te betalen. ZijDe fa
milie had medelijden met hem en hielp
hem zijne aangelegenheden regelen. Hij
kreeg een klein jaargeld dat toereikend
was om in zijne noodzakelijkste behoeften
te voorzien. Van dien tijd af, was de baron
een gebroken man... Hij vegeteerde.
Na het weggaan van den baron, telde
de bloemist het geld na. Er was pl. m.
21000 gld. Hij keek lang naar de verlei
delijke banknoten, die op zoo zonderlinge
wijze in zijn bezit gekomen waren en hij
dacht ook aan zijne bedreiging dat hij het
geld aan de armenkas zou geven. Zachteud
besloot hij zijn woord te honden. Toen
kwam zijn vrouw binnen. Nadat zij de ge
schiedenis gehoord had, verklaarde zij dat
het dwaasheid zon zijn, om het geld weg
te geven. Daar zij altijd de eerste in buis
was geweest, liet de man zich overhalen.
Beiden besloten, om naar een beter deel
van de stad te verhuizen en daar met
het geld eene grootere zaak te begin
nen.
De nienwe zaak ging prachtig, in wei
nige jaren waren zij welgestelde lieden.
Toen de dochter getrouwd was, gingen de
ouden stil leven, de schoonzoon dreef nu
de zaken. Op zekeren dag werd de joDge
vrouw, door eene kennis aan den baron
herrinnerd. Zij dacht toen dadelijk aan het
geld, dat hij op de tafel geworpen had.
Dat hare ouders dat geld voor zich gebruikt
hadden, kwam haar nu ook ter oore eu de
ze onrechtmatigheid drukte haar zwaar op
het hart. Toen zij van de behoeftige om
standigheden van den baron hoorde, dacht
zij er over na, hoe zij hem eenige vreug
de kon bereiden. Hem geld te zenden, durf
de zij niet wagen, waat haar man rekende
heel nauwkeurig en hield haar, met het
oog op de toekomst der kinderen tame
lijk schraal in geld. Zoo kwam zij op de
gedachte om den baron dagelijks een bou
qnet te zenden. En trouw kwam zij haar
voornemen na; 's morgens vroeg heel in t
geheim, maakte zij het zelf en zond het
den baron door een meisje, dat moest be
loven om ts zwijgen, wat het ook deed.
De baron heeft nooit geweten, aan wien hij
de geurige morgen-gift te danken had.
De luchtreiziger kapitein
Charbonuet huwde verleden week een
meisje uit Turijn en het jonge paar besloot
de wittebroodsweken door te brengen met
het maken van uitstapjes iu eenen lucht
ballon.
Een nieuwe ballon werd daarvoor ver
vaardigd en als huwelijksgift der bruid
aangeboden.
Het eerste uitstapje liep goed af. Den
volgenden dag steeg het jongehuwde paar
met eenen vriend opnieuw op, met het plan
om de Alpen over te steken en op Eransch
grondgebied neer te daleD. De ballon werd
echter door eenen orkaan met groote kracht
tegen eene gletscher van de Cairamella-
toppen stukgeslagen; de reizigers kwamen
er heelhuids af, en bleven den eersten
nacht op de sneeuw en het ijs. Den vol
genden morgen besloten zij te beproeven
van den berg af te dalen. Charbonnet ging
voorop en verdween, na nog niet ver ge
gaan te zijn, in eene spleet. Zijne vrouw
en zijn vriend bleven den geheelen dag en
den volgenden nacht om de plek ronddwa
len.
Den volgenden morgen verliet de vrouw
den vriend, die ook gevallen was en zich
erg bezeerd had, zoodat hij niet van de
plaats kon, en bereikte in eenen toestand
van geheele uitputting de hut van eenen
bergbewoner.
De vriend werd nu opgezocht en in de
hut gebracht en den volgenden dag ging
eene expeditie uit, om het lijk van Char
bonnet te zoeken, dat eindelijk gevonden
werd met verbrijzelden schedel en gebroken
ledematen.
Profesor Robbert Koch
zal,naar uit Berlijn gemeld wordt, de uitkom
sten zijner studiën over de genezing de
tuberculose publiceeren.
Markies en waschvrouw.
Aan de Congo wordt een nieuwe spoor
baan gebouwd en de zendeling Hogghe
deelt uit Matadi mede, dat zich een tal
rijke ploeg Italiaansche arbeiders heeft ge
vormd die er kalm en tevreden leven. De zen
deling heeft enkel woorden van lof over zij
ne kudde, waarvan de verschillende perso
nen, die thans allen spoorweg-arbeiders
zijn, vroeger tot uitloopende vakken heb-
beu behoord. Onder de vijfhonderd Italia
nen zijn 27 docters, 14 advocaten, 11 ge-
neesheeren, 9 apothekers, enz. Er zijn
acht personen van adel onder hen.
Een hunner, een markies uil een oud
adellijk geslacht te Bologne, maakte, toen
hij nog een piepjong luitenant was, kennis
met een beeldschoon wasmeisje, waar hij
smoorlijk verliefd op werd. De ouders ven
den jongen man maakte echter aan hel
romannetje een einde; hij moest telkens
van garnizoen verwisselen en nam ten slotte
dienst hij het Italiaansche leger te Mana-
nek, in Afrika. Het beviel hem daar niet
en hij trok, geheel op kwaden voet met
zijn familie, naar de CoDgo; zijn geld was
echter op en hij kwam onder de spoor
wegarbeiders terecht.
Hij had zijn geliefde te Bologne niet ver
geten, hij schreef haar voortdurend brieven
en deze werden door haar beantwoord. De
markies werkte hard en op zekeren dag
kreeg het meisje een bedrag van vijfhon
derd gulden, met verzoek naar de Congo
te komen. Een maand later arriveerde het
wasmeisje en nog veertien dagen later
was ze markiezin. De jonge edelman ging
weoer viijtig aan het spitten en graven
de markiezin werkt met tobbe en wasch'
bord en beiden zijn zoo gelukkig en tevre
den, dat zij er niet aan denken, dat ze
wellicht eenmaal schatten zullen er
ven.
In een meiajes-opvoe-
diDgsgesticht in Hampstead (Londen) werd
verleden donderdag brand ontdekt io een
bed op de tweede verdieping. Zonder veel
moeite werd het vuur gebluscht en daar
na alle moeite gedaan, om toch te weten
te komen, hoe het ontstond. AJle naspo
ringen waren echter vergeefs, tot een in
specteur van politie op het denkbeeld
kwam dat niemand anders dan de zon
brand had gesticht. Uit zijn navragen
bleek, dat een volle waterkaraf had ge
staan tusscheu het open raam en een
damesmantel, die aan den wand boven het
bed hing. Volgens den inspecteur was de
mantel ontvlamd en brandende op het
bed gevallen. Den volgenden dag was het
wel niet zoo warm, maar de zon scheen
toch helder en met het middaguur kwam
de inspecteur een proef nemen. Een volle
karaf werd weer geplaatst, zooals den vo-
rigen dag en ter plaatse, waar de mantel
hing een gelijksoortig stuk kleedingstcf
gehangen. Tot verbazing der aanwezigen
begon dat door de concentratie der zonne
stralen in de karaf weldra te smeulen en
werd dos het bewijs geleverd, dat de Oc-
toberzon van dit jaar in staat was, op
dergelijke wijze brand te stichten.
Charles Gounod. Na een
doodstrijd van ruim vier-en-twintig uren
is Gounod, omringd door de zijnen, over
leden.
Charles Gounod nam een plaats in
onder de beste componisten van onzen tijd.
Hij was geboren in 1818 en reeds van
jongs at toonde hij zulk een aanleg voor
de toonkunst, dat hij op 21-jarigen leeftijd
den prix-da-Rome behaalde. Toen ging
hij zich vooral toeleggen op de studie van
ond-Italiaansche kerkmuziek. Hij koester
de in dien tijd het voornemen, priester te
worden. Toen hij in 1843 te Parijs terug
keerde, werd hij muziekdirecteur aan de
kerk der Missions Etrangères, welke be
trekking hij zes jaren lang vervulde.
Hij maakte het eerst eenigen naam door
kerkelijke muziekstukken. Zijn eerste ope
ra, »Sappho", in 1856 opgevoerd, had
niet veel succes. Later volgden „la Non-
ne sanglante', ,\e Mèdecin malgrè lui",
zijn koren voor Ponsard's treurspel „Ulysse"
en in 1859 zijn „Eaust", waardoor zijn
roem gegrondvest werd.'
Voorts componeerde hij „la Reine de
Saha', Mireille', „Philémon et Baucis,'
Roaaéo et Juliett', „Polyeucte", „LeTri-
but de Zamora,* enz., enz.
Als godsdienstige scheppingen zijn van
hem bijzonder bekend: „Mors et Vita"
„Rédemption', enz.
Zijn „Requiem", dat hij, weinige
oogenblikken voor de beroerte, waaraan
hij sterven zou, heeft gezongen
met den organist van St. Cloud,
heeft nu daardoor, als dat van Mozart,
een bijzondere vermaardheid gekregen.
De familie Gounod heefd telegrammen
van deelneming ontvangen van de gravin
van Parijs, de koningin van België en de
koningin van Portugal. De Opera te Pa
rijs heeft als teeken van rouw gisteren geen
repetitie gehouden.
De smart van mevrouw Gounod is ver
schrikkelijk om aan te zien, nog geen
oogenblik is zij van 't sterfbed verwijderd
kannen worden. Omtrent den laatsten wil
van Gounod is nog niets bekend, alleen
weet men, dat hij zelf zijn testament heeft
geschreven; 't is nog niet gevonden. Gou
nod was grootofficier van 't Legioen van
Eer sinds 1880 in 1859 commandeur.
De telegrammen van deelneming zij niet
te tellen.
In Japan worden insom-
mige dorpen straatroovers bij meerderheid
van stemmen gevonnist en gestraft. Wanneer
er in den omtrek een roof-aanslag is ge
pleegd, dan roept de hoofdman van het
dorp de geheele mannelijke bevolking bij
een en vordert, dat ieder aanwezige op
een strook papier den naam schrijft van
den persoon, dien hij van de gepleegde mis
daad verdenkt. Diegeen, die dan de meeste
stemmen op zich vereenigt, wordt rechtens
versozen verklaard en opgehangen. Met
dit stelsel is er voor gezorgd dat voor elke
rooverij iemand gestraft wordt, wat iu meer
beschaafde landen niet altijd het geval is,
waar iu negen van de tien gevallen de da
der ongestraft blijft rond loopen. De volks
stem kiest in den regel den meest misda-
digen of meest gehaten man van het dorp
volgens de grondstelling, dat, als hij het
nu niet verdient, hij dat toch de volgen-
de gelegenheid verdienen zou.
Omtrent den moord ge-
pleegd op graaf Adolf Blücher, op zijn
landgoed Mietzow bij Klempennow, wordt
het volgende gemeld. Zijn tuinman
Borchardt genaamd, was een ruw man,
die zich dikwijls aan drank te buiten gin en
reedszesmasl op het punt had gestaan, zijn in
boedel wegens schulden in beslag te zien
nemen, terwijl alsdan de graaf, uit mede
lijden met het gezin, telkens de schulden
had betaald. Laatsleden Dinsdag stond het
weder zoo, en daar het geduld van en
graat nu was uitgeput, kreeg Borchardt
zijn ontslag. Hierover woedend geworden,
ging hij heen en kwam terug met een ge
weer, hetwelk hij op den graaf afsc 100
die zwaar getroffen op den grond viel. Daar
op ging de moordenaar nieuwe patronen
en een hartsvanger halen, vnnrde nogmaa s
op den graaf, die inmiddels was opgestaan
en thans, in een korte worsteling met den
aanvaller, met den hartsvanger een steek
in het onderlijf kreeg en dood neerviel.
De gravin op het gerucht toeschietende,
kreeg een schot onder den schouder en
zakte in elkaar. Daarna schoot de moorde
naar zich in dezelfde kamer dood.
Muziek bij dieren. Het
zingen van vogels wijst op een zeker be
grip van melodie. Want vele vogels be
palen zich niet alleen tot een gezang van
hun eigen familie, maar leeren noten van
andere "vogels en wijsjes van muziekin
strumenten.
Kanaries, vinken en andere soorten van
zangvogels kan men een groote verschei
denheid van wijsjes leeren door ze hun
dikwijls voor te spelen of te fluiten, en
men heeft het met lijsters zelfs zoover we
ten te brengen, dat zij een gedeelte van een
opera nafluiten. Zij luisteren met aandacht
toe en fluiten de wijsjes na, die hun be
vallen. Dat de muziek der vogels geen
harmonie of samensmelting van noten kent,
is niets verwonderlijks hetzelfde merkt
men bij de wilde volkeren op, die slechts
unisono zingen, maar niet met aocoorden.
Niet alleen sommige soorten van apen
zooals de chimpansees, geven soms groote
concerten in de diepte van het woud, maar
ook honden, waarvan toch algemeen wordt
verondersteld, dat zij niets muzikaal zijn,
hebben ook een bepaalden voor- of af
keer van sommige klanken.
Een vriend van den schrijver van dit
artikeltje had een prachtigen St. Ber-
nadshond, die dol was op vioospel. De
hond was gewoon, met gesloten oogen stil
in de kamer te blijven liggen en scheen
niet de minste aandacht aan de muziek te
wijden, totdat zijn meester een stuk ging
spelen, dat hem geregeld aan het huilen
maakte.
Als dit stuk xu bizonder hoog of schril
was geweest, dan zou afkeer van den hond
nog wel te verklaren zijn 'geweest, maar
voor zoover was na te gaan, was er in
dat stuk niets meer dan in een ander,
dat het hondenoor behoefde te kwetsen.
Een looze klant. Een
spellebaas stond voor zijn tent van allerlei
wonderen te vertellen, die binnen te zien
waren. Een van de omstanders, die met een
kleinen jongen aan de hand, naar hem
stond te luisteren, riep uit
„Ik wed om een rijksdaalder, datje mij
geen leeuw kunt laten zien!'
„Top," zai de spellebaas^ „dat doe ik.
Waar is je geld
De man deponeerde zijn rijksdaalder bij
een van de omstanders en de spellebaas
deed hetzelfde.
(lGa nu maar eens mee,' zei de spelle
baas, „dan zal ik je eens gauw overtuigen
Als je blieft, wat zeg van dezen leeuw?"
„Ik niets," antwoordde de ander.
„Wat is dat nu?Zie je niets?"
„Neen, want ik ben blind." En de blinde
stak zijn geld op en verdween.
Landbouw.
Bloedmeel of bloedmest.
Onlangs las men in een onzer dagbla
den, dat in vele Dtensche stedeu het bloed
der slachthuizen onmiddellijk verwerkt was
tot fijngemalen bloedmeel, eene zeer ver
trouwbare mestspecie, die vooral aan
te bevelen is voor de niet te zware bouw
gronden.
Kan elders in onze steden niet met voor
deel worden gedaan wat die Denen doen
Men zon er niet mee blijven zitten, ter
wijl de fabricage van bloedmest nogal een
voudig moet wezen. Het bloed wordt, iu
daartoe geconstrueerde ketels, met stoom
verhithet stolt, de bloedwei wordt af
getapt en de bloedkoek of de overblijven
de vaste bestanddeelen (dierlijke fibrine
of vezelstof, die in versch bloed opgelost
is, en zich daarna in onoplosbaren toestand-
afscheidt, waardoor het geleiachtig wordt
verder de bloedlichaampjes en eenige phos-
phorzure zouten) worden gedroogd en ge
malen, dus volstrekt geen ingewikkeld pro
ces. r
Bloedmest is een stikstofmest, evenals
chnisalpeter of zwavelzure ammoniak. Pri
ma qualiteit bevat 14 pet. stikstof, maar,
zooals het doorgaans in den handel voor
komt, iets minder, soms niet meer dan
9 pet., met tot 11/i pet. phosphor-
zuur.
Met een vochtigheidsgehalte van 14
pet. blijft het tamelijk droog (evenals b.
v. onze granen op zolder, stroo en hooi
die bij verhitting nog 14 pet. vocht af
geven en zooveel lichter worden). Maar
wanneer bloedmeel vochtig wordt, dus ook
in vochtige aarde, gaat het zeer spo-dig
tot ontbinding over, en de daarin bevatte
stikstof zet zich dan eerst om in ammo
niak. Ter bemesting wordt het meestal in
den herfst voor wintergraan, koolzaad enz.
gebruikt, en vooral op de lichte gronden
verkiest men deze stikstofmeit boven am
moniak en vooral boven chihsalpeter, om
dat het minder aan doorspoeling verliest
ec blootstaat.
Bloedmest is zeer fijn sn zoo licht, dat
het bij windstilte gezaaid of vooral met
wat vochtige fijne aarde of turfmeel moet
worden vermengd.
Het werkt niet onmiddellijk, want al on
ze geteelde gewassen willen hun stikstof
voedsel in vorm van salpeterzuurzwavel
zure ammoniak moet eerst zelf, dooroxy-
datie of opname van zuurstof, salpeter
zuur worden en de stikstof van het bloed
meel, die eerst zelf ammoniak wordt moet
denzelfden weg op.
Het salpeterzuur wordt echter niet door
de aarde gebonden, maar volgt het water,
en zakt gedurig dieper door, reden waar
om men voor den winter zeer voorzichtig
is met het chili-salpeter. Met ammoniak
en meer nog met den bloedmest gaat dit
langzaam en kan de kleine plant zich van
het salpeterzuur meester maken, voor
en na, zoodra het zich gevormd
heeft.
Deze chemische veranderingen worden
bovendien door koud weder aanmerkelijk
vertraagd en raken bij vorst geheel tot
stilstand.
Eenzijdig, als deze meststof is, d. w. z.
slechts stikstof bevattende, behoort er phos-
phaatmest, kali en kalk, bij, voor zoover
de bodem deze voedingstoffen niet uit
zich zelf bevat of van vroegere bemes
ting heeft overgehouden.
Hetzelfde moet trouwens van salpeter
en ammoniak ook gezegd worden, en even
als van deze, rijkt de werking van het
bloedmeel niet verder dan één jaar. In
drogen toestand kan het met alle andere
meststoffen vermengd worden, snaar wan
neer het niet droog is, mag het niet lang-
ongebruikt, met koek of asch in aanraking
blijven.
Men zou onzen landbouw een reeëlen
dienst bewijzen door het bloed, dat nu
verloren gaat, op die wijze te behande
len en er een voortreffelijken mest van te
maken, die op een gereeden aftrek kon
rekenen.
Geboren en Ondertrouwd Geene.
Getrouwd Pieter Oom en Catharina Rog
geveen.
Overleden Simon Ruig, oud 5 mnd.
opgericht in den jare 1809.
Directeuren:
Deze maatschappij waarborgt tegen
schade, veroorzaakt door Brand, de aange-
wende Bluschmiddelen en verdere gevol
gen van dien
Koopmansgoederen wor'
den ook voor een termijn vaD Drie, Ze»
of Negen maanden verzekerd.
Nadere informatiën geeft de Correspon
deut
Alwaar de aanvragen voor VerzekeriogeU
gemelde Maatschappij worden aangenotIieD'
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen'