Cholera. Arbeider en proletariaat. Een waarschuwing. Een aantal boeren te Bor- gercompagnie hebbeu besloten een coöpe ratieve aardappelmeelfabriek op te richten, om geheel onafhankelijk te zijn van de fa brikanten, die de aardappelen naar de meening van de verbouwers uiterst laag op prijs houden. Een week of drie geleden overleed in een onzer provinciesteden de vrouw van een herbergier en deze trok zich dat verlies z66 sterk san, dat hij besloot haar in den dood te vol gen. De buren zagen den m3n in geen veer tien dagen. Du lioisb:as kwam voor een dichtgespijkerde deur. De politic werd gewaarschuwd en zij wist hel huis biunen te kotnen. Toen bleek dat de man in zes tien dagen geen voedsel gebruikt had ea alleen nu en dan wat Boonekamp dronk. Men hoopt hem van zijn voornemen terug te brengen en heelt hem onder ge neeskundige behandeling gesteld. Rogmans werkt 18 Nov. te Stottgart mede bij een uitvoering van Bruch's AchiUeus (dat in Dec. te Haarlem wordt uitgevoerd met Rogmans en Mes- schaert). lerlei vuil bevond en wel in die mate dat de gemeente-reiniging er twee karren vol weghaaldede arbeiders konden het vuil zoo maar met een ballastschop ver wijderen. Men behoeft er zich dos niet over te verwonderen, dat zij, die in zulk een bed stede slaapt, door de eene of andere ziekte wordt aangegrepen. Te Haarlemmermeer (BURGERVEEN) is weder een geval van Aziatische cholera voorgekomen met doodelijken afloop. L u n (1 b o u w. G. A. Vostermau iu het jongste nommer In verband met indenlaat- sten tijd te GOUDRIAAN bedreven dief stallen van waschgoed, hei ft men huiszoe king gedaan en goederen iu beslag geno men bijden nachtwaker aldaar. De man is in zijn bediening geschorst. De heerJ.J.T. ReDard J r., onderdirecteur van Kes' orkest, heeft een lied gecomponeerd Zich spiegelen, tekst van Heije, dat hij opdroeg aan mevr. Olden- booin—Lütkeman. Te ENKHUIZEN is de heer J. Sterke voornemens aan ongeveer 20 arbeiders op zeer billijke voorwaarden een stuk grond te verhuren en wel zoo dat de hnurders na verloop van 10 jaar eigenaar vau den grond kunnen wor den. Voor dit doel is door hem een verzoek aan den Raad gericht tot aankoop van gemeentegrond Uit WAGENINGEN meldt men van 30 October Het was heden bij de loting der nati onale militie zeer rumoerig in de stad. Den ganschen dag liepen van de lotelingen ve len in beschonken toestand langs de stra ten en kwam het hier en daar tot vecht partijen, waarbij van messen werd gebruik gemaakt. De socialisten wisten van deze gelegen heid partij te trekken en organiseerden in den avond eenen optocht, waarbij de be kende liederen werden gezongen en de roode vlag ontplooid. Bij ontstentenis van eeu commissaris van politie (de nieuwbe noemde is nog met aangekomen) trad de burgemeester, mr. Hesselink van Suchte- len, zeil handelend op en trachtte het zingen te beletten, terwijl een politie-agent de vlag afhandig maakte. In het gedrang, dat daardoor ontstond, werd den burgemeister eene wond metien mes toegebracht in het onderlijf, terwijl de oudste wethouder eveneens eene verwon ding bekwam. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ontboden; de twee genetsheeren bevonden echter dat de wonden niet gevaarlijk waren. Een paar der belhamels werden gear resteerd, waarop het volk samenschoolde voor het stadhuis, vrijlating der arrestan ten eischte en steenen naar de politie wierp waarvan er ouder anderen eeu eene ruit van de secretaris verbrijzelde. Eergister zijn 36 militaren (rijdende artil lerie) uit Arnhem aangekomen voor het be waren der orde. Van gister namiddag meldde men nog Alles is thans rustig, üe militairen zijn op 12 na weder vertrokken. T. Victor, oud 23 jaar, heeft bekend den burgemeester en den wethouder Brons veld met een dolkmes te hebben gestoken. Het weggeworpen mes is teruggevonden. Victor is gevankelijk naar Arnhem over gebracht. Te ROTTERDAM kan de cholera als geweken worden beschouwd. Er zijn geen lijders meer in behandeling. Door den bur gemeester zal nu, tenzij onverhoopt op- Dituw een geval van cholera zich mocht voordoen, geen openbare kennisgeving meer worden gedaan. In het geheel hebben zich, van het ont staan der ziekte op 21 Augustus af, 41 gevallen van cholera te Rotterdam voorge daan, waarvan 29 met doodelijken afloop terwijl 22 lijders hersteld zijn. Vrijdag had te ZEIST een eerste geval van cholera met doodelijken afloop plaats. De overledene was eene vrouw van 72 jaar. Een door den geneeskundigen inspecteur ingesteld onderzoek bracht aan het licht dat de bewoners van het huis water ge bruikten uit eene pomp, bij een varkens hok geplaatst, terwijl eene gemeente-pomp in de onmiddellijke nabijheid staat. Door het gemeentebestuur zijn de noodi- ge voorzorgmaatregelen genomen. Uit MEPPEL meldt men aan de Zto. et. dat de aan cholera lijdende vrouw, die in het ziekenhuis wordt verpleegd, herstellen de is. Toen men haar woning in de Krakerij zon gaan ontsmetten, bleek het, dat zich onder de bedstede een verzameling van al- De heer en Oijen schreef van zijn Weekblad. Van de week kwam iemand bij mij om te vragen, hoe men groenvoeder moet in kuilen. Om voor melkvee goed voeder te heb ben moet het zoet zijn; om dat doel te bereiken moet de warmte blijven lusschen 55 en 70° Celcins. Men stapelt in een kuil, die geen last mag hebben van het opperwater, of beter op den grond onder een dak, het groene voeder op lot een mijt, legt daarop een planken zolder en perst dan de msssa sa men. Vervolgens voorziet men zich van een thermometer, die men legt in een holte van een pnntigenstok, waardoor men de hitte in de mijt kan bepalen. Wanneer de hitte boven de 60° stijgt, moet de persing grooter worden; blijft de temperatnnr gelijk of daalt zij, dan laat men den .ek bestaan. In Groningen en in het Noorderkwar tier van Holland is deze wijze van voeder bewaren veel in gebruik en wordt alge meen aanlievolen. Bij de ophoping doet het er niets aan toe of het voeder nat of droog is. Om krachtig partij van de mest te trek ken moet men naar volledig maken door hare samenstelling te wijzigen, door bij voeging (in den vorm van chemische mest) van dal leidende elemenfwaarnaar de plant, die men op het oog heeft, in de eerste plaats vraagt. Verbouwt men koren Voeg in de al lereerste plaats stikstof aan de mest toe, want de stikstof is het leidende element voor het koren. Verbouwt men aardappelen Voeg pot- asch aan de mest toe, want de potaschis de preferente stof voor den aardap pel. Verbouwt men boekweit Maak de be mesting volledig, door er phosphorzuur aan toe te voegen, die voor de boekweit- soorten preferent is. Het doel, met andere woorden, dat de landbouwer zich moet stellen, is niet om mest te vormen, maar het is on aan de aarde, in onverschillig welken vorm, het totaal der vrnchtbaarmakende elementen- te geven die de planten vorderen om met de minste onkosten van elk van haar te verkrijgen het maximum van opbrengst. De vra8g van de mest, waarvan de on wetendheid en de vooroordeelen van onze voorouders de hootdkwestie, de Gordiaan- sche knoop van het landbouwknnding raadsel gemaakt hebben, vindt zich aldus tot den tweeden rang teruggebracht. Laat ons van onze vaderen geen kwaad spreken. Zij ook hadden reeds de nood zakelijkheid ingezien, om de aarde, door eene onophoudelijk» uitputting verarmd, te voeden. Maar zij hadden geene ande re vergoeding te geven dan de mest. Dus men moest mest produceereD, fabriceeren. Wat zou men zeggen van eene maatschappij voor het halen van metalen uit ertsen, eene van die groote fabrieken, die ontzet tende hoeveelheden beweegkracht, vele paardekrachten stoom noodig hebben, als men, inplaats van haar op te richten in de nabijheid van rijke kolenmijnen, inplaatst van haar met kracht te voeden met de vooraf bestaande bronnen, zich in het hoofd zette, haar van brandstoffen te wil len voorzien, door een deel van haar grond gebied te beplanten met zorgvuldig on der houden boomen. Welnu, de kuituur, gebasseerd op het uitsluitend gebruik van mest, berust op hetzelfde beginsel. Evenals de steenkool nemen ook de chemische meststoffen door mijnen nit de ingewanden der aarde. En men zon den landbouwer willen noodzaken om mest te maken Men zou bepaald den toegang tot de hoofdbron willen afsnijden Waarom vast te honden aan een bosch, waarvan het hout, zoo langzaam in het groeien, per slot van rekening nog duur wordt, wanneer men onder zijn voeten en in zijn bereik lagen van steenkool heeft, die het slechts van n afhangt te exploi- teeren om overal overvloed en rijkdom te verspreiden Waarom aan de mrst vast te houden, wanneer men overal hoopen van phosphorus, van potasch en kalk vind waarmede men niets anders weet te doen (zooals vroeger in Rusland en in SpaDje) wegen er mee te bevloeren, hetgeen kauwde en verteerde planten Ook bevatten. Stellen we ons voor een grond, ontbloi t van phosphorzunr. De planten, die op de zen grond groeien, zullen klaarblijkelijk geen phosphorzunr bevatten en de mes', dte gevormd wordt, nadat deze planten aan de spijsvertering deelgenomen hebben, zal al evenmin phosphorzuur bevitten. In de mest, die men daarna aan den aarde teruggeeft, ontbreekt dus een der fac toren voor de vruchtbaarheid, de phosphor- znur. Men gaat in een kring van verkeerdhe den ronddraaien waarvan het middelpunt is de onvermijdelijke nootlottige ruine, want als de phosphorzuur hoe langer hoe meer ont breekt, zollen de drie andere natuurlijk ook niet meer kannen werken. Maar laat ons de zaken van niet al te zwarten kant bekijken. Stellen wij ons vooi dat de mest eene volledige wos, dat zij si de nadeelen, maar ook al de voordeelen van een ideale mest in zich vereenigt. Oua die volmaakte mest te produceeren heeft men vee en hooi noodig. Bij de productie van de mest is het vee de machine, het hooi de brandstof. Men zal dus gedwongen zijn om een gedeelte van het bebouwbare terrein in weidegrond te veranderen. Dat wil zeggen, dat de helft van de boerderij niets opbrengt daar het kapitaal, vertegen woordigd door het vee en het weideland in werkelijkheid een dood kapitaal is en niets meer. Om aan de nadeelen van dit systeem te gemoet te komen, had de vroe gere landbouw in een oogenblik van bijzon dere helderheid uitgevonden, om de kui tuur te laten afwisselen. Daar werd de wisselbouw geboren, het laatste woord der praktijk van vroeger. Rsll. Nievwsbl. Strookrachtvoeder als aequi v a 1 e n t van hooi: formules van prof. dr. Maercker en dr. Morgen. Het onder staande is slechts een klein gedeelte van de lange reeksen van voedercombinatiëo, door die heeren samengesteld. Zij hebben b. v. het geval voor zich dat er ook geen stroo disponibel was en dit dan vervan gen diende te worden door houtzaagsel, geplet scheersel van naald- en loofhout en dergelijke vreemde materialen, die in ons land niet iu aanmerking komen. In ieder geval wordt aangenomen dat het stroo, vooraf tot haksel gesneden, met ko kend water worde begoten angebrühtof met warm water bevochtigd, daarna twee of drie dagen lang tir zelfverhitting in bakken, Kisten of eenvoudige hoopen blij ven liggen. Het stroo wordt daardoor niet voedza mer en de herkauwers verteren het al even goed in zijn natuurlijken toestand, maar het wordt veel smakelijker en zij verorbe ren er veel grooter hoeveelheden van. Prof. Hellriegel constateerde b. v. dat schapen per dag en per'hoofd 1679 gr. ordinair droog stroo verbruiken, en van datzelfde stroo 2604 gr. wanneer het door zelfver hitting iets weeker was geworden en zelfs 8394 gr. indien men het met kokend water had gebroeid. 100 Ko. grashooi (met 7.5 pet. vert. eiwit en 38 pet. vert. Nfstoffen) kan wor den vervangen door Stroo, kostende samen M. Zijne slotsom is: Waarom Reeds verdwijnen voor de bewoners kleine der vlakte, de toppen der gletschers, don- middelen" ÏÏZZ'Z «fk b'mel heidegrond hier, dan op onbetrouwbare hullende be g^ gegevens naar Amerika te et uizjokerde van tijd tot tijd een bliksemstraal, inand die met zijn gezin n - j men telde nog kalm de minuten vertrekt, heeft zooveel kosten^ voot tusgchen bliksem en donder. Maar de oo- en uitrusting te maken, dat hij blijvende voor dat geld een flink huis- kunnen bouwen! In 'l~* a. 1075 aarduotenmeel en 108.40 3 78 4. 11.63 katoenzaadmeel en 104.40 3.73 e. 17.48 raapkoek en 97.20 4.30 d. 30.88 cocoskoek en 62.80 6.07 e. 34 54 gedr, spoeling en 52.20 4.91 f. 81.75 draf of bostel en 71.20 4.76 dan Wij halen de berekende kosten der ver schillende rantsoenen slechts aan als ver houdingsgetallen, voor zoo verre zij, vari- eerende met de prijzen van het stroo en van het gebezigde krachtvoeder als zoo danig kunnen gelden. En merken daarbij op dat de combinatie met katoenzaadmeel steeds de goedkoopste isgaarne zouden wij vernemen waar ergens in ons land ge droogde brouwerijdraf IrocJcenlreberver krijgbaar is, met opgaaf van gehalte en prijs. Zij die daarmede in Limburg vee gevoederd hebben, verkiezen het boven ander kunstvoeder. Voedercombinatien, waarin het grashooi vervangen wordt door krachtvoeder en eenege- ringe hoe veelheid stroo, onder bijvoeging van nog een kracht voeder, dat minder eiwit be vat; ris zoodanig komen bij hen in aanmerking: rijstmeel, maïs. gemalen gerst, melasse en gedroogde pulpe. Laatstgenoem de wordt door de schrijvers bijzonder aan bevolen, maar is in ons land ook niet ver krijgbaar. Wij bepalen ons derhalve tot de serieën, die samengesteld zijn uit stroo met de reeds genoemde voedermiddelen, -j-gerstemeel of-J-maïs. Gerstemeel 30.60 k. 6.92 Stroo a. 54.20 k. b. 52.20 30.30 7.53 e. 48 60 29.65 11.46 d. 31.40 25.35 21.78 e. 25.60 23.20 25.23 35.60 26.65 21.91 Stroo Maïs a. 52 20 k 21.74 k 9.90 b. 52.20 21.74 10.74 c. 48 60 19.75 16.22 d. 34.40 13.44 39.36 e. 26.60 11.25 33.11 f. 35.60 15.12 29.90 Maercker en Morgen becijfering gemaakt ter vervanging van het ontbrekende klaverhooi. kostende M. k. aardnootuieel 5,98 5.92 raapkoek 6.25 cocoskoek 7.14 gedr. spoeling 6.27 bostel 6.37 kostende 11. k aardnootmeel 5.18 katoenzaadm. 5 09 raapkoek 5.53 cocoskoek 8.30 gedr. spoeling 5.60 bostel 5.68 hebben dezelfde ie zou Kunnen uuuwem xu. Amerika aangekomen, moet hij zooveel leergeld betalen dat hij hier blijvende voor dat geld een aardig stuk heidegrond zon kunnen koopen! Verplaatst u nu eens in deze beide door ons gedachte toestanden aIs zoo iemand naar Amerika vertrokken, dat heeft hg, op verschillende wijzen, zooveel moeten uitgeven, dat zijn klein kapitaaltje tot een klein bedrag is ingekrompen. Daarom moet hij met schulden bezwaard werken in een vreemd land. Voorts moet hij zich ontberingen getroosten om zoo mogelijk nog eenmaal zijne schulden te kunnen atdoen. Slaat het echter door ziekte of wat dan ook tegen, dan is hij weg. b) Is zoo iemand hier gebleven, dan heeft hij een stuk grond en een nieuw huisje in eigendom en daarbij nog wat geld om zich op doeltreffende wijze te kunnen inrichten. Hij is dus vaD geen mensch afhankelijk en heeft goede voor uitzichten. Het woord heidegrond schrikke nie mand af, want er is genoeg heidegrond hier, die men soms in Amerika te koop aanbiedt. Heidegrond moet men ontgin nen, doch de meeste gronden in Ameri ka moet men ook ontginnen. AmstCt Onder dezen titel bespreekt De Stan daard den aandrang, die in den laatsten tijd herhaaldelijk werd vernomen, cm de overheid meer met de armenzorg te be lasten. Het standpunt daarbij ingenomen, noemt het blad ten eenen male valsch. De massa behoeftigen zegt hij be staat uit twee zeer onderscheidene catego rieën het proletariaat en de hulp behoevend geworden arbeidersfami- liën. De eerste categorie scbat De stan daard op niet de helft van de tweede. Wie nu vóór pensioneering der werklieden is, moet het vraagstuk der armenverzor ging met principieel ter toetste brengen en definitief regelen willen, alsof voor de beide categorieën te zorgen ware. Gaat toch de pensioneering der werklieden door en wordt deze zoo geregeld dat zij afdoende is, dan heeft de armenzorg der toekomst slechts te zorgen voor het eigenlijke proleta riaat. Als men nu uitsluitend met dit proleta riaat te rekenen heeft, dan wordt de blik, dien men op de te volvoeren taak krijgt, een geheel andere. Terwijl nu toch de krachten der kerkelijke en particuliere lief dadigheid geheel te kort schieten, om in den verdrievoudigden nood te voorzien, zullen, bij het terugbrengen van de armen zorg tot hare ware proportiën, die voorhan den krachten in verreweg de meeste geval len geheel berekend blijken, om den be- staanden nood te lenigen. De bemoeienis der overheid zou dan èn een veel beperk ter karakter dragen, èn eenen anderen grondslag krijgen. Men staat dan tegenover de slachoffers van het ongeluk of van eigen en anderer schuld. Naar de indee ling van deze twee hoofdcategorieën, die nimmer vermengd mogen worden, en hare onderverdeelingen, zal de Kerk zich dan eenen vasten regel van eigen armenverzor ging stelien. Op de particuliere liefda digheid kan uiteraard niet dan door voor lichting en vermaan gewerkt. De voorlich ting kan de politie verstrekken, door alle onverzorgden en niet-gepensioneerde armen, die niet door de Keri£ verzorgd worden, te registreeren en door politietoezicht te hou den op hun gedrag. Op die wijs, zal het proletariaat van het ongeluk al meer van het proletariaat door eigen schuld worden afgescheiden de overheid zal dit laatste in bedwang kunnen houden, en voor zij het ook door ei- blijft staan, het, ter wering erger, van eene bijna gelijk staat met het bevloeren der wegen met brood en het besproeien der straten met wijn. Daaruit vloeien ernstige gevolgen voort. Het produceeren van mest - ,Ni,et Amerika - De v - heer A. de Boer waarschuwt in De Slan- die rTWaaÜ de.mest?7aD^ePlaDten tegen de mooie berichten over die door de spijsvertering der dieren (de landverhuizing naar Amerika ^eliik er gew1ztdmziinneS T°°r C producten) n0g onlangs aan dat blad uit Colorado ril .1' j toegezonden werden. Hij ontleedt diebp- tL "SS "2Voe '",'welken see8t aigeweiae, ge- i dienen opgevat te worden. zoover het hulpeloos, gen schuld, van zien. In het socialistische hoofdblad „Recht voor allen" komt de volgende advertentie voor„Socialistische meisjes I koopt voor uw vrijer als Sint—Nicolaascadeau een re volver met 80 patronen, voor f5.15 te verkrijgen aan het bureau vau Recht voor Allen, van Voorwaarts en van Volkstri buun.» R leuwLevsn maakt naar sanleiding dtzer aa7, de volgende opmerking i Wat dunkt u? Niemand behoeft langer te twijfelen, hoede heeren van R. v. A het met de revolutie, die zij prediken, in'wer- kelijkheid meenen. En wat een opvoeding voor het aankomend vrouwelijk geslacht De liefde moet uit de harten weg, en de haat er in. De vrouwenhand moet moord tuigen aanreiken, in plaa's van wonden te heelen. Afschuwelijke leeiMaar dat is geen socialisme meer; dat is tot het kook punt opgejaagde haat, die bezig is tot krankzinnigheid over te slaan. Dat komt er van, als men de hartstochten niet on der den teugel houdt. Gemengd Nieuws. In den storm. schiedenis uit de Alpen. Er komt een on weder op. De wind fluit in alle toonaarden en drijft de ne vel uit kloven en dalen op naar het hoog- o-enblikken, die daar tusschen lagen wer den altijd korter, de donder naderde, het lichten werd feller. Daar schiet een blik semstraal verblindend door de lucht, een vreeselijke slag dreunt bijna gelijk tijdig het onweder staat loodrecht bo ven het dal. Als had de slag de wolken vaneen ge scheurd, zoo breekt nu de zondvloed los, groote hagelsteenen vernietigen de hal men op het korenveld; de bliksem treft een hooischelf, die door het vuur wordt verteerd. Doch boven op de Alpen schijnt de zon nog, de gletschers steken hunne spitsen nog in de blauwe lucht en zien beneden zich als een eindelooze zee, de wolken waaruit het in het dal hagelt, re gent en onweert. De Alpen-herderin wacht haren gelief de. Vandaag moest hij komen, nadat hij vier weken lang is weggebleven. Het meisje wist wel waarom. Jagers en boschwachters doorsnuffelen de ber gen en zoeken den gezel, uit wiens ge weer de doodende kogels het wild treffen. En is de geliefde van het meisje zulk een Wij zullen zien. De dieren hebben zich angstig ver scholen; het ree zoekt een zekere plaats diep in het woud, de vos kruipt in zijn hol, de vogels duiken weg onder de bla deren der boomen, waar ze het dichtst zijn en zelfs de steenadelaar vliegt naar zijn nest, daar op de rost op duizeling wekkende hoogte. De herderin drijft de loeiende runde ren, de blatende schapen in den stal, de zen zoowel als de deur en de luiken van haar hutje zorgvuldig sluitende. Dan werpt zij een gewijd palmtakje op het vuur, dat naar het geloof der landslieden, den vernietigenden bliksemstraal van het huis afwendt. Zij is jong, frisch als de dauw en kern gezond, deze krachtige dochter der Alpen. Oogen als een gems, alpenrozen op de wangen, bloemen in het haar. Maar he den ligt een schadnw op haar gelaat, als of de storm zijn nevels ook legde op dit voorhoofd, anders zoo rein als Edelweisz. En buiten loeit de orkaan altijd heviger, de wolken stijgen voortdurend hooger op en legeren zich als zwarte spooksels om de koppen der bergen. Nader en nader rolt de donder, scherper en scherper tee- kent zich het licht van den bliksem te gen de wolken af en schiet naar beneden naar boven, naar links en naar rechts. Als het in de Alpen onweert, dan staat de mensch niet beneden, maar midden in het onweder. Groote droppels vallen groot als hazelnoten en slaan kletterend tegen de rotsen, zij vallen gedurig dichter en sneller en eindelijk stroomt de verwoes tende wolbreuk neer, veegt stof en zand van rotsen, werpt het opgestapelde hout op de hoogten om en voert het mede in zijn woeste vaart omlaag. Elke rotsspleet wordt een vloed, de boschbeek wordt een woedende bergstroom en rukt de bruggen mede op de paden in de hoogte, woelt het aardrijk op den rag van den berg om en vereenigt zich eindelijk met den vloed die de vlakte doorsnijdt. Nog lang zichtbaar in den groe nen vloed trekt het vuilgele water langs de oevers heen. De echo van de bergen weerkaatst eiken donderslag honderdvoudig, de ber gen zelf staan in gloed en vlammen, de eene slag, de eene bliksemstraal volgt onmiddellijk op den andere en de enkele oogenblikken daar tusschen in, is het duistere nacht, zwart als de zonde, die den mensch misleidt en verblindt zoodat hij niet vermag te zien, maar evenals in den storm, hem slechts den stormwind der hartstochten doet hooren. Toch waagt zich de mensch in dien storm. Toch wagen zich ook de menschen in den orkaan en het onweder in de ber gen. W at waagt een mensch niet De harts tochten zijn vreeselijker dan de strijd der elementen. Daar sluipt hij langs het donkere woud, Nu treedt hij er uit op het pad, dat naar de hoogte op de rots voert. Een woest, maar schoon gezicht, door de zon gebruind, door den storm ge hard. De verstandige oogen van de ree doch nu met de uitdrukking van den wolf. Het voorhoofd anders helder als de gletscher, maar nu beschaduwd door on- weêrs wolken als deze. De mond anders zacht en glimlachend, nu vertrokken tot bitterheid. Donker, druipend haar, hangt verward over het voorhoofd. Een zwarte baard omgeeft het gezicht vol uitdruk king. Den groenen hoed met een veder ver sierd, bedekt het hoofd. Een grijs jacht buis met groene opslagen, omhult de krachtige gestalte. De borst is open en vrij in den zonneschijn zoowel als in den regen, bij zonnewarmte en als het sneeuwt. Een zwart lederen broek, reikt tot aan de knieën, van daar dekken groe ne kousen de beenen, de voeten steken in bergschoenen. De buks, die de man gereed om te schieten in de hand houdt het schuwe, voorzichtige wezen E e n e g e- Je spiedende blik, die hij om zich heen slaathet is een strooper. Zoo treedt hij het bosch uit en stijgt de hoogte op. Zijn oog fonkelt onheilspellend, hij drukt de buks vaster tegen zich aan, daarop gaat hij bedachtzaam verder. De weg broodwinning voor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2