Cholera.
Arbeider en proletariaat.
Een waarschuwing.
Een aantal boeren te Bor-
gercompagnie hebbeu besloten een coöpe
ratieve aardappelmeelfabriek op te richten,
om geheel onafhankelijk te zijn van de fa
brikanten, die de aardappelen naar de
meening van de verbouwers uiterst laag
op prijs houden.
Een week of drie geleden
overleed in een onzer provinciesteden de
vrouw van een herbergier en deze trok
zich dat verlies z66 sterk san, dat hij
besloot haar in den dood te vol
gen.
De buren zagen den m3n in geen veer
tien dagen. Du lioisb:as kwam voor een
dichtgespijkerde deur. De politic werd
gewaarschuwd en zij wist hel huis biunen
te kotnen. Toen bleek dat de man in zes
tien dagen geen voedsel gebruikt had ea
alleen nu en dan wat Boonekamp
dronk.
Men hoopt hem van zijn voornemen
terug te brengen en heelt hem onder ge
neeskundige behandeling gesteld.
Rogmans werkt 18 Nov. te
Stottgart mede bij een uitvoering van
Bruch's AchiUeus (dat in Dec. te Haarlem
wordt uitgevoerd met Rogmans en Mes-
schaert).
lerlei vuil bevond en wel in die mate
dat de gemeente-reiniging er twee karren
vol weghaaldede arbeiders konden het
vuil zoo maar met een ballastschop ver
wijderen.
Men behoeft er zich dos niet over te
verwonderen, dat zij, die in zulk een bed
stede slaapt, door de eene of andere ziekte
wordt aangegrepen.
Te Haarlemmermeer
(BURGERVEEN) is weder een geval
van Aziatische cholera voorgekomen met
doodelijken afloop.
L u n (1 b o u w.
G. A. Vostermau
iu het jongste nommer
In verband met indenlaat-
sten tijd te GOUDRIAAN bedreven dief
stallen van waschgoed, hei ft men huiszoe
king gedaan en goederen iu beslag geno
men bijden nachtwaker aldaar. De
man is in zijn bediening geschorst.
De heerJ.J.T. ReDard J r.,
onderdirecteur van Kes' orkest, heeft een
lied gecomponeerd Zich spiegelen, tekst van
Heije, dat hij opdroeg aan mevr. Olden-
booin—Lütkeman.
Te ENKHUIZEN is de
heer J. Sterke voornemens aan ongeveer
20 arbeiders op zeer billijke voorwaarden
een stuk grond te verhuren en wel zoo
dat de hnurders na verloop van 10 jaar
eigenaar vau den grond kunnen wor
den.
Voor dit doel is door hem een verzoek
aan den Raad gericht tot aankoop van
gemeentegrond
Uit WAGENINGEN meldt men
van 30 October
Het was heden bij de loting der nati
onale militie zeer rumoerig in de stad. Den
ganschen dag liepen van de lotelingen ve
len in beschonken toestand langs de stra
ten en kwam het hier en daar tot vecht
partijen, waarbij van messen werd gebruik
gemaakt.
De socialisten wisten van deze gelegen
heid partij te trekken en organiseerden in
den avond eenen optocht, waarbij de be
kende liederen werden gezongen en de
roode vlag ontplooid. Bij ontstentenis van
eeu commissaris van politie (de nieuwbe
noemde is nog met aangekomen) trad de
burgemeester, mr. Hesselink van Suchte-
len, zeil handelend op en trachtte het
zingen te beletten, terwijl een politie-agent
de vlag afhandig maakte.
In het gedrang, dat daardoor ontstond,
werd den burgemeister eene wond metien
mes toegebracht in het onderlijf, terwijl
de oudste wethouder eveneens eene verwon
ding bekwam.
Onmiddellijk werd geneeskundige hulp
ontboden; de twee genetsheeren bevonden
echter dat de wonden niet gevaarlijk waren.
Een paar der belhamels werden gear
resteerd, waarop het volk samenschoolde
voor het stadhuis, vrijlating der arrestan
ten eischte en steenen naar de politie wierp
waarvan er ouder anderen eeu eene ruit
van de secretaris verbrijzelde.
Eergister zijn 36 militaren (rijdende artil
lerie) uit Arnhem aangekomen voor het be
waren der orde.
Van gister namiddag meldde men nog
Alles is thans rustig, üe militairen zijn op
12 na weder vertrokken.
T. Victor, oud 23 jaar, heeft bekend
den burgemeester en den wethouder Brons
veld met een dolkmes te hebben gestoken.
Het weggeworpen mes is teruggevonden.
Victor is gevankelijk naar Arnhem over
gebracht.
Te ROTTERDAM kan de cholera als
geweken worden beschouwd. Er zijn geen
lijders meer in behandeling. Door den bur
gemeester zal nu, tenzij onverhoopt op-
Dituw een geval van cholera zich mocht
voordoen, geen openbare kennisgeving meer
worden gedaan.
In het geheel hebben zich, van het ont
staan der ziekte op 21 Augustus af, 41
gevallen van cholera te Rotterdam voorge
daan, waarvan 29 met doodelijken afloop
terwijl 22 lijders hersteld zijn.
Vrijdag had te ZEIST een eerste
geval van cholera met doodelijken afloop
plaats. De overledene was eene vrouw van
72 jaar.
Een door den geneeskundigen inspecteur
ingesteld onderzoek bracht aan het licht
dat de bewoners van het huis water ge
bruikten uit eene pomp, bij een varkens
hok geplaatst, terwijl eene gemeente-pomp
in de onmiddellijke nabijheid staat.
Door het gemeentebestuur zijn de noodi-
ge voorzorgmaatregelen genomen.
Uit MEPPEL meldt men aan de Zto. et.
dat de aan cholera lijdende vrouw, die in
het ziekenhuis wordt verpleegd, herstellen
de is.
Toen men haar woning in de Krakerij
zon gaan ontsmetten, bleek het, dat zich
onder de bedstede een verzameling van al-
De heer
en Oijen schreef
van zijn Weekblad.
Van de week kwam iemand bij mij om
te vragen, hoe men groenvoeder moet in
kuilen.
Om voor melkvee goed voeder te heb
ben moet het zoet zijn; om dat doel te
bereiken moet de warmte blijven lusschen
55 en 70° Celcins.
Men stapelt in een kuil, die geen last
mag hebben van het opperwater, of beter
op den grond onder een dak, het groene
voeder op lot een mijt, legt daarop een
planken zolder en perst dan de msssa sa
men.
Vervolgens voorziet men zich van een
thermometer, die men legt in een holte van
een pnntigenstok, waardoor men de hitte in de
mijt kan bepalen.
Wanneer de hitte boven de 60° stijgt,
moet de persing grooter worden; blijft de
temperatnnr gelijk of daalt zij, dan laat
men den .ek bestaan.
In Groningen en in het Noorderkwar
tier van Holland is deze wijze van voeder
bewaren veel in gebruik en wordt alge
meen aanlievolen. Bij de ophoping doet het
er niets aan toe of het voeder nat of droog is.
Om krachtig partij van de mest te trek
ken moet men naar volledig maken door
hare samenstelling te wijzigen, door bij
voeging (in den vorm van chemische mest)
van dal leidende elemenfwaarnaar de plant,
die men op het oog heeft, in de eerste
plaats vraagt.
Verbouwt men koren Voeg in de al
lereerste plaats stikstof aan de mest toe,
want de stikstof is het leidende element
voor het koren.
Verbouwt men aardappelen Voeg pot-
asch aan de mest toe, want de potaschis
de preferente stof voor den aardap
pel.
Verbouwt men boekweit Maak de be
mesting volledig, door er phosphorzuur
aan toe te voegen, die voor de boekweit-
soorten preferent is.
Het doel, met andere woorden, dat de
landbouwer zich moet stellen, is niet om
mest te vormen, maar het is on aan de
aarde, in onverschillig welken vorm, het
totaal der vrnchtbaarmakende elementen-
te geven die de planten vorderen om met
de minste onkosten van elk van haar te
verkrijgen het maximum van opbrengst.
De vra8g van de mest, waarvan de on
wetendheid en de vooroordeelen van onze
voorouders de hootdkwestie, de Gordiaan-
sche knoop van het landbouwknnding
raadsel gemaakt hebben, vindt zich aldus
tot den tweeden rang teruggebracht.
Laat ons van onze vaderen geen kwaad
spreken. Zij ook hadden reeds de nood
zakelijkheid ingezien, om de aarde, door
eene onophoudelijk» uitputting verarmd,
te voeden. Maar zij hadden geene ande
re vergoeding te geven dan de mest. Dus
men moest mest produceereD, fabriceeren.
Wat zou men zeggen van eene maatschappij
voor het halen van metalen uit ertsen,
eene van die groote fabrieken, die ontzet
tende hoeveelheden beweegkracht, vele
paardekrachten stoom noodig hebben, als
men, inplaats van haar op te richten in
de nabijheid van rijke kolenmijnen, inplaatst
van haar met kracht te voeden met de
vooraf bestaande bronnen, zich in het
hoofd zette, haar van brandstoffen te wil
len voorzien, door een deel van haar grond
gebied te beplanten met zorgvuldig on
der houden boomen.
Welnu, de kuituur, gebasseerd op het
uitsluitend gebruik van mest, berust op
hetzelfde beginsel.
Evenals de steenkool nemen ook de
chemische meststoffen door mijnen nit de
ingewanden der aarde. En men zon den
landbouwer willen noodzaken om mest te
maken Men zou bepaald den toegang
tot de hoofdbron willen afsnijden
Waarom vast te honden aan een bosch,
waarvan het hout, zoo langzaam in het
groeien, per slot van rekening nog duur
wordt, wanneer men onder zijn voeten en
in zijn bereik lagen van steenkool heeft,
die het slechts van n afhangt te exploi-
teeren om overal overvloed en rijkdom te
verspreiden Waarom aan de mrst vast
te houden, wanneer men overal hoopen
van phosphorus, van potasch en kalk vind
waarmede men niets anders weet te doen
(zooals vroeger in Rusland en in SpaDje)
wegen er mee te bevloeren, hetgeen
kauwde en verteerde planten Ook bevatten.
Stellen we ons voor een grond, ontbloi t
van phosphorzunr. De planten, die op de
zen grond groeien, zullen klaarblijkelijk
geen phosphorzunr bevatten en de mes',
dte gevormd wordt, nadat deze planten
aan de spijsvertering deelgenomen hebben,
zal al evenmin phosphorzuur bevitten.
In de mest, die men daarna aan den
aarde teruggeeft, ontbreekt dus een der fac
toren voor de vruchtbaarheid, de phosphor-
znur. Men gaat in een kring van verkeerdhe
den ronddraaien waarvan het middelpunt is
de onvermijdelijke nootlottige ruine, want als
de phosphorzuur hoe langer hoe meer ont
breekt, zollen de drie andere natuurlijk
ook niet meer kannen werken.
Maar laat ons de zaken van niet al te
zwarten kant bekijken. Stellen wij ons vooi
dat de mest eene volledige wos, dat zij si
de nadeelen, maar ook al de voordeelen
van een ideale mest in zich vereenigt. Oua
die volmaakte mest te produceeren heeft
men vee en hooi noodig. Bij de productie
van de mest is het vee de machine, het
hooi de brandstof. Men zal dus gedwongen
zijn om een gedeelte van het bebouwbare
terrein in weidegrond te veranderen. Dat
wil zeggen, dat de helft van de boerderij
niets opbrengt daar het kapitaal, vertegen
woordigd door het vee en het weideland
in werkelijkheid een dood kapitaal is en
niets meer. Om aan de nadeelen van dit
systeem te gemoet te komen, had de vroe
gere landbouw in een oogenblik van bijzon
dere helderheid uitgevonden, om de kui
tuur te laten afwisselen. Daar werd de
wisselbouw geboren, het laatste woord der
praktijk van vroeger.
Rsll. Nievwsbl.
Strookrachtvoeder als aequi
v a 1 e n t van hooi: formules van prof.
dr. Maercker en dr. Morgen. Het onder
staande is slechts een klein gedeelte van
de lange reeksen van voedercombinatiëo,
door die heeren samengesteld. Zij hebben
b. v. het geval voor zich dat er ook geen
stroo disponibel was en dit dan vervan
gen diende te worden door houtzaagsel,
geplet scheersel van naald- en loofhout
en dergelijke vreemde materialen, die in
ons land niet iu aanmerking komen. In
ieder geval wordt aangenomen dat het
stroo, vooraf tot haksel gesneden, met ko
kend water worde begoten angebrühtof
met warm water bevochtigd, daarna twee
of drie dagen lang tir zelfverhitting in
bakken, Kisten of eenvoudige hoopen blij
ven liggen.
Het stroo wordt daardoor niet voedza
mer en de herkauwers verteren het al even
goed in zijn natuurlijken toestand, maar
het wordt veel smakelijker en zij verorbe
ren er veel grooter hoeveelheden van. Prof.
Hellriegel constateerde b. v. dat schapen
per dag en per'hoofd 1679 gr. ordinair
droog stroo verbruiken, en van datzelfde
stroo 2604 gr. wanneer het door zelfver
hitting iets weeker was geworden en zelfs
8394 gr. indien men het met kokend water
had gebroeid.
100 Ko. grashooi (met 7.5 pet. vert.
eiwit en 38 pet. vert. Nfstoffen) kan wor
den vervangen door
Stroo, kostende samen M.
Zijne slotsom is:
Waarom
Reeds verdwijnen voor de bewoners
kleine der vlakte, de toppen der gletschers, don-
middelen" ÏÏZZ'Z «fk b'mel
heidegrond hier, dan op onbetrouwbare hullende be g^
gegevens naar Amerika te et uizjokerde van tijd tot tijd een bliksemstraal,
inand die met zijn gezin n - j men telde nog kalm de minuten
vertrekt, heeft zooveel kosten^ voot tusgchen bliksem en donder. Maar de oo-
en uitrusting te maken, dat hij
blijvende voor dat geld een flink huis-
kunnen bouwen! In 'l~*
a. 1075 aarduotenmeel en 108.40 3 78
4. 11.63 katoenzaadmeel en 104.40 3.73
e. 17.48 raapkoek en 97.20 4.30
d. 30.88 cocoskoek en 62.80 6.07
e. 34 54 gedr, spoeling en 52.20 4.91
f. 81.75 draf of bostel en 71.20 4.76
dan
Wij halen de berekende kosten der ver
schillende rantsoenen slechts aan als ver
houdingsgetallen, voor zoo verre zij, vari-
eerende met de prijzen van het stroo en
van het gebezigde krachtvoeder als zoo
danig kunnen gelden. En merken daarbij
op dat de combinatie met katoenzaadmeel
steeds de goedkoopste isgaarne zouden
wij vernemen waar ergens in ons land ge
droogde brouwerijdraf IrocJcenlreberver
krijgbaar is, met opgaaf van gehalte en
prijs. Zij die daarmede in Limburg vee
gevoederd hebben, verkiezen het boven ander
kunstvoeder.
Voedercombinatien, waarin
het grashooi vervangen wordt
door krachtvoeder en eenege-
ringe hoe veelheid stroo, onder
bijvoeging van nog een kracht
voeder, dat minder eiwit be
vat; ris zoodanig komen bij hen in
aanmerking: rijstmeel, maïs. gemalen gerst,
melasse en gedroogde pulpe. Laatstgenoem
de wordt door de schrijvers bijzonder aan
bevolen, maar is in ons land ook niet ver
krijgbaar. Wij bepalen ons derhalve tot
de serieën, die samengesteld zijn uit stroo
met de reeds genoemde voedermiddelen,
-j-gerstemeel of-J-maïs.
Gerstemeel
30.60 k. 6.92
Stroo
a. 54.20 k.
b. 52.20 30.30 7.53
e. 48 60 29.65 11.46
d. 31.40 25.35 21.78
e. 25.60 23.20 25.23
35.60 26.65 21.91
Stroo Maïs
a. 52 20 k 21.74 k 9.90
b. 52.20 21.74 10.74
c. 48 60 19.75 16.22
d. 34.40 13.44 39.36
e. 26.60 11.25 33.11
f. 35.60 15.12 29.90
Maercker en Morgen
becijfering gemaakt ter vervanging van het
ontbrekende klaverhooi.
kostende M.
k. aardnootuieel 5,98
5.92
raapkoek 6.25
cocoskoek 7.14
gedr. spoeling 6.27
bostel 6.37
kostende 11.
k aardnootmeel 5.18
katoenzaadm. 5 09
raapkoek 5.53
cocoskoek 8.30
gedr. spoeling 5.60
bostel 5.68
hebben dezelfde
ie zou Kunnen uuuwem xu. Amerika
aangekomen, moet hij zooveel leergeld
betalen dat hij hier blijvende voor
dat geld een aardig stuk heidegrond zon
kunnen koopen!
Verplaatst u nu eens in deze beide
door ons gedachte toestanden
aIs zoo iemand naar Amerika
vertrokken, dat heeft hg, op verschillende
wijzen, zooveel moeten uitgeven, dat zijn
klein kapitaaltje tot een klein bedrag
is ingekrompen. Daarom moet hij met
schulden bezwaard werken in een vreemd
land. Voorts moet hij zich ontberingen
getroosten om zoo mogelijk nog
eenmaal zijne schulden te kunnen atdoen.
Slaat het echter door ziekte of wat dan
ook tegen, dan is hij weg.
b) Is zoo iemand hier gebleven, dan
heeft hij een stuk grond en een nieuw
huisje in eigendom en daarbij nog wat
geld om zich op doeltreffende wijze te
kunnen inrichten. Hij is dus vaD geen
mensch afhankelijk en heeft goede voor
uitzichten.
Het woord heidegrond schrikke nie
mand af, want er is genoeg heidegrond
hier, die men soms in Amerika te koop
aanbiedt. Heidegrond moet men ontgin
nen, doch de meeste gronden in Ameri
ka moet men ook ontginnen.
AmstCt
Onder dezen titel bespreekt De Stan
daard den aandrang, die in den laatsten
tijd herhaaldelijk werd vernomen, cm de
overheid meer met de armenzorg te be
lasten. Het standpunt daarbij ingenomen,
noemt het blad ten eenen male valsch.
De massa behoeftigen zegt hij be
staat uit twee zeer onderscheidene catego
rieën het proletariaat en de hulp
behoevend geworden arbeidersfami-
liën. De eerste categorie scbat De stan
daard op niet de helft van de tweede.
Wie nu vóór pensioneering der werklieden
is, moet het vraagstuk der armenverzor
ging met principieel ter toetste brengen en
definitief regelen willen, alsof voor de beide
categorieën te zorgen ware. Gaat toch de
pensioneering der werklieden door en wordt
deze zoo geregeld dat zij afdoende is, dan
heeft de armenzorg der toekomst slechts
te zorgen voor het eigenlijke proleta
riaat.
Als men nu uitsluitend met dit proleta
riaat te rekenen heeft, dan wordt de blik,
dien men op de te volvoeren taak krijgt,
een geheel andere. Terwijl nu toch de
krachten der kerkelijke en particuliere lief
dadigheid geheel te kort schieten, om in
den verdrievoudigden nood te voorzien,
zullen, bij het terugbrengen van de armen
zorg tot hare ware proportiën, die voorhan
den krachten in verreweg de meeste geval
len geheel berekend blijken, om den be-
staanden nood te lenigen. De bemoeienis
der overheid zou dan èn een veel beperk
ter karakter dragen, èn eenen anderen
grondslag krijgen. Men staat dan tegenover
de slachoffers van het ongeluk of van
eigen en anderer schuld. Naar de indee
ling van deze twee hoofdcategorieën, die
nimmer vermengd mogen worden, en hare
onderverdeelingen, zal de Kerk zich dan
eenen vasten regel van eigen armenverzor
ging stelien. Op de particuliere liefda
digheid kan uiteraard niet dan door voor
lichting en vermaan gewerkt. De voorlich
ting kan de politie verstrekken, door alle
onverzorgden en niet-gepensioneerde armen,
die niet door de Keri£ verzorgd worden,
te registreeren en door politietoezicht te hou
den op hun gedrag. Op die wijs, zal het
proletariaat van het ongeluk al meer
van het proletariaat door eigen schuld
worden afgescheiden de overheid zal dit
laatste in bedwang kunnen houden, en voor
zij het ook door ei-
blijft staan, het, ter wering
erger, van eene
bijna gelijk staat met het bevloeren der
wegen met brood en het besproeien der
straten met wijn. Daaruit vloeien ernstige
gevolgen voort. Het produceeren van mest
- ,Ni,et Amerika - De
v - heer A. de Boer waarschuwt in De Slan-
die rTWaaÜ de.mest?7aD^ePlaDten tegen de mooie berichten over
die door de spijsvertering der dieren (de landverhuizing naar Amerika ^eliik er
gew1ztdmziinneS T°°r C producten) n0g onlangs aan dat blad uit Colorado
ril .1' j toegezonden werden. Hij ontleedt diebp-
tL "SS "2Voe '",'welken see8t
aigeweiae, ge- i dienen opgevat te worden.
zoover het hulpeloos,
gen schuld,
van
zien.
In het socialistische hoofdblad „Recht
voor allen" komt de volgende advertentie
voor„Socialistische meisjes I koopt voor
uw vrijer als Sint—Nicolaascadeau een re
volver met 80 patronen, voor f5.15 te
verkrijgen aan het bureau vau Recht voor
Allen, van Voorwaarts en van Volkstri
buun.»
R leuwLevsn maakt naar sanleiding dtzer
aa7, de volgende opmerking i
Wat dunkt u? Niemand behoeft langer
te twijfelen, hoede heeren van R. v. A het
met de revolutie, die zij prediken, in'wer-
kelijkheid meenen. En wat een opvoeding
voor het aankomend vrouwelijk geslacht
De liefde moet uit de harten weg, en de
haat er in. De vrouwenhand moet moord
tuigen aanreiken, in plaa's van wonden te
heelen. Afschuwelijke leeiMaar dat is
geen socialisme meer; dat is tot het kook
punt opgejaagde haat, die bezig is tot
krankzinnigheid over te slaan. Dat komt
er van, als men de hartstochten niet on
der den teugel houdt.
Gemengd Nieuws.
In den storm.
schiedenis uit de Alpen.
Er komt een on weder op. De wind
fluit in alle toonaarden en drijft de ne
vel uit kloven en dalen op naar het hoog-
o-enblikken, die daar tusschen lagen wer
den altijd korter, de donder naderde, het
lichten werd feller. Daar schiet een blik
semstraal verblindend door de lucht,
een vreeselijke slag dreunt bijna gelijk
tijdig het onweder staat loodrecht bo
ven het dal.
Als had de slag de wolken vaneen ge
scheurd, zoo breekt nu de zondvloed los,
groote hagelsteenen vernietigen de hal
men op het korenveld; de bliksem treft
een hooischelf, die door het vuur wordt
verteerd. Doch boven op de Alpen schijnt
de zon nog, de gletschers steken hunne
spitsen nog in de blauwe lucht en zien
beneden zich als een eindelooze zee, de
wolken waaruit het in het dal hagelt, re
gent en onweert.
De Alpen-herderin wacht haren gelief
de. Vandaag moest hij komen, nadat hij
vier weken lang is weggebleven.
Het meisje wist wel waarom. Jagers
en boschwachters doorsnuffelen de ber
gen en zoeken den gezel, uit wiens ge
weer de doodende kogels het wild treffen.
En is de geliefde van het meisje zulk
een Wij zullen zien.
De dieren hebben zich angstig ver
scholen; het ree zoekt een zekere plaats
diep in het woud, de vos kruipt in zijn
hol, de vogels duiken weg onder de bla
deren der boomen, waar ze het dichtst
zijn en zelfs de steenadelaar vliegt naar
zijn nest, daar op de rost op duizeling
wekkende hoogte.
De herderin drijft de loeiende runde
ren, de blatende schapen in den stal, de
zen zoowel als de deur en de luiken van
haar hutje zorgvuldig sluitende. Dan werpt
zij een gewijd palmtakje op het vuur,
dat naar het geloof der landslieden, den
vernietigenden bliksemstraal van het huis
afwendt.
Zij is jong, frisch als de dauw en kern
gezond, deze krachtige dochter der Alpen.
Oogen als een gems, alpenrozen op de
wangen, bloemen in het haar. Maar he
den ligt een schadnw op haar gelaat, als
of de storm zijn nevels ook legde op dit
voorhoofd, anders zoo rein als Edelweisz.
En buiten loeit de orkaan altijd heviger,
de wolken stijgen voortdurend hooger op
en legeren zich als zwarte spooksels om
de koppen der bergen. Nader en nader
rolt de donder, scherper en scherper tee-
kent zich het licht van den bliksem te
gen de wolken af en schiet naar beneden
naar boven, naar links en naar rechts.
Als het in de Alpen onweert, dan staat
de mensch niet beneden, maar midden in
het onweder. Groote droppels vallen groot
als hazelnoten en slaan kletterend tegen
de rotsen, zij vallen gedurig dichter en
sneller en eindelijk stroomt de verwoes
tende wolbreuk neer, veegt stof en zand
van rotsen, werpt het opgestapelde hout
op de hoogten om en voert het mede in
zijn woeste vaart omlaag.
Elke rotsspleet wordt een vloed, de
boschbeek wordt een woedende bergstroom
en rukt de bruggen mede op de paden
in de hoogte, woelt het aardrijk op den
rag van den berg om en vereenigt zich
eindelijk met den vloed die de vlakte
doorsnijdt. Nog lang zichtbaar in den groe
nen vloed trekt het vuilgele water langs
de oevers heen.
De echo van de bergen weerkaatst
eiken donderslag honderdvoudig, de ber
gen zelf staan in gloed en vlammen, de
eene slag, de eene bliksemstraal volgt
onmiddellijk op den andere en de enkele
oogenblikken daar tusschen in, is het
duistere nacht, zwart als de zonde, die
den mensch misleidt en verblindt zoodat
hij niet vermag te zien, maar evenals in
den storm, hem slechts den stormwind
der hartstochten doet hooren.
Toch waagt zich de mensch in dien
storm.
Toch wagen zich ook de menschen in
den orkaan en het onweder in de ber
gen.
W at waagt een mensch niet De harts
tochten zijn vreeselijker dan de strijd
der elementen. Daar sluipt hij langs het
donkere woud, Nu treedt hij er uit op
het pad, dat naar de hoogte op de rots
voert. Een woest, maar schoon gezicht,
door de zon gebruind, door den storm ge
hard. De verstandige oogen van de ree
doch nu met de uitdrukking van den
wolf. Het voorhoofd anders helder als de
gletscher, maar nu beschaduwd door on-
weêrs wolken als deze. De mond anders
zacht en glimlachend, nu vertrokken tot
bitterheid. Donker, druipend haar, hangt
verward over het voorhoofd. Een zwarte
baard omgeeft het gezicht vol uitdruk
king.
Den groenen hoed met een veder ver
sierd, bedekt het hoofd. Een grijs jacht
buis met groene opslagen, omhult de
krachtige gestalte. De borst is open en
vrij in den zonneschijn zoowel als in
den regen, bij zonnewarmte en als het
sneeuwt. Een zwart lederen broek, reikt
tot aan de knieën, van daar dekken groe
ne kousen de beenen, de voeten steken
in bergschoenen. De buks, die de man
gereed om te schieten in de hand houdt
het schuwe, voorzichtige wezen
E e n e g e- Je spiedende blik, die hij om zich heen
slaathet is een strooper. Zoo treedt
hij het bosch uit en stijgt de hoogte op.
Zijn oog fonkelt onheilspellend, hij drukt
de buks vaster tegen zich aan, daarop
gaat hij bedachtzaam verder. De weg
broodwinning voor-