Uit en voor de Pers.
Zaak de Jong.
Nellie over de Hollandsche
Socialisten.
Gemengd Nieuws.
verder te onderzoeken.
Verder niets meer ter beraadslaging in
openbare zitting voorhanden zijnde, ging de
raad iu comité over tot vaststelling van
het suppletoir kohier van den hoofdelijken
omslag.
Als een bewijs, dat goed
Hollandsch rundvee zeer gewild en tot
hooge prijzen wordt verkocht, kan dienen
dal de heer C. te HARINGHUIZEN op
de groote koemarkt te Alkmaar
twee fokkalveren verkocht tegen den
ongehoorden prijs van f 174 en f 275 het
stuk.
Men meldt uitBOVEN-
KARSPEL; Sedert eergisteren doet zich
alhier volgens den geneesheer een geval
van Aziatische cholera voor, tot heden
nog niet met doodelijken afloop. De pa
tiënt wordt aan huis verpleegd, terwijl de
gemeente in de noodige ontsmettingsmidde
len voorziet.
Op den wedstrijd in het
reciteeren Vrijdag 3 November te MEP—
PEL gehouden, behaalde de heer J a c.
W i 1 s o n van Hoorn met de voordracht
van de Schipbreukeling den eersten prijs
(verg. zilv. med de heer Joh Wilson
met de voordracht van een Huiselijk tafe
reeltje den tweeden prijs (zilv. med.)
Ernst en luim werden op dien wedstrijd
door elkaar beoordeeld.
Het Amsterdamsch k Ca-
pslla-koor, krijgt nog voortdurend nit
het buitenland aanvragen om dezen win
ter concerten te komen geven, o. a. uit
Weenen, Buda-Pest ea Parijs. Hoogst
waarschijnlijk zal alleen aan de aanvrage
uit Parijs gevolg kunnen worden gege
ven.
Ons bericht omtrent den
Griegavond in Amsterdam, was in zoover
re onjuist, dat de heer Grieg niet zelf
zijne werken zal komen dirigeeren, maar
in het Noorden zal blijven.
Machiel Lampier, die
bekend heeft zijn vrouw en zijn
schoonmoeder te hebben vermoord, werd tot
die bekentenis gedrongen door een meid.
Met deze stond hij in nauwe relatie en
zij had zooveel aan 't iicht gebracht, dat
ontkennen voor Lampier niet meer moge
lijk was. Hij was van plan met naar naar
Amerika te vertrekken en had daarvoor
geld noodig.
Zekere W. Bloemsma te
KOLLUM (Fr.) begaf zich in een weide,
waarin koeien waren. Hij had een hond
bij zich, die blaffende op de koeien toe
liep. Eenparig liepen nu de koeien op
den hond toe die daarop bescherming bij zijn
meester zocht. Spoedig was W. B. door
alle koeien omringd, die hem van verschil
lende zijden stieten. Gelukkig kwamen
er personen opdagen, die W. B. ontzetten.
Door dr. de Groot werd geconstateerd,
dat hem twee ribben in de rechterzijde ge
broken waren.
Dinsdag 31 October is
door den rechter-commissaiis mr. Simons
verhoord eene bewoontser van de Albert
Cuypstraat, die kort vóér de inhechtenisne
ming van De Jong, toevalligerwijze met
hem in aanraking was gekomen. Het uit
voerige verhaal, dat deze getuige den rech
ter—commissaris deed, komt, naar het
Hblad. verneemt, in hoofdzaak op het vol
gende neer:
Maandag 4 September stond getuige
voor eenen schoenwinkel in de Gerard
Doustraat te kijken naar een paar laarsjes,
waarop zij haie zinnen had gezet.
„Zoo, hoe gaat het hoorde zij eens
klaps naast zich, en zij zag eenen
heer, die haar als eene oude kennis be
groette. Dit bleek nu wel is waar eene
vergissing te zijl), doch was geen bezwaar
om kennis te maken. De vreemde heer,
met een klein zwart kneveltje en gekleed
in een licht pak, was niemand anders dau
De Jong.
Hij stelde haar voor, hem naar de come-
die te vergezellenvooraf kon men er
gens iets gaan gebruiken. Gezamenlijk
bezochten zij nu het nieuwe café in bet
Paleis voor Volksvlijt. Daarna begaf men
zich naar Kras om te eten, en in het
voorbijgaan bestelde De Jong in den siga
renwinkel naast Kras een kistje sigaren,
waaruit hij zijnen koker vulde.
Van de comedie kwam dien avond niets
De Jong gaf aan meer huiselijke genoegens
de voorkeur. Van zijne nieuwe kennis bad
hij vernomen, dat zij alleen woonde met
haar kindje van 4 jaar en eene zuster;
laatstgenoemde zou echter vermoedelijk
den nacht bij familie doorbrengen.
Voor de woning in de Albert Cuypstraat
gekomen, moest de getuige eerst gaan zien
of hare zuster soms thuis was, want in
dat geval wilde De Jong niet boven ko
men de zuster was echter niet thuis.
Voor alle zekerheid nam De Jong een
handlampje en ging daarmede de vertrek
ken rond, terwijl hij bovendien nog met
eei en stok onder kasten en ledekanten
voelde. Hij vond echter niets dan het kind,
dat met een popje in den arm gerust te
slapen lag.
De achterdocht van De Jong was haar
niet ontgaan. Eensklaps, toen hij voetstap
pen hoorde greep hij haar bij den arm.
«Daar loopt toch iemand
«Gekheid, dat zijn de achterburen, die
op dezelfde étage wonen."
Voor het souper had De Jong eene
saucis meegebracht. Hij vreeg een mes om
de worst te snijden, maar geen v«« de
messen die zij bracht, waren hem groot en
scheip gtnofg. Dit alles, gevoegd bij zijne
zenuwachtige manier van doen, maakte
haar meer dan ongerust, en zij haastte
zich dau ook, de messen na gebruik weg
te sluiten.
Intusschen praatte De Jong levendig en
scheen hij zeer met zijne nieuwe kennis
ingenomen. Hij stelde haar zelfs voor, met
hem naar Londen te gaan en daar met
hem te trouwen, om dan later in Holland
een café te beginnen. Hij wist wel eene
manier om in een jaar rijk te zijn. Als
een bewijs hoe goed hij het met haar
meende, beloofde hij baar een splinter
nieuw gouden tientje.
Den volgenden morgen nam hij voor de
grap haren arm en overdekte dien met
atdrukken van eenen caootchouc-stempel,
waarop „H. de Jong'; ook de hand van het
kind werd geheel met de blauwe letters
bedekt. „Ziezoo, nou behooren jelui mij
beiden toe, en gaat dus met mij mee naar
Eugeland', zeide hij. Deze afdrukken ble
ven nog een paar dagen zichtbaar, ondanks
de pogingen om ze te verwijderen.
Als iemand, die zich bij zijne aan
staande vrouw geheel thuis gevoelt, liet
De Jong overal zijne oogen gaan, en zoo
vond hij o. a. ook bauk-van-leeningbrief-
I jes*
De Jong wilde de briefjes in zijn zak
steken, zeggende dat hij de panden wel
zou inlossen voor de eigenares. Deze vond
het echter veiliger de briefjes zelf in haar
bezit te hooden tevens achtte zij de ge
legenheid schoon, hem te herinneren aan
het mooie nieuwe tientje.
Men stond op het punt uit te gaan.
Schertsend stopte hij hsar een muntstuk
in den halstoen zij het voor den dag
wilde halen om het eene meer geschikte
bergplaats te geven, belette hij haar dit
met een aardigheid, en al stoeiende rol
den zij zelfs over den grond.
„Enfin, laten wij dan maar gaan En
zoo gingen zij met het kind de stad in.
Ten slotte belandden zij in het caté in
de Warmoesstraat op den hoek der Heint-
je-Hoeksteeg. Het tientje was intusschen
steeds dieper gezakt.
Na iets besteld te hebben, zeide De
Jong „Wacht mij hier even, dan zal ik
wat moois voor je halen uit mijn loge
ment; ik logeer in Het Haasje, hier vlak
bij."
Van zijne afwezigheid maakte zij gebruik
om het tientje te voorschijn te halen. Tol
hare verontwaardiging zag zij, dat het eene
waardelooze munt was, een gedenkpenuing
of zoo iets.
Spoedig kwam De Jong terug met een
groot pak, dat allerlei damesartikelen biet k
te bevatten een rose parasol met koordjes
overspannen, allerlei lijfgoed, voorts een lee-
ren handtaschje, een doosje met zilveren
lepeltjes en een poudre ae riz-Aooi.
„Zoek nu maar uit, wat hierbij van je
gading is,* zeide hij.
Maar zij was boos, verweet hem zijn be
drog en verklaarde dat „gestolen goed'
zelfs niet te willen aanraken. De Jong was
geheel onthutst.
„Kom, neem wat aan, anders kan ik het
niet kwijt raken.
„Dit dan, eene fijne doos pouclre de riz,
ruik eens 1" Meteen drukte hij haar de doos
onder den neus en ledigde den inhoud op
haren mond, zoodat zij dacht te stikken.
Eerst nadat de kastelein haar twee glaasjes
cognac had laten drinken, kwam zij eenigs-
zins bij.
De aardigheid was er nu natuurlijk af,
en op staanden voet verliet zij het café.
De jong bracht haar naar de tram Am-
steldijk bij het afscheid nemen drukte hij
haar het taschje in de hand en beloofde
dien avond terug te komen. Hij kwam ech
ter niet.
Het eerste wat zij van hem terugzag,
was zijn beeld voor de ramen van eenen
winkel. Daar hing zijn portret, benevens
de portretten van zijne vermoedelijke slacht
offers, Sara Juett en Maria Schmitz.
De schrik sloeg haar om het hart. Nu
begreep zij alles het doorzoeken van hare
woning, zijne zenuwachtige manier van
doen, het vragen om een heel groot mes,
zijne poging om haar de lombardbriefjes af
handig te maken, en andere kleinigheden,
waarop zij in het eeist niet gelet had.
Als eene herrinnering aan het merkwaar
dig geval heeft zij van den gedeukpenning
eene broche laten maken.
Voor het begin van dit verhoor was ge
tuige eerst met de De Jong geconfrontreerd.
Later weer binnengeleid, antwoordde deze
met een bedeesde stem op de hem gestel
de vragen. Werd hij door een vraag in het
nauw gebracht, dan hoestte hij erg.
Toen hij voorgoed werd weggeleid, zeide
hij bij het heengaan tot de. getuige „Je
ziet me gauw terug, over een maand kom
ik los.'
Toen de heer Juett, de vader van het
verdwenen Engelsehe, meisje onlangs door
de justitie te Amsterdam gehoord werd,
vroeg de rechter van instructie, hoe hij,
als vader, zoo terstond de toestemming tot
een huwelijk gegeven had met eenen man,
dien hij niet kende en die feitelijk geen
middelen van bestaan had
De Engelschman antwoordde hierop dat
De Jong hem herhaaldelijk een stuk had
laten zien, waarin stond, dat hij 12,000
gulden op de Nederlandsche Bank had
staan. Dat papier was versierd met het
rijkswapen en droeg ook door een drietal
oudeiteektningen, zoowel als door het ge
heel officieel uiterlijk, alle teekenen vaD
echtheid.
Op een bevel van den rechter werden
nu alle papierer, bij De Jong in beslag
genomen, den heer Juett voorge
legd.
Tarstond greep deze uit den bundel er
een uit en gaf het den rechter.
Nu was dit papier wel in staat om ee
nen vreemdeling te verschalken het was
zoo officieel mogelijk en het rijkswapen
ontbrak er niet aan. Maar eene schuldbe
kentenis van de Nederlandsche Bank was
het toch niet. Het was de ontslagbrief van
De Jong uit de gevangenis te 's Bosch,
en daarop stond zijne uitgaanskas van
twaalf gulden f 12.00 door arbeid in de
ze inrichting verdiend.
De geslepen booswicht zette er zelf nog
eene nul achter en had de brutaliteit Hit
voor hem onteerend stuk als een depos;-
to—bewijs van de Nederlandsche Bank zijn
Engelscben schoonvader voor te leggen.
Hjd.
Op de laatste veemarkt te
NAARDEN gehouden, bedroeg de aan
voer één koe
Uit AMSTERDAM wordt
gemeld.
Voor zijne 9 Beethoven-avonden heeft
de heer Kes zich verzekerd van de mede
werking van den heer Julius Roentgeu,
die o. a. de vijf pianoconcerten van den
meester zal spelen.
In de gemeente HARING-
KARSPEL worden pogingen in het werk
gesteld, om door het vervaardigen vanen
het uitreiken van kleeilingstukken, zoomede
op andere wijzen hulp te verleenen aan
behoeftige ingezetenen. Een tiental vrouwen
hebben zich daartoe vereenigd en (de me
dewerking van welgezinden ingezetenen,
om door betaling van een geringe vaste
wekelijksche of maandelijksche bijdrage het
tot stand Zomen der zaak te helpen bevor
deren.
Aanvankelijk wordt er veel medewer
king ondervonden, zoodat de oprichting
den Vereenigiag verzekerd schijnt.
In de gisterenmiddag
aangevangen najaarszitting der Prov. S.a-
ten v.Noordholland waren o. a. ingekomen:
de kon. besluiten van 7 Aug. jl., houden
de goedkeuring van de besluiten der
Staten tot wijziging der bijzondere regle
menten van bestuur voor het Ambacht
van Westfriesland, genaamd, „Drechter-
land"; het hoogheemraadschap van den
„Hondbossche en Duinen" tót Petten
het heemraadschap van de „Strijkmolens
van de Schagerkogge' en van de bestu
ren van de binnenpolders in die Kogge;
de banne „Sijbekarspel," den polder Scha-
gen en den polder „Obdam" en van 1
Sept. '93. houdende verdaging der beslis
sing omtrent het vastgesteld regelement
op de wegen in Noord-Holland.
Onder de aan de orde ter behandeling
voorgedragen onderwerpen komen voor:
4o. Het rapport van Ged. Staten op
eene aanvraag der afdeeliug „Haarlem
en Omstreken" om subsidie ten behoeve
van een cursus in het hoefbeslag. Ge
vraagd wordt f 300 per jaar voor 3 jaar.
Ged. Staten adviseeren f 800 toe te
staan voor den cursus 1893/94.
5o. Het rapport van Ged. Staten op
de subsidie-aanvraag van het bestuurder
Holl. Maatschappij van Landbouw en de
Yereenigiug tot ontwikkeling van den
landbouw in Hollandsch Noorderkwartier
tot het voorstellen van een zuivelconsu-
lent.
Ged. Staten adviseeren, onder zekere
voorwaarden, toe te staan f 1000 per jaar
voor den tijd van 3 jaar.
7o. De voordracht van Ged. Staten,
om het renteloos voorschot van f 150.000
indertijd verleend aan de Noord-Holland-
sche Tramweg-maatschappjj, voor den
aanleg van stoomtramweg Purmerend
Alkmaar, over te schrijven ten name van
de Tweede Noord-Hollandsche Tramweg
maatschappij.
8°. De voordracht van Ged. Staten
tot beschikking over den post onvoor
ziene uitgaven van de begrooting, dienst
1894, der enkel prov. en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven, ten behoeve van
de zeeweringen en waterschappen in
Noord-Holland.
11°. De voordracht van Ged. Staten
tot wijziging van het bijzonder reglement
van bestuur van het ambacht van West
friesland, genaamd de „Yier Noorder
koggen".
Onder applaus deelde de voorzitter
mede dat het reglement op de wegen
koninklijk was goedgekeurd. Hij
bracht daarna hulde aan de commissie die
de zaak had voorbereid.
De heer Th. J. W ALLER vroeg verlof
om Gedeputeerde Staten te interpelleeren
over het niet indienen van een rapport
over de tram SCHAGEN-WOGNUM; hij
wist dat de staat subsidie zou geven en
dat de zaak in een stadium van wijzen
was.
De vergunning werd verleend. Do in
terpellatie zal plaats hebben na afloop
der agenda van Donderdag.
De volgende zitting is bepaald op Don
derdag te 12 7, uur.
He t BESTUUR der YER-
EENIG1NG TOT ONTWIKKELING
VAN DEN LANDBOUW IN HOL
LANDS NOORDERKWARTIER noo-
digt hare leden uit tot bijwoning van de
NAJAARSVERGADERING, welke zal
worden gehouden op woensdag 22 No
vember 1893, des voormiddags 10 ure,
in het Café Suisse te ZAANDAMter
behandeling der navolgende: punten van
beschrijving1. Mededeelingen van ver
schillenden aard. 2. Ingekomen stukken.
8. Verslagen a. Van het landhuishoud-
kundig congres te Winschoten in 1893.
Uit te brengen dot r den heer J.
BREEBAART Kz. b. Yan de vergade
ring der Yereeniging het Nederlandsch
Paardenstamboek. Uit te brengen door
dem heer W. TEENGS. e. Over de be
proeving van verschillende werktuigen,
gehouden te Anna P^WATTER
brengen door den heer H. J. VVALLER.
d. Over de uitkomsten der bestrijding
van kaasgebreken door den heer A.
ERIKS te Petten. Uit te brengen door
den heer K. A. KAAN. Over de
suikerbietenteelt naar gehalte, f. Omtrent
het stremselonderzoek. g. V oorloopig ver
sla" omtrent het melkonderzoek te Hoog-
carspel, (melkaankoop op volledig gehal
te) De verslagen, genoemd onder de
letters e, f en g zullen worden uitge
bracht door heer Dr. K. H. M NAN
DER ZANDE.
4. Mededeelingen betreffende de
aanstelling van een zuivelconsulent,
door den heer J. L. T. GRONE-
MAN. 5. Mededeeling in zake de bestrij
ding der vlekziekte bij de varkens, door
den heer M. J. HENGEYELD G.Jz.
6. Korte mededeelingen omtrent het con-
serveeren van melkmonsters, voor onder
zoek bestemddoor den heer Dr.
K. H. M. YAN DER ZANDE. 7. Be
noeming eener commissie van drie leden
tot onderzoek der rekening van dit en der
begrooting voor het volgende jaar. Voor
dracht van het Bestuur de heeren J
P. GROOT,C. DE GEUS en P. SMIT Cz.
8. Bepaling van de plaats, waar de
vergadering der leden in Maart 1894 zal
worden gehouden. Voordracht van het
BestuurAbbekerk. 9. Voorstellen van
het Bestuur a. Om den heer Dr. K. H.
M. YAN DER ZANDE, Directeur van
's Rijks landbouwproefstation te Hoorn,
te benoemen tot adviseerend lid van het
Bestuur (art. 15, als 2, der s'atuten).
In te leiden door den heer C. WIJ DE-
NES Gbz. b. Omtrent het verleenen van
subsidiën aan tentoonstellingen. In te lei
den door den heer G. WONDER.
10 Bepreking der wenschehjkheid van
tuberculine inspuitingen bij runderen. In
te leiden door den heer M. J. HENGE-
VELD G.Jz. 11. Mededeelingen om
trent een voorgenomen bacteriologisch
onderzoek van lange wei, door den heer
Dr. J. W. C. GOEDHART, Bacterioloog
aan het Proefstation te Ilooro. 12. Be
spreking van de belangen, waarvan men
de behartiging voor het volgende
jaar aanbeveelt (art. 12 der statuten).
a. H et bevorderen van het opleiden van
hoefsmeden op den cursus te Haarlem,
waartoe reeds in de voorjaarsvergadering
is besloten, b. Voortzetting der proeven
met inënten tegen kalfverwerpen. c Het
bevorderen van het aankoopen der melk
der kaasfabrieken op volledig gehalte, d.
Voortzetting van het contract met den
heer A. ERIKS te Petten. In te leiden
door den heer P. D. SCHENK, e. Het
aankoopen en verkrijgbaar stellen
vooral voor kleinere landbouwers,
van veredelde zaaigranen. In te
leiden door den heer K. BREEBAART
Jz. f. Het nemen van proeven met bloem
bollencultuur. In te leiden door den heer
P. BUIS Jz. g. Het nemen van proeven
tegen v 1 a s b r a n d. In te leiden
door den heer J. L. T. GRO-
NEMAN. h. Het beproeven van een
wedstrijd met karns, gierkarren en kunst
meststrooiers. In te leiden door den heer
J. KOOPMAN. 13. Bespreking van ver
dere werkzaamheden.
In het Indische blad De locomotief, on
der de redactie van mr. Brooshooft, geeft
Nellie (mevrouw van Kol), hare indruk
ken weder van de afgevaardigden op het
Zuricher socialisten-congres.
Omtrent de Hollandsche afgevaardigden
schrijft zij het volgende
„Holland maakte op dit congres geen
schitterend figuurintegendeel, de meerder
heid zijner délégués, namelijk Domela
Nieuwenhuis, Cornelissen, Vliegen en nog
een bijlooper, wiens naam mij ontgaan is,
had de meerderheid aller afgevaardigden
tegen zich, benevens de Hollandsche min
derheid zelve, bestaande uit van Kol en een
onderwijzer. Dat nu beteekent op zich zelf
niets men kan een kleine mindeiheid vor
men en toch sympathie en achting afdwin
gen, maar de indruk, dien de Hollandsche
meerderheid maakte, was bepaald ongunstig
(Vliegen uitgezonderd). Er was een tijd, dat
Domela Nieuwenhuis met ziju kranige ge
stalte en sympathieken Cbistus-kop, op alle
congressen een diepen en gunstigen indruk
maakte; doch de opinie te zijnen opzichte
kentert. Alle vreemdelingen, die ik sprak,
zien in hem den man, wiens oorspronkelijk
optreden, grootscb, zuiver, indrukwekkend
was, door wieus energie een flinke partij in
Holland zich vormde; die echter niet be
stand bleek te zijn tegen het gif der per
soonsaanbidding, van zijn hoog voetstuk
viel, ijrlel werd, en zóé^er achteruitging,
dat ze:fs zijn tactiek geen lertrouwen meer
verdient. (Dat zeg ik nietwat ik in deze
deuk, doet er niet toeik herhaal slechts
wat vele vreemdelingen zeiden en wat in
't buitenland, behalve bij eene minderheid
in Frankrijk, algemeene opinie schijnt te
zijn.) Cornelissen maakt een zeer ouguu-
stigen iudiuk. Die heeft geenszins een eer
vol en heerlijk verleden achter zich dat het
tegenwoordige doet betreuren in hem ziet
men den blinden fanatikus, den boozen
geest van Domela Nieuwenhuis en de par-
tij-Domela Nieuwehuis vindt nog een en
kelen verdediger, Cornelissen niet één. Zijn
brutaal optreden tagen den ouden Lieb-
knecht verwekte algemeene ergernis."
Ibsen is tot r idder v a n 7
orde van St. Olaf van Noorweger l',,6
noemd.
Een bekend Weener Col
lectionueur, dr. von Juré, moel
drietal belangrijke handschriften van BeT
hoven machtig geworden, zijn nl. bet ontwei
van een gedeelte van het tweede bedr'T
van Fidelioeen blad papier met potlood
beschreven, bevattende over fuga's
een (zeer welwillenden) brief van° Beeth^
ven aau Schreyvogel (West).
Groote manoeuvres
nog wat.
Dezer dagen hadden aan de Heideische
kust de groote manoeuvres plaats d0ot
land- en zeemacht.
Een man, die met zijne vrouw alleen
zat, wilde ook eens gaan zien en trok de
deur uit. Zijn vrouw ging in dien tos>
seher.tijd even naar een buurvrouw fé[jc;
teeren en werd goed getrakteerd, zoo zelfs
dat zij al spoedig alles in draaieude bewe
ging zag en met dubbelslaande tong ze;
„Mijn man heeft daar straks een zootie
vissirs gekregen en die heb ik gebakken -
ik zal er 'n sluk of wat voor je gaaD ha
len, buurvrouw
Haar man had inmiddels een oude ken
nis ontmoet en was met hem naar een
tapperij gegaan om eens „up te steken."
Weldra stonden de ktnnissen ook al
niet zoo heel vast meer op de beeoen
De visch-eigenaar stelde zijn metgezel
toen voor, om met hem naar zijn huis tegaan
en zich door een gebakken „vissie" wat
op te frisschen.
Onderwijl was een neef van het echtpaar
een bezoek aan oom en tante komen bren
gen, vond het tweetal afwezig, ging snuf.
felen en zag in de kist een bord met ge-
bakken visch.
Hij nam eenvoudig de buit mee naar
huis.
Toen nu de vrouw en man thuis kwa
men en geen viseh vonden, beschuldigde
de een den ander de versnapering te hebben
weggegeven.
Een twist ontstond. Da kennis kwam
tusschenbeide en trachtte de kijvenden te
kalmeeren met deze woorden „Maak nou
maar geen manoeuvres meer." N.Bld.
Een anecdote over Mac-
Mahon. Nu de maarschalk onder deelne
ming van geheel het Eransche volk begra
ven is, komt de tijd der anecdoten en
vertellingen van curieuse gebeurtenissen
uit zijn leven.
De volgende anecdote werd medege
deeld door een gewezen prefect, die onder
het presidentschap van Mac Mahon zijn be
trekking had bekleed.
Onder de gewoonten, die de hertog van
Magenta in zijn regiment had aangenomen
en waaraan h(; zelfs te midden der hoogste
waardigheden getrouw bleef, behoorde ook
de gewoonte van zeer vroeg op te staan
en zelf zijn uniform te borstelen.
In den aanvang van zijn septenuaat was
er een feest te Versailles en de maarschalk
ging in het prefectuur logeeren. De pre
fect, die eenig ongeval vreesde en op alles
voorbereid wilde zijn, wierp zich half ge
kleed op zijn bed. Hij sliep met één oog
open en toen 't even dag werd, werd hij
wakker van een gedruisch op de binnen
plaats, waar de kamer van Mao-Mahon
op uit zag. Hij ging naar het raam en
zag den maarschalk in zijn hemds
mouwen voor het wijdgeopend venster met
alle mogelijke zorg zijn uniform afborste
len. Meegesleept door dat goede voorbeeld,
misschien met een bijgedachte, om een
pluimpje te verdienen, neemt de prefect
eveneeus een borstel ter hand, opent zachtjes
het raam en begint de borduursels van
zijn staatsierok op te poetsen.
Hm Hm I klinkt het uit de ka
mer van den president.
De prefect hondt zich, als wist hij niet
van welken kant die „hm' gekomen was,
eindelijk krijgt hij den maarschalk in 't
oog en maakt een verontschuldiging, dat
hij hem had wakker gemaakt. Mac-Ms-
hon gesticuleert met zijn borstel en wenkt
den prefect bij hem te komen en begint
daarna een lang gesprek over het voordeel
van vroeg opstaan en zelf zijn jas te bor
stelen.
Eenige dagen later gaf Mac-Mabon te
Versailles een bal en ontving zijn gasten
in gezelschap van den prins van Wales.
Toen de beurt aan den prefect kwani,
stelde Mac-Mahon hem voor: „Ik heb de eer
l1 we Hoogheid den prefect voor te steden,
die het vroegst opstaat van alle prefecten
in Frankrijk.'
Het origineel. In 't j1
1811 deed keizer Napoleou met rijn ®c..1"
genoote Louise een rondreis door Frankrijk
Dat jaar was het eenige, dat dea roern-
zuchtigen Corsicaan niet in persoon aan
't hoofd zijner legermachten zag. Op zlJn
reis kwam het keizerlijk paar ook in
omstreken van Bitsch. Daar weerklonk he
eensklaps Vive V empereuf. Het was een
troepje jeugdige scholieren, door 'nun niet3
ter aangevoerd. Napoleon «tak zijn hoo
buiten het rijtuig en vroeg wat er gaan e
was. Het werd hem evenwel aanstonds dui
delijk, daar de schoolmeester vooruittraden
een aanspraak begon te stotteren.
„Mijn vriend,' zei de keizer, »ge" 1116
het origineel maar. Voorwaarts!"
De schoolmeester tastte in zijn zak en
reikte deu menarsch een stuk papier over.
Marie Louise opende het, zag het in en e
gon hartelijk te lachen.
„Wat is er F* vroeg Napoleon.
„De arme drommel heeft zich vef^IB,'
«ei de keizerin„het is een brief van