Donderdag 16 November 1893. 37ste Jaargang No. 2778 Gemeente S c h a g e n. Oproeping van Vrijwilligers Nationale Militie. Binnenlandsch Nieuws. ■■HHI II66II NiBlWS- had. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: §CHACStKi I^aan, II 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmakingen. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich tingen te bekomen omtrent een op 9 Nov. 1893 op de markt achtergebleven KOE. voor de (Koninklijk Besluit van den 17den De cember 1861 (Staatsblad No. 127.) en de artikelen 1112, 13 en 14 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). Burgemeester en Wethouders der ge meente Schagenroepen bij deze op zoo danige ingezetenen, die verlangen als vrij williger bij de Militie, op te treden, cm zich daartoe bij hen aan te geven in deze maand, eiken voormiddag van 9 tot 12 ure. Om als vrijwillhger bij de Militie te kunnen worden aangenomen, moet men ongehuwd of kiüderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1,56 meter lang, op den lsten Januari van het jaar der toelating als vrijwilliger het 19e jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet vol bracht hebben, tot op het tijdstip der toe lating aan zijne verplichtiugen ten aanzien van de Militie, zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk ge drag hebben geleid. Het bezit van die veieischten, met uit zondering van de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde lengte, wordt be wezen door een getuigschrit van den Bur gemeester der woonplaats, verkrijgbaar op plaats en tijd boven vermeld. Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de gemeente in welke hij ingeschre ven is, tenzij hij geene verplichtingen ten aanzien van de Militie meer te vervullen heeft. Hij, die bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij het krijgsvolk in *s Rijks overzeesche bezittingen heeft ge diend, wordt niet als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij hij bij het ver laten van den dienst, behalve een bewijs van ontslag van den bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een ge- tu'gschrilt heeft ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de Mititie worden toege laten. Schagen, den 4en November 1893. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. De Secretaris, DENIJS. Tot stationschei teHEER- HUGOWAARDis benoemd de heer U. C. Schoevaart, thans te Vogelenzang. Proefstation HOORN. De minister van Binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de bacttriologische afdeeling aan het Rijks landbouwproefstation te Hoorn op 15 No vember e. k. zal zijn geopend. Als molenaar in een de FEUILLETON. strijkmolens der Schagerkogge, onder de gemeente KOLHORN staande, werd be noemd] dec heer L* de Graaf, aldaar in plaats van de heer K. Droog, die bijna 40 jaren die betrekking vervulde en be dankt had wegens hnogen leeftijd. Onlangs hadden Gedep. Staten aan den gemeenteraad te ALK MAAR intrekking^ van de verorde ningen op de wik- en weegloonen verzocht, en vaststelling van eene nieuwe verordening, waarbij die heffing werd ver minderd tot f 0.60 per 100 KG. In antwoord daarop is thans, op voorstel van Burg. en Weth.. in de gehouden gemeenteraadszitting besloten, aan Gedep. Staten mede te deelen, dat vooralsnog niet aan dat verzoek kan worden voldaan, doch dat wel het voornemen bestaat, de wik- en weegloonen tot op f 0.60 terug te brengen. Naar men bericht, hebben Hoorn en Edam hetzelfde beslnit genomen. Men meldt uit HAARLEM: Eene vrouw van zes-en-zeventig jaren stierf op het einde van de vorige maand te Haarlemmermeer aan de cholera. Zij werd den volgenden dag begraven. Twee arbeidsters werden als schoonmaaksters aangesteld. De gemeente-veldw achter Koomans werd met bet toezicht en de desinfectie belast. Er werd in de woning slechts aan contant geld acht rijksdaalders gevonden, en twintig gouden tiengulden-1 stokken, welke de overledene volgens de erfgenamen nagelaten had, waren verdwe nen. In verband daarmede kwamen Zaterdag te Haarlemmermeer de heeren mrs het Hooft, rechtercommissaii» voor strafzaken. Van Ooteren, subslituutolficier van justitie en de waarnemende griffier M. Spoor. Het gevolg van dat onderzoek was, dat des a- vonds genoemde gemeente-veldwachter ge vankelijk naar Haarlem overgebracht werd. Vanwege de justitiewordt thans een premie van 500 golden uitge- geloofd voor het vinden van elk der lij ken van Sara Jnett en Maria Schniitz. De Heer Dan. de Lange, di- recteur van het a Cappella-kcor, ontving het ordekruis 3e kl. van de Oosten- rijksche orde der IJzeren Kroon. Een verzochtig! De te- genwoordige burgemeester van IJLST, de heer L. Huisman, wil en kan hoegenaamd niet gedoogen, dat er publieke vermake lijkheden in zijn gemeente plaats vinden. Prof. 'tls-med-so (de biljartspeler) zou een séance geveD, doch de burgervader weigerde vergunning. Des anderen morgens las men op de steegdeur (naast de woning van L. H.) deze verzuchting „Verlos ons van Louw Huisman, lieer 1 Geef ons den goeden Popta*) weer 1" Roman van HERMAN HEIBERG. (Vertalingsreeht verzekerd.) 6. De gebroeders Bendler zaten gedurende het ontbijt zwijgend tegenover elkaar. En na het ontbijt begaf ieder zich aan zijn studie. Tegen een uur namiddags stond Franz van zijn werk op en zeide met na druk: „Graaf Kurland heeft mij heden uitgenoo- digd bij bem de koffie te gebruiken. Ik eet dus niet met n; ook zal ik den dag verder met hem doorbrengen. Na het koffiedrinken zal ik eenige bekenden bezoeken Kur land vroeg gisteren waarom gij u niet bij mij aansloot. Ook heden is uw bezoek bem wel kom. Ik vergat het n te zeggen „Ik dank uIk kan die pikante eetpar- tyen niet verdragen, dat weet gij wel. Ik krijg later altijd vreeselijke hoofdpijn. Maar naar bet tbeatre wil ik gaarne eens mede. Overigons zal ik dat den graaf zelf wel zeggen. Ik ben van plan, hem tusschen drieöeo en vijven, een bezoek te bren gen „Gij wilt den graaf bezoeken,* riep Franz nit. „Ja-* „Waarom? Hebt gij daarmede eenige be doeling „Zeker „Mag men weten Felix baalde de schouders op. „Doe my een pleizier en val den graaf niet lastig met de affaire Vincent, Felix I* ging Franz voort, die eensklaps eenig ver moeden kreeg. „Ik vermoed, dat gij zoo iets van plan rijt. Hij is geen man voor zul ke dingen, en het zou aan mijne verhouding tot bem veel schade doen.* Om Felix's mond vertoonde zich een bit tere trek. »Ja, dat zou wel een groot orgeluk zijn maar toch zal bet geschil den.* Daarna ging fijj op gestrengen toon voort: „Wanneer de graat zulk oen jammerljjk creatuur is, dat bij u laat loopen, omdat ik hem spreek van den levensnood van een braven en degelij- ken vriend bem, den millioDnair dau is het „Halt! Ik verzoek n ten stelligste verschoond te blijven van elke onaangename uiting omtrent graaf Kurland. Hij is een gentle man van bet hoofd tot de voeten. Wanueer ik u verbied, bem met zulk een geheel vreemde zaak te „Gij hebt mij volstrekt niets te verbieden, en ik laat mij door u ook niets verbieden," viel Felix bem toornig in de reden. „En ik verklaar u, dat gij niet znlt gaan, om den man lastig te vallen ten gunste van een onbezonnen driftkop,* riep Franz uit, zijne bedaardheid verliezende. „Gij vernedert u ons beideD, onze moeder wanneer gij den graat na zoo een korte kennismaking met geld/aken lastig valt. Dat is een kwestie van smaak, en wanneer gij in uwe wijsgeerigheid het niet begrijpen kunt, dan moet ik u daarop wel wyzen. Het geschiedt niet, dat herhaal ik, en daarmede bas- tal* Een oogenblik bleef Felix Bendler beslui teloos staan. Het was bem als dreigde zijn hoofd te springen. Zooveel mogelijk bedwong bij zich en zeide „Daar het tusschen ons tot volslagen scheiding zou komen, wanneer ik u antwoord de op dezelfde wijze als gij mij, en zooals gij het verdient, daarom bedwing ik mij. Wat ik in bet leven doen wil, mijn plichtgevoel volgende, doen moer, dat ge schiedt, al spuwden ook tienduizend Franz Bendlers vuor en vlam; onihond dat wel, voor het overige ruim ik u bet veld, en ik wil, gelijk ik zeide, niet antwoorden gelijk ik dat zou kunnen doen." Na deze woorden verliet hij de kamer, zijn overjas en vei liet het buis, nog Franz van zijne verbazing was beko- Zoo heette de vorige burgemeester. Wij lezen in de Tiutphensche Courant Bij den uitgever II. A. M. Roelants te SCHIEDAM is verschenen een derde, zeer vermeerderde en geheel bijgewei kte druk van den „Wegwijzer door het Rijks- Museum, door den heer F. D. O. Obreen, en, wat 's Rijks Prenten-Kabinet betreft door den heer Jhr. W. Hora Siccama, terwijl èr blijkens de voorrede ook zeer veel ge- gegevens voor verstrekt zijn door de heeren Jhr. Mr. Victor de Srners, D. van der Keilen, Dr. Cuypers en Dr. Bredius. Men ziet dus dat men in dit boek een betrouwbaren Wegwijzer en dat men moeielijk meer bevoegde mannen bij de samenstelling van zulk een werk had kun nen vereenigeu. Het bevat uitmuntend duidelijke platte gronden van het geheele Rijks-museum en is ook voorzien van een tiental zeer fraaie photogravuren naar belangrijke schil derijen eu een zevental gezichten in zalen van het Nederlandsch Museum. Doch het boek is niet alleen een Weg- w ijzer in den eigenlijken en meer be perkten zin van 't woord, maar het is een studie over, een geschiedenis tevens van het Rijks-Museum, want men vindt er uitmuntende korte kritische en historische karakteristieken van de ongeloolelijk en eenig rijke verzameling schilderijen en de tallooze andere voorwerpen van Geschiede nis en Kunst, wtlke dit geweldig Monu ment van Nederlandsche Kunstnijverheid en Historie herbergt. Nog te weinig wordt deze ongeëvenaarde schat door onze landgenooten op de juiste waarde geschat. Men moest er onze jongens en meisjes uit de provincie allen eens eenige dagen heen kunnen zenden, opdat zij daar bij de voorwerpen zelf een les in vaderlandsche geschiedenis, vooral in kunstgeschiedenis, kregen. Wil men zich eens eenige dagen aan de studie van dit overnjk Museum wijden en eenig profijt van zulk een bezoek trekken, dan dient men eerst een boek als dit van den heer Obreen te raadplegen en door te lezen, betgeen trouwens een onderhoudend werk is; want het is niet sis catalogus, maar als overzicht van den schat, dien het in alle opzichten merkwaardige ge bouw herbergt geschreven, oorspronkelijk in den vorm eener wandeling door de kunst verzameling ten behoeve van 's heeren Roelants welbekebde tijdschrift: „De Huis vriend". Het is ook door dien vorm een boek, dat men in handen van de meesten onzer landgenooten zou wenschen. De afdeeling Hollandsche Maat schappij van Landbouw te WIER1NG ER- WAARD, hield op den lOen November eene vergadering. Aanwezig waren 15 leden. De notulen werden gelezen eu goedge keurd. Daarna werd door den heer W. lecngs verslag uitgebracht van hetgeen op een vorige algemeene vergadering be handeld was. De heer W. Teengs maakte tevens de opmerking, dat de verslagen dier vergade- ding zeer correct opgenomen wordeu in het landbouw weekblad, zoodat Spr. het over bodig vond nogmaanls dit verslag voor te le zen. Met betrekking hiertoe doet de voorzitter het voorstel, het verslag voortaan niet ver nam voor uien. Voor het oogenblik stond Franz in mach- telooze woede en eindigde met tegen de glazen te staan trommelen. Eindelijk herin nerde de drukke bedrijvigheid op straat hem aan, dat hij naar graaf Kurland moest, en daarom ging bij zijn toilet nuken Toen Felix, den weg naar de Ltipziger- straat inslaande, bij den hoek van het Pots- i dammerplein «as gekomen, zag hjj Rutb Malentes, een pakket in de band houdende, met haastige schreden de Bellevue-straat inslaan. Zij zag hem niet of had hem niet willen zien, maar des te meer gevoelde Fe lix van Bendler behoefte, baar achterna te- gaan en haar toe te spreken. „Mejuffrouw Malente mejuffrouw Rnthl* riep hij met zachte stem, toen bij dicht bij baar was gekomen; ook zag hij, dat zij eene beweging maakte, als wilde zij zich omkee- ren, maar, zonder aan het roepen verder aandacht te schenken, giDg zij verder. Toen hij echter, zijne schreden verdubbelende haar inhaalde en groetende naast haar ging loopeD, riep zij verbaasd uit: „Ach gij, mijnheer von Bendler?'' „Ik zag u bij den hoek van het Poatdam- roer plein en ik volgde u. Ik heb n nog geen goeden morgen gowenscht. Maar, wat deert u? gij ziet er zoo bedrukt uit, en in uw blik mag ik het zeggeB, mejuffrouw Kuth? ligt iets vreemds, dat mij ontstelt. Wat is er bid ik u, mejuffrouw Ruth lieve juffrouw Ruth," eindigde Felix, terwijl bij gelijken tred trachtte te houden met Ruth, die haar gang eerst vertraagde toen zij in den dierentuin waren gekomen. Uier stond zij stil tn zeide diep ademhalende maar ook nu hem niet aanzitnde: „Wanneer gij wist, boe bet mij te moede is, dan zoudt gij mijn ernstig gelaat begrij pen. Sedert gisteren-avond is alles, alles an ders bij ons geworden I* En nu vertelde zij hem, wat er gebeurd was, en verzweeg, wat hem zou hebben kun nen kwetsen. „Dus alzoo staan de zakeDl* riep Felix uit, nadenkend en ten zeerste getroffen. „Ik gevoel, dat gij mij maar een gedeelte hebt gezegd. Ik lees tusscben uwe woorden door Niet waar? üwe moeder wilde mijn vriend niet huisvesten? Ik was immers getuige van baren onwil Zij sprak bij deze gele genheid over het teveel der gastvrijheid en dat bad betrekking op Franz en op mij- Ik weet immers, dat uwe moeder de kamers voordeeliger kan verhuren, en dat zij daarom liever „Neen, neen, niet zoo 1* zeide Rnth haas tig- „Toch wel, mejuffrouw Ruth, en zij heeft volkomen gelijk ook Wij zullen moeten na gaan, of wij niet niet meer en wanneer acb, beste juffrouw Ruth,* onderbrak Fe- plicbtend te siellen, welk voorstel word aangenomen. In plaats van den heer Baudnin, werd tot candidaat voor het lidmaatschap van het hoofdbestuur gekozen, de heer Ph. van der Breggenvan Wsddinxveen. Voorts werd nog besloten, in 't ver volg tnaar 1 afgevaardigde ter algemeene vergadering te zenden, met het oog op de beperkte geldmiddelen. Daar bet den beer C. A. Jfaiboer onmo gelijk was de algemeene vergadering te Zaandam bij te wonen, werd tot plaatsver vanger benoemd den heer G. Brandt. Het Landbouw weekblad, bevatte de mededeeliug, dat de afdeeling Wieringer- waard, dit jaar rekenen mocht op een sprekir van wege het hoofdbestuur; werd besloten, de regeling, wat betreft onderwerp en spreker, ann het bestuur over te laten. Door den voorzitter werd nu mededeeling gedaan, dat bij een der zusteraldeelingen het plan bestaat, een voorstel te doen, om het quotum, door de afdeelingen af te dragen, te bepalen tot f 1.50. Spr. erkende ten volle, dat de geldmiddelen der afdee lingen van zoodanigen aard zijn, dat niets kan worden gedaan, maar hij vreesde tevens 0"k, dat het hoofdbestuur dit bedrag on mogelijk zou kunnen missen, het bestuur durfde daarover dienaangaande geen voor stel te doen. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. In de WIERINGERWAARD is op 93 jarigen leeftijd overleden de oud strijder T. Groot. Tot voor weinige maan den legde hij nog geregeld den weg van Wieringerwaard tot Schagen te voet af, wel een bewijs, dat de flinke oude zich in eene krachtige gezondheid mocht verbeugen. De benoeming van den heer W. van Erp te LEIDEN, tot kapel- roeester van het 4e regiment infanterie, wordt thans bevestigd. Een koetsier te LOOS- DRECHT, heeft een kip die kraait als een haan en om den anderen dag een ei legt. Prof. G. Schlegel schrijft, nasr aanleiding van dit bericht, dat dit niet zulk een groote bijzonderheid is, daar men in China van een vrouw, die den baas in huis speelt en haar man onder de pantoffel houdt, zegt„De kip kan kraaien (Ke-boe e thi,) even zooals wij zeggeü zouden: „Zij heeft de broek aan'. Een Chineesch spreekwoord zegt „Als de ben den morgenstond ver kondigt, gaat het huishonden op de ffesch' (pin-ke si tsin, ui ka tsi sik). lix zijn rede en door zijn gevoel medege- sloept, kwam hij dicht naast haar loo pen „Wanneer ik het huis verlaten, dat wil zeg gen u verlaten moet, dan Zjj antwoordde niets, haalde diep sdem en een uitdrukkiog van angst trad op haar gelaat Ie voorschijn. „Gij antwoordt mij niet? Het is n on verschillig, misschien ook wel liever, wanneer wanneer ik ik ga?" stamelde Felix. Hij hoopte uit baar mond te veroemen, dat hij niet moest heengaan, doch zij zweeg nog altijd. Geheim verdriet, schaamte, ver rassing kor den haar wel den mond sluiten; maar als zij nog altijd niets zeide, sprak hij op meer beslisten toon: „Ik weet nu alles. Ik moet gaan, omdat uwe moeder het zoo wil, zij weuscht het om verschillende redenen. Ik bon niet goed genoeg voor u zij wil ons scheideD. Zoo is het mejuffrouw Ruth, en het bevel van uw moeder staat hooger dan de neiging van uw bart. Het was slechts een spel, hetwelk ons verbond; het kost n vol. strekt geen moeite, dien band te verbreken- Vaarwel, dusl Gij zult door mij niet meer lastig gevallen worden! Nog eenmaal koesterde de jonge mau hoophet uiterste had hij gewaagd, om haar gevoel, wanneer zij iets voor hem ge voelde namelijk, te doen spreken. Maar daar zij ook nu nog bleef zwijgen, nam by be leefd groetend voor haar zijn hoed af en snelde been. Hij zag daardoor niet, hoe zij heelde en sidderde, hoe hare oogen smeekten, hoe haar gebeele wezen aan bem hing, trots den vrecselijken strijd, dien zy met drukte, dacht hjj eerst niet meer aan Otto Vincent. De aan de menscbelijke natuur eigene zelfzucht drong Otto's leed op den achtergrond. Wat beteekende ook Otto's leed tegenover het zijne? Al het goede en heer lijke, wat Felix in het bijzijn van Ruth ge noten ad, alle bijzonderheden, uitwelke hij de gevolgtrekking had gemaakt, dat zij hem lief had, kwaman hem nu voor den geest, en daar zij nu voor hem verloren was, ver- kregeu die herinneringen te grooter waarde. Op de geheele aarde toch was niet zulk een heerlijk meisje als Rutb! Hij wilde haar schrijven, haar nog om een onderhoud verzoeken, dan zon bij met slle welspre kendheid haar onder het oog brengeu Eindelijk dacht hij weder aan Otto Vincent's lijdensgeschiedenis. Een paar uur la ter stond hij n do Kanonierstraat voor de wo ning van graat Kurland eu gaf aan de hospita zijn naamkaartje af. „Mijnheer de graaf verzoekt u een oo genblik te willen wachten*. meldde zij, terwijl zij Felix in de woonkamer van den graaf binnenliet. Hier heerschte een geparfumeerde lucht. De geheele stoftcering had iets aantrekke lijks, maar ook iets wat de ademhaling be- moeielijk te. Op laiel lagen en stonden tal rijke nuttige tn overtollige maar kostbaro voorwerpen. In een grooten schotel bevonden zich kleine muntstukjes goudeu knopjes, rin gen, deren potlood, een gouden zegelring en gelijke snuisterijen. Aan elke zijde van den schotel stonden twee kandelaars van Tula-zilver, fakkeldra- gende Bagaderes voorstellende en bovendien lagen een aaDtal photograpbiën, zoowel fransche, russissche als duitsche op tafel. baren plicht had te strijden. Wanneer hy i miuder interre.-saute voorwerpen ston- baar na gezegd had, dat by niet van haar den op da gchr.,ftafelja, zij ging gebukt kon afzien dan zou zy bem niet weerstaan onder het gewicht „an br0Dzeil) zjlve°en ea maar hem bekend hebbeo, dat zij hem het porceleinen standbeeldies; Daast de sckriï'- had boven alles en hem trots eiken weer- tafej 8(0nd een gr0ep uit ivoor gesneden en stand hem wilde afwachten tot het levens- aau deI; wand hing 6childerij, voorstel- loi hen vereenigde. Maar toen zij de opsloeg, was hij uit baren gezichtskring ver dwenen zij gevoelde dat zy hem verloren bad, wanneer zij u niet het eerste woord sprak en dat eerste woord, hetwelk min- nenden uit schaamte meestal Diet durven uitspieken, kwam ook niet over hare lippen, al bad zij het ook moeten besterven. 1 Onder het leed, hetwelk Felix Bendler lende eene wonderschoons vrouw. Eindelijk verscheen de graaf, terwjjl hij eene verontschuldiging prevelde, dat hij Felix eenige oogen blikken had moeten laten wachten. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 1