Uit en voor de Pers.
Gemengd .Nieuws.
vallen dan smokkel-, stroop-, en vecht
partijtjes met zijn vroegere. Er zat dos niets
anders op dan te zien om er oit te ko
men.
Hij lag met nog een paar anderen, waar
onder een Duitscher, in de ziekenzaal en
van daaruit zon, volgens het beraamde plan
het waagstuk worden uitgevoerd.
In den nacht van Zondag op Maandag
tijdens den hevigen storm, werden eerst
11 beddelakens van de kribben stsvig aan
elkander gebonden, de kachel werd terug
geschoven het gat in de schoorsteen wijder
gemaakt en Brokken voorop naar bo
ven.
Aan een dwarsijzer, dat zich boven in
den schoorsteen bevond werden de lakens
bevestigd en Biokken liet zich naar bene
den glijden. Aan het einde van het nage
bootste touw gekomeD. bleek dit nog ruim
zes M. te kort, doch dit hield den waag
hals niet tegen om zich in de gracht neer
te plonsen; hij zwom deze over en moest
zich eenigen tijd in den omtrek schuilhou
den voor een schildwacht. Toen kwam hij
door het hondenweer blootshoofd en op zij
ne kousen, te 7 uur Maandagochtend in
zijn vaderland aan. De Duitscher, die hem
was gevolgd, durfde zich niet laten vallen
en klom weder nsar boven, doch o, ramp,
de terugtocht was hem afgesneden doordat
de schoorsteen bij zijn eerste passige erg
in het ongereede was geraak!;
ze dus maar weer ingepikt.
Maandagavond nam Brokken weer deel
aan een vechtpartij in de wijk Oerle. De
politie, daardoor van zijn tegenwoordig
heid verwittigd, trachtte hem Dinsdag op
te sporen, daar hij voor dit jaar dienst
plichtig is.
Hij was echter nergens te vinden.
Woensdag kwam hij zich vrijwillig ter
secretarie aanmelden.
Toen hem de boeisn werden aangelegd
vreesde hij voor een uitlevering. Zoodra
hem echter verzekerd was, dat hij slechts
ter beschikking werd gesteld van Gedepu
teerde Staten ter voldoening van zijn
dienstplicht, bleek hij zeer te vreden en
beweerde, daarvoor ook gekomen te
zijn.
De vra8g, waar hij Dinsdag was geweest
werd beantwoord met een »0, toen ben ik
een beetje gaan stroopen
Hij was zeer ontevreden orer het gevan
genisleven in België en noemde het leven
in de „paraplu* te Breda een „heerenle
ven*. „Al had ik ook geen lakens gehad,
dan had ik me toch nog var. boven neer
laten vallen, liever dan daar te blijven,
want dan was ik nog liever ka
pot
Een geval van bloedver-
giftiging heeft zich te SLOTEN voorge
daan bij een vrouw, die een niet veel be-
teekenend wondje aan de hand, onvoor
zichtig genoeg, in aanraking bracht met
inkt.
Al heel spoedig zwol de hand en ver
volgens de geheele arm op, zoodat genees
kundige hulp hoogst noodig werd, en ook
onmiddellijk werd ingeroepen. Daardoor
werd gelukkig erger voorkomen, ofschoon
een operatie aan den bovenarm niet ach
terwege kon blijven. De vrouw wordt nog
in het Burgerziekenhuis te Amsterdam
verpleegd.
Door den burgemeester
der Friesche gemeente DANTUMADEEL,
is per aanplakbiljet aan de ingezetenen het
dringend verzoek gericht, wegens de buiten
gewoon sterk toenemende bedelarij voort
aan niets meer aan de deur te geven en
zulks vol te houden.
Te H1NDELOOPEN i s i n den
ouderdom van 73 jaar overleden de heer
A. Buma, oud-lid der Tweede Kamer
en der Provinciale Staten van Friesland,
de bekende ijverige voorstander van de
droogmaking der Zuiderzee.
TeMusselknaalwas het
Dinsdagavond zeer rumoerig, waarbij van
knuppels eu revolvers werd gebruik ge
maakt. Een meisje kreeg een schot in
den arm, en een lantaarn werd in de
vaart geworpen.
als medemenschen deed kennen, die door
de armoede gedwongen werden om af te
wijken van den weg dier deugden, waar
op het ouder het genot van welvaart,
zoo gemakkelijk is te gaan en te blij
ven gaan.
Het is jaren reeds geleden om het
zoo uit, te drukken, dat Ds. Koetsveld als
hofprediker het oor van het Hof be-
heerschte, maar de armoede en al de
ellende welke zij brengt, al de verkeer
de daden, tot welke zij leidt, zijn geble
ven, ja zelfs toegenomen.
Ds. Koetsveld's beteekenis als schrijver
die zeker niet gering is, bleef beperkt,
tot de kringen, welke de letterkundige
wereld vormt. Daarbuiten, heeft zijn
schrijven geen invloed gehad. Hoezeer
hij practisch schreef over het practisch
leven, het heeft de harten der philantro-
pen niet kunnen vermurwen, het heeft
de hoofden der Staatkundigen niet kun
nen afbrengen van de meening, dat zij
Gods water over Gods akker mogen la
ten loopen, dat „laat maar waaien" po
litiek, de politiek is voor het practisch
leven en dat armenzorg en philantropie,
de middelen zijn, waarmee de armen moet
worden geholpen.
Ds. Koetsveld heeft geschreven en ge
predikt voor doove ooren.
Had men naar hem geluisterd en naar
hem hebben zijne woorden gedaan, dan zou de ar
moede in ons land nu niet zoo groot,
dan zouden de verkeerde daden niet zoo
velen, de gevangenissen in ons land niet
zoo vol zijn. Maar men luisterde niet en
liet de armoede voortwoekeren, de armen
voortleven onder toenemende kwellingen
opgeroepen door hunnen nood.
Omen was wel weldadig. Men gaf
zelfs wel zeer veel aan de armen.
Allerwege vermeerderde men de instel
lingen van armenzorgplilantropische
vereenigingen en comités vormden zich
onophoudelijk voor allerlei doeleinden.
Men danste en musiceerde en décla-
meerde zelfs voor liefdadige doeleinden
voor de armen.
Maar dat alles baatte niet en kon ook
niet baten, want men nam de oorzaken
voor de armoede niet weg, men legde
er den grondslag niet mede voor wel
vaart, men wekce er niet mede op tot
eigen krachtinspanning, men lag slechts
een pleister op de wonde, die, grooter
bleek geworden te zijn, zoodra de eene
pleister door een andere vervangen moest
worden.
Spencer predikte ook tegen deze wijze
van helpen en leerde, dat arbeid en de
prikkel daartoe kennis moet wor
den gegeven.
Kennis en arbeid, dat is zelfbewust
zijn en het kunnen uitoefenen van de
plichten tegenover zijn gezin en tegeno
ver de geheele gemeenschap dat is het
leven, ook van het zedelijke leven, waar
aan niet alleen voor de armen, maar ook
voor de hoogere kringen behoefte bestaat.
Ds. Koetsveld leerde dit ook, maar het
heeft weinig geholpen, want men zorgde
niet voor arbeid, men opende de bron
van welvaart dus niet.
Zoo is het gekomendat de armoede
meer en meer om zich heen begon te
grijpen en slachtoffers eischte.
Zoo is het gekomen, dat men aan den
vorm der regeering is gaan wijten, wat
slechts geweten moet worden, aan het
te weinig begrip van hen, die onder den
bestaanden regeeringsvorm, belast zijn
met de leiding van den gang van za
ken.
Zoo is het gekomen, dat men alge
meen kiesrecht wil, omdat men inziet,
dat de omstandigheden, waaronder de ar
men leven, niet, gekend worden omdat
men begrijpt, dat de armen zelf beter
weten wat tegen armoede moet worden
gedaan dan de anderen; omdat men gevoelt,
dat het vaderland te gronde zal gaan, wan
neer niet ieder in staat is om er kracht
tot behoud aan te geven door arbeid die
welvaart geeft.
Is toeneemde armoede niet altijd de
voorbode van het tenietgaan van Sta
ten?
Men weet dit zeer goed en toch, laat
men de beste kracht voor de welvaart
de landbouw kwijnen en doet daar
door de armoede op het platteland en in
de groote steden toenemen.
Men weet, tenminste men kan het
weten, dat door industrie, eigen handel
en scheepvaart moeten teruggaan, en dat
door dit alles aan de armoede kracht
wordt gegeven om voort te woekeren, ten
spijt van alle armenzorg en van alle mo
gelijk philantropische instellingen, van de
blijvende zoowel als van de tijdelijke.
Ds. Koetsveld is heengegaan, maar het
leed der armen, wat hij teekende, scherp
en juist, is gebleven, is zelfs vermeer
derd. Dat leed der armen zal nog groo
ter worden, het zal nog toenemen, wanneer-
geen krachtige, practische maatregelen
zullen worden genomen om de armoede
weg te nemen, om ieder arbeid te geven,
de omgeving geschetst, Armenzorg, het is reeds meermalen
n leven Hii heeft He gebleken, staat zoo goed als machteloos
gemaakt aan de verheffing der armen
uit hunnen nood en aan het komen tot
grootere kracht van het gemeenschaps
leven Of mag men ze verloren la'en
gaan onder den druk der armoedef
Wie zich deze vragen stelt, zal het
ongetwjjfeld met ds. Koetsveld eens zijn.
dat de armoede zoo weinig ir ons land
moet worden, dat ze het bewijs er voor
levert, dat de practische zin, de zedelijke
kracht en de liefde die gevonden worden
onder allen die invloed uitoefenen op den
gang van zaken, het gsheele gemeen
schapsleven beheerschen en dat die allen
er slechts aan denken, om het geluk op
te bouwen van allen, wier lot te bepalen
aan hunne zorgen is toevertrouwd ge
worden. Rolt. E bid.
moord
t e
De dubbele
FOXHOL
Een krankzinng geworden vrouw te
Kalkwijk, gemeente Hoogezand (Gronin
gen), vertelde aan ieder, die het hooren
wilde, dat haar man betrokken was bij
een voor ongeveer 7 jaren gepleegden
moord op twee mannen te Foxhol (Gro
ningen,) wier lijken toen uit het Kalk-
wijksterdiep werden opgehaald. Er werd
toen wel aan moord gedacht, doch elke
aanwijzing ontbrak destijds.
De man dier krankzinnige is nu ge
vlucht.
Armoede.
De onlangs overleden Hofprediker Ds.
Koetsveld, heeft tamelijk veel over ar
moede geschreven. Hij heeft de armoede,
de armen en
waarin de armen leven. Hij heeft de
philantropie geteekend, zooals die zich ^oenover voortwoekerende armoede,
opwerpt tot Armverzorging, zonder op 7 r?e.n weet, nu men hiervan over-
tuigd is, mag ook verwacht worden, dat
men naar practische middelen zal gaan
de hoogte te zijn van de toestanden der
armen, zonder hen te leeren kennen,
zonder hen en hun leed daarom ook te
begrijpen.
Yan daar dat zoovelen troosteloos
worden weggezonden, vandaar dat door
de philantropen zoo licht geloofd wordt
dat de armen, die om hulp ko
men vragen, die hulp niet verdienen en aan
hun lot worden overgelaten.
Het ii jaren geleden, dat Ds. Koets
veld voor de armen schreef, dat hij hen
grijpen. Het mag en kan zoo niet blij
ven.
In de beelden door Ds. Koetsveld ge
schetst, die de armoede doen kennen,
leert hij ook den moed der armen en de
goedheid van hun hart kennen.
Moeten deze hoedanigheden niet beter
worden gewaardeerd dan tot nu toe ge
daan wordt?
Behooren zij niet dienstbaar te worden
UitNamen wordt eengeval
van struikrooverij bericht, dat herin
nert aan vroegere onveilige tijden.
Aan den weg van Tirlemont naar
Leuven, op ongeveer 300 Meters van
i de stad wonen in een klein huisje de
echtelieden Bonte met hun kinderen,
een meisje van vier jaren en een
zuigeling. Bonte is een beambte aan den
Staatsspoorweg. Zaterdagavond tegen 11
uur verliet hij het huis voor den nacht
dienst, vrouw en kinderen slapende ach
terlatende,
Tegen half drie des nachts, toen de
moeder het kleintje verzorgd had, gevoel
de zij zelf dorst en stond op en maak-
1 te zich gereed om de trap af te dalen, ten
einde water uit de keuken te gaan halen.
Het scheen haar toe, dat er niets bij
zonders was, alleen deed de wind de
vensters en deuren kraken. Maar op het
oogenblik, dat zij weer de deur harer
kamer opende om te gaan slapen, voelde
zij zich opeens bij den keel grijpen en
beneden getrokken.
Drie donkere gestalten met zwart ge
maakte gezichten waren daar en vorder
den geld van haar.
Tevergeefs beweerde de vrouw, dat
zij geen geld hadden, de bandieten bon
den haar met een touw om den hals
aan de trap vast, hare handen op den
rug en een doek voor den mond, opdat
zij niet zou kunnen schreeuwen.
„Yoor een dag of veertien hebt ge
300 frans gekregen, die moeten wij heb
ben, en we zullen het vinden ook."
Een der mannen bleef bij haar, ter
wijl de anderen het geheele huis door
zochten, waar zij ten slotte het geld ook
vonden. Toen gingen zij heen, de vrouw
gebonden achter latende. Den geheelen
naeht, tot des morgens zeven uur bleef
zij in dien toestand half geworgd. Toen
eerst vonden de bu eu de buitendeur
openstaan en vonden zij haar bewuste
loos vastgebonden aan de trap.
Men heeft reeds drie mannen gevan
gen genomen, het is echter nog onzeker
of het de drie schelmen zijn.
De heer Xte Weenen be-
merkte sedert een paar weken dat zijn
zoon, 14 jaar oud, leerling in de gemeen
teschool, buitengewoon stil en afgetrok
ken was, en zijne gewoonten had
gewijzigd; hij bleef dikwijls lang weg
na de school in plaats van rechtstreeks
naar huis te komen.
Om te weten wat er van aan was,
onderzocht de heer X. de boeken zijns
zoons en vond er verscheidene in cijfer
schrift opgestelde briefjes in. Zijn nieuws
gierigheid werd hierdoor nog meer ge
prikkeld. Hij besloot den jongen bij de
eerste gelegenheid te achtervolgen. Dat
gebeurde zonder dat de zoon bemerkte,
dat hij bespied werd.
De vader zag de knaap binnengaan
in een huis, waar een schoolkameraad,
woonde. Hij wachtte tot hij weer heen
ging, om op zijne beurt binnen te gaan.
Toen hij aan den heer Y., vader van den
anderen knaap, het doel van zijn be
zoek had uitgelegd, schoot deze in een
luiden lach, maar bij het sterk aandrin
gen van den heer X. stemde hij toch toe
een onderzoek te doen in de kamer zijns
zoons, ook een knaap van 14 jaren, ten
einde licht te brengen in het geheim,
dat den heer X. verontrustte.
Wie beschrijft de verbazing der twee
vaders, toen zij in eene kast, behendig
verborgen tusschen de kleeren en hoeden,
naast papieren geheel met cijferschrift
bedekt, een geheel materieel van dyna-
mitards vonden: ledige sardinendoozen,
flesschen glycerine, een zak met wit poe
der, enz.
De knaap deed slechts na lange onder
vraging bekentenissen.
Een tiental schoolkameraden en hij
zelf, zeide hij, waren van oordeel, dat een
hunner leeraren slechte plaatsen gaf, enz.
Zij hadden daarom besloten den leeraar
met een bom te laten springen.
Zij hadden gezworen, dat hij die het
geheim zou bekend maken, ter dood zou
gebracht worden. De aanslag moest bin
nen eenige dagen uitgevoerd worden.
Zoo men wel denken kan, maakt die
zaak veel opschudding in Weenen.
„Onze gezondheid en hoe
men die het best kan bewaren."
Yersche lucht is voor den mensch veel
gewichtiger dan voedsel, hetgeen voor
een ieder duidelijk is, wanneer hij slechts
nagaat dat men 5 dagen zonder voedsel
kan leven, doch zonder versche lucht te
zijn zou 10 minuten reeds te lang zijn,
en toch ziet men over het algemeen, dat
de menschen bang zijn voor versche lucht.
Een volwassen peisoon ademt 18 maal
per minuut d i. 1080 maal per uur of
I 26000 maal per dag en als wij nu we-
ten, dat wij bij iedere ademhaling een
liter lucht tot ons nemen, dan ontvan
gen wij ook 26000 liter versche lucht
per dag. Als nu een 200ste deel dezer
lucht slecht is, dan is zij voor ons on
geschikt.
Een brandende kaars heeft zooveel lucht
noodig als een mensch, een petroleum
vlam 2 maal zooveel eu een gasvlam 3
maal zooveel. Wanneer wij ons dan een
kamer voorstellen met een flink bran
dende kachel, eenige gas- of petroleum-
pitten, soms nog een petroleumkooktoe-
stel, en daarbij nog eenige personen, dan
kan men begrijpen welk een aanvoer
van versche lucht noodig is; om in zulk
een kamer goede lucht te hebben, dan
dient er steeds een raam open te .staan.
In onze slaapkamer is het nog slim
mer, overdag, ja, dan wordt er flink ge
lucht, maar zoo spoedig wjj naar bed gaan
worden de ramen zorgvuldig gesloten.
Wij vertoeven ongeveer acht uur of
langer te bed, dat is: een derde van ons
leven, stellen wij onze gezondheid door
ons eigen toedoen in de waagschaal.
Ook des nachts moest in onze slaap-
vrije toegang worden gegeven aan de bui
tenlucht, want verkoudheid, bronchites
enz. ontstaan niet door versche maar
door bedorven lucht.
Des zomers zijn wij veel buiten en
houden velen hun ramen open, en toch
hoort men dan minder van dergelijke
ziekten dan des winters, wanneer wij
alles zooveel mogelijk sluiten.
De neus is het orgaan, waardoor de
ademhaling moet geschieden; door den
mond ademen, kan ons zeer veel kwaad
berokkenen.
Onze bevolking bestaat voor 15 of 20
pet. uit teringlijders, deze lijders spuwen
hun slijm op de straat, waar het verdroogt
en door den wind wordt voortgedreven;
de teringbaccillen echter, welke in die
uitwerpselen voorkomen, zijn zeer taai,
en kunnen zelfs twee jaren leven. Ade
men wij nu door den mond, dan is het
zeer verklaarbaar, dat wij blootstaan der
gelijke baccillen en ander vuil in te ade
men, die in onze longen terecht komen,
waaruit zij niet meer te verwijderen zijn
terwijl zij, bij het ademhalen door den
neus, door de daarin aanwezige haar
tjes en kleverig vocht worden tegengehou
den.
Ieder zorge steeds de melk te koken,
daar het gebleken is, dat 15 pCt. van ons
vee aan parelziekte lijdende is, welke ziek
te dezelfde is als tering.
In koffie en thee zit niet het minste
voedsel, doch een zeer schadelijk zenuw
vergif, als de zoogenaamde cafeïne en
theaïne, welke de pepsine van het maag
sap neerslaat. Yooral zenuwachtige men-
schenwoidt het gebruik dezer dranken ont
raden en daarvoor moeten zij cacao gebrui
ken of melk, welker voedende bestand-
deelen oneindig grooter zijn.
De sterke drank, welke ook in ons land
zooveleoffe rs eischt, staat gelijk met Prui
sisch zuur, opium en kwikzilver, die meest
alleen bij apothekers verkrijgbaar zijn.
In den Fransch-Duitschen oorlog is ge
bleken, dat de gewonde militairen die
misbruik maakten van sterken drank, veel
minder herstelden, dan zij die daarvan
geen gebruik maakten.
De Italiaansche spoor
wegramp. Over het spoorwegongeluk
bij Limito, wordt het voigei.de bericht
Behalve de op de locomotief volgen
de waggon derde klasse werden tenge
volge der gasontploffing ook waggons
le en 2de klasse evenals een Pullman
slaapwagen door het vuur aangetast,
waarbij zich ontzettende tooneelen voor
deden, die zelfs de stoutste fantasie ver
beneden zich laten. Toen de slaapwag-
uon in brand geraakt was, beproefde een
Duitsche reiziger met de kracht der
wanhoop door 't raampje te springen. Zijn
beide beenen zaten echter vastgeklemd
zoodat de pogingen van enkele Italaan-
sche officieren om den man uit zijn
vreeselijken toestand te redden, volko
men vergeefsch waren en de ongelukki
ge levend verbrandde, zonder dat men
iets tot zijn redding doen kon. De aan
blik was zoo ontzettend, dat een oog
getuige zich de haren uit het hoofd
trok, dat hij zjjn revolver vergeten
had, om met een kogel aan het lijden
van den ongelukkige een einde te maken.
Uit een brandenden waggon le klasse
kon niet dan met gevaar voor eigen le
ven een dame gered worden, die haar
kind van 7 maanden in de armen hield.
De vrouw was ongedeerd, het kind ech
ter was de schedel gespleten.
Toen de ongelukkige moeder dit zag,
viel zij in onmacht neder, maar zij stond
onmiddellijk weder op en liep waanzin
nig lachend met het lijk van haar kind
op den arm weg, het wijde veld in. Zij
is nog niet teruggezien.Ofschoon de gendar-
mesware wonderen verrichtten, moesten zij
dozijnen van menschen ten prooi laten
aan een vreeseljjken dood, daar zij den
ongelukkigen, die tusschen de verbrijzel
de waggons waren vastgeklemd, onmo
gelijk te hulp konden komen. Vele per
sonen werden met strikken, die men hun
had toegeworpen, uit de vlammenzee ge
haald; de meesten hadden zware brand
wonden bekomen. Onder de geredden be
vindt zich ook de bekende Fransche zanger
es Lisa 1' raudin, die met een wonde aan
het hoofd er af kwam, maar die al haar
geld 80.000 gulden bij de ramp iuschoot.
Uit een waggon derde klasse kon
den van de 47 slechts 2 gered
w orden, den anderen ongelukkigen was
bekneld tusschen de verbrijzelde waggon-
deelen, een langzame maar »,.l
dood beschoren. Het getal ,ere T
grooter dan aanvankelijk yj'
Een late- bericht uit Milaan 7,?* **i'
van Limito afligt, meldt da, öie:
gons en twee locomotieven
en dat de brand nog niet «S!? Ven*Ü
sr Milaan z,j„ ,(f J
lijken getransporteerd. De w eQ U
klasse waarin 45 menschen r<,g.S°n 3»
was gevuld met landverhuizer-" ao>1
merika. Oorzaak van het ongelnt"3®' A-
gelegen te zijn in de dikke* miït
door de machinisten de skn«l«„ *»*r.
kend hebben. niet
Gevaarlijk.
De zestienjarige zoon van een
Ie Berlijn werd rlez-i week a|g ''t-,
van een overdreven kunstmakerii' "tl'
ge man, die lid is van een athll', -
wilde, Ier gelegenheid van zijn
zijn vrienden en bekenden eens
wat hij wel bij machte wasTed
beweerde in staat te zijn een
vrienden, die op een tafel zat
achter elkander met de tanden' i °!5-
vertrek te dragen. Men beweerde T 'Cet
onmogelijk was en na wedde hj
gulden. Deze weddenschap werd °ra
eu op 't volgende oogenblik
ge man het kunststuk. Dm eersten J n'
door de kamer volbracht hij j 0ID»M°
verbazing van de aanwezigen,' zeer
loen bn ecüter den sIM-
Toen bij echter den tweeden m
begon te maken en jaist met tafef°°ï
persoon een hoek om moest, zonk hii «i?
sehng meen en baadde in zijn bloed.ft
bleek thans, dat de bijna geheel uit
verband gerukte kaak was gebroken
de long gescheurd was. De jon»e
stierf, vóór nog een geneesheer tijd «u
had, hem te komen bijstaan.
Hongerdood vaneen kob.
stenaar Eenige dagen geleden werd
meld, dat de beeldhouwer Leo Sest
Ier te Neupest aan hongertyphus gestorven
was. Zijn talent was inderdaad buiten»
woon en de Hongaarsche hoofdstad isb®
menig fraai beeldhouwwerk verschuldigd.k
't begin van 70 kwam Seszler naar Bu'dj.
pest, waar hij de staluen aan den gerij
van het gebouw voor kunsten en weten,
schappen uitvoerde; hij kreeg til van op
drachten. In de laatste jaren ging Sesd#
hard achteruit. Hij verloor eeu oog, j(
commissies bleven uit en hij gaf zich om
aan den drank. In een armoedige woning
te Neupest trok hij zich terug en met ziji
twee jonge kinderen, sleepte hij daar een
rampzalig bestaan voort. Hij was te trotech
om aalmoezen te bedelen en zoo verdween
het een na het ander in de bank van lee
ning. Eenige weken geleden werd Seszler
op het ziekbed geworpen en zijn echlge-
uoote moest de kussens onder zijn hoofd
verknopen om aan eten voor de kinderen
te komen. Seszler nam geen voedsel tot
zich omdat hij zijn gezin niet lekort wilde
doen en zoo stierf hij den hongerdood. Een
som van 60 gulden, hem door eenige col
lega's toegezonden, kwam te laat om den
ongelukkige nog te redden. Zijn einde ii
des te treuriger, daar Seszler schatrijke
bloedverwanten had.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Schagen 2 Dec. 189S.
De lieer D. de Vroomen, stelde
ons in de gelegenheid, Donderdag jl
kennis te maken met de echtgenooten
Hardlooperbenevens den heer v. d. Wtrf.
Wat wij van deze artisten hoorder-
ren voor een groot deel voordrachten nil
den oudsn doos en daardoor zeker min
der amusant. De vertolking echter was au
goede handen toevertrouwd.
De heer v. d. Werf veroorloove ons dt
opmerking, dat men op een avondje als
Drnderdag niet die stilte kan noch ma?
eisch n, waarop hij aanspraak meende U
mogen maken, met het goed voorgedrag
Ylaggenlied. Zelfs het heiligste verlies'
zijn waarde, wanneer men het op een ver
keerde plaats en tijd vertoont.
Mochten wij ons maanden in eeD^"
lukkigen gezondheidstoestand verheugen t
schijnt wel dat er thans eene ernst ie*
kentering op til is. Op deOpenb.«
Scho il ontbraken Vrijdag j.1. ee" zes
tal kiudereu wegens ziekte en de
zigen toonden door een aanhouden
ten en kuchen en mezen, dat de *-■
Novemberdagen, hun ook niet w e
kleeren staken.
Sedert de Roosuitg^loeid tonJ
D.D. den dood door Reje.
in onze gemeente geen w®'*
rijkerskamer. Eenige jonge JeI
thans weder het plau °P^eïl\ te
genoemde kamers uit de assct^emeenen I
verrijzen en willen zich bij den a - Bte|
kuuststroom, die thans door onze 8
vloeit, aan de uiterlijke welspre
wijden.
De schoolmeester heeft iifl
Een paard is er tiaar zijn ugfcaN
der dan zijn staart. Hadde i
humorist den 30 November_va
1893 de Schager PaardenTt
kunnen bezoeken, hij z°u z',^r
tegenovergestelde beweerd be ixn
Zelden is men zeker in de U^iild
geweest, eene zoo uitgelezen 1pn-1
knollen bij elkander te zien a s y
denmaikt aanbood, een paar ex- I
geheel gelaten. „llefffi»'-'!
Dat er weinig ha'.del in <h f(J
was, is licht te begrijpen. Wou n
kocht werd was vcor de ®lac te0
staart gebonden verlieten de '"l ejjeJS
avonds weer onze gemeente, o